
Het is een merkwaardig bijschrift uit 1932 dat met zichzelf op de loop gaat. Er wordt beweerd dat tegenstanders van Kemal Atatürk alleen nog in de tuin van de moskee (‘nog de enige plaats‘ ) hun overtuiging kunnen uitspreken. Niet thuis? Niet tijdens een wandeling? Niet op het platteland?
Het wordt er nog gekker op als het bijschrijft er zelfs op terugkomt dat de tuin van de moskee nog de enige plek is waar tegenstanders van Atatürk zich vrij kunnen uitspreken. Want het gevaar loert ook daar: ‘Maar ook hier zijn spionnen aanwezig… (zie heer geheel links)‘.
Is deze gentleman een spion die zichtbaar de gesprekken afluistert van tegenstanders van Atatürk om ze vervolgens te verlinken? Of is dit klare fantasie van degene die dit bijschrift schreef? Wensdenken dat stemming maakt.
Een andere foto uit deze serie loogenstraft direct dit bijschrijft als het zegt: ‘Een geheim gesprek op een plein ergens in Turkije. Op de voorgrond een waterpijp‘. Dus de tuin van de moskee is niet de enige plek voor een geheim gesprek of het smeden van complotten tegen het beleid van Atatürk:

Ook een andere foto maakt duidelijk dat de fantasie van de maker van het bijschrift voor publicatie in het geïllustreerde tijdschrift ‘Het Leven‘ niet in dienst staat van de beschrijving van de Turkse werkelijkheid van 1932, maar het te doen is om sensatie. De vraag is suggestief of de man die op het plein voor een moskee naar een andere man kijkt een spion is. Waar is dat op gebaseerd?

De foto’s kloppen, maar in combinatie met de bijschriften is het nepnieuws. Die zijn vooringenomen en losgezongen van wat we zien. De bijschriften spreken elkaar ook nog eens tegen. Ze voeren spoken op. Dit is nepnieuws uit 1932 dat blijkbaar stemming maakt tegen de hervormingen van de Turkse regering van Kemal Atatürk. Of dat uit politieke overtuiging is of uit sensatiezucht van toen is voer voor media-historici. Clickbait bestond ook al in 1932.