Wat is het nationaal schandaal in de kwestie Demmink?

architectimage-extralargethumnail

Update 5 maart 2014: In de rechtszaak naar drie rechercheurs die bij de Rolodex-affaire waren betrokken werd vandaag voor het eerst in de rechtszaal de directe betrokkenheid van achtereenvolgende ministers aangetoond. Zoals minister Opstelten. Komt het nationaal schandaal dat al jaren in de coulissen wacht nu eindelijk in de volle openbaarheid? Of zien we voor ons ogen de zoveelste schijnbeweging?

Een raadselachtige zin in een stuk over Demmink in Trouw: ‘Achtereenvolgende ministers zouden, om een nationaal schandaal te voorkomen, de kwestie rond Demmink in de doofpot hebben gestopt‘. Spant deze zin niet het paard achter de wagen? Want volgens kritische Demmink-watchers is juist het in de doofpot stoppen van een aanklacht of het blokkeren van een diepgaand onderzoek naar Demmink het nationaal schandaal. Maar los daarvan, op welk ‘nationaal schandaal‘ doelt Trouw-journalist Adri Vermaat? Chantage van bewindslieden, roze balletten in politiek en rechterlijke macht of betrokkenheid tot in de hoogste kringen?

Komende dagen beleeft de langslepende kwestie Demmink een opleving. Maandag is er een besloten zitting bij het gerechtshof in Arnhem over het verzoek van advocaat Adèle van der Plas om tegen Demmink een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. In deze inhoudelijke behandeling verzoeken de Turkse getuigen Mustafa en Osman om aanhouding van Demmink ‘voor verkrachting en seksueel misbruik in Turkije midden jaren negentig‘ door deze voormalige hoogste ambtenaar van Jusititie. Dinsdag bepleit de stichting De Roestige Spijker bij de rechtbank in Utrecht dat ‘drie rechercheurs over de zaak Demmink worden verhoord. Zij waren eind jaren 90 betrokken bij het Rolodex-onderzoek naar jongensprostitutie‘. Dat is toen ‘om duistere redenen afgebroken‘. Demminks verdediging kenmerkt zich door vertragen en intimidatie van media.

Vraag blijft hoe de huidige politieke leiding van ons land de schade inschat die de kwestie Demmink oplevert. Voorstelbaar is dat als de uitkomsten van het ‘nationaal schandaal‘ als kleiner worden ingeschat dan de voortdurende negatieve publiciteit het ‘nationaal schandaal‘ naar buiten zal komen. En Demmink eindelijk aangeklaagd kan worden. Nederland kent een onafhankelijke rechterlijke macht die tamelijk ontevreden is over de werkdruk, slechte wetgeving en de bemoeienis van politici, zo bleek uit een onderzoek van Vrij Nederland. Rechters moeten frank en vrij kunnen oordelen, los van politieke of ambtelijke druk, obstructie van de macht of veeleisende burgers. In de kwestie Demmink komen al deze aspecten samen en daarom geeft de behandeling van de zaak Demmink ook een signaal over de stand van de rechterlijke macht in ons land.

Foto: Rechtbank van de toekomst met sociale interactie, ontwerp Judith Schotanus. Platform voor Architectuur en Stedenbouw GRAS

Komt onderste steen boven bij getuigenverhoor over Demmink?

75693-620-453

Demmink, opnieuw Demmink. Deze kwestie van deze voormalige hoogste ambtenaar van Justitie gaat maar niet over. De kans dat er nu eindelijk duidelijkheid komt is vandaag echter toegenomen. De Rechtbank Utrecht heeft besloten om een getuigenverhoor toe te staan waar de Stichting De Roestige Spijker om had gevraagd. In een toelichting zegt advocaat Matthijs Kaaks van De Roestige Spijker de uitspraak van de Utrechtse Rechtbank bemoedigend te vinden: ‘Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie en zijn voorgangers Hirsch Ballin en Donner hebben zich altijd fel verzet tegen waarheidsvinding in deze zaak. Deze ernstige misstand kan nu mede dankzij de uitspraak van de Utrechtse rechter alsnog publiekelijk aan de orde worden gesteld. De getuigenverhoren kunnen ertoe leiden dat in deze affaire de onderste steen boven komt.’

Velen hebben zich er de afgelopen jaren over verbaasd dat ondanks geruchten, aantijgingen, documenten en getuigenverklaringen nooit een diepgaand onderzoek naar Joris Demmink is ingesteld. Hij wordt niet alleen in verband gebracht met seksueel misbruik van minderjarigen -onder ander in Turkije-, maar ook met obstructie van de rechtsgang en chantage van hooggeplaatsten. De relatief nieuwe De Roestige Spijker ziet het als haar taak om op te komen voor de persvrijheid. Want het meent dat intimidatie van journalisten in Nederland wel degelijk voorkomt. Het is ‘opgericht om die vorm van intimidatie tegen te gaan en wil zich beijveren voor onderzoek naar en berichtgeving over onderwerpen waarover niet geschreven mag worden.’ Juist door het uitblijven van een feitenonderzoek dat meer was dan oriënterend is de kwestie Demmink van seksueel misbruik uitgebreid naar obstructie van de rechtsgang en de inperking van de (onderzoeks)journalistiek.

Er zitten zoveel merkwaardige kantjes aan de kwestie Demmink dat het gewenst is dat deze zaak voor eens en altijd tot op de bodem uitgezocht wordt. Dat geldt zowel voor het geval Demmink schuldig als onschuldig is. Zo betaalt de staat de juridische kosten van Demmink, terwijl het die verplichting helemaal niet heeft. Dat komt nooit voor. Feitelijk werd het verzoek bij de Rechtbank Utrecht verbonden met de verspreiding van de documentaire ‘Dutch Injustice: when child traffickers run a nation’ door De Roestige Spijker. Deze film gaat in op het misbruik door Demmink. De Stichting wil hiervoor geen proces aan de broek krijgen, want Demmink vond verspreiding onrechtmatig. Door getuigen te horen die bevestigen wat in deze documentaire gezegd wordt wil het Demmink juridisch de pas afsnijden. Wanneer getuigen gehoord gaan worden is nog onduidelijk.

Foto: Joris Demmink, 28 augustus 1989. Credits: ANP/ Paul Stolk.

Regering-Rutte steeds verder onder druk vanwege zaak Demmink

Er zijn drie ontwikkelingen in de zaak Demmink. 1) Op de video getuigt op een hearing over mensenhandel in het Amerikaanse congress de Republikeinse afgevaardigde uit New Jersey en voorzitter van het Subcomittee waaronder de mensenrechten vallen Chris Smith van de obstructie door de regering-Rutte. Het weigert een diepgaand onderzoek naar de voormalige secretaris-generaal van Justitie Joris Demmink in te stellen. Smith dreigt niet alleen met een resolutie om het Internationaal Gerechtshof uit Den Haag weg te halen, Nederland dreigt ook te duikelen op de lijst die aangeeft of landen een goed mensenrechtenbeleid hebben, de Tier Ranking. Minister Ivo Opstelten geeft telkens ontwijkende antwoorden op kamervragen van onder andere CDA-er Pieter Omtzigt en hij houdt zich doof voor kritiek op zijn lakse aanpak. De druk die via parlementen en media in het buitenland wordt opgebouwd beschadigt het beeld van Nederland als volwassen en open land.

2) Deze week vertrekt een delegatie van 11 personen naar de VS onder leiding Herman Bolhaar, voorzitter van het college van procureurs-generaal. Ook voorzitter van de taskforce mensenhandel. Volgens hem krijgt het steeds meer grip op de mensenhandel. Ongetwijfeld zal de delegatie door de Amerikanen aangesproken worden op de lakse houding van de Nederlandse regering. Rudie van Meurs constateert in een stuk voor de Bakker Schut Stichting dat de reden voor het sturen van de delegatie is dat onze zakelijke belangen in het geding zijn: ‘Want nu zijn niet alleen maar de kinderen in het geding, onze belangen staan op het spel.’

3) Robert Rubinstein van Stichting De Roestige Spijker voert de interne druk op minister Opstelten op door aanvullende vragen op zijn WOB-verzoek te stellen over de overheidssteun aan Joris Demmink in de juridische procedure tegen het AD. Hij vraagt om ‘afschriften van alle schriftelijke besluiten, stukken, correspondentie en documenten, als ook een kopie van geluidsopnames‘ die betrekking hebben op deze zaak.

Vraag is hoelang de regering-Rutte nog weerstand kan bieden aan deze externe en interne druk. Wanneer neemt de PvdA afstand? Hoe langer weerstand wordt geboden, hoe raadselachtiger de zaak Demmink wordt. Door het ontkennen van Opstelten dat er iets aan de hand is en het uitblijven van een diepgaand onderzoek naar Demmink wordt de reputatie van Nederland steeds verder beschadigd. En dat van een regering die mensenrechtenbeleid heeft ingewisseld voor handelsbelangen. Als de positie van de minister van Justitie blijkbaar belangrijk genoeg is om die druk te weerstaan dan kunnen daarvoor verschillende redenen zijn. Of minister Opstelten stelt zich eigenwijs en met misplaatste trots op, of de regering heeft de reputatieschade onderschat of het bevestigt de complottheorie dat de zaak Demmink vertakkingen heeft naar hooggeplaatste personen die koste wat kost beschermd moeten worden. Dat mag dan de reputatie van Nederland schaden.

Overheidssteun van Justitie neemt Demmink in bescherming

NCRD01_054081343_X

Update 7 juli: Stichting De Roestige Spijker eist in kort geding openheid van zaken door het ministerie van Veiligheid en Justitie omdat het ‘weigert stukken te openbaren waarin is besloten de advocatenkosten van haar voormalig secretaris-generaal Joris Demmink te betalen’. Het gaat om al zo’n 37.5000 euro aan juridische kosten dat het rijk in deze zaak heeft gestoken. Opmerkelijk is de berichtgeving over deze zaak in de NRC. Het is uitzonderlijk dat de gevestigde media aandacht aan de kwestie Demmink besteden. 

Stichting De Roestige Spijker die zich beijvert voor onderzoeksjournalistiek en persvrijheid diende een WOB-verzoek in om informatie te verkrijgen naar aanleiding van publicaties in het AD van 6 oktober 2012 over oud secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie mr. Joris Demmink. De vraag stond centraal welke financiële en/of juridische ondersteuning Demmink vanuit de overheid krijgt. Directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving G.N. Roes antwoordt namens de overheid. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft tot op dit moment 37.644,05 euro betaald aan advocaatkosten voor de sinds 1 november 2012 met pensioen gegane ambtenaar Demmink. Wat rechtvaardigt overheidssteun die alle kosten vergoedt?

De Bakker Schut Stichting van advocate Adèle van der Plas merkt op dat Roes zich in zijn antwoord beroept op artikel 69, lid 1 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement: ‘Onze Minister kan naar billijkheid de ambtenaar schadeloos stellen, kosten vergoeden of overigens een geldelijke tegemoetkoming verlenen.’ DG Roes meent dat de toepassing ervan aangewezen is ‘omdat moet worden aangenomen dat mr. Demmink voorwerp van de publicaties werd in verband met zijn functie bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.’

Roes zegt met andere woorden dat de reden dat de AD publiceerde over Demmink en hem ervan beschuldigde begin jaren ’80 contact te hebben gehad met de jongenspooier Dick Willard en ontucht te hebben gepleegd met minderjarigen direct verband houdt met zijn ambtelijke functie. Het beroep van Roes op billijkheid om de advocaatkosten van Demmink door de overheid te laten betalen kan als volgt uitgelegd worden. Weliswaar ligt de grond van de beschuldiging van het AD volledig in het persoonlijk leven van Demmink en heeft het niks met zijn functie te maken, maar is-ie voorwerp van publicatie -dus kwetsbaar- geworden vanwege die functie.

Deze uitleg van Roes klinkt verre van logisch. In wat de affaire Demmink is gaan heten stond in de publiciteit altijd het persoonlijk leven van Demmink centraal. Dat werd slechts in verband met zijn functie gebracht waar het ging om de vermeende obstructie van de rechtsgang. Maar dat staat los van de aantijgingen over pedofilie en sex met minderjarigen. Zoals De Roestige Spijker opmerkt is het niet aantoonbaar dat het AD de belastende feiten niet zou hebben gepubliceerd als Demmink geen topman van Justitie was geweest. Alsof Nederlandse media een heksenjacht op overheidsdienaren zouden houden. DG Roes beroept zich op de omgekeerde bewijslast dat Demmink slachtoffer is van de media en niet van zijn eigen persoonlijk handelen.

Foto: Vrouwe Justitia zonder blinddoek in de Schepenzaal in het Stedelijk Museum Kampen, Kampen. Met de tekst ‘Justitiae gladio Martis violetia cessit‘ ofwel ‘Voor het zwaard der gerechtigheid wijkt het oorlogsgeweld’.