Nicolasen ziet Demmink als zondebok. En vergeet de feiten

462px-Webb_Sending_Out_the_Scapegoat

Lidy Nicolasen meent in haar column in De Volkskrant dat Joris Demmink onze nationale zondebok is. Volgens haar krijgt deze voormalige topambtenaar van Justitie de schuld van alles wat er mis gaat in Nederland. Met name uit ‘de krochten van het internet‘. Los van wat de man zegt. Nicolasen brengt alles terug tot een samenzweringstheorie: ‘Wie aan die feiten durft te twijfelen, ze zelfs tegenspreekt, maakt deel uit van die samenzwering.‘ Ze beseft niet door alles te overdrijven en op een hoop te gooien zij juist degene is die de feiten niet respecteert. De Volkskrant-columniste is dubbelzinnig in haar denken over het complotdenken.

Lidy Nicolasen is onvast en onzuiver in haar voorbeelden: ‘Zou klokkenluider Edward Snowden zijn belofte waarmaken en met onthullingen over Nederland komen, goede kans dat al zijn pijlen richting Demmink wijzen.‘ Ze verwart klokkenluider Edward Snowden met journalist Glenn Greenwald die vijf weken geleden in een interview in De Volkskrant aankondigde met onthullingen over Amerikaanse spionage in Nederland te komen. Snowden heeft tot nu toe zelf geen onthullingen gepubliceerd en is dat ook niet van plan. President Putin heeft hem verplicht in Rusland de VS niet te beschadigen. Het is verre van logisch dat Greenwald met onthullingen over Joris Demmink komt. Door deze overdrijving maakt ze Snowden en Greenwald belachelijk.

Nicolasen reduceert iedereen die kritisch is over de gang van zaken inzake Demmink tot complotdenker. Dat kan in een column die een mening geeft die niet per se overeen hoeft te komen met de werkelijkheid. Een column is een vrijplaats om uit de duim te zuigen. Maar het gevolg is dat ze aspecten die niet in haar betoog passen dan ook maar niet noemt. Want het is waar dat sommige critici zichzelf overschreeuwen, maar vele anderen stellen zich juist zakelijk en beheerst op. De essentie van de kwestie-Demmink is dat er ondanks de beschuldigingen, Turkse documenten, de juridische inzet van de Bakker Schut Stichting en Amerikaanse mensenrechtengroepen, getuigenverklaringen van onder andere twee ex-gevangenisdirecteuren, en de betrokkenheid van Nederlandse, Amerikaanse en Italiaaanse parlementariërs nooit een diepgaand feitenonderzoek naar Demmink is gehouden. Waarom niet? Da’s de vraag waar Nicolasen niet aan toekomt.

Wat bezielt een columniste van een gerenommeeerde krant om zo’n flutterig stuk te schrijven? Welk belang dient ze hiermee? Haar opvallende column roept de vraag op waarom ze met een suggestie van volledigheid voorbijgaat aan de feiten die Demmink het minste uitkomen. Is het gepast om te suggereren dat haar mate van overdrijving die elke kritiek uitvergroot tot complotdenken te maken heeft met een relatie die ze had met een getrouwde PvdA-minister uit het kabinet Lubbers III? En de kritiek die haar toen wachtte? Of is dat te veel eer voor Nicolasen? Mogelijk zat ze verlegen om een onderwerp en schreef ze op wat in haar opkwam. Als dat zo is, dan kunnen we beter zo snel mogelijk vergeten wat ze opschreef. Dan is het de moeite niet waard.

Foto: William James Webb, Sending Out the Scapegoat. Voor 1904.

Wat voor onderzoek komt er naar Demmink: toe- of ontdekken?

demmink2

De affaire-Demmink gaat maar niet liggen. Een kwestie van vertraging, misleiding en ontkenning. Centraal staat Joris Demmink de tot 1 november 2012 hoogste ambtenaar van het ministerie van Justitie. Hij wordt al jarenlang in verband gebracht met het seksueel misbruik van minderjarigen. Maar ook met machtsmisbruik, obstructie van de rechtsgang, intimidatie van de media en chantage van hooggeplaatsen. Omdat er nooit een diepgaand onderzoek is verricht naar de beschuldigingen bestaat er al jaren een patstelling. Met als gevolg onzekerheid over wat Demmink precies aangewreven kan worden. Dit is een ongewenste situatie die de opeenvolgende ministers van Justitie door een aanwijzing om deze zaak te onderzoeken hadden kunnen voorkomen. Ze deden dat niet en hebben de schijn gewekt Demmink in bescherming te hebben genomen.

Vandaag meldt het AD dat het OM een onderzoek is gestart naar Demmink. Vraag is of het deze keer eindelijk om een diepgaand onderzoek gaat dat probeert alle feiten boven water te krijgen. Aanleiding is een brief van het Turkse OM waarin staat dat ‘Demmink op 20 juli 1996 Turkije is ingereisd’. Een onbetekend feit ware het niet dat Demmink en z’n advocaat altijd hebben ontkend dat Demmink in de jaren ’90  in Turkije was. Waar-ie minderjarigen misbruikt zou hebben. De Rijksrecherche heeft afgelopen jaar een oriënterend feitenonderzoek naar de reisbewegingen van Demmink in Turkije gehouden. Dat kwalificeerde minister Opstelten als gedegen onderzoek. Hiermee introduceerde hij een onderzoekscategorie tussen oriënterend en diepgaand. Wat gedegen betekent is onduidelijk. Hoe dan ook is er nooit een diepgaand onderzoek verricht.

Gezien de voorgeschiedenis is het de vraag of er vertrouwen valt te ontlenen aan de nieuwste ontwikkelingen. Is de tijd rijp voor een onderzoek dat ontdekt, en niet toedekt? Henk Rijkers van het KN weet het deze keer zeker. Hij noemt de instelling van een onderzoek door het OM een doorbraak in de affaire-Demmink. Maar dat valt nog maar te bezien. Vraag is of het gezien de betrokkenheid van allerlei ministers, hooggeplaatsten en politieke partijen al tijd is voor een niet-gestuurd, onafhankelijk onderzoek. Dus zolang betrokkenen als Ivo Opstelten en Piet Hein Donner nog hoge posities in het openbaar bestuur bezetten. Mogelijk moeten we nog enige jaren wachten op de echte waarheid over Demmink. Hoewel sommigen het antwoord al weten.

Foto: Joris Demmink. Credits: NRC/Maarten Hartman.

Zie hier voor alle stukken van dit blog over Joris Demmink.

Belastende verklaring over Demmink. Wat doet journalistiek?

media_xl_1711387

De Volkskrant heeft vandaag twee stukken over Joris Demmink. Van 2002 tot 2012 de hoogste ambtenaar van het ministerie van Justitie. Opmerkelijk omdat de gevestigde media er nooit veel aandacht aan besteden. Het bericht dat de twee oud-gevangenissdirecteuren Bart Molenkamp en Jacques van Huet op 17 mei 2013 een verklaring bij een Haarlemse notaris hebben afgelegd. Hiermee willen ze onafhankelijk onderzoek afdwingen. Tot nu toe is er naar Demmink nooit een diepgaand onderzoek verricht. Hun getuigenis gaat terug naar een dienstreis door hoge ambtenaren uit het gevangeniswezen naar Londen in mei 1992. Demmink ontbrak.

Een medewerkster van Justitie zou zich ’s avonds in de hotelbar beklaagd hebben over het gedrag van Joris Demmink, destijds directeur-generaal Vreemdelingenzaken. ‘Zij moest ‘via de telefoon jonge jongens’ voor hem regelen‘, aldus Molenkamp en Van Huet. De laatste voegt toe: ‘Niemand durfde hierover openlijk naar buiten te treden. Dat stond gelijk aan ambtelijke zelfdoding naar mening van ondergetekende.’ De betreffende medewerkster is volgens De Volkskrantstomverbaasd‘ over de verklaring. Ze kan zich ‘niet herinneren of er tijdens de reis over de heer Demmink gesproken is’. Zoals zo vaak bij Demmink blijft de zaak in een welles-nietes sfeer hangen. In februari lekte er al een e-mail van een oud-gevangenisdirecteur uit.

In een achtergrondverhaal schetst De Volkskrant dat de kwestie Demmink al sinds de jaren ’90 zeurt en er een anti-Demminklobby bestaat die Demmink voor de rechter probeert te krijgen. Maar da’s openbare informatie die weinig opzienbarend is. Belangwekkender was geweest als De Volkskrant de pro-Demminklobby in kaart had gebracht. Het verder verdienstelijke achtergrondverhaal valt op te vatten als een stempel voor het eigen onvermogen. Want hoe kan een belangrijk nieuwsmedium een zaak over de hoogste ambtenaar van Justitie waarvan het zelf zegt dat deze al sinds de jaren’ 90 speelt onuitgezocht laten? De journalistiek komt er maar steeds niet aan toe deze kwestie te onderzoeken. Dat roept vragen naar de redenen op. De zwijgende of wegkijkende journalistiek die niet doet wat van haar verwacht kan worden, wordt zo een deel van de kwestie.

De hoofdvraag is niet of Demmink zich schuldig heeft gemaakt aan sex met minderjarigen of door chantage of machtsmisbruik een eerlijke rechtsgang heeft geblokkeerd. Als dit zo was moet-ie daar met z’n geweten maar in het reine over komen. De hoofdvraag is omvattender omdat dit gaat over het functioneren van de rechtsstaat en de ingebouwde checks and balances. Waarom is er ondanks de veelheid aan geruchten vanuit de Nederlandse, Amerikaanse en Europese politiek en samenleving nooit een diepgaand onderzoek naar het functioneren van Demmink verricht? Dit is de verantwoordelijkheid van Tweede Kamer en kabinet. De journalistiek had het zelf kunnen uitzoeken, toen het constateerde dat de politiek een onderzoek blokkeerde.

Wat toont de affaire Demmink aan over de stand van zaken van de Nederlandse samenleving? Er zijn drie mogelijkheden. a) De rechtspraak kent klassejustitie. b) De politiek dekt fouten toe en c) De journalistiek controleert de macht niet. In alle gevallen ligt de oorzaak bij vriendjespolitiek. In een gesloten systeem lopen verantwoordelijkheden door elkaar heen, maakt niemand zich aanspreekbaar en ontbreekt controle op de macht. Bedenkelijk is dat de journalistiek hier in 20 jaar niet de vinger op weet te leggen, niet tot de bodem gaat en zich ogenschijnlijk voegt bij de macht. Dan wordt een verhaal over het verhaal van De Volkskrant een ware heldendaad van intellectuele durf en ambitie. In een armzalig, kaal Nederlands journalistiek landschap.

Foto: De VVD’ers Joris Demmink en de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen. In update weggehaalde foto bij het artikel in De Volkskrant.

Regering-Rutte steeds verder onder druk vanwege zaak Demmink

Er zijn drie ontwikkelingen in de zaak Demmink. 1) Op de video getuigt op een hearing over mensenhandel in het Amerikaanse congress de Republikeinse afgevaardigde uit New Jersey en voorzitter van het Subcomittee waaronder de mensenrechten vallen Chris Smith van de obstructie door de regering-Rutte. Het weigert een diepgaand onderzoek naar de voormalige secretaris-generaal van Justitie Joris Demmink in te stellen. Smith dreigt niet alleen met een resolutie om het Internationaal Gerechtshof uit Den Haag weg te halen, Nederland dreigt ook te duikelen op de lijst die aangeeft of landen een goed mensenrechtenbeleid hebben, de Tier Ranking. Minister Ivo Opstelten geeft telkens ontwijkende antwoorden op kamervragen van onder andere CDA-er Pieter Omtzigt en hij houdt zich doof voor kritiek op zijn lakse aanpak. De druk die via parlementen en media in het buitenland wordt opgebouwd beschadigt het beeld van Nederland als volwassen en open land.

2) Deze week vertrekt een delegatie van 11 personen naar de VS onder leiding Herman Bolhaar, voorzitter van het college van procureurs-generaal. Ook voorzitter van de taskforce mensenhandel. Volgens hem krijgt het steeds meer grip op de mensenhandel. Ongetwijfeld zal de delegatie door de Amerikanen aangesproken worden op de lakse houding van de Nederlandse regering. Rudie van Meurs constateert in een stuk voor de Bakker Schut Stichting dat de reden voor het sturen van de delegatie is dat onze zakelijke belangen in het geding zijn: ‘Want nu zijn niet alleen maar de kinderen in het geding, onze belangen staan op het spel.’

3) Robert Rubinstein van Stichting De Roestige Spijker voert de interne druk op minister Opstelten op door aanvullende vragen op zijn WOB-verzoek te stellen over de overheidssteun aan Joris Demmink in de juridische procedure tegen het AD. Hij vraagt om ‘afschriften van alle schriftelijke besluiten, stukken, correspondentie en documenten, als ook een kopie van geluidsopnames‘ die betrekking hebben op deze zaak.

Vraag is hoelang de regering-Rutte nog weerstand kan bieden aan deze externe en interne druk. Wanneer neemt de PvdA afstand? Hoe langer weerstand wordt geboden, hoe raadselachtiger de zaak Demmink wordt. Door het ontkennen van Opstelten dat er iets aan de hand is en het uitblijven van een diepgaand onderzoek naar Demmink wordt de reputatie van Nederland steeds verder beschadigd. En dat van een regering die mensenrechtenbeleid heeft ingewisseld voor handelsbelangen. Als de positie van de minister van Justitie blijkbaar belangrijk genoeg is om die druk te weerstaan dan kunnen daarvoor verschillende redenen zijn. Of minister Opstelten stelt zich eigenwijs en met misplaatste trots op, of de regering heeft de reputatieschade onderschat of het bevestigt de complottheorie dat de zaak Demmink vertakkingen heeft naar hooggeplaatste personen die koste wat kost beschermd moeten worden. Dat mag dan de reputatie van Nederland schaden.

Overheidssteun van Justitie neemt Demmink in bescherming

NCRD01_054081343_X

Update 7 juli: Stichting De Roestige Spijker eist in kort geding openheid van zaken door het ministerie van Veiligheid en Justitie omdat het ‘weigert stukken te openbaren waarin is besloten de advocatenkosten van haar voormalig secretaris-generaal Joris Demmink te betalen’. Het gaat om al zo’n 37.5000 euro aan juridische kosten dat het rijk in deze zaak heeft gestoken. Opmerkelijk is de berichtgeving over deze zaak in de NRC. Het is uitzonderlijk dat de gevestigde media aandacht aan de kwestie Demmink besteden. 

Stichting De Roestige Spijker die zich beijvert voor onderzoeksjournalistiek en persvrijheid diende een WOB-verzoek in om informatie te verkrijgen naar aanleiding van publicaties in het AD van 6 oktober 2012 over oud secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie mr. Joris Demmink. De vraag stond centraal welke financiële en/of juridische ondersteuning Demmink vanuit de overheid krijgt. Directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving G.N. Roes antwoordt namens de overheid. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft tot op dit moment 37.644,05 euro betaald aan advocaatkosten voor de sinds 1 november 2012 met pensioen gegane ambtenaar Demmink. Wat rechtvaardigt overheidssteun die alle kosten vergoedt?

De Bakker Schut Stichting van advocate Adèle van der Plas merkt op dat Roes zich in zijn antwoord beroept op artikel 69, lid 1 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement: ‘Onze Minister kan naar billijkheid de ambtenaar schadeloos stellen, kosten vergoeden of overigens een geldelijke tegemoetkoming verlenen.’ DG Roes meent dat de toepassing ervan aangewezen is ‘omdat moet worden aangenomen dat mr. Demmink voorwerp van de publicaties werd in verband met zijn functie bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.’

Roes zegt met andere woorden dat de reden dat de AD publiceerde over Demmink en hem ervan beschuldigde begin jaren ’80 contact te hebben gehad met de jongenspooier Dick Willard en ontucht te hebben gepleegd met minderjarigen direct verband houdt met zijn ambtelijke functie. Het beroep van Roes op billijkheid om de advocaatkosten van Demmink door de overheid te laten betalen kan als volgt uitgelegd worden. Weliswaar ligt de grond van de beschuldiging van het AD volledig in het persoonlijk leven van Demmink en heeft het niks met zijn functie te maken, maar is-ie voorwerp van publicatie -dus kwetsbaar- geworden vanwege die functie.

Deze uitleg van Roes klinkt verre van logisch. In wat de affaire Demmink is gaan heten stond in de publiciteit altijd het persoonlijk leven van Demmink centraal. Dat werd slechts in verband met zijn functie gebracht waar het ging om de vermeende obstructie van de rechtsgang. Maar dat staat los van de aantijgingen over pedofilie en sex met minderjarigen. Zoals De Roestige Spijker opmerkt is het niet aantoonbaar dat het AD de belastende feiten niet zou hebben gepubliceerd als Demmink geen topman van Justitie was geweest. Alsof Nederlandse media een heksenjacht op overheidsdienaren zouden houden. DG Roes beroept zich op de omgekeerde bewijslast dat Demmink slachtoffer is van de media en niet van zijn eigen persoonlijk handelen.

Foto: Vrouwe Justitia zonder blinddoek in de Schepenzaal in het Stedelijk Museum Kampen, Kampen. Met de tekst ‘Justitiae gladio Martis violetia cessit‘ ofwel ‘Voor het zwaard der gerechtigheid wijkt het oorlogsgeweld’. 

NCRV past stelling over Demmink onzorgvuldig aan

Stand

De affaire Demmink brengt het slechtste in iedereen naar boven. Nu is er NCRV’s Stand.nl dat een stelling waar men kan stemmen over minister Opstelten en Demmink opvallend heeft aangepast. Op een niet-logische wijze. De reden is onduidelijk. Is een journalist onzorgvuldig geweest of zijn er hogere krachten aan het werk? Als reactie heb ik op Stand.nl bovenstaande stelling opgesteld die vraagt naar het handelen van de redactie van Stand.nl. Niet om deze redactie te treffen, maar om te begrijpen hoe de Nederlandse journalistiek werkt. En hoe onafhankelijk van de politiek het wenst te opereren. Geef hier of hieronder uw mening over de stelling.

De affaire Demmink maakt een ontwikkeling door. Eerst stond het vermeend misbruik van minderjarige kinderen door de toemalige hoogste ambtenaar van Justitie secretaris-generaal mr. Joris Demmink centraal. Toen kwam daar de obstructie van de rechtsgang en klassejustitie in de politiek bij. En hoe langer deze al sinds de jaren ’90 spelende zaak loopt hoe meer het gaat om de intimidatie en de integriteit van de gevestigde media. Nu lopen pedofilie, politieke machinaties en het adequaat handelen van de Nederlandse journalistiek door elkaar heen. Iedereen die het veld betreedt stapt in een mijnenveld waarin niet altijd meer duidelijk wordt wie de bommen plaatst en met welk tijdsmechanisme ze tot ontploffing worden gebracht.

De affaire Demmink verziekt het vertrouwen tussen openbaar bestuur en burgers. Ook tussen Nederlandse politici en critici in de VS en Europa. De rechtsstaat Nederland wordt erdoor beschadigd omdat een diepgaand onderzoek uitblijft en de regering geen openheid biedt. De Roestige Spijker die op wettelijke gronden openbaarheid vraagt wordt aan het lijntje gehouden. De affaire Demmink krijgt naast het kindermisbruik, de politiek en de media daarom een vierde dimensie. Het wordt een staalkaart van het democratisch tekort. Het tekent de kloof tussen de democratische instituties en de burgers die niet meer gedicht kan worden.

Foto: Schermafbeelding van stelling op Stand.nlRedactie Stand.nl is onzorgvuldig in het aanpassen van stelling over Opstelten en Demmink

Buitenlandse druk in kwestie Demmink opgevoerd. Nederlandse media zwijgen

0613_1956

Opnieuw een onheilspellend bericht over Joris Demmink. Deze kwestie die gaat over de tot voor kort hoogste ambtenaar van Justitie en wordt geassocieerd met pedofilie, doofpot en klassejustitie verzwakt steeds verder de internationale positie van Nederland. Robert Rubinstein van De Roestige Spijker verwijst op Twitter naar een Engelstalig persbericht. Dat stuurde hij zojuist naar tientallen personen en internationale media. In deze affaire die zich voor een deel in Turkije afspeelde zal onder Amerikaanse druk een Turkse onderzoeksrechter benoemd worden om de beschuldigingen van seksueel misbruik tegen Demmink te onderzoeken. Rode lijn in deze affaire is het uitblijven van een diepgaand onderzoek naar Demmink en het wegkijken door de regering.

Henk Rijkers van het Katholiek Nieuwsblad die het op de voet volgt geeft de Nederlandse versie van het persbericht. Advocate Adèle van der Plas van de Bakker Schut Stichting die Turkse getuigen bijstaat looft het initiatief van de Turkse regering en merkt dit op: ‘De Nederlandse regering moet eindelijk eens toegeven dat het tijd is om Demmink te arresteren en een grondig onderzoek in te stellen naar alle aantijgingen van seksueel misbruik in Nederland, en ook naar zijn reizen naar Turkije als Nederlandse afgevaardigde.’

De oproep om Demmink te arresteren is nieuw. Tot voor kort werd opgeroepen tot een diepgaand onderzoek. Maar minister Opstelten gooide onlangs in antwoord op kamervragen van de CDA’ers Oskam en Omtzigt de deur dicht. Een onderzoek was niet nodig. Dan resteren critici weinig andere wegen dan het mobiliseren van buitenlandse druk. De binnenlandse publieke opinie kookt op internet, maar blijft in de gevestigde media ijskoud. In deze media is de berichtgeving afstandelijk en volgt de regering. Op een bericht in het AD na.

De kwestie Demmink groeit uit tot een akelige en complexe affaire. Het gaat al lang niet meer om pedofilie en kindermisbruik alleen. Obstructie van de rechtsgang maakt er onderdeel van uit. Zoals het uitblijvende onderzoek en de ontwijkende antwoorden van de regering aantonen. Daarnaast is er de intimidatie van de media. Deze kwestie heeft het in zich om de nieuwe Greet Hofmans-affaire te worden. De verwikkelingen aan het hof en de strijd tussen Juliana en Bernhard werden in de doofpot gestopt. Hoofdredacteuren moesten zwijgen. In 1956 komt de affaire door toedoen van prins Bernhard via de Duitse Der Spiegel naar buiten.

Foto: Omslag van Der Spiegel van 13 juni 1956 met onthullingen over de Greet Hofmans-affaire.

Opstelten geeft ontwijkende antwoorden over Demmink

ANP01_12983773_X

Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie beantwoordt met vertraging de kamervragen van de CDA-ers Oskam en Omtzigt van 10 januari. Ze vragen naar de reactie van de Nederlandse regering op resolutie 838 van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, de beoordeling van het handelen van oud-secretaris-generaal Joris Demmink van Veiligheid en Justitie en vermeende mensenrechtenschendingen in Turkije en Nederland.

Resolutie 838 werd in het 112de congres door de Republikeinse afgevaardigde Chris Smith ingediend. Een katholiek  uit New Jersey met een sociaal-conservatieve agenda die zich inzet voor mensenrechten en tegen abortus. Bij het aantreden van het 113de congres is een resolutie 62 met enkele actualiseringen opnieuw ingediend. Het vraagt de Amerikaanse regering zich in te spannen de zetel van het Internationaal Gerechtshof uit Den Haag te verplaatsen. Als reden geldt een ontbrekend diepgaand onderzoek naar Demmink. Door afnemende geloofwaardigheid van de rechtsstaat zou Nederland het Gerechtshof niet langer ‘verdienen’. Bij goedkeuring kan de resolutie doorgezonden worden naar de senaat. De kans daarop lijkt niet groter dan 30%. Op 4 oktober 2012 leidde Smith een hearing in het congres over Demmink met ook Nederlandse deelnemers.

Minister Opstelten gaat niet in op de vraag van Oskam en Omtzigt om de punten die Smith in zijn resolutie stelt als waar of onwaar aan te duiden. Opnieuw bevestigt de minister dat er nooit een diepgaand onderzoek naar Demmink is gehouden. Als reden hiervoor zegt-ie dat er door het OM geen strafrechterlijk onderzoek naar Demmink is ingesteld ‘vanwege het ontbreken van een redelijk vermoeden van schuld‘. De Rijksrecherche heeft aan de hand van overlegde informatie een oriënterende feitenonderzoek naar de reisbewegingen van Demmink in Turkije gehouden. Dat kwalificeert Opstelten als ‘gedegen onderzoek’. Hiermee introduceert-ie een onderzoekscategorie tussen ‘oriënterend‘ en ‘diepgaand‘. Maar wat ‘gedegen‘ betekent is onduidelijk. Zeker is dat het eerder oriënterend, dan diepgaand is. Opstelten goochelt met woorden en zaait verwarring.

De antwoorden zijn een gemiste kans. Ze nemen geen verontrusting weg. Opstelten stelt zich formeel op, raakt verstrikt in zichzelf en acht zich gehouden aan het hoogst noodzakelijke. Maar ministers hebben de ruimte om via een aanwijzing opdracht tot onderzoek te geven. Al is het vertrouwelijk. Nu wordt juist voor de zoveelste keer de vraag benadrukt waarom Opstelten of zijn voorgangers nooit opdracht tot een diepgaand onderzoek gaven. Demmink is al sinds 1998 in opspraak vanwege zijn associatie met pedofilie en obstructie van de rechtsgang. De antwoorden bevestigen een beeld van belangenverstrengeling bij de top van Justitie. Het wachten is op Oskam en Omtzigt die nieuwe vragen stellen over een onderzoek dat meer dan gedegen is.

Foto: Den Haag, Internationaal Gerechtshof. Zaak Zuid-West Afrika, 1966. Credits: Peter van Zoest.

Van der Plas stuurt Helsinki Comité open brief over Demmink

greensboro_demonstration

Er komt geen eind aan de zaak Demmink. Deze tot voor kort hoogste ambtenaar van Justitie die in verband wordt gebracht met pedofilie en obstructie van de rechtsgang. Maar het kan altijd absurder. Vele landen zoals Nederland hebben een ngo Helsinki Comité voor Mensenrechten dat weer is aangesloten bij de Internationale Helsinki Federatie van Mensenrechten in Wenen. Op 4 oktober 2012 hield de U.S. Helsinki Commission een briefing over ‘Child Sex Trafficking’. Onderwerp van gesprek: Joris Demmink. Wat blijkt? Op 24 oktober 2012 is Demmink benoemd als lid van het Nederlandse Helsinki Comité. Op z’n minst een opmerkelijk benoeming voor iemand die publicitair onder vuur ligt vanwege schending van de mensenrechten. Hiermee lijkt het establishment met een stiff upper lip te zeggen dat het leven doorgaat en het zich nergens iets van aantrekt. Ook als de bommen vallen. Advocaat en mensenrechtenactivist Adèle van der Plas reageert in een open brief:

Aan de heren I.M. de Jong en H. Hummel

Voorzitter en Directeur van het Nederlands Helsinki Comité

(..) Amsterdam, 11 februari 2013

Ref. : Netherlands Helsinki Committee

Benoeming Joris Demmink

Mijne heren,

Ik schrijf u in de hoedanigheid van advocaat van vier slachtoffers van ernstige mensenrechtenschendingen in Nederland danwel  Turkije, gepleegd door een hoge Nederlandse justitieambtenaar.

Op 4 oktober jl. is door drie Nederlanders waaronder ikzelf, tegenover uw zusterorganisatie de U.S. Helsinki Commission  in Washington  kond gedaan van deze schendingen en de gebleken onmogelijkheid daartegen in Nederland adequaat te kunnen optreden. Centraal in de aanklacht staat de rol van de toenmalig secretaris-generaal van justitie Joris Demmink.  Voor een verslag van de hoorzitting van die datum verwijs ik u naar de website van de U.S. Helsinki Commission:  Zie hier en hier.

De slachtoffers van Demmink en van de anderen die al of niet in zijn opdracht hebben gehandeld, zijn twee Turkse jongemannen, die verklaren op 11 respectievelijk 14 jarige leeftijd door Demmink seksueel te zijn misbruikt en verkracht. Op 24 oktober 2012 zijn door beide jongemannen klaagschriften ex artikel 12 Wetboek van Strafvordering  ingediend bij het Gerechtshof te Den Haag wegens de weigering van het Openbaar Ministerie de kwestie daadwerkelijk te onderzoeken.  De betreffende klaagschriften kunt u downloaden via de website van de Bakker Schut Stichting.   Mocht u behoefte hebben aan inzage in de documenten die als bijlage zijn gevoegd bij de klaagschriften, ben ik bereid u deze ter hand te stellen.

Na indiening van deze klaagschriften en de internationale publiciteit die daarmee gepaard ging, zijn de jongemannen en de Turkse journalist Kazmali die over hun ervaringen had gepubliceerd ernstig bedreigd en fysiek mishandeld. De NVJ heeft hiertegen nog recentelijk geprotesteerd. Voor verdere informatie hierover verwijs ik u wederom naar de website van de Bakker Schut Stichting: http://www.bs-foundation.nl/turkse-slachtoffers-bedreigd-na-verzoek-demmink-te-vervolgen en http://www.bs-foundation.nl/nvj-in-actie-turkse-journalist-kazmali-bedreigd/.

Een derde slachtoffer van Demmink is de Nederlander B. die op 4 oktober 2012 aan uw zusterorganisatie in Washington over zijn ervaringen als jongensprostituee in een Amsterdams bordeel heeft verteld. Ik verwijs u naar het verslag van deze briefing op 4 oktober jl. op de website van de U.S. Helsinki Commission. Het verhaal van B. is ook opgetekend in de documentaire ‘Dutch Injustice, When Child Traffickers Rule a Nation:http://www.arrestdemmink.com/ 

Een vierde slachtoffer van Joris Demmink is de Koerdische activist en zakenman Huseyin Baybasin, die op 31 augustus 2011 officieel aangifte heeft gedaan tegen Joris Demmink wegens onrechtmatige bemoeienis met een vals opgezette strafzaak tegen hem. Ook deze aangifte kunt udownloaden via de website van de Bakker Schut Stichting.  Nu ook deze aangifte zonder enig onderzoek door het openbaar ministerie van tafel is geschoven, zal ook namens Baybasin een artikel 12 Sv. procedure tegen Demmink worden geïnitieerd, tegelijkertijd met een onrechtmatige daad actie wegens de schade die de onrechtmatige bemoeienis van Demmink met de strafzaak en detentiesituatie van Baybasin heeft veroorzaakt. In de door Baybasin aangespannen procedure tot revisie van zijn veroordeling wordt momenteel onderzoek verricht door de advocaat-generaal bij de Hoge Raad naar de ernstige misstanden en corruptie die tot de (fake)veroordeling van Baybasin hebben geleid. Voor het betreffende verzoek tot herziening van 18 april 2011 kunt u kennis nemen via wederom de website van de Bakker Schut Stichting.  Mocht uw comité geïnteresseerd zijn in één van de bij dat verzoek geproduceerde bijlagen dan ben ik bereid u ook daarin inzage te geven.

Mijn vraag aan uw comité is wat uw beweegredenen zijn geweest om de heer Demmink op 24 oktober 2012 als lid van uw comité te benoemen, terwijl op dat moment al deze feiten en nog vele andere over Joris Demmink genoegzaam publiek bekend waren gemaakt.  Met de benoeming van deze door meerdere slachtoffers van corruptie, wederrechtelijke vrijheidsberoving en verkrachting van minderjarigen beschuldigde ex-overheidsambtenaar, geeft u in feite een signaal af, lak te hebben aan de idealen waarvoor u zegt te staan. Het kan toch niet zo zijn dat uw drijfveer in deze puur en alleen is geweest dat uw comité wordt gesponsord door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en  het Ministerie van Justitie en naar ik heb begrepen de afdeling Dienst Justitiële Inrichtingen van dit ministerie? In dat geval draagt uw comité ten onrechte (nog) de naam Helsinki Comité en ‘non-governmental organization’. Voor het dragen van deze naam is toch een minimale onafhankelijkheid van de Staat vereist alsmede een minimale respectering van de idealen –bescherming van mensenrechten waaronder die van kinderen – waarvoor men zich zegt in te zetten.

Deze brief  zal worden gepubliceerd op de website van de Bakker Schut Stichting, een stichting die haar research overigens verricht zonder enige subsidie van buitenaf.

Gaarne van u vernemend,

Hoogachtend, A.G. van der Plas

Foto: Greensboro mensenrechten demonstratie, 1960. ‘In early February 1960, people demonstrate to oppose racial segregation outside the Kress department store in Greensboro, NC. Some hold signs reading “WANTED: EQUAL RIGHTS” and “ELIMINATE THE DOUBLE STANDARD.” The protest began as a sit-in at the nearby Woolworth lunch counter, when four African-American students from A&T College sat in seats designated for whites.

CDA stelt opnieuw kamervragen over Demmink. En de doofpot

5_big_b

Het vervolgverhaal Joris Demmink kent weer een nieuw hoofdstuk. CDA-ers Pieter Omtzigt en Peter Oskam stelden vandaag kamervragen aan de ministers Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie en Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken. Beide kamerleden rapen en bundelen het oude nieuws van de afgelopen maand.

Aanleiding zijn de resolutie 838 van het Amerikaanse congreslid uit New Jersey Chris Smith die vol symboliek zijn minister van Buitenlandse Zaken oproept om vanwege de in zijn ogen slappe aanpak door Nederland van de affaire-Demmink de zetel van het Internationaal Hof van Justitie uit Nederland te verplaatsen. En in Turkije worden twee slachtoffers die Demmink bij het Gerechtshof in Den Haag hebben aangeklaagd door bedreiging en mishandeling geïntimideerd zich terug te trekken. Zodat van een ongestoorde rechtsgang geen sprake is.

Omtzigt en Oskam vragen onder meer om een reactie van beide ministers op zo’n 20 afzonderlijke punten in resolutie 838 die onder meer gaan over het verblijf tussen 1995 en 2000 van Demmink in Turkije. Eerder ontkende Opstelten dat, zodat opmerkelijk is dat dit opnieuw wordt gevraagd. De ministers zijn namelijk aan eerdere antwoorden gebonden. Uit de beantwoording van eerdere kamervragen van Omtzigt en Oskam door Timmermans en Opstelten bleek dat het ‘diepgaand onderzoek‘ naar Demmink nooit meer is geweest dan een ‘oriënterend feitenonderzoek‘.  Bij die constatering is het sinds november 2012 gebleven. Omtzigt en Oskam doen nu een nieuwe poging om met name minister Timmermans tot concrete antwoorden te verleiden.

Foto: Paleis van Justitie, Den Bosch.