Met controversiële verkoop van werken uit collectie heeft Berkshire Museum zich geïsoleerd. Is dat de les die hieruit te leren valt?

Ontzamelen van collectie-onderdelen van musea is aan voorwaarden verbonden. De opbrengst mag niet gebruikt worden voor een reparatie en renovatie van het gebouw vanwege achterstallig onderhoud. Het is in Nederland vastgelegd in de zogenaamde ‘Leidraad Afstoten Museale Objecten‘ (LAMO) dat een instrument voor zelfregulering en een praktisch verlengstuk van de afstotingsparagraaf in de Ethische Code is. Nationale museumverenigingen volgen de Ethische Code van de internationale Musemvereniging ICOM. In de VS is dat de Ethische Code van de AAM. De gedragsregels en ethische codes dienen om de museumsector te reguleren en er onder meer voor te zorgen dat individuele musea niet handelen tegen het belang van de sector in.

Dit blog gaf in een commentaar van 29 oktober 2017 aandacht aan het Berkshire Museum in Pittsfield, Massachusetts. Het is een cause célèbre geworden omdat bestuur en directeur Van Shields aangaven uit economische redenen delen van de collectie te willen verkopen en dat voornemen veel verzet ondervond. Na juridische uitspraken waarmee de museumsector niet tevreden was leverde onderhandse verkoop uit de museumcollectie  in april en mei 2018 47 miljoen dollar op. Op 25 juni kondigde het museum aan dat het van plan is om nog eens negen werken voor in totaal 8 miljoen dollar te verkopen. Het billboard verwijst naar die nieuwe verkoop. Bij de reacties zijn juridische, museale en publicitaire ontwikkelingen rond de verkoop na te lezen. Het deed veel stof opwaaien vanwege het precedent. Want als het ontzamelen om economische redenen bij dit lokale museum werd goedgekeurd, dan zouden andere besturen en museumdirecteuren het voorbeeld kunnen volgen. Zodat de uitverkoop van het openbaar kunstbezit hiermee werd aangekondigd.

In een videocommentaar gaat Michael Daly in op het feit dat het Berkshire Museum zich met de controversiële verkoop geïsoleerd heeft en in het bruikleenverkeer door de AAM wordt uitgesloten. Een andere ontwikkeling is het met pensioen gaan van museumdirecteur Van Shields. In een bericht van The Berkshire Eagle zegt een woordvoerder van het museum dat hij niet onder druk van het bestuur is opgestapt. De twijfel blijft echter bestaan of de positie van het museum wel zo precair was als Shields beweerde en moest leiden tot de verkoop van werken uit de collectie. Het is merkwaardig dat Shields opstapt nu hij zijn zin over de verkoop heeft doorgezet, de museumsector tegen zich in het harnas heeft gejaagd en zijn plannen niet meer kan uitvoeren.

Deze kwestie doet denken aan het voornemen van toenmalig directeur Stanley Bremer van het Rotterdamse Wereldmuseum om delen van de collectie (de deelcollectie Afrika) op de commerciële markt te verkopen en zo een fonds van 60 miljoen euro op te bouwen. Bremer werd na veel tegenstand uit de museumsector en een publieksbeweging in 2015 de laan uitgestuurd en liet het Wereldmuseum verweesd achter, als makkelijke prooi voor het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMvW). Net als Shields stelde Bremer het ontzamelen voor als een noodzakelijke verkoop die diende om het museum het hoofd boven water te laten houden. Maar eerder lijkt het grote gebaar en de wil om met onorthodoxe maatregelen initiatief te nemen directeuren als Bremer of Shields te hebben gestuurd. In Rotterdam liep het goed af en werd de Afrikacollectie niet verkocht, in Pittsfield liep het slecht af en werden onder meer twee schilderijen van Norman Rockwell verkocht.

NB: Zie voor actueel nieuws via Twitter actiegroep Save the Art—Save Berkshire Museum

Foto: ‘This billboard along South Street in Pittsfield is visible near Guido’s as motorists drive north.’ In: The Berkshire Eagle, 2 juli 2018.

Controversiële verkoop van 19 werken uit collectie van het Berkshire Museum

Update 8 april 2018: Na een maandenlange procedure heeft uiteindelijk een rechter afgelopen week het groene licht gegeven voor de verkoop om economische redenen van delen van de collectie op de commerciële markt. Het Berkshire Museum hoopt via een veiling bij Sotheby’s 55 miljoen dollar op te halen. The Association of Art Museum Directors (AAMD) reageert teleurgesteld in een verklaring omdat het in strijd is met de normen van de museumsector: ‘It does not resolve the violations of ethical and professional standards that will occur when the Museum’s plans are implemented.’ Een rechter heeft een afweging gemaakt en het korte termijn belang van dit museum boven dat van de museumsector geplaatst. Als het Berkshire Museum zoals het van plan is doorgaat met de veiling dan dreigt de AAMD met censuur en/of sancties. Zoals mogelijk uitsluiting uit het museumregister. In Nederland ontkwam in 2011 Museum Gouda op het nippertje aan dit lot toen het de ethische en professionele normen van de museumsector schond en het werk ‘The Schoolboys’ van Marlene Dumas om economische redenen bij Christie’s liet veilen. Zie hier over die kwestie. 

Het Berkshire Museum in het Amerikaanse Pittsfield, Massachusetts gaat het financieel niet voor de wind. In de afgelopen jaren heeft het 10 miljoen dollar verlies geleden, zo beweert een woordvoeder van het museum. Daarom zet de Raad van Toezicht het plan door om 19 kunstwerken uit de collectie te verkopen bij Sotheby’s op een veiling van Amerikaanse kunst op 13 november in New York. Waaronder twee schenkingen van werk van Norman Rockwell. Eén ervan, SHUFFLETON’S BARBERSHOP wordt op een waarde van 20 tot 30 miljoen dollar geschat. Ook presenteert het museum een nieuwe visie die wijst in de richting van interdisciplinariteit. Tegen dat laatste bestaat weinig protest, maar wel tegen de verkoop van stukken uit de collectie om economische redenen. Voor de deur van het museum geeft Elizabeth McGraw, de voorzitter van de Raad van Toezicht (Board of Trustees) uitleg. Ze is betuttelend en vanuit de hoogte, alsof de mensen het niet begrijpen en het nog een keer uitgelegd moet worden. Maar het lijkt vooral Elizabeth McGraw die het niet begrijpt.

In publicaties over deze controversiële verkoop blijkt dat de Raad van Toezicht in strijd met de ethische code handelt en zich niet kan beroepen op overmacht. Het wordt door media onvoldoende aangesproken op de ontoelaatbaarheid ervan. Volgens de ethische code van de AAM is een collectie er niet om het museum te behouden, maar is het museum er om de collectie te behouden: ‘The collections aren’t there to preserve the museum; the museum is there to preserve the collections. Therefore, good institutional (financial) stewardship and good stewardship of the collection are not mutually exclusive. Because a collection is held for the benefit of the public, it must not be treated as a disposable financial asset. It was not collected by, nor donated to, the museum with this intent. So, although objects in a museum’s collection may have a monetary value, once they become part of a museum’s collection, that value becomes secondary to their importance as a way to help us understand our world and ourselves.’ Elizabeth McGraw kijkt door een verkeerde bril naar de kwestie.

Foto: ‘WORKS OF ART SOLD TO BENEFIT THE BERKSHIRE MUSEUM. Norman Rockwell, SHUFFLETON’S BARBERSHOP. Estimate 20,000,000 — 30,000,000 USD.’ Aangeboden op veiling ‘American Art’ by Sotheby’s in New York City op 13 november 2017.

Arjen Ribbens in NRC: ‘Afstoten van kunst als Oranje-traditie’

Arjen Ribbens prikt in een artikel in NRC door de schone schijn van het Koninklijk Huis. Leden ervan zouden zich interesseren voor kunst, zo zegt de Oranje-promotie, maar dat ligt volgens Ribbens anders: ‘Dit is een artikel over wat, met enige overdrijving, een Oranje-traditie kan worden genoemd: het voortvarend afstoten van kunst, zonder veel rekening te houden met kunsthistorische gevoeligheden. Gebeurde dat in het verleden op veilingen, en met goede doelen als bestemming voor de opbrengst, recentelijk is een grote hoeveelheid kunst uit de nalatenschap van prinses Juliana ondershands verkocht, zonder charitatief oogmerk. Naast de tijgers van Raden Saleh ook een map met 1.200 zeventiende- en achttiende-eeuwse tekeningen van de stad en de provincie Utrecht, aan een particuliere verzamelaar. Nederlandse musea die deze kunst graag in hun collectie hadden willen opnemen, zeggen niet te zijn benaderd door het hof.’ Vraag is of dit met de Ethische Code van de museumsector spoort. De Museumvereniging zou om een uitspraak gevraagd moeten worden.

En dat op de dag dat koning Willem-Alexander in het Koninklijk Paleis op de Dam met veel bombarie de koninklijke prijzen voor de vrije schilderkunst 2016 uitreikt. In de opgedrongen rol van kunstliefhebber. De mythe van een betrokken en maatschappelijk koninklijk huis tekent het verschil tussen schijn en wezen. De mythe bestaat uit pose en afstand en vindt aftrek dankzij propaganda en welwillende onderhorigheid bij opiniemakers. Het is moedig van Ribbens dat hij hier doorheen breekt. Zijn Vlaamse hoofdredacteur Peter Vandermeersch heeft het nooit verder gebracht dan lakei, hermelijnvlooi, jaknikker en hielenlikker van Oranje.