Willem-Alexander is de beste dubbelganger van zichzelf. Hij en de familie Van Oranje zijn niet wat ze beweren te zijn

Hoe noem je een lookalike of dubbelganger die totaal niet lijkt? Een plaatsvervager? Artiestenbureau JB Productions maakt publiciteit voor iemand van wie het claimt dat die op koning Willem-Alexander lijkt. Naar eigen zeggen was hij te zien in campagnes voor De Staatsloterij, Ter Stal, Toto, Burger King en Albert Heijn. Artiestenbureau JB Productions zegt over zichzelf ‘al 32 jaar uw partner voor het boeken van artiesten, winkelcentrum promotie, huren van attracties, kindershows en Sinterklaas entertainment en Kerst entertainment‘ te zijn.

De tragiek van het Nederlandse koningshuis is dat koning Willem-Alexander de beste dubbelganger van zichzelf is. Het verschil tussen schijn en wezen is immens. De kloon van Artiestenbureau JB Productions komt niet in de buurt van wat Willem-Alexander is.

Het kenmerk van de Nederlandse monarchie is de gespletenheid ervan. Een voorbeeld daarvan is de omgang met kunstbezit dat goed de mentaliteit verraadt. De koninklijke familie claimt belang te hechten aan kunst en als vertegenwoordiger daarvan heeft het de kunstminnende prinses Beatrix naar voren geschoven omdat ze op goede voet zou staan met allerlei kunstenaars. Maar tegelijk liegt, fraudeert, steelt en verkoopt de monarchie op slinkse wijze kunstbezit dat het zichzelf heeft toegeëigend en zeer vermoedelijk rijksbezit is. Dus van u en mij.

Onderzoeksjournalisten van onder meer Zembla en NRC hebben afgelopen jaren misstanden en financiële en juridische scheve schaatsen van leden van de koninklijke familie blootgelegd. Het heeft de Tweede Kamer in beweging gebracht. Want wat rijkseigendom is moet niet door de familie van Oranje ontvreemd kunnen worden.

Het recent verschenen boek Tussen Kunst en Cash van NRC-journalisten Arjen Ribbens en Pieter van Os zet de malversaties door leden van het Nederlandse koninklijke huis op een rijtje in het hoofdstuk ‘Familie Van Oranje’. Ook voor iemand die de feiten al kent is voor het aanzien van de Nederlandse monarchie de opsomming vernietigend om te lezen.

Eruit blijkt dat de leden ervan worden gedreven door hebzucht, elk ontbrekend respect voor kunst en erfgoed, de brutaliteit en arrogantie om procedures opzij te zetten en mensen die van hen afhankelijk zijn voor hun karretje te spannen en het totaal gemis aan verbondenheid met de Nederlandse kunst, geschiedenis en samenleving. Het beeld ontstaat dat het eigen welzijn en het spekken van de bankrekening het enige is dat telt voor de familie Van Oranje. Botheid, lompheid en intimidatie van ‘onderdanen’ blijkt een Oranje-traditie te zijn. Die verhuld wordt voor de Nederlanders.

Onrecht kan nooit in zichzelf bestaan. Dat wordt pas mogelijk als anderen het mogelijk maken. In dit geval degenen die óf tegen hun zin onder druk worden gezet door de familie Van Oranje om frauduleus te handelen óf uit vrije wil de nabijheid van de kroon zoeken om daar enig voordeel uit te kunnen halen. Dat houdt in dat de Nederlandse monarchie niks is als de samenleving er afstand van neemt en niet accepteert.

Oranjepropaganda is het tegengif tegen deze kritische houding. De meer populaire media worden door de Rijksvoorlichtingsdienst gemuilkorfd door een mediacode en journalisten van serieuze media worden gefêteerd en uitgenodigd door de monarchie zodat elke neiging om kritiek te hebben door Oranje wordt geneutraliseerd.

Hoe dat werkt en hoe ver die steun kan gaan bleek toen prinses Beatrix in 2013 aftrad en ze werd bewierookt in de media. PowNews noemde toen de ‘Beatrix-journalistiek’: ‘Historisch slechte televisie’. Ribbens en Van Os hebben met terugwerkende kracht met hun boek de eer van NRC gered die de toenmalige Vlaamse hoofdredacteur Peter Vandermeersch in 2013 door zijn kritiekloos pro-Oranje mediaoptreden te grabbel gooide.

In een commentaar schreef ik op 30 april 2021:

Wat me elke keer weer verbaast als er een koningsdag of een andere festiviteit is waarbij de leden van de monarchie opdraven is de schaamteloosheid van de gladstrijkers, hermelijnvlooien, jaknikkers, hofmuizen en hielenlikkers van Oranje die zich naar voren dringen om zich te onderwerpen. Waarom doen ze het? Wat winnen ze erbij? Zijn ze betoverd door de magie van de operette waarvan ze hopen dat die op hen afstraalt en niet meer verantwoordelijk voor hun daden?'
Dit gedrag is bevreemdend. Ik kan er niet aan wennen. Hoeveel kritiekloze aandacht voor het koningshuis kan de weldenkende burger aan? Wat heeft dit gedrag nog te maken met een volwassen democratie met mondige burgers die menen zich in de nabijheid van de troon te moeten aanstellen als clowns of ondergeschikten bij wie door een hersenoperatie het zelfbewustzijn is verwijderd?

Wat moet Nederland met een door een artiestenbureau het land ingestuurde slecht lijkende dubbelganger van koning Willem-Alexander die aan het hoofd staat van een controversiële familie, om het neutraal en netjes te zeggen? Het valt het artiestenbureau niet kwalijk te nemen dat het inspeelt op een behoefte die blijkbaar in Nederland bestaat. Het raadsel is waarom de Nederlandse samenleving nog interesse wil tonen in een familie die de kantjes er zo afloopt. Als het een gewone familie was geweest waren ze allang aangeklaagd en veroordeeld wegens wangedrag.

De hielenlikkers van de Nederlandse monarchie zijn het ergst en ergerlijkst

Den Haag, 22 maart 2021: Koningin Máxima opent de Week van het geld met minister Hoekstra en minister Slob’. Beeld: © Wijzer in geldzaken Valerie Kuypers. Op koninklijkhuis.nl.

Van de Nederlandse monarchie ben ik geen fan, maar de onderdanigheid van de hielenlikkers vind ik nog moeilijker te verteren. Als republikein of monarchist kun je om politieke redenen tegen of voor de monarchie zijn. Dat is een standpunt. Maar de hielenlikkers gaan verder en verliezen zichzelf in onderworpenheid. Dat past niet bij een volwassen democratie met mondige burgers.

Het innemen van zo’n positie past bij autoritaire landen als Noord-Korea of de Russische Federatie waar de media gelijkgeschakeld zijn en de burgers niks te zeggen hebben. In Nederland nemen de burgers in navolging van de bevoorrechten die het voorbeeld geven welbewust en vrijwillig een kritiekloze positie in. Hoewel het de vraag is hoe bewust ze zich daar zelf van zijn. Er klinkt trouwens steeds meer kritiek op de monarchie waarbij het de vraag is of dat komt door de afnemende steun ervoor of toenemende kritiek op de bevoorrechten die de monarchie stutten.

Wat me elke keer weer verbaast als er een koningsdag of een andere festiviteit is waarbij de leden van de monarchie opdraven is de schaamteloosheid van de gladstrijkers, hermelijnvlooien, jaknikkers, hofmuizen en hielenlikkers van Oranje die zich naar voren dringen om zich te onderwerpen. Waarom doen ze het? Wat winnen ze erbij? Zijn ze betoverd door de magie van de operette waarvan ze hopen dat die op hen afstraalt en niet meer verantwoordelijk voor hun daden?

Dit gedrag is bevreemdend. Ik kan er niet aan wennen. Hoeveel kritiekloze aandacht voor het koningshuis kan de weldenkende burger aan? Wat heeft dit gedrag nog te maken met een volwassen democratie met mondige burgers die menen zich in de nabijheid van de troon te moeten aanstellen als clowns of ondergeschikten bij wie door een hersenoperatie het zelfbewustzijn is verwijderd?

Wat doen in hemelsnaam die burgemeesters, lokale bobo’s, hoofdredacteuren, ambtenaren, journalisten, gasten van talkshows en andere opinieleiders zichzelf en hun geloofwaardigheid aan door de monarchie in bescherming te nemen, te prijzen en uitgebreid te bewieroken? Dat gedrag is voor een buitenstaander die afstand wil houden tot nationalisme, koningshuis en sportverdwazing waarbij de kleur oranje leidend is ongewenst omdat het iedere keer weer het contact legt met iets onaangenaams. Met het vermoeden dat deze bijzaken dienen om de hoofdzaken te verhullen.

Schermafbeelding van deel columnTweedagenbaardje’ van Marcel van Roosmalen in NRC, 27 april 2021.

We weten niet of Nederlanders diep in hun hart monarchist of republikein zijn. Het beeld is vermoedelijk gemengd. Maar we kunnen het ook niet weten omdat in een sfeer van hosanna voor de monarchie opinieleiders in de media al decennialang hun bewondering ervoor ventileren en zo de Nederlanders een opvatting opleggen over de superioriteit of op z’n minst de onvermijdelijkheid van het koningshuis.

Dat effect wordt nog eens versterkt door een eenzijdig door het koningshuis opgelegde mediacode die de media knevelt in de verslaggeving over het koningshuis. De media worden verplicht zich in bochten te dwingen op straffe van uitsluiting door de monarchie. Ook media die er niet aan meedoen hebben er last van. Het programma Argos Medialogica wijdde er onlangs aandacht aan.

Na mij de zondvloed’ debiteren de voorstanders van de monarchie die claimen dat in deze woelige tijden de monarchie voor continuïteit en zekerheid zorgt. De niet onderbouwde claim is dat een republiek met een president als staatshoofd minder stabiel is. Omdat vanwege de vage omschrijving niet weerlegd kan worden dat we niet in woelige tijden leven kan een breed maatschappelijk debat over de vraag of Nederland een monarchie of republiek moet zijn eindeloos worden geblokkeerd.

Het meest fascinerende aan deze hielenlikkerij is de vraag waar het eigenlijk op is gebaseerd. De toenmalige Amsterdamse burgermeester Eberhard van der Laan zei in 2013 in een interview in Binnenlands Bestuur: ‘Ik ben een republikein, net als zestig, zeventig procent van de Nederlanders’. Waar hij dat percentage op baseerde is onduidelijk, maar het omgekeerde is evenmin vast te stellen. Namelijk dat een meerderheid van de Nederlanders monarchist is.

De vaderlandse geschiedenis leert dat Nederland afwisselend monarchie en republiek was. De grootste bloei maakte het door als republiek. De hardnekkigheid waarmee de monarchie nu wordt gestut door media, politiek, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld zonder dat de voorstanders van de republiek in gelijke mate een eerlijke kans krijgen om hun standpunt naar voren te brengen doet vermoeden dat er onraad aan de horizon nadert. Onheil voor de Nederlandse monarchie wel te verstaan.

Geldzucht en kunstzinnig gebrek karakteriseren Oranjes. Oproep voor instelling ‘Restitutiecommissie Kunstbezit Koninklijke Familie’

Naast gebrek aan culturele belangstelling is geldzucht de tweede zwakke plek van de Nederlandse koninklijke familie. Om niet te zeggen een smet op het blazoen dat het zelf graag opgepoetst ziet. Het is tijd voor twee debatten die met elkaar verband houden. Namelijk de vraag of de uiterste houdbaarheidsdatum van de Nederlandse monarchie is bereikt en of zo’n instituut nog wel bij de huidige tijd past. Inclusief het principe van erfopvolging dat haaks op dat van de democratie staat. De monarchie is een ondemocratisch instituut. Daar zou een breed maatschappelijk debat over gevoerd moeten worden waarbij opgelet moet worden dat de Oranje-propaganda via bevriende media niet dat debat naar zich toetrekt zoals tot nu toe gebeurt. Ik ben nog steeds verbaasd over alle journalistieke hielenlikkers, jaknikkers en hermelijnvlooien die bij de troonsafstand van toenmalig koningin Beatrix in 2013 haar bewierookten. Gemeten steun voor de monarchie bedraagt 68%.

Een bijkomende vraag is hoe en wanneer de kunst, bezittingen en het vermogen dat de koninklijke familie beheert in de administratie van de koninklijke familie is gekomen en welk deel een bruikleen van die staat is. Het is nu de hoogste tijd dat over het werkelijke eigendom duidelijkheid ontstaat. Om dat voor de kunst te onderzoek pleitte ik in een commentaar onlangs voor een ‘Restitutiecommissie Kunstbezit Koninklijke Familie’ met de volgende motivatie: ‘De opdracht is het tegen het licht houden van de rechtmatigheid van de kunstobjecten uit de collecties van (leden van) het koninklijk huis of de koninklijke familie in bredere zin. Door inventarisatie en documentatie kan per object worden geadviseerd over teruggave aan de staat. Daarna kunnen de kunstobjecten in langdurige bruikleen worden gegeven aan Nederlandse musea. Feit dat zo’n Restitutiecommissie die de teruggave van kunst in het bezit van de koninklijke familie afhandelt nooit van de grond is gekomen heeft te maken met de lange arm van de Oranjes. De politiek heeft nooit een vuist durven maken en toont zich tot op de dag van vandaag bang voor of geïntimideerd door het staatshoofd.’

Arjen Ribbens van NRC is in deze kwestie gedoken en onthult in een artikel van 24 januari dat de Oranjes in stilte kunst verkochten aan het Rijk. Daar is door de politiek nooit ruchtbaarheid aan gegeven. NRC: ‘De overheid kocht de cultuurgoederen om te voorkomen dat de koninklijke familie ze aan derden zou verkopen.’ Dit is een voor de Nederlandse koninklijke familie beschamend en beschadigend feit. Eruit blijkt namelijk dat geldzucht en zelfverrijking van leden van de koninklijke familie haaks staan op het algemeen belang van Nederland. Zoals Ribbens in onderstaand citaat constateert gaat het hier niet om een toevallig incident, maar om een stelselmatige situatie gedurende vele jaren waarbij verschillende leden van de koninklijke familie betrokken zijn. Het lijkt de leden van de koninklijke familie vooral te ontbreken aan een gezonde mentaliteit.

Wat te doen in een sfeer waarin politieke partijen beschroomd, om niet te zeggen doodsbenauwd zijn in hun omgang met de Oranjes en de gevestigde media welhaast als gelijkgeschakeld kunnen worden beschouwd in hun lofzang op het koninklijk huis? Mede omdat nu een geloofwaardige republikeinse factie ontbreekt en de vrees voor het rechts-populisme mogelijke critici doet zwijgen. Er valt door nalatigheid en het bederf van politiek en media wat de monarchie betreft op dit moment geen eerlijk en open debat te verwachten over de rol van de monarchie, en in het verlengde daarvan over bezittingen die het ten onrechte heeft geconfisqueerd en te gelde heeft gemaakt. Arjen Ribbens en NRC zijn trouwens de uitzondering op de regel. Dat geeft hoop dat dit debat ooit volwassen en evenwichtig zal worden kunnen gevoerd. De twee aspecten, namelijk het (kunst)bezit van de koninklijke familie en de levensvatbaarheid van de monarchie lijken elkaar te beïnvloeden.

Het is op dit moment zo dat kritiek op de monarchie vanuit de middenpartijen niet frontaal wordt geuit omdat dit door de machtspositie van de monarchale groeperingen zo goed als vruchteloos is, maar dat de kritiek het onrechtmatig kunstbezit, het ontzamelen en de schraapzucht van diverse leden van de koninklijke familie zou kunnen aangrijpen om een nieuw, zijdelings front van kritiek tegen de monarchie te openen. Als dat leidt tot het instellen van een ‘Restitutiecommissie Kunstbezit Koninklijke Familie’ dan dient dat een drieledig doel: er komt duidelijkheid over wantoestanden die leden van de koninklijke familie hebben veroorzaakt; Nederlands kunstbezit wordt beter beschermd en onder het beheer van de Nederlandse Staat gebracht; de bewustwording over de wezenlijke rol van de monarchie wordt verdiept en verscherpt en geeft media en politiek de ruimte om afstand te nemen en onafhankelijker én zelfbewuster van de lange arm van de Oranjes te functioneren.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelOranjes verkochten in stilte kunst aan Rijk’ in AD, 25 januari 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelOranjes verkochten in stilte kunst aan Rijk’ van Arjen Ribbens in NRC, 24 januari 2019.

Arjen Ribbens in NRC: ‘Afstoten van kunst als Oranje-traditie’

Arjen Ribbens prikt in een artikel in NRC door de schone schijn van het Koninklijk Huis. Leden ervan zouden zich interesseren voor kunst, zo zegt de Oranje-promotie, maar dat ligt volgens Ribbens anders: ‘Dit is een artikel over wat, met enige overdrijving, een Oranje-traditie kan worden genoemd: het voortvarend afstoten van kunst, zonder veel rekening te houden met kunsthistorische gevoeligheden. Gebeurde dat in het verleden op veilingen, en met goede doelen als bestemming voor de opbrengst, recentelijk is een grote hoeveelheid kunst uit de nalatenschap van prinses Juliana ondershands verkocht, zonder charitatief oogmerk. Naast de tijgers van Raden Saleh ook een map met 1.200 zeventiende- en achttiende-eeuwse tekeningen van de stad en de provincie Utrecht, aan een particuliere verzamelaar. Nederlandse musea die deze kunst graag in hun collectie hadden willen opnemen, zeggen niet te zijn benaderd door het hof.’ Vraag is of dit met de Ethische Code van de museumsector spoort. De Museumvereniging zou om een uitspraak gevraagd moeten worden.

En dat op de dag dat koning Willem-Alexander in het Koninklijk Paleis op de Dam met veel bombarie de koninklijke prijzen voor de vrije schilderkunst 2016 uitreikt. In de opgedrongen rol van kunstliefhebber. De mythe van een betrokken en maatschappelijk koninklijk huis tekent het verschil tussen schijn en wezen. De mythe bestaat uit pose en afstand en vindt aftrek dankzij propaganda en welwillende onderhorigheid bij opiniemakers. Het is moedig van Ribbens dat hij hier doorheen breekt. Zijn Vlaamse hoofdredacteur Peter Vandermeersch heeft het nooit verder gebracht dan lakei, hermelijnvlooi, jaknikker en hielenlikker van Oranje.

PvdA volhardt dat Oranjes eindelijk eens belasting gaan betalen

Het Nederlandse koningshuis roept sterke emoties op. Tegenover de Oranjepropaganda die zo’n 200 jaar geleden tot de kern van de macht is doorgedrongen en de politiek stuurt, staat de tegenpropaganda. Die machteloos, pips en weinig zelfverzekerd oogt. Het is ook niet niks. Want hoe op te boksen tegen een meerderheid aan gevestigde media en politieke partijen die in de zak van de monarchie zit? Soms zonder dat de gladstrijkers, hermelijnvlooien, jaknikkers en hielenlikkers van Oranje het zelf volledig lijken te beseffen.

Voor critici van het koningshuis is er nu hoop uit onverwachte hoek: de PvdA. Deze partij meent dat het tijd is dat de Oranjes net als alle Nederlanders die niet rijk genoeg zijn om de belasting te ontduiken belasting gaan betalen over inkomen en vermogen. Dat doet het koningshuis op dit moment niet. NOS vat het samen in een bericht. Op 14 oktober wordt in de Tweede Kamer de ‘Begroting Algemene Zaken + Begroting Koning‘ behandeld. Naar verluidt komt de PvdA met een motie die het kabinet oproept voortaan belasting te heffen over het inkomen, het vermogen en erfenissen van de leden van het koningshuis. Een Komedie om Geld

NoNOnSense Prinsjesdag zegt voorbij de franje van Oranje te gaan

De NOS wordt vaak gezien als staatsomroep. Daar is niks fout mee. Het probleem ontstaat pas als er geen alternatief is. Opdat de kijkers kunnen kiezen. Voor het een of het ander. Dat alternatief is er nu niet. De nieuwsvoorziening van zowel de publieke als de commerciële omroep steunt de zittende macht. En de monarchie. Bijvoorbeeld met de Goed Nieuws Show over Prinsjesdag. Het is niet anders, en ook wel logisch.

Vanaf 15 september 2015 gaat dat mogelijk veranderen. Af te wachten valt of NoNOnSense Prinsjesdag een verschil maakt. Gaat het ‘het oeverloze gewauwel van de NOS en de commerciële roeptoeters tijdens de jaarlijkse live verslaggeving van Prinsjesdag’ overtreffen? Kijkt u ook totaal niet uit naar ‘de zalvende commentaren op het optreden van de Oranjekliek’? NoNOnSense Prinsjesdag gaat de uitdaging aan met de publieke en commerciële omroep. Hopelijk biedt het de scherpte, diepte en harde aanpak die het belooft.

ro

Foto: Schermafbeelding van FB-pagina ‘Voorbij de Franje van Oranje

Tradities blijven om te veranderen. Ook God, Nederland en Oranje

trad

Petitionaris Dennis Besten gaat flink tekeer. Hij meent dat met name buitenlanders een probleem maken van tradities in Nederland en verzoekt daarom geen rekening te houden met de buitenlanders in Nederland. En dus over te gaan tot de traditie van de dag. Het is de vraag of buitenlanders zo kritisch zijn op Nederlandse tradities. Ik herhaal graag wat ik eerder schreef over tradities die minder gehecht zijn dan velen denken:

Maar wat is eigenlijk een traditie? Zwarte Piet is uitgevonden in de tweede helft van de 19de eeuw en het grootschalig afsteken van vuurwerk door de bevolking met nieuwjaar kwam pas na 1955 in de mode. Vanuit evolutionair gezichtspunt moeten deze tradities een functie hebben. Want anders zouden ze niet bestaan.

Wikipedia omschrijft het kernachtig: ‘Uitgevonden tradities zijn nationale symbolen en rituelen die worden voorgesteld als oude tradities.‘ Uitvinden van tradities heeft zin omdat het de nationale identiteit versterkt. Wat weer de nationale eenheid bevordert. De paradox is dat het besef ervan die eenheid weer verstoort. Zodat het voor de nationale eenheid beter is om niet ter discussie te stellen hoe tradities zijn gevormd. En bestaan.

In Voskuils Het Bureau -gebaseerd op de wederwaardigheden van de auteur op het Meertens Instituut dat de Nederlandse taal en cultuur onderzoekt- is Han Voskuil sceptisch over de herkomst van tradities. Hij laat weinig kansen ongebruikt om daar cynisch over te doen. Als een opposant van binnenuit. In zijn dubbelrol van documentalist en analist. Complicatie voor een na-oorlogse bevolking was dat de nazidictatuur volkstradities had misbruikt die zo bezoedeld waren. Ook dat smeekte als het ware om nieuwe ijkpunten voor tradities.

Dat een volk zichzelf voorliegt met een werkelijkheid die er nooit was gaat verder dan Zwarte Piet of vuurwerk dat bij de jaarwisseling massaal afgestoken wordt. Deze gebruiken kunnen gezien worden als uiterlijkheden. De mythe van God, Nederland en Oranje is evenals Zwarte Piet ook een in de 19de eeuw uitgevonden traditie. In die eeuw van nationalisme, emancipatie van de katholieken, politieke en economische ontwikkeling.

De traditie van God, Nederland en Oranje is verstrekkender omdat deze in het publieke debat nog steeds een politieke rol speelt. God is als een van de drie pilaren weggezakt omdat godsdienst aan relevantie verloren heeft. Vaak wordt God dan vervangen door Sport. De traditie van Nederland en Oranje werd onlangs bij de viering van 200 jaar Koninkrijk nieuw leven ingeblazen om de nationale eenheid te bevorderen. Ook bij de troonswisseling van Beatrix door Willem-Alexander wordt continuïteit gesuggereerd om eenheid op te leggen. Met een overdaad aan nationalistisch publicitair geweld dat praktisch geen ruimte laat voor andere meningen.

Maar deze mythe van Nederland en Oranje oogt slof en gedateerd omdat het nieuwe ontwikkelingen niet echt meer kan integreren. Sowieso lastig in een open samenleving als Nederland. De poging om de multicultuur te integreren wringt met het uitgangspunt dat een uitgevonden traditie de nationale identiteit versterkt. Daarom kunnen de machthebbers die de nationale eenheid willen bevorderen niet meer als voorheen leunen op Nederland en Oranje. Ze moeten op zoek naar een nieuwe uitgevonden traditie die alle Nederlanders omvat.

Kortom, een traditie zeilt per definitie mee op de wind die in de samenleving waait. Als ‘de buitenlanders‘ eraan meehelpen om de mythische tradities van God, Nederland en Oranje te problematiseren, dus ter discussie te stellen, dan hoeft dat niet negatief uit te pakken. Integendeel, het maakt Nederland klaar voor de toekomst. Trouwens: Zwarte Piet moet blijven om te veranderen. Zowel de verbieders in hun triomfalisme als de voorstanders die alles bij het oude willen laten begrijpen in hun kortzichtigheid niet hoe tradities werken.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Nederland: Onze tradities niet aanpassen’.

Kritiek Greenwald op anti-democratische Britse monarchie

Natuurlijk is monarchie flauwekul. Maar operette kan leuk zijn. En mensen amuseren. Dan heeft monarchie een functie. Het moet niet te serieus genomen worden. Het kan fout gaan in de vermenging van ernst en luim. Het is of het een of het ander. Dus laat monarchie amusement of macht zijn. Maar niet allebei tegelijk.

De Nederlandse monarchie heeft weinig formele macht, maar veel informele macht. Dat ligt niet alleen aan de hermelijnvlooien, gladstrijkers, jaknikkers en hielenlikkers die zich in een geconditioneerde reflex als konijnen naar een lichtbak op de monarchie richten. De monarchie verdedigt ook het eigenbelang. De politiek probeert de macht van de monarchie langzaam af te breken. Modernisering wordt dat genoemd. 

In een kritisch stuk voor The Intercept gaat de Braziliaans-Amerikaanse onderzoeksjournalist, advocaat en activist Glenn Greenwald helemaal los in zijn kritiek op de Britse maatschappij die hij als uitermate archaïsch ervaart. Dit in reactie op de afwikkeling van het protest van zijn partner David Miranda die in augustus 2013 bij een overstap negen uur op de luchthaven Heathrow werd ondervraagd. Greenwalds achterliggende kritiek is de dubbelzinnigheid van het Britse en Amerikaanse establishment dat het berispend opneemt voor niet-westerse journalisten en dissidenten in verre landen, maar de eigen journalisten al gauw als terroristen of medeplichtigen (accomplices) aan terrorisme brandmerkt. Hij beschrijft de Britse politiek cultuur als volgt:

The political elite of that country cling desperately to 17th century feudal traditions. Grown adults who have been elected or appointed to nothing run around with a straight face insisting that they be called “Lord” and “Baroness” and other grandiose hereditary titles of the landed gentry. They bow and curtsey to a “Queen”, who lives in a “palace”, and they call her sons “Prince”. They embrace a wide range of conceits and rituals of a long-ago collapsed empire. The wig-wearing presiding judge who issued this morning’s ruling equating journalism with terrorism is addressed as “Lord Justice Laws” (he can be seen here).

None of this behavior bears any relationship to actual reality: it’s as though the elite political class of an entire nation somehow got stuck in an adolescent medieval fantasy game. But the political principles of monarchy, hereditary entitlement, rigid class stratification, and feudal entitlement embedded in all of this play-acting clearly shape the repressive mentality and reverence for state authority which Her Majesty’s Government produces. That journalism disliked by the state can be actually deemed not just a crime but “terrorism” seems a natural by-product of this type of warped elite mindset, as does the fact that much of the British press led the way in demanding that the Guardian’s journalism be criminalized (not unlike how many members of the American media have become the most devoted defenders of the NSA and have taken the lead in demonizing the journalistic transparency brought to that and other government agencies).

Poster - Duck Soup_03

Foto: Poster Duck Soup (1933) van Le McCarey met de Marx Brothers in Freedonia.

Uitgevonden tradities: van Zwarte Piet en vuurwerk tot Oranje

dutchness dansen-1

Je kunt enkele miljoenen mensen niet hun traditie afnemen. Het vuurwerk zal, net als Zwarte Piet, niet verdwijnen.’ Zo citeert de NOS de winkelier Hans den Bleker die deze dagen in z’n winkel vuurwerk verkoopt. Maar wat is eigenlijk een traditie? Zwarte Piet is uitgevonden in de tweede helft van de 19de eeuw en het grootschalig afsteken van vuurwerk door de bevolking met nieuwjaar kwam pas na 1955 in de mode. Vanuit evolutionair gezichtspunt moeten deze tradities een functie hebben. Want anders zouden ze niet bestaan.

Wikipedia omschrijft het kernachtig: ‘Uitgevonden tradities zijn nationale symbolen en rituelen die worden voorgesteld als oude tradities.‘ Uitvinden van tradities heeft zin omdat het de nationale identiteit versterkt. Wat weer de nationale eenheid bevordert. De paradox is dat het besef ervan die eenheid weer verstoort. Zodat het voor de nationale eenheid beter is om niet ter discussie te stellen hoe tradities zijn gevormd. En bestaan.

In Voskuils Het Bureau -gebaseerd op de wederwaardigheden van de auteur op het Meertens Instituut dat de Nederlandse taal en cultuur onderzoekt- is Han Voskuil sceptisch over de herkomst van tradities. Hij laat weinig kansen ongebruikt om daar cynisch over te doen. Als een opposant van binnenuit. In zijn dubbelrol van documentalist en analist. Complicatie voor een na-oorlogse bevolking was dat de nazidictatuur volkstradities had misbruikt die zo bezoedeld waren. Ook dat smeekte als het ware om nieuwe ijkpunten voor tradities.

Dat een volk zichzelf voorliegt met een werkelijkheid die er nooit was gaat verder dan Zwarte Piet of vuurwerk dat bij de jaarwisseling massaal afgestoken wordt. Deze gebruiken kunnen gezien worden als uiterlijkheden. De mythe van God, Nederland en Oranje is evenals Zwarte Piet ook een in de 19de eeuw uitgevonden traditie. In die eeuw van nationalisme, emancipatie van de katholieken, politieke en economische ontwikkeling.

De traditie van God, Nederland en Oranje is verstrekkender omdat deze in het publieke debat nog steeds een politieke rol speelt. God is als een van de drie pilaren weggezakt omdat godsdienst aan relevantie verloren heeft. Vaak wordt God dan vervangen door Sport. De traditie van Nederland en Oranje werd onlangs bij de viering van 200 jaar Koninkrijk nieuw leven ingeblazen om de nationale eenheid te bevorderen. Ook bij de troonswisseling van Beatrix door Willem-Alexander wordt continuïteit gesuggereerd om eenheid op te leggen. Met een overdaad aan nationalistisch publicitair geweld dat praktisch geen ruimte laat voor andere meningen.

Maar deze mythe van Nederland en Oranje oogt slof en gedateerd omdat het nieuwe ontwikkelingen niet echt meer kan integreren. Sowieso lastig in een open samenleving als Nederland. De poging om de multicultuur te integreren wringt met het uitgangspunt dat een uitgevonden traditie de nationale identiteit versterkt. Daarom kunnen de machthebbers die de nationale eenheid willen bevorderen niet meer als voorheen leunen op Nederland en Oranje. Ze moeten op zoek naar een nieuwe uitgevonden traditie die alle Nederlanders omvat.

Foto: Nederlandsheid. Credits: Meertens Instituut.

Oranjeviering: 200 jaar Koninkrijk. Wat is de bedoeling?

Fijne onzin voor fijnproevers. De gebruikelijke gladstrijkers, hermelijnvlooien, jaknikkers en hielenlikkers van Oranje ruiken hun kansen. Waarbij Paul van Vliet eerlijker is dan Brigitte Kaandorp die zich voor haar eigen Oranje-opportunisme lijkt te schamen. Er wordt deze dagen 200 jaar Koninkrijk gevierd. Dus nulpunt 1813. Maar hoe kan dat, want de beste koning die Nederland ooit had was Lodewijk Napoleon van 1806 tot 1810?

Pas in 1815 vestigde Oranje een beetje macht. Toen begon de heerschappij van de conservatieve koningen Willem I, Willem II en Willem III die vooral aan zichzelf dachten. Met als extraatje veel psychose en idiotie. Zelfs hedendaagse gladstrijkers, hermelijnvlooien, jaknikkers en hielenlikkers van Oranje zullen moeten toegeven dat er weinig te vieren valt met dit koningshuis. Door geschiedvervalsing en propaganda die elke kritische noot hard wegblaast kan nog enigszins aannemelijk worden gemaakt dat Oranje Nederland verder heeft geholpen. Maar de fijnproevers weten beter. President Kennedy wist jaren later het probleem van de Oranjes in een formule samen te vatten: ‘Vraag niet wat uw land voor u kan doen, vraag wat u voor uw land kunt doen‘. Jarenlang was dit aan het Nederlandse koningshuis niet besteed. Maar nu moeten we als Nederlanders onze vaderlandse geschiedenis vergeten om onze geschiedenis te kunnen vieren. Maar wat vieren we dan?

c4-609

Foto: De Roode Duivel, 21 augustus 1893, nr. 4: ontwerp voor een Gorilla Standbeeld (Koning Willem III). ‘In de brochure wordt gerept over het ‘misdadig leven’ en de ‘bedorven aard van het geslacht’ van de koning die verder wordt neergezet als een ‘sadistisch monster’ dat geen enkele consideratie heeft met zijn volk.’