Korematsu, Patriot Act, Fourth Amendement en Asscher

In een discussie over de praktijken door de Amerikaanse overheid zoals die blijken uit de recente onthullingen wijst jurist Darren Hutchinson in een tweet naar Korematsu. Vraag is hoe het Fourth Amendement van de grondwet het sleepnet van onderzoek en opslag van persoonsgegevens onder de Patriot Act kan legitimeren.

Het Fourth Amendment beschermde oorspronkelijk het huis, de eigendom, en de papieren tegen doorzoeking en inbeslagname‘, aldus Lodewijk Asscher in zijn proefschrift ‘Communicatiegrondrechten. Een onderzoek naar de constitutionele bescherming van het recht op vrijheid van meningsuiting en het communicatiegeheim in de informatiesamenleving’ uit 2002. De laatste jaren zoekt het juridische debat een antwoord op de vraag hoe computervrijheid en privacy zich verhouden tot het Fourth Amendement. Hoe dan ook lijkt de praktijk die onder president Obama is gegroeid te grof en in strijd met de bescherming van de levenssfeer. Vice-premier Asscher is deskundig om een wetenschappelijk juridisch geluid over de bescherming van persoonsgegevens in het kabinet te laten horen. Tegenover minister Ivo Opstelten die zich tegenwoordig profileert met Veiligheid.

Fred Korematsu gaat over de internering van Japanse-Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een aan opperrechter Hugo Black toegeschreven uitspraak uit de video blijft resoneren: ‘the need to protect against espionage outweighed individual rights‘. Dus de noodzaak om tegen spionage te beschermen weegt zwaarder dan individuele rechten. Spionage wordt nu opnieuw door Amerikaanse aanklagers in stelling gebracht tegen klokkenluiders als Bradley Manning, en vermoedelijk ook tegen Julian Assange in een geheime aanklacht. Het recht van het individu dat ondergeschikt wordt gemaakt aan andere belangen, is niet meer hetzelfde recht.

00293v

Foto: Ansel Adams, ‘Loading bus, leaving Manzanar for relocation, Manzanar Relocation Center, California‘. 1943.