Conflict over verhuur in Haarlemse St. Bavokerk. Alet Pilon maakt einde aan tentoonstelling die moest wijken voor een banenbeurs

Kunstenares Alet Pilon maakt ‘per direct’ een einde aan haar expositie in de Haarlemse Grote of St. Bavokerk. Pilon is curator van de tentoonstellingDe Zwarte Madonna en de Troost’ die zowel in de kerk als in de vishal te zien zou zijn. De toelichting zegt hierover: ‘Een expositie over het onverwachte, het omgekeerde, het negatief. Door een geheel zwart ingerichte tentoonstelling wil curator Alet Pilon het beeld laten werken als een ouderwets negatief, alles wat je zwart ziet, kun je eigenlijk zien als wit.’ In de vishal wordt bestaand werk getoond (‘De Troost’) en in de kerk zou uitsluitend nieuw werk getoond worden (‘De Zwarte Madonna’).

Reden waarom Pilon de stekker uit deze expositie in de kerk trekt -die van 15 september tot 14 oktober 2018 te zien zou zijn- is dat die moest wijken voor een banenmarkt op 4 oktober. In een bericht van NH Nieuws  zegt Pilon dat de kerk een fout heeft gemaakt en zich niet aan de afspraken heeft gehouden: ‘Ik kreeg een vrijwilliger aan de telefoon en die vertelde me dat ze een afspraak over het hoofd hadden gezien. Er komt een banenbeurs in de kerk en er werd me voorgesteld of ze de kunstwerken dan even zelf aan de kant mochten zetten. Die werken zijn veel te kwetsbaar, dus dat doen de kunstenaars liever zelf en bovendien kost me dit maar liefst vier dagen van mijn expositie’. Bedoeling was dat de vrijwilligers van de kerk ingezet zouden worden bij de verplaatsing, maar dat wees Pilon gezien de kwetsbaarheid en de vaardigheid die het omgaan met kunstwerken vraagt van de hand. De kerkdirectie wist, zo zegt directeur Tony Jansen in gesprek met NH Nieuws al in april 2018 van de banenmarkt, maar heeft verzuimd Pilon hierover ‘vroegtijdig’ te informeren.

Dat het om geld draait wordt duidelijk in het commentaar van NH Nieuws: ‘Er is nog met de organisatie van de banenbeurs bekeken of de beurs niet óm de expositie heen gebouwd kon worden, maar dat was volgens het kerkbestuur niet mogelijk. De beurs afzeggen behoort ook niet tot de mogelijkheden, de kerk kan de inkomsten daarvan goed gebruiken.’ Zaalverhuur is een belangrijke bron van inkomsten voor religieuze organisaties. Door de ontkerkelijking zijn kerkgebouwen gesloten of hebben ze deels een andere, vaak culturele functie gekregen. Reden is dat het gebouw te duur werd of de lokale religieuze organisatie de exploitatie niet meer volledig rond kon krijgen door oplopende kosten en afnemende inkomsten wegens een slinkende achterban. Vandaag 2 oktober begint Alet Pilon met het weghalen van de kunstwerken uit de kerk.

Advertentie

Uit de tijd. Petitie ‘Stop de roze zaterdag kerkdienst in de Goudse Sint-Jan Kerk’ redeneert vanuit een achterhaald wereldbeeld

De petitie ‘Stop de roze zaterdag kerkdienst in de Goudse Sint-Jan Kerk’ is gebaseerd op een misverstand. Niet omdat het de datum verkeerd weergeeft. Roze Zaterdag is niet op 23 juli, maar op 23 juni in Gouda. Een onderdeel is de ‘Geloofsviering | 11.00-12.00 | Sint-Janskerk’. Daar verzet petitionaris Marc Alterna zich tegen. Maar hij richt zijn verzoek aan het verkeerde adres. ‘De raad van kerken te Gouda’ gaat er niet over.

De Hervormde Gemeente Gouda is weliswaar de eigenaar van de Sint-Jan, maar de Stichting Goudse Sint-Jan beheert en exploiteert sinds 2010 gebouw en collectie. De Stichting heeft niet als hoofddoel om de christelijke leer te verkondigen zoals de petitie suggereert, maar heeft een historisch en cultureel karakter. De Stichting werd in 1938 opgericht om het cultureel erfgoed in de monumentale kerk (gebrandschilderde glazen) te bevorderen. De Stichting onderschrijft de definitie van een museum zoals opgesteld door ICOM. De museale functies worden in de doelstelling van het beleidsplan 2015-2018 verder benadrukt. Volgens de Stichting is ‘de Sint Jan (..) een levend monument met een belangrijke kerkelijke en culturele functie.’

Door de ontkerkelijking zijn kerkgebouwen gesloten of hebben ze een andere functie gekregen. Gewoonweg omdat het gebouw te duur werd en de lokale religieuze organisaties de exploitatie niet meer rond konden krijgen door oplopende kosten en afnemende inkomsten wegens een slinkende achterban. Ze zaten te ruim in hun jasje en daarom moest de kerk afgestoten worden. De Goudse Sint-Jan heeft een museale bestemming gekregen. Het is een cultureel en historisch museum waar een veelheid van activiteiten plaatsvindt. In 2015 kwam 70% van de omzet van €200.000 uit de museale functie. De rest van de omzet kwam uit zaalverhuur.

Bij de ‘geloofsviering’ op Roze Zaterdag gaat het om zaalhuur. De Stichting Goudse Sint-Jan verhuurt de zaal op 23 juni aan de Stichting Roze Zaterdag 2018 Gouda. Zoals dat ook voor een vergadering, huwelijk, congres of diner kan zijn. Er blijkt uit de voorwaarden niet dat er beperkingen zijn aan verhuur en de achtergrond van de huurder door de Stichting Goudse Sint-Jan wordt getoetst. Stichting Roze Zaterdag 2018 Gouda is een Gouds initiatief dat binnen de doelstelling van de Stichting Goudse Sint-Jan past. Er kan in overleg met ‘een van de wijkkerkenraden of via het Kerkelijk Bureau‘ in de Sint-Jan ook een kerkelijke huwelijksinzegening worden aangevraagd. Maar de lokale protestante gemeente is niet direct betrokken bij de verhuur aan de Stichting Roze Zaterdag 2018 Gouda en lijkt er daarom ook geen invloed op uit te kunnen oefenen.

Toch past Marc Alterna begrip voor zijn onbegrip. Het is voor traditionele kerkgangers lastig om de gevolgen van de ontkerkelijking te beseffen. Verwarrend is het om een kerk die een nieuwe bestemming als museum heeft gekregen, maar nog alle uiterlijkheden van een traditionele kerk vertoont, anders dan als gewijde kerk te zien. Des te meer als een lokale religieuze gemeenschap er ruimte huurt en erediensten houdt. Maar dan nog is een lokale kerkenraad niet meer dan een van de vele huurders. Bij de Utrechtse Willibrordkerk zorgde in 2014 deze verwarring voor een conflict tussen theatermaker Dries Verhoeven en het aan de RK-Kerk verbonden apostolaat dat er onder meer missen hield. De bestuurlijke constructie en het eigendom waren anders, maar evenals in Gouda werd de beheersstichting die er culturele evenementen coördineert op aangesproken door traditionele christenen. Dat resulteerde er in 2017 in dat de ultraconservatieve Priesterbroederschap Sint Pius X de met overheidsgeld gerestaureerde kerk kocht en het beheer overnam.

Foto 1: Schermafbeelding van deel petitieStop de roze zaterdag kerkdienst in de Goudse Sint-Jan Kerk’ op Petities.nl.

Foto 2: Schermafbeelding van presentatie zaalhuur ‘Uw evenement in de Sint Jan’ van de Stichting Goudse Sint-Jan. 

Tim O’Brien en Rachel Maddow: Trump is verbonden met Putin via de georganiseerde criminaliteit en Felix Sater

Rachel Maddow baseert zich voor een analyse over de banden van president Trump met de georganiseerde misdaad en het Kremlin op een artikel van Tim O’Brien van Bloomberg View. Zoals dat heet in de Amerikaanse journalistiek, hij verbindt de puntjes met elkaar zodat een beeld ontstaat. Dat alles tegen de achtergrond van de onderzoeken door speciale aanklager Robert Mueller en congrescommissies die op stoom komen. Ze dringen Trump steeds meer in de verdediging. En verleiden hem tot steeds driestere reacties en tweets die zijn positie beschadigen in een neerwaartse vicieuze cirkel. De Russische maffiabaas Felix Sater speelt een hoofdrol in het verhaal over financiële marktmanipulatie, witwassen en het onroerend goed bedrijf van Trump.

Maar het belangrijkste, laatste puntje wacht nog op onderbouwing. Namelijk de verwijzing naar president Putin. Het is vooralsnog anekdotisch en nog niet met bronnen onderbouwd. O’Brien: ‘they had to take FL’s funds for deals they were doing with Trump because the investment firm was “closer to Putin.”’ Vooralsnog is het de getuigenis van investeerder Jody Kriss die aangeeft dat er een directe link tussen de Trump organisatie en investeringen door Putin in die Trump organisatie bestaat. Reken maar dat aanklager Mueller en zijn team documenten en getuigen vinden om de bewering van Kriss verder te onderbouwen. Trumps dagen zijn geteld.

College Utrecht wil rijksmonument Willibrordkerk verkopen aan conservatief-katholieke Pius X. Staat Utrechtse raad dit toe?

Het is merkwaardig dat een met 8,5 miljoen euro gemeenschapsgeld gerestaureerd neogotisch rijksmonument in het centrum van Utrecht wordt geprivatiseerd. Dus onttrokken wordt aan het algemeen kunstbezit. Hoewel het openbaar toegankelijk blijft, maar wel onder de ideologische voorwaarden die de beoogde koper Priesterbroederschap Sint Pius X stelt. De afweging is of die voorwaarden aanvaardbaar zijn.

Hamvraag is of dit te rijmen valt met de open en tolerante sfeer van Utrecht als vrijzinnige stad waar D66 en GroenLinks de grootste partijen zijn. Het is merkwaardig dat het college geen andere bestemming voor dit monument weet te vinden. Is het wel actief de boer opgegaan? Zijn alle opties goed onderzocht? Hebben de verantwoordelijke wethouder en zijn ambtenaren wel hun best gedaan om de beste bestemming te vinden?

De aanpak van wethouder Kees Geldof (VVD) doet denken aan de exploitatie van landhuis Amelisweerd door de noodlijdende Stichting Museum Oud Amelisweerd. Het toenmalige gemeentebestuur kwam in 2011 door korte consultatie en verkokerd denken bij een exploitant uit -Armando Bureau- die zichzelf aangeboden had. In een vermenging van bestuur, politiek en private stichtingen werd toen niet verder gekeken. Er werd buiten de eigen ambtelijk-bestuurlijke omgeving niet gezocht naar andere exploitanten en nooit is goed onderzocht of nou de beste exploitant voor deze bestemming was gevonden. Hetzelfde lijkt nu opnieuw aan de orde.

Er is ook een verschil want de internationale Priesterbroederschap Sint Pius X is kapitaalkrachtig en weet geld aan te boren in Zwitserland en Frankrijk. Maar de vraag is of zo’n conservatieve koper in het centrum van de stad gewenst is. Het valt te vergelijken met islamitisch-fundamentalistiche stichtingen die in politieke standpunten haaks staan op de rechtsstaat. In steden als Rotterdam worden ze om die reden door de gemeente tegengewerkt om gebouwen te verwerven. Maar het Utrechtse gemeentebestuur ziet geen beletsel om de Priesterbroederschap Sint Pius X die van antisemitisme en Holocaust-ontkenning wordt beschuldigd als koper aan te wijzen. Dit vraagt op zijn minst om nader onderzoek over aard en karakter van de beoogde koper. Zelfs als de moederorganisatie projectmatig op afstand is gezet verandert dat het profiel ervan niet.

De vraag blijft onbeantwoord hoe het mogelijk is dat het gebouw van de St. Willibrordkerk door de gemeente Utrecht wordt verkocht aan een organisatie die geen van de hoofdstromen van de Utrechtse samenleving vertegenwoordigt. De projectmatige koper is de conservatief-katholieke Stichting Sint Jozef (SSJ) die onderdeel is van de Priesterbroederschap Sint Pius X die er weer een heiligdom van wil maken. Dat laatste is de kern.

In een raadsbrief wordt namens wethouder Geldof een voorbehoud gemaakt: ‘De SSJ garandeert in de overeenkomst dat het kerkgebouw gebruikt kan worden, voor zover niet in strijd met het kerkelijk gebruik’ en dan volgen potentiële gebruikers zoals Kerken Kijken Utrecht, Open Monumentendag, Culturele Zondagen en Festival Oude Muziek. Zo’n afspraak die Geldof maakt is vragen om grensgevechten vanwege het ideologische verschil van mening tussen het conservatief-katholieke gedachtengoed van de beoogde koper en de vrijzinnige en wereldse gebruikers van het monument. Het is een compromis waarvan Geldof bij voorbaat weet dat het problemen gaat opleveren. Maar het verschil is dat de Utrechtse raad nu is gewaarschuwd. In mei 2014 kon theatermaker Dries Verhoeven in de St. Willibrordkerk zijn project De Uitvaart realiseren, terwijl dat bij gebruik en eigendom door de Priesterbroederschap Sint Pius X of SSJ naar verwachting onmogelijk wordt. Vraag is of progressieve partijen als D66 of GroenLinks in de Utrechtse raad in kunnen stemmen met het idee een conservatief-katholieke stichting het laatste woord over het gebouw van de St. Willibrordkerk te gunnen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelPius X neemt ondanks protest Willibrordkerk over’ in DUIC, 6 juni 2017.

Ontkerkelijking neemt toe. Hoe kun je een kerkgebouw verkopen?

Door de ontkerkelijking komen kerken leeg te staan. Ze zijn door het teruglopende bezoek nauwelijks nog in gebruik. Wat moet het nieuwe verdienmodel van een gemeente of parochie zijn? In Overijssel wordt het onderzocht. Voedselbank, zorgcentrum of sportschool? Maar niet alle kerken wacht zo’n herbestemming.

Depotgebouw: Rotterdam vat aanbestedingsrecht beperkt op

afbeelding.img

Update 4 februari: Architectenbureau MVRDV mag toch het nieuwe museumdepot van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam ontwerpen. Het bureau heeft geen kennisvoorsprong gekregen op andere architecten door met museumdirecteur Sjarel Ex te praten, oordeelde de rechtbank in Rotterdam. MVRDV had in een kort geding bezwaar gemaakt tegen uitsluiting. De rechter wijst de gemeente Rotterdam terecht. Dat vatte het aanbestedingsrecht te eng op. Rotterdam is tevreden met de uitspraak en zegt niet in beroep te gaan. 

In Rotterdam wordt gewerkt en vallen spaanders. Directeur Sjarel Ex van Museum Boijmans van Beuningen wil uitbreiden met een depotgebouw. Hij probeert van de nood een deugd te maken. Nieuwbouw maakt een eind aan de af en toe onder water lopende kelders waar objecten uit de collectie zijn opgeslagen. De opslag van particuliere collecties, een tentoonstellingruimte om de restauratie-in-progress te tonen en vrij toegankelijke publieksruimtes maken het meer dan een gebouw op een industrieterrein. Beoogde locatie is het museumpark en beoogd architect Winnie Maas van MVDRV. Al in 2008 presenteerde hij een ambitieuze versie, oneerbiedig gezegd model Lack, dat door bezuinigingen niet doorging. In mei 2013 deed Boijmans een nieuwe poging. Er kwam een niet-openbare aanbesteding met de gemeente als opdrachtgever en aanbestedende dienst.

Uit De Volkskrant blijkt dat directeur Ex op 5 september 2013 een fout heeft gemaakt. In een gesprek met Maas over een tentoonstelling in Boijmans van het 20 jaar bestaande MVRDV stipte Ex het depotgebouw aan. Het bericht zegt niet om welke informatie-uitwisseling het ging. Enkele weken later meldde Ex dit in een voortgangsgesprek met de gemeente. De Volkskrant citeert directeur vastgoed van dienst Stadsonwikkeling Petra Verspui: ‘Ex wilde het even melden omdat hij dacht dat het onschuldig was‘. Ex trok zich terug uit de procedure. MVRDV zou door het gesprek met Ex een kennisvoorsprong hebben gekregen en werd door de gemeente uitgesloten. Nadat het de aanbesteding had gewonnen. Maar Maas vond die uitsluiting onterecht en stapte naar de rechter om het besluit van Rotterdam aan te vechten. Op 4 februari doet de rechter uitspraak.

Zoals in De Volkskrant de advocaat van MVRDV aanvoert ligt het niet zo simpel als de reactie van Petra Verspui doet vermoeden. Er is geen eenduidigheid op nationaal en Europees niveau en evenmin tussen rechtbanken. En los van de vraag of er een kennisvoorsprong was, hoe kan een architect als Winnie Maas waarmee Boijmans al in 2008 contact had over het depotgebouw geen kennisvoorsprong hebben? Erik Verweij omschrijft dat in een stuk over aanbestedingsrecht als ‘geen algemene verplichting om alle mogelijke voordelen te neutraliseren‘. Dat voordeel is inherent aan deze situatie. Is de mededinging door Ex verstoord?

Opmerkelijk is dat de aanbestedende dienst uit zichzelf de conclusie heeft getrokken dat de mededinging is verstoord door het contact van Ex met Maas zonder dat een ander deelnemend architectectenbureau klaagde over verstoring van de mededinging. Hoewel dat nog had kunnen volgen. Rotterdam heeft de procedure niet kunnen voorkomen. Da’s jammer. Het had na interne afweging tot de slotsom kunnen komen dat de risico’s op verstoring van de mededinging gering waren en de voordelen voor MVRDV niet onaanvaardbaar groot waren geworden. Zodat het paste binnen een ruimere opvatting van het aanbestedingsrecht. Vraag die blijft is waarom de relatie tussen Rotterdam en Boijmans deze verstoring van de mededinging niet kon lijden.

Foto: ‘Museum Boymans van Beuningen aan de Mathenesserlaan, verlicht ter gelegenheid van de opening op 6 juli 1935‘.

Eemhuis Amersfoort opgeleverd. Zijn problemen voorbij of niet?

In Amersfoort is een ‘hoofdpijndossier’ opgeleverd. Cultuurhuis Eemhuis werd in opdracht van de gemeente Amersfoort ontworpen door Neutelings Riedijk Architecten en gebouwd door Dura Vermeer. De vier gebruikers zijn Scholen in de Kunst, bibliotheek Eemland, Archief Eemland en kunsthal KAdE en krijgen in totaal bijna 15.000 vierkante meter tot hun beschikking. KAdE-‘directeur’ Robbert Roos loopt zich al warm.

Wethouder Pim van den Berg (D66) spreekt uit dat de kostenoverschrijding van 10,5 miljoen euro en de andere problemen die samenhingen met de bouw snel vergeten worden. Maar of hij dat echt gelooft valt te betwijfelen. Hij zet er in elk geval grote ogen bij op. Het Eemhuis kostte in september 2011 wethouder Mirjam Barendregt de kop. Behalve de investering is er namelijk de exploitatie. Kan die sluitend worden gemaakt in dat nieuw opgeleverde gebouw? Dat is namelijk niet altijd een vanzelfsprekendheid als in gemeenten het vastgoedbeleid het cultuurbeleid verdringt. En de culturele instellingen in een gouden kooi terechtkomen.

De Stadspartij ‘Burger Partij Amersfoort‘ heeft op 2 december 2013 opnieuw vragen aan burgemeester Bolsius gesteld over de exploitatie van het Eemhuis. De partij stelt dat ‘de gemeenteraad van Amersfoort tot op heden niet, nooit is geïnformeerd over een fatsoenlijke exploitatiebegroting van het Eemhuis voor de jaren 2014, 2015, 2016 en 2017.‘ Het laatste woord lijkt nog niet gezegd over het Eemhuis. De hoofdpijn zeurt nog door.

15864

Foto: Archief Eemland, Geschiedenis Eemplein.

Museumdirecteuren uitgebeeld: Rotterdam en Amsterdam

Museumdirecteuren en museumdirecteuren. Met lieslaarzen in het water of niet. Met stoere brandweermannen aan het werk of niet. Een serieus vak dat vakmanschap vraagt. Vakmanschap is meesterschap, zo klinkt het. Boijmans weet als geen ander museum het gezegde uit te beelden het water is tot aan de lippen gestegen. Op weg naar ’n depotgebouw. Paul Klemann tekent z’n fascinatie voor Ann Goldstein die bij het Stedelijk opstapt.

6793_JPG-LRG

Foto: Paul Klemann, ‘De directrice en de condoomzwaaiende knuffelbeestjes van Mike Kelley‘, 65 x 45 cm, 2012. Vanaf 29 november op Het Gelders Balkon van Museum Moderne Kunst Arnhem.

Ruyters over Deitch, Haks en de conservatieve museumwereld

image-1

Naar aanleiding van het ontslag van directeur Jeffrey Deitch bij het MOCA (The Museum of Contemporary Artin Los Angeles gaat hoofdredacteur Domeniek Ruyters van Metropolis M los in een beschouwing. In een over zichzelf heen buitelend en prikkelend betoog wordt alles met alles verbonden. Of het klopt is de vraag, maar daar zal het Ruyters niet om te doen zijn. Hij gebruikt het geval Deitch om aan te tonen hoe conservatief de museumwereld is. Niet alleen in de VS, maar ook in Nederland. Da’s als het opengooien van een open deur.

Deitch is een kunsthandelaar die in 2010 museumdirecteur werd. Om het slecht geleide MOCA uit het slop te halen. Het verwijt is dat-ie het MOCA zo populariseerde dat-ie het overleverde aan het amusement. Daar in Los Angeles in het hart van de entertainment-industrie. Ruyters citeert Christopher Knight van de LA Times die het ontslag ingebakken ziet in Deitch’ aanstelling. Want iemand met nauwelijks museumervaring zal een veelgelaagd museum nooit in de vingers krijgen. Het bestuur koerste af op een aangekondigde ramp met Deitch’ aanstelling. Nederland kent ook voorbeelden van mislukte museumdirecteuren die met mooie praatjes haasje-over sprongen naar de populaire cultuur zonder te beseffen wat de functies van een museum waren.

Ruyters noemt Franks Haks als een Nederlandse evenknie van Deitch, maar relativeert die vergelijking door verschillen op te sommen. Haks initieerde en begeleidde eind vorige eeuw de nieuwbouw van het Groninger Museum en begaf zich buiten gebaande paden. Hij kwam niet alleen van de universiteit, maar had daarvoor in Utrecht museumervaring opgedaan. ‘Hij was bovendien een museumman, met oog voor andere zaken‘ merkt Ruyters terecht op. Deitch is de populist die grote slagen maakt en handelaar blijft, Haks de popularisator met oog voor details die vanuit de kunstgeschiedenis en de museumwereld weet hoever grenzen opgerekt kunnen worden. Het ideale profiel van de bouwpastoor. Want in Nederland is museumbeleid vaak vastgoedbeleid.

Het betoog van Ruyters explodeert in een spetterende laatste alinea: ‘Toch denk ik dat de museumwereld enorme behoefte heeft aan directeuren die op een intelligente wijze de bestaande bastions en coalities durven te doorbreken, heersende belangen op het spel durven te zetten, inclusief de eigen geschiedenis van het museum, om met frisse blik naar het heden en het verleden te kunnen kijken. Of ze nu Haks of Deitch heten.

In analyse zo waar, maar in uitvoering zo onwaar. Want hoe stelt Ruyters het zich voor dat het onverzoenlijke verzoend kan worden in een alleskunner die museumdirecteur op z’n sjerp heeft staan? Een noodzakelijke voorwaarde om als museumdirecteur te slagen is voldoende museumervaring, (kunst)historische inhoud, vaardigheden om het ‘genre’ van het kunstmuseum open te breken en bij de tijd te brengen zonder door te schieten richting amusement en voor dat alles voldoende politiek inzicht en handigheid om in college, stad, bestuur, land en bij geldschieters steun op te bouwen. En dat met kunsthistorische opleidingen die geen beroepsvariant ‘museumdirecteur‘ kennen. Het is bij elke aanstelling telkens weer afwachten wat het wordt.

Het ‘burgemeestersmodel‘ van klein beginnen en doorgroeien naar een steeds grotere plek biedt de garantie dat het nooit hopeloos mislukt. Maar zo’n model heeft als nadeel dat een directeur op te late leeftijd de eerste stap zet, de carroussel vervolgens te traag draait bij gebrek aan voldoende plekken, een directeur ingekapseld raakt en de frisse blik verliest, en niet door grenzen gaat die nodig doorbroken moeten worden. Zoals Ruyters vol genegenheid en beste wensen voor de museumsector opmerkt. Zo blijft de museumwereld conservatief.

Foto: Pontus Hulten met een schilderij van Gösta Adrian-Nilsson in de tram in Stockholm 1953. Credits: Lennart Olson.

Militaire musea: Soesterberg schiet beter op dan Gelderland

Werk aan de winkel. In Soesterberg komt op het noordelijke deel van de voormalige vliegbasis het Nationaal Militair Museum. Kosten 160 miljoen euro. De bouw vordert zo te zien. Eigenlijk gaat het om een Nationaal Militair Museum. Want de Stadsregio Arnhem Nijmegen houdt zich bezig met de planning van een Museum Wereldoorlog II. Vol interne strijd trouwens. Dat moet zo’n 25 miljoen kosten. Tussen beide musea zijn veel overlappingen. Dat deert lokale bestuurders niet. Ze pronken graag voor glanzende gebouwen. Die ook nog eens zo geschikt zijn voor diners en recepties. Aannemers doen goede zaken met het bouwen van musea.

De politiek van Gelderland liet afgelopen week weten eerst meer duidelijkheid over de plannen voor een WO2 Museum in Nijmegen te willen voordat er een miljoen euro voor wordt gereserveerd. Een meerderheid in Provinciale Staten besloot dat afgelopen woensdag. Partijen vinden het bedrijfsplan niet duidelijk. Ook vrezen de staten dat de provincie moet gaan opdraaien voor tekorten in de exploitatie. Een loopgravenoorlog dreigt. Want in Arnhem gaan nu stemmen op om het ‘Vrijheidsmuseum WO2’ dan maar in hun stad te vestigen. In het leegkomende Museum voor Moderne Kunsten. Dat museum verhuist vermoedelijk naar het Kunstencluster dat in een referendum werd afgestemd, maar door de lage opkomst ongeldig was. Lokale politici en museumbouw blijft een sexy onderwerp. Stukken sexier dan exploitatie en het gestaag bouwen aan een cultureel klimaat.

a59e7926fbdbcc5c194bef7827d43838

Foto: Visualisatie Nationaal Militair Museum. Bouw Heijmans PPP.