Rotterdamse coalitie stelt voor steun in te trekken voor Museum Rotterdam in huidige vorm. Het volgt het advies van de RRKC

Stadsmuseum Museum Rotterdam dreigt eind dit jaar de deuren te moeten sluiten vanwege een negatief advies van de RRKC dat door cultuurwethouder Said Kasmi (D66) wordt overgenomen. Dit voorstel wordt pas definitief als de raad het goedkeurt. Enkele maanden terug bezocht ik het Timmerhuis waar het museum is gevestigd. Het is een naargeestige, ondermaatse plek die niet alleen niet past bij de tweede stad van het land, maar ook de objecten geen gepaste klimatisering (op enkele vitrines na), context en sfeer kan bieden.

RRKC en Kasmi draaien het om als ze zeggen dat deze neergang het museum te verwijten valt. Integendeel, Museum Rotterdam is er tegen haar zin en onder protest naar toe moeten verhuizen en wordt dat door RRKC en deze D66-wethouder nu achteraf verweten. Dat is de omgekeerde wereld. Er kwam van allerlei kanten protest op het advies van de RRKC. Wie nadenkt beseft dat wat nu gebeurt een aangekondigde ramp is en de Rotterdamse politiek te verwijten valt. Kasmi schuift zijn verantwoordelijkheid en die van zijn voorgangers af.

Over het advies van de RRKC schreef ik in juni 2020 een commentaar en schatte het in als onevenwichtig: ‘Het zou kunnen dat er een gemeentelijk beleid is om Museum Rotterdam langzaam naar de rand te schuiven. Het is de vraag hoe autonoom leden van het college en raadsleden van de coalitiepartijen handelen en wat hun relatie is tot hogere beleidsambtenaren van Culturele Zaken of de RRKC. De laatsten winnen aan macht als ze lang zitten en een dossier beheersen. Een wethouder Cultuur die laag in de pikorde staat en doorgaans geen lid is van een van de leidende partijen in een college is inwisselbaar. De RRKC lijkt verder te gaan dan haar mandaat toestaat. Deels zal dat zijn omdat de politiek zich terugtrekt, deels is dat bewuste expansie van de RRKC. Het wekt verbazing dat de Rotterdamse politiek toestaat dat voorzitter Jacob van der Goot nog steeds in functie is ondanks het feit dat hij eerst in de RvT van het Wereldmuseum zat en later in de RRKC adviseerde over het Wereldmuseum en vanwege het merkwaardig politiek getinte, negatieve advies van de RRKC in 2015 over het Collectiegebouw (Depot) van Boijmans. De RRKC is gepolitiseerd en lijkt niet schoon aan de haak. 

Dat wethouder Kasmi dit advies van de RRKC overneemt toont vooral aan hoe weinig bewegingsruimte hij heeft en wie er achter de schermen aan de touwtjes trekken. Een half miljoen euro voor een kwartiermaker die het wiel dat al rijdt opnieuw uit moet vinden is het lachwekkende hoogtepunt van de teloorgang van de soap rond Museum Rotterdam. In Rotterdam klinkt in refrein tussen RRKC en coalitie: ‘niet poetsen, maar lullen’.

Negatief advies over Museum Rotterdam roept vragen op over rol RRKC

Afgelopen week kwam de de RRKC (Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur) met het onevenwichtige advies om stadsmuseum Museum Rotterdam te sluiten en het een doorstart te laten maken. Het lijkt misschien niet sterk om de boodschapper van het slechte nieuws ter discussie te stellen, maar ik heb na lezing van het advies het idee dat de RRKC er weinig van begrijpt. Als het al niet van kwaadaardigheid kan worden beticht.

Het zou kunnen dat er een gemeentelijk beleid is om Museum Rotterdam langzaam naar de rand te schuiven. Het is de vraag hoe autonoom leden van het college en raadsleden van de coalitiepartijen handelen en wat hun relatie is tot hogere beleidsambtenaren van Culturele Zaken of de RRKC. De laatsten winnen aan macht als ze lang zitten en een dossier beheersen. Een wethouder Cultuur die laag in de pikorde staat en doorgaans geen lid is van een van de leidende partijen in een college is inwisselbaar.

De RRKC lijkt verder te gaan dan haar mandaat toestaat. Deels zal dat zijn omdat de politiek zich terugtrekt, deels is dat bewuste expansie van de RRKC. Het wekt verbazing dat de Rotterdamse politiek toestaat dat voorzitter Jacob van der Goot nog steeds in functie is ondanks het feit dat hij eerst in de RvT van het Wereldmuseum zat en later in de RRKC adviseerde over het Wereldmuseum en vanwege het merkwaardig politiek getinte, negatieve advies van de RRKC in 2015 over het Collectiegebouw (Depot) van Boijmans. De RRKC is gepolitiseerd en lijkt niet schoon aan de haak.

In het advies blijft mijn oog haken aan de volgende passage (paragraaf 1.5 een nieuwe stadsmuseale functie): ‘Het aantal spelers in het erfgoedveld is de laatste jaren toegenomen. Naast de musea, Stadsarchief Rotterdam en de Bibliotheek Rotterdam zijn er platformorganisaties als DIG IT UP, Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst (GVGT) en Verhalenhuis Belvédère die met digitaal, documentair en immaterieel erfgoed in een alternatief aanbod voorzien. Door hun verbindende rol maken ze verschillende culturen en gemeenschappen in de stad meer zichtbaar’.


Hier ontspoort het advies. Het gooit alle instellingen en platforms die iets met erfgoed te maken hebben op een hoop en maakt ze daarmee inwisselbaar. Maar ze zijn niet inwisselbaar vanwege de unieke functie en opdracht. Hiermee wordt duidelijk dat de RRKC de unieke rol miskent van een stadsmuseum dat aan de hand van objecten en documenten een verhaal vertelt. Daarin onderscheidt Museum Rotterdam zich van de andere instellingen, kunstmusea en platforms. Ook waardevol, maar van een andere orde dan een historisch museum.

Het advies kan bij een goede lobby worden weerlegd. Het is op een verkeerde aanname gebaseerd omdat het de functie van een stadsmuseum als Museum Rotterdam in relatie tot andere instellingen op het gebied van erfgoed verkeerd ziet. Het advies van de RRKC is kwalitatief niet van het niveau dat verwacht kan worden.

Het lijkt dat vooral de RRKC in een identiteitscrisis verkeert. Herinneren we ons nog wat de reactie van de gemeenteraad was op een advies over het Wereldmuseum van de RRKC in juni 2016? Sun van Dijk (SP) schreef: ‘Het is een politiek advies, dat is niet aan de RRKC, maar aan ons’.

De geschiedenis herhaalt zich nu met Museum Rotterdam. Het probleem is dus niet Museum Rotterdam, maar de RRKC. Waarom meenden ooit de machtige RRKC-secretaris Inez Boogaarts of nu voorzitter Jacob van der Goot politiek te moeten handelen? Het initiatief is aan de gemeenteraad om het huiswerk van de RRKC te beoordelen. En waar mogelijk af te wijzen.

Ik teken de petitie.

Foto 1: Schermafbeelding van deel petitieRed Museum Rotterdam’ van Esther Olofsson (Communicatiebureau RauwCC) op Petities.nl.

Foto 2: Schermafbeelding van deel cultuurplanadvies 2021-2024 van de RRKC, juni 2020 uit paragraaf 1.5 (een nieuwe stadsmuseale functie) over Museum Rotterdam.

Ruud van der Velden (PvdD) stelt vragen over RRKC-voorzitter Jacob van der Goot inzake advies Wereldmuseum

CloNC2oWQAMuRjX.jpg-large

Ruud van der Velden van de Partij voor de Dieren heeft gisterenmiddag in een raadscommissie Cultuur van de Rotterdamse raad de knuppel in het hoenderhok gegooid. Het gaat om een advies van de RRKC over het Wereldmuseum dat alom als onverstandig en onwerkbaar wordt beoordeeld. Ook ik liet me er op 1 juni in een commentaar negatief over uit. De RRKC adviseerde om voor de periode 2017-2020 450.000 euro toe te kennen terwijl er liefst 5.710.000 euro was gevraagd. Dat betekent het einde van het Wereldmuseum. Ook Sun van Dijk (SP) was kritisch: ‘Het is een politiek advies, dat is niet aan de RRKC, maar aan ons’. Ik schreef:

Het Wereldmuseum wordt in het advies van de Rotterdams Raad voor Kunst en Cultuur met terugwerkende kracht gestraft voor het wanbeleid van de vorige directeur Stanley Bremer die in april 2015 moest vertrekken als bestuurder. Hij bracht het museum financieel, organisatorisch en publicitair aan de rand van de afgrond. De raad zegt in een motivatie dat ‘de juiste randvoorwaarden‘ om de collectie zichtbaar te maken ‘op dit moment’ ontbreken. Maar de raad bezondigt zich aan een cirkelredenering door het museum vervolgens niet de kans te geven zich te bewijzen: ‘De organisatie is te ver ontmanteld, zowel inhoudelijk als financieel.’

Ruud van der Velden stelde in het overleg van de commissie Cultuur vragen bij de rol van RRKC-voorzitter Jacob van der Goot. Van der Velden wijst op diens dubbelrol. Van der Goot was tijdens het directoraat van directeur Stanley Bremer lid van de Raad van Toezich van het Wereldmuseum en kende toen onder meer bonussen aan Bremer toe. Schrijnend en bestuurlijk merkwaardig is dat de ontmanteling van het museale gedeelte van het Wereldmuseum dat met medeweten van Van der Goot door Bremer kon worden gerealiseerd nu via een omweg via de RRKC wordt voortgezet. Van der Goot zou niet die ruimte moeten kunnen nemen.

Ik reageerde op de FB-pagina van Olphaert den Otter die dit signaleerde: ‘Hoe kan het toch dat die weeffout in de RRKC maar niet hersteld wordt? Die weeffout bestaat eruit dat de RRKC keer op keer het eigen mandaat overschrijdt en op de stoel van de politiek gaat zitten. En zelfs met medeweten van het gemeentebestuur aan overleggen mag deelnemen waar het bestuurlijk niets te zoeken heeft. De RRKC moet gewoon adviseren en niet meer dan dat. De politiek moet dat advies wegen. We zagen het bij het advies uit april 2015 over het Collectiegebouw en we zien het nu opnieuw bij het Wereldmuseum. De vorige voorzitter Melanie Post van Ophem en secretaris en spin in het web Inez Boogaarts zijn afgetreden, maar de weeffout blijft bestaan.

De fundamentele vraag is wat nou exact tot die weeffout leidt. Waarom menen Boogaarts of nu Van Der Goot politiek te kunnen handelen? Is de omschrijving van de opdracht aan de RRKC onduidelijk of geeft het gemeentebestuur de RRKC ten koste van de raadsleden meer ruimte dan het volgens het mandaat toekomt?

Tijd voor een fundamenteel debat over de rol van de RRKC en haar plaats binnen de gemeentelijke organisatie. Want zo kan het niet langer. Wat Ruud van der Velden zegt over de dubbele pet van Van der Goot is tekenend. Deze bestuursvoorzitter zit mentaal nog vastgeklonken aan het oude bewind van Bremer en neemt dat in zijn opereren mee. Zo iemand als Van der Goot had nooit benoemd mogen worden. Wie heeft hem in hemelsnaam geselecteerd? Kortom, de RRKC moet op de schop. En liefst snel. Vraag is of Culturele Zaken niet te besmet is om nog objectief naar de RRKC te kunnen kijken.’ Initiatief is aan de gemeenteraad.

Zie hier een brief van het Directeurenoverleg van de Rotterdamse culturele instellingen met kanttekeningen bij de visie van de RRKC op algemene thema’s.

Foto: Schermafbeelding van artikelZorgen om het Wereldmuseum’ van Yvonne Keunen voor AD.

Rotterdamse Kunstraad negatief in advies over Wereldmuseum. Het zou ‘te ver ontmanteld zijn’

wr

Het Wereldmuseum wordt in het advies van de Rotterdams Raad voor Kunst en Cultuur met terugwerkende kracht gestraft voor het wanbeleid van de vorige directeur Stanley Bremer die in april 2015 moest vertrekken als bestuurder. Hij bracht het museum financieel, organisatorisch en publicitair aan de rand van de afgrond. De raad zegt in een motivatie dat ‘de juiste randvoorwaarden‘ om de collectie zichtbaar te maken ‘op dit moment’ ontbreken. Maar de raad bezondigt zich aan een cirkelredenering door het museum vervolgens niet de kans te geven zich te bewijzen: ‘De organisatie is te ver ontmanteld, zowel inhoudelijk als financieel.’

Dit advies is tegenstrijdig. Maar wat erger is, het klinkt onwaarachtig en vals. Enerzijds erkent de raad van hoever het Wereldmuseum afgelopen jaar moest komen om op vele aspecten orde op zaken te stellen. Maar van de andere kant heeft de raad geen geduld en vertrouwen om het museum echt tijd te geven een nieuwe start te maken. Het geeft toe dat het Wereldmuseum aan de verbetering van ‘de randvoorwaarden’ werkt, maar oordeelt tegelijkertijd dat ze niet gerealiseerd kunnen worden. Dit is onrechtvaardig voor de nieuwe wind die er waait en wordt gesymboliseerd door de aanstelling in mei 2015 van interim-directeur Jan Willem Sieburgh en onlangs van conservator Alexandra van Dongen. En de opening van de tentoonstelling Afrika010.

De aap uit de mouw is trouwens dat het budget dat de raad ter beschikking heeft te laag is om alle aanvragen te honoreren. Dat is niets uitzonderlijks bij dit soort adviezen die zijn op te vatten als een balanceeract van schipperen, afwegen en bekokstoven. De gevestigde culturele instellingen hebben hierbij een sterke positie opgebouwd en zijn niet zomaar te passeren. De raad beseft dat, gaat die strijd niet aan en kiest daarom voor de gemakkelijkste weg. Namelijk het opheffen van een instelling die toch al onder vuur ligt omdat het tijdens een vorig bewind is afgebroken. De raad voltooit met haar advies het afbraakwerk van de vorige directeur.

De raad laat het Wereldmuseum als een baksteen vallen: ‘De RRKC adviseert daarom geen Cultuurplansubsidie toe te kennen aan het Wereldmuseum voor instandhouding van het museum in de huidige vorm.’ De 450.000 euro die wordt toegekend dienen voor ‘onderzoek (..) naar mogelijke toekomstscenario’s’ en ‘voor het behoud en beheer van de collectie’. Een sterfhuisconstructie dus. De raad ziet geen perspectief in ‘een eigenstandig museum in het huidige pand’ en adviseert dat het Wereldmuseum ophoudt te bestaan als ‘eigenstandige organisatie’. De raad ziet twee opties: ‘samenwerking/fusie met het Nationaal Museum van Wereldculturen of samenwerking/fusie met het Rotterdam Museum en het Maritiem Museum’.

De vraag die dit advies over het Wereldmuseum van de RRKC oproept is hoe bruikbaar en integer het is. Opnieuw gaat deze adviserende raad hiermee op de stoel van de politiek zitten, zoals in april 2015 onder een vorig bestuur ook bij het Collectiegebouw gebeurde. Het besluit wat Rotterdam wil met het Wereldmuseum behoort uitsluitend in de gemeenteraad genomen te worden. Maar dan zonder dat het debat hierover vooraf belast wordt door een advies dat voorstelt een instelling niet meer eigenstandig te laten voortbestaan en suggereert dat het pand waarin het gevestigd is afgestoten moet worden. Dit is een slechte dag voor het Wereldmuseum, maar vooral ook voor de Rotterdamse politiek die de verantwoordelijkheid over de toekomst ervan niet zomaar kan afschuiven. Zo moet politiek waarop inwoners trots kunnen zijn niet willen werken.

Foto: Schermafbeelding van deel Cultuurplanadvies 2017-2020 (p. 405-409) over het ‘Wereldmuseum Rotterdam’ van de RRKC.

Enschede geeft FC Twente garantstelling van 32 miljoen. Is dat in proportie?

Update 9 april 2019: De raad van Enschede scheldt een lening van 14 miljoen euro aan FC Twente kwijt. Het argument van de Enschedese wethouder Eelco Eerenberg (D66) van Financiën is dat de gemeente wel moet bijspringen omdat het verlies anders nog groter wordt. Zo loopt het college weer met open ogen de fuik in.

Update 28 juni 2018: Bij de gemeente heeft Twente al een lening van 17 miljoen lopen en Enschede staat ook al voor 8,4 miljoen garant. Bij een bankroet van de club moet de stad dus 25,4 miljoen afschrijven. Dit roept de vraag op hoe verantwoord de garantiestelling was ‘met de kennis van toen’. Volgens een bericht in Tubantia dreigt de club nu met het aanvragen van het faillissement als het gemeentebestuur geen nieuwe garantstelling van 7 miljoen euro wil afgeven. De gemeentepolitiek reageert hier afwijzend op. Een en ander roept vooral vragen op waarom het toenmalige college aan een commerciële voetbalclub een garantie en lening van tientallen miljoenen afgaf. Is het onderhand geen tijd voor een gemeentelijke raadsenquête die reconstrueert hoe de lokale politiek van Enschede in het dossier FC Twente zo heeft kunnen ontsporen?

De Enschedese gemeenteraad stemde deze zomer in met het voorstel van het college over een ‘Geactualiseerd cultuurplan in uitvoering’ om door aanpassingen 1,2 miljoen euro te bezuinigen op de Openbare Bibliotheek en Museum Twense Welle, en te bezuinigen op de grote podia in Hengelo en Enschede. Dit staat in contrast met de steun in de vorm van een garantstelling van 32 miljoen euro voor de professionele voetbalclub FC Twente. De wethouder Financiën laat zich chanteren en praat trots over zijn clubliefde. Na hem de zondvloed, hij schuift de problemen door naar zijn opvolgers. Zoals zijn voorgangers de problemen doorschoven naar hem. Het wordt er nog eens extra potsierlijk op doordat de voorstemmers zich beroepen op zakelijkheid en het aftimmeren van de voorwaarden, maar verder de fuik van onzakelijkheid en emotie inzwemmen.

Professioneel voetbal wordt als uitlaatklep getolereerd voor fanatieke supporters die voetbal nodig hebben om stoom af te blazen en door identificatie ermee een identiteit op te bouwen. Dat is niet verboden, maar het maakt verschil of de samenleving dat juichend omarmt of met misnoegen accepteert. Zoals de politiek sinds 2010 de kunsten in de hoek heeft getrapt. Het professionele voetbal is als globaliserende bedrijfstak waar miljoenen omgaan steeds meer los komen te staan van de wereld van de gewone mensen.  Feitelijk is het voetbal deze supporters ontstolen en zoeken ze iets wat allang niet meer bestaat. Voetbal verbindt bij uitzondering en verdeelt met regelmaat. Het is beter om dat toe te geven dan het betaald voetbal anders voor te blijven stellen dan het is. Omdat de gemeenteraad van Enschede daarin meegaat speelt het een kwalijke rol.

Toen de Enschedese raad haar besluit nam was het ervan op de hoogte dat FC Twente voor drie seizoenen werd uitgesloten om deel te nemen aan Europese competities vanwege contracten met Doyen Sports. Onder een vorig bestuur maakte de club met deze investeringsmaatschappij verboden afspraken. De New York Times besteedde op 15 december in een achtergrondartikel aandacht aan de Portugese website Football Leaks dat met meerdere onthullingen kwam over de vermenging van professionele voetbalclubs met Doyen Sports, waaronder ook een overkomst met FC Twente. Wegens een deal van 5 miljoen euro trad FC Twente-voorzitter Aldo van der Laan in november af. Het gaat om TPO (Third Party Ownership), ofwel de handel in spelers via een club die eigendom van een derde partij zijn. Sinds kort is die praktijk verboden door de FIFA. Die handel in spelers liep niet altijd gelijk op met het sportieve belang van de club. Een verhaal over emoties, regionale trots, clubliefde, een garantstelling van 17 miljoen als chantagemiddel en de angst voor voetbalsupporters.

Cultuurplan Schreurs in Eindhoven afgewezen. D66 doet kunst

Van D66 moeten de culturele instellingen het ook al niet hebben. Dat blijkt in Eindhoven. Een meerderheid van de raad keerde zich gisterenavond tegen het plan van wethouder Mary-Ann Schreurs (D66). Het kwam niet onverwachts. De wethouder wil ‘flexibiliseren‘ met als gevolg dat instellingen geen financiële zekerheid meer gegeven kan worden. Kritiek op Schreurs is dat ze de bodem onder deze instellingen wegslaat. Ze dienen immers gegarandeerd te zijn van enige continuïteit om te kunnen plannen, programmeren en personeel in dienst te houden. De wethouder werd alleen gesteund door haar eigen partij. Wat de aloude vraag oproept wat vertegenwoordigers van D66 van politiek begrijpen en wat ze er eigenlijk in willen bereiken. Schreurs wil door subsidie minder vanzelfsprekend te maken de culturele instellingen dichter op de markt zetten met als doel ze zo te laten professionaliseren. Maar in dit streven gedraagt ze zich als politieke amateur. Zonder draagvlak.

ke

Foto: William Kentridge, ‘The Refusal of Time‘. In het Van Abbe Museum, Eindhoven, 2013.