Oekraïne-referendum: Marsman krijgt € 47.973 subsidie voor bedrukken WC-rollen

rm

Ondernemer Ruben Marsman heeft voor zijn bedrijf Raspoetin BV van de Referendum Commissie € 47.973 subsidie gekregen voor ‘Het laten vervaardigen, transporteren en door studenten laten verspreiden van toiletrollen bedrukt met argumenten tegen/ de nadelen van toetreding van Oekraïne tot de EU.’ Maar het referendum gaat niet over de ‘toetreding van Oekraïne tot de EU’ maar over de associatie van Oekraïne met de EU. Marsman wil dat ‘mensen hun kont afvegen met Oekraïne als nieuw lid van de Europese Unie’, maar daarvoor zijn dus geen WC-rollen nodig omdat het lidmaatschap van Oekraïne van de EU niet aan de orde is.

De vorm die Marsman kiest om € 47.973 subsidie te besteden is op z’n minst opvallend. Merkwaardiger is dat Marsman zoveel overheidssubsidie krijgt om aantoonbare onwaarheden of onnavolgbare redeneringen te verkondigen, zoals uit het bericht van Omroep Gelderland blijkt. Zo verwijt hij de Oekraïense regering dat de MH17 vanaf grondgebied is neergehaald dat door toedoen van de Russische regering werd bezet, in plaats van het de vermoedelijke daders te verwijten. Dat LGBT-rechten in Oekraïne taboe zijn is juist een pleidooi voor associatie, omdat het de beste garantie geeft om de conservatieve Sovjet-erfenis bij de moderne tijd te brengen. Zo was het dankzij politieke druk van de EU dat op 12 november 2015 de Rada een wet aannam tegen discriminatie op de werkvloer. Zoals MEP Sophie van ’t Veld (D66) tweet is de rol van de EU hiermee nog niet uitgespeeld om de uitvoering van de wet te monitoren. Marsmans argumenten verkeren in hun tegendeel.

Wat het effect van deze actie met de WC-rollen is valt te bezien. Mogelijk dient het door de merkwaardige vorm en de op z’n minst dubieuze inhoud het JA-kamp meer dan het NEE-kamp. Hoewel het kan zijn dat een gebrek aan fijngevoeligheid tegenwoordig door velen als pluspunt wordt beschouwd. Ontluisterend voor het Nederlandse parlement was dat het SP-kamerlid Harry van Bommel de WC-rollen in de Tweede Kamer zou gaan verspreiden, zoals hij tweette. Hij is waarschijnlijk door de partijleiding teruggefloten en ziet volgens een bericht van de NOS nu af van dit voornemen. Nederland slaat er in het buitenland in elk geval een pleefiguur mee. Het valt moeilijk te begrijpen dat de voorwaarden van de Referendum Commissie de toekenning billijken.

jel

Foto 1: Schermafbeelding van bericht van Omroep Gelderland, 15 maart 2016.

Foto 2: Tweet van Jelle Brandt Corstius, 15 maart 2016.

Petitie: Stop referendum-carnaval. Over associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. En vooral: repareer de Referendumwet

petit

Gisteren mailde een betrokkene bij een campagne me naar aanleiding van de posting over het Oekraïne-referendum en de subsidies die verdeeld worden door de Referendum Commissie: ‘(..) heb net je stuk gelezen over het subsidieverdeling. Het is inderdaad schandalig, dat 50.000 wordt gegeven voor WC-papier. (..) In het laatste overleg meldde XXX dat sommige mensen uit “ja”-kamp meer bezig zijn met eigen promotie dan met campagne. En ik merk dat ook. (..) Wel heeft het aan dat het “ja”-kamp niet met de campagne maar met zichzelf bezig is. En het resultaat is meteen te zien. Jammer, vind ik persoonlijk.’ Mijn kritiek gold niet alleen het JA-kamp, maar ook het NEE- en neutrale kamp. Binnenharken van subsidie wordt een doel op zichzelf.

Er zijn volop bezwaren tegen het referendum over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Naast procedurele zijn er ook juridische bezwaren. Deskundigen tonen aan dat het referendum slechts een uitspraak over 20% van de associatie-overeenkomst vraagt zonder dat de kiezers daar weet van hebben of door media of de campagnekampen passend en volledig over worden voorgelicht. Op 8 februari vatte ik dat aldus samen: ‘Evenals Wessel legt een andere hoogleraar Internationaal en Europees Recht Linda Senden van de Universiteit Utrecht in een uitzending van Nieuwsuur van 7 februari 2016 uit dat het Nederlandse referendum hoe dan ook geen uitspraak vraagt over de handelsbetrekkingen die in volume 80% van het verdrag uitmaken, maar uitsluitend over de politieke en juridische component. Want de handelsbetrekkingen vallen wettelijk gezien onder de bevoegdheid van de Europese Unie en daar heeft de Nederlandse kiezer geen invloed meer op.

Bijzonder hoogleraar kiezersonderzoek aan het Instituut voor Politieke Wetenschap van de Universiteit Leiden Joop van Holsteyn concludeert in een opinie-artikel in NRC niet alleen dat de uitslag nog lang niet vaststaat, maar ook dat zowel voor- als tegenstanders in een eigen parallel universum leven bij hun stembepaling. Tegenstanders hanteren als hoofdargument dat een associatie automatisch wordt gevolgd door een EU-lidmaatschap van Oekraïne en voorstanders hanteren geopolitieke overwegingen als hoofdargument die zeggen dat het verdrag een belangrijk middel is om vrede en stabiliteit op internationaal en regionaal niveau te bevorderen. Deze argumenten zijn geen onderdeel van een algemeen publiek debat waarin ze met elkaar worden gewogen, maar resoneren tamelijk geïsoleerd onder de kiezers. Die opstelling roept twijfels op over de pogingen van de Referendum Commissie om een open, publiek debat op te starten.

De petitie stelt dat het referendum vol onduidelijkheden zit die in de voorlichting niet worden weggenomen. Met als gevolg dat het voor de kiezer praktisch onmogelijk is om afgewogen een stem te bepalen. Het meent met de suggestie van oneigenlijk gebruik dat dit referendum het vertrouwen in het instrument referendum beschadigt. Met de term referendum-carnaval doelen de petitionarissen van Tertium waarschijnlijk op de zigzagkoers van partijen in de Tweede Kamer. Enerzijds stemden deze in meerderheid in 2015 voor een niet bindend referendum, maar in de aanloop naar dit referendum zeiden sommige partijen toe een geldige uitslag (opkomst > 30%) te volgen. Dit is tegenstrijdig, verwarrend en verdient geen politieke schoonheidsprijs.

De oproep om de Referendumwet aan te passen snijdt hout omdat nu toch wel de overtuiging heeft postgevat dat de wetgeving veel te ruim is geformuleerd en de associatie met Oekraïne een opgeschikt onderwerp is om in een referendum te bevragen. Immers inmiddels geratificeerd door 27 van de 28 EU-lidstaten zonder de verwachting dat dit eenstemmig wordt teruggedraaid bij een mogelijke Nederlandse NEE-stem en ook nog eens over een overeenkomst die voor 80% in Brussel wordt beslist. Nederland doet op 6 april een uitspraak over 20% van een overeenkomst die al door 27 EU-lidstaten en Oekraïne is goedgekeurd. De Nederlandse wetgevers moeten zich kapot schamen dat ze deze krakkemikkige wetgeving hebben laten passeren.

Foto: Schermafbeelding van petitieStop referendum-carnaval’ op petities.nl. Initiatiefnemers Tertium, bureau voor burgerparticipatie. Zie hier.

Referendum Commissie geeft subsidie voor Oekraïne-referendum. Hoe serieus is dat?

vr

De Referendum Commissie deelt namens de overheid subsidies uit aan rechtspersonen en particulieren om campagne te voeren over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne waar op 6 april een referendum over plaatsvindt. Een ruif  voor scharrelaars in politieke marketing om rijkelijk uit te eten. Opzet van die subsidies is om het publieke debat op peil te brengen en de afstand tussen politiek en burger te verkleinen.

Het omgekeerde gebeurt. Het peil van de campagne wordt zoals uit enkele voorbeelden in de publiciteit blijkt er eerder lager dan hoger op. Ze zijn mogelijk niet representatief, maar wel bepalend voor de beeldvorming. Zoals Raspoetin BV dat € 47.973 krijgt voor ‘Het laten vervaardigen, transporteren en door studenten laten verspreiden van toiletrollen bedrukt met argumenten tegen/ de nadelen van toetreding van Oekraïne tot de EU.’ Of ‘Vereniging Vrede en Recht’ dat € 41.780 subsidie ontvangt voor een stedentour met een bus. Door de toon en inhoud van de campagne wordt de afstand tussen politiek en burger eerder vergroot dan verkleind.

Zoals uit bovenstaand voorbeeld blijkt is de Vereniging Vrede en Recht niet in staat om in begrijpelijk en correct Nederlands te verwoorden wat het met de subsidie wil bereiken. Het argument dat wordt gegeven om tegen te stemmen is: ‘de internationaal geldverkwistingen door de associatieovereenkomst met Oekraïne’. Wat is ‘internationaal geldverkwistingen’ en wat is het Nederlands belang bij ‘internationaal geldverkwistingen’? Nog een: ‘onze handen vol met onze eigen schulden saneringen’. Er valt werkelijk geen touw aan het betoog van Vereniging Vrede en Recht vast te knopen met een stemadvies om tegen te stemmen dat uit de lucht komt vallen omdat het niet met zinnige, begrijpelijke en toepasselijke argumenten onderbouwd wordt.

Webmagazine Retecool ontpopt zich ook in de stellingname over de associatie-overeenkomst als tegenhanger van GeenStijl. Die laatste is onderdeel van de Telegraaf Media Groep en neemt samen met De Telegraaf EU-kritische standpunten in. Het al sinds 2000 bestaande Retecool stelt zich nog steeds dwars en weinig voorspelbaar op, en ook anarchistischer en libertijnser zoals past bij oprichter Hubert Roth. In elk geval niet zoals GeenStijl door de partijpolitiek op afstand te volgen. In het itemOEKRAÏNE REFERENDUM: SUBSIDIE IS ALTIJD HANDIG VOOR JE EIGEN AGENDA’ hekelt Retecool de subsidie aan Vereniging Vrede en Recht van de Referendum Commissie: ‘Prompt had Peter een blinde vlek, want campagne voeren begreep hij wel, maar dat die campagne dan wel voor het Oekraïne Referendum bedoeld was, is hem blijkbaar even ontschoten.’

Retecool doelt op Peter Vlug die de € 41.780 subsidie die bedoeld is voor de campagne over het Oekraïne-referendum niet daaraan besteed, maar aan de profilering van zijn politieke partij ‘Vrede en Recht’. Retecool vermoedt trouwens niet dat Vlug de subsidie zal kunnen verantwoorden. Maar een artikel in De Stentor roept vragen op hoe serieus de Referendum Commissie is. Woordvoerder Frank Wassenaar zegt geen probleem te zien in de aanwending van de subsidie door Vrede en Recht: ‘Het is toch logisch dat als een partij bijvoorbeeld een debat over dit referendum organiseert, dat ze dan ook partijposters ophangen. Het publiek heeft er toch ook recht op om te weten wie het organiseert en vanuit welke optiek. Het zou raar zijn als dat geheel anoniem gebeurde’. Dat gaat er echter aan voorbij dat Vrede en Recht meer doet dan de eigen organisatie inzetten om publiciteit te maken voor een standpunt. Het zet het referendum als middel in om publiciteit te maken voor de eigen politieke partij. Dat is nogal een verschil. Het valt te hopen dat de Referendum Commissie bij de verantwoording serieus kijkt of Vrede en Recht en anderen de verkregen subsidie goed hebben besteed.

rc

Foto 1: Schermafbeelding van deel ‘Oekraïne Associatieverdrag van ‘Vereniging Vrede en Recht’.

Foto 2: Schermafbeelding van overzichtStand van zaken afhandeling subsidieaanvragen per 26 februari 2016’ van de Referendum Commissie.