Interpretatie door initiatiefneemster Simons van ontwerpwet: Rekenkamer Suriname mag haar verslag niet in media bespreken

Een opvallende interpretatie van een ontwerpwet in Suriname. De Rekenkamer mag haar verslag niet in de media bespreken, zo is in een openbare commissie vergadering van 9 mei 2019 in de Nationale Assemblée besloten. ATV-Networks Suriname stipt voorzichtig aan dat Surinaamse media dit als beknotting ervaren en toont fragmenten uit de toelichting van Assemblée-voorzitter en initiatiefnemer van de wet Jennifer Simon op 9 mei. Zij is lid van de Megacombinatie NDP/MC van Desi Bouterse. De Rekenkamer van Suriname bevindt zich in ‘een verandertraject‘ en dat gaat blijkbaar niet vanzelf. Het lijkt een proces van vallen en opstaan.

Jennifer Simons zegt (na 22’05’’): ‘Zoals we al bespraken vinden we dat -ter bescherming van de kamer zelf, en zeker de voorzitter- de inhoud van de verslagen niet besproken wordt met de media, omdat de media alle toegang heeft tot het geproduceerde rapport’. Naast de media die geen melding mogen doen van verslagen, wordt ook voorzitter Charmain Felter van de Rekenkamer beperkt om in de media haar uitleg te geven.

De ontwerpwet noemt als taak van het Bureau van de Rekenkamer onder artikel 36, lid 3, sub i: ‘de zorg voor de in- en externe communicatie en informatievoorziening, mediazaken’. Dat laatste, ‘mediazaken’ is volgens Simons geschrapt in de definitieve wet omdat het onduidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Uit welk wetsartikel concreet blijkt dat de Rekenkamer haar verslag niet in de media mag bespreken is onduidelijk en niet terug te vinden. In de Memorie van Toelichting wordt dat omfloerst en vaag via een omweg zo verantwoord: ‘Het Bureau zal verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van de Rekenkamer voor zowel de administratieve werkzaamheden als de meer professionele en wetenschappelijke werkzaamheden. Die ondersteuning zal op uiterst professionele wijze moeten geschieden. De administratieve werkzaamheden kunnen heel ruim worden opgevat en vallen in feite alle werkzaamheden die niet van professionele of wetenschappelijke aard zijn.’

Simons betoog staat haaks op het idee dat media het venster op en de poortwachter van de democratie zijn. Zij schrapt de rol van de media en beredeneert dat een overheidsdienst, in dit geval de Rekenkamer van Suriname, rechtstreeks via de website kan ‘zenden’ naar de bevolking of naar de media. Dat is eenzijdige communicatie die een direct debat of weerwoord door de media uitsluit en de media de taak ontneemt om meningen, behoeften en denkbeelden te selecteren, te toetsen en door te geven. Deze beknotting van de media past niet in een werkzame democratie. Dat de Rekenkamer van plan is een eigen informatieafdeling op te tuigen past een volwassen en volwaardige overheidsdienst, maar kan de rol van de media niet vervangen.

Waarom presenteren publieke omroepen herhalingen van tv-programma’s als nieuw? Voorbeeld: ‘Apocalyps’ op Canvas

Reactie op de FB-pagina van Canvas, het tweede net van de Vlaamse publieke omroep. Een programmareeks over de Eerste Wereldoorlog wordt in de eigen publiciteit als nieuw gepresenteerd, terwijl het een herhaling is. Maar dat wordt verzwegen. Waarom wordt niet gezegd dat het een herhaling betreft? Wat is er aan de hand met de informatievoorziening van de publieke omroep? Dit roept de vraag op wat hiervoor de reden is:

Waarom wordt in de publiciteit van de VRT niet gezegd dat dit een herhaling is van een serie die eerder door de VRT werd uitgezonden? Waarom wordt in de publiciteit van de VRT niet gezegd dat dit een herhaling is van een serie die eerder door de VRT werd uitgezonden? Onder meer in 2016.

Ziet de publieke omroep het niet meer als haar taak om het publiek goed te informeren over de achtergrond van de uitzendingen? Hier hoort ook bij dat men aangeeft of het wel of niet een herhaling betreft. Men kan er alleen maar naar gissen waarom niet gezegd wordt dat de serie Apocalyps een herhaling is.

De VRT is niet de enige omroep die geen duidelijkheid geeft over het feit of een programma een herhaling betreft. Nederlandse omroeporganisaties doen hetzelfde. Tot voor enkele jaren terug was dat anders, dan werd in de programmagidsen of op de online informatie van de omroepen nadrukkelijk aangegeven of het een herhaling betrof. Nu gebeurt dat niet meer. Dat is een opmerkelijke verandering.

Een verklaring lijkt te zijn dat door de bezuinigingen de publieke omroepen zich gedwongen zien steeds meer programma’s of series te herhalen. De publieke omroep die zich hiervoor schaamt veegt dat onder het tapijt door het vermelden dat het een herhaling betreft achterwege te laten. Daarnaast zijn er zenders zoals BBC First waar programma’s van de hoofdnetten een tweede leven krijgen. Met als gevolg dat een bepaald programma binnen een jaar tientallen keren herhaald wordt.

Ook kan het zijn dat de omroepen erop speculeren dat de kijkers door het toegenomen, overdadige aanbod toch niet meer kunnen bijbenen of het een herhaling betreft. De kijkers zien door de bomen toch het bos niet meer. Ze worden aan zichzelf overgelaten en moeten zelf maar een orde aanbrengen in de brij aan informatie. Vooral voor oudere kijkers die niet met internet en nieuwe media zijn meegegroeid is dat een onmogelijke opgave.

Daarnaast neemt het lineair televisiekijken af en stellen kijkers hun eigen programmering samen door een mix van de actualiteit van de lineaire televisie, On Demand-programma’s, Netflix-achtige netten en doelgroepgerichte Narrowcasting. De publieke omroep concentreert zich op nieuws- en sportprogramma’s en een enkele prestigieuze dramaserie waarmee het zich profileert die in real time worden uitgezonden en schrijft de rest van de programmering af als vulling en minder belangrijk. In deze laatste categorie worden de herhalingen weggemoffeld, zodat deze programma’s optimaal kunnen worden uitgemolken voorzover de rechten dat toestaan zonder dat de kijker daar veel zicht op heeft.

Zo wordt de herhaling van een programma minder ongebruikelijk dan het tot voor enkele jaren geleden was. Toen werden herhalingen geprogrammeerd in de televisieluwe zomer. Een periode met lagere kijkcijfers en programma’s die niet ingezet werden voor de strijd om de gunst van de kijker met concurrerende omroepen. Nu worden de herhalingen ook geprogrammeerd in de belangrijkste periode, zoals het voorbeeld van Apocalyps laat zien.

Het effect van de vele herhalingen die niet meer als herhaling worden aangekondigd kan averechts werken. Na enkele teleurstellingen over een programma dat als gloednieuw wordt gepresenteerd maar dat bij nader inzien niet lijkt te zijn, kan een kijker het vertrouwen in de informatievoorziening van de publieke omroep verliezen. Alleen de Alzheimer-patiënt geniet van elk oude programma weer als nieuw. Maar de doorsneekijker weet niet meer of een programma of een jaargang van een serie eerder uitgezonden is en wordt zo onvoldoende geïnformeerd. Zo bereikt de publieke omroep het omgekeerde van wat het beoogt. De kijkcijfers nemen verder af. En de identificatie met de publiek omroep verschrompelt.

Eerlijk duurt het langst. Waarom zouden publieke omroepen en omroepgidsen die gevuld worden met door die omroepen aangeleverde informatie niet duidelijk maken of een programma wel of niet een herhaling is? De kijkers komen daar toch wel achter door te zoeken op internet. Nadat ze enkele keren hun neus gestoten hebben neemt echter de kans toe dat deze kijkers voorgoed afhaken en de moeite niet meer nemen. Daarnaast kan men zich afvragen of het niet gewoon de taak is van de publieke omroep om met publiek geld de kijker optimale informatie te geven over de eigen programmering? Zoals het tot voor kort was.

Tijden veranderen en de publieke omroep blijft daarin niet ongemoeid. Maar als het zelf het onderscheid niet meer wenst te geven over de eigen rol en taak, dan kunnen de leiding van de publieke omroep en de politieke bestuurders die verantwoordlijk zijn voor het mediabeleid niet verwachten dat de kijker het nog kan en vooral wil volgen.

Graag een fundamenteel debat over deze kwestie. Het volgt uit de ambitie, pretentie en het zelfbeeld van de publieke omroep. Wat wil het zelf zijn en hoe wil het dat wij de publieke omroep zien? Als een betrouwbaar baken of als een losgeslagen boei die meedeint op de tijdgeest en de commerciële flow?

Foto 1: Schermafbeelding van deel bericht op FB-pagina van Canvas, 25 september 2018.

Foto 2: Schermafbeelding uit het jaarverslag 2016 van de VRT (p.72).

Foto 3: Schermafbeelding van deel artikelDe Apocalypse van Wereldoorlog I’ op Cobra.be, 11 september 2014. 

Foto 4: Schermafbeelding van deel artikelCanvas herdenkt einde van WOI met vijfdelige reeks’ op TVvisie, 24 september 2018.

SGP’er Van der Staaij met kamervragen over Planned Parenthood door fractie het bos ingestuurd

De in de VS gevestigde non-profit organisatie Planned Parenthood voorziet in reproductieve gezondheidszorg. Ook internationaal. Wikipedia omschrijft het alsvolgt: ‘Reproductieve gezondheid impliceert dat mensen in staat zijn om een verantwoorde, bevredigend en veilig seksleven te hebben met kennis van zaken om zich voort te planten en de vrijheid om te beslissen of, wanneer en hoe vaak ze dit te doen.’ Dat is tegen het zere been van degenen die mensen niet de keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid willen geven. Dit zijn vooral conservatieven die met verwijzing naar religie anderen hun normen op willen leggen. The Young Turks schetsen deze cultuurstrijd in de VS. Het is trouwens een raadsel waarom nou juist Planned Parenthood onder vuur ligt van de conservatieven. Door goede voorlichting en preventie wil het abortussen juist voorkomen.

Fractievoorzitter Kees van der Staaij van de SGP heeft vandaag kamervragen gesteld aan de minister Koenders en Schippers over onder meer de bijdrage van Nederland aan de Europese subsidiëring van de internationale poot van Planned Parenthood. De vragen beschadigen vooral de degelijkheid van de SGP en roepen vooral de vraag op of de informatievoorziening binnen de fractie van de SGP wel op orde is en of de medewerkers zich wel breed genoeg informeren door ook objectieve bronnen te raadplegen. Want Van der Staaij wordt met zijn vragen zo grandioos het bos ingestuurd dat het pijnlijk is om te moeten zien. De suggesties over commerciële handel met weefsel van foetussen zijn allang weerlegd. Doorgaans komt de fractievoorzitter over als iemand die met kennis van zaken spreekt over staatsrecht en bestuurskunde en een goede politieke intuïtie heeft.

Als het om familiewaarden gaat verliest de partij blijkbaar controle over zichzelf in de drang zich krachtig te profileren. Van der Staaij wordt door zijn fractiemedewerkers te kijk gezet als iemand die zich baseert op suggestieve en allang weerlegde bronnen. De SGP schiet met deze kamervragen goddelijk in eigen voet.

Uitreiking museum awards door marketing bureau voor vrije tijd roept vragen op

red

Museumkwartier.nl is een onderdeel van RED Online Marketing dat zichzelf profileert als ‘hét online marketing bureau voor de reis- en vrije tijdsbranche’. Het deelt de ‘Museum Ontdekking 2015’ awards uit voor ‘de meest innovatieve musea in Nederland’. De Museum Ontdekking 2015 awards werden dit jaar voor de eerste keer aan 31 musea uitgereikt. Duidelijkheid over de samenstelling van de jury ontbreekt. Welke stem klinkt hier?

Welke criteria hanteert Museumkwartier.nl bij toekenning? Het zegt: ‘Bij het uitbrengen van de stem zijn musea beoordeeld op drie criteria, te weten: sociale interactie, verrassende elementen en actuele informatievoorzieningen, zoals bereikbaarheid, faciliteiten in het museum en voorzieningen voor oudere of mindervaliden bezoekers.’ De award beoordeelt musea dus op inzet van sociale media, informatievoorziening en verrassende elementen. Bij dat laatste als onvermijdelijke vraag: Hoe speelt het museum in op de beleving?

Dit initiatief van een marketingbureau voor de reis- en vrije tijdsbranche dat awards uitreikt aan musea en uitgaat van marketingcriteria behoeft verdieping. Het is het goed recht van een commercieel marketing bureau dat gespecialiseerd is in vrije tijd om zich op het gebied van de museumsector te begeven. Maar omdat het de musea uitsluitend beoordeelt op marketingcriteria is dit misleidend, vooral omdat deze specifieke invalshoek onvoldoende blijkt uit de naamgeving en presentatie van de award, en het publiek op het verkeerde been zet.

Als RED Online Marketing dit project doorzet doet het er voor de geloofwaardigheid van de awards en het eigen bedrijf verstandig aan om samenwerking met de Museumvereniging te zoeken. Zodat het de toekenning uit de commerciële sfeer haalt en verder kijkt dan de karakteristieken van de marketing alleen. Want het is een gotspe om een award die ‘Museum Ontdekking‘ heet uitsluitend op niet-inhoudelijke gronden toe te kennen.

mk

Foto 1: Schermafbeelding van redonlinemarketing.nl.

Foto 2: Schermafbeelding van museumkwartier.nl.