Bidens verwijzingen naar God en gebed in toespraak over Afghanistan passen niet bij een veranderende VS

Ik ben teleurgesteld en ook wel verrast over presidents Bidens verwijzing naar God en de stilte voor gebed die hij vroeg in zijn toespraak over Afghanistan. Hierin stond hij stil bij de dood van 13 Amerikaanse militairen die hij helden noemde. Ik dacht dat deze president verder was in zijn denken en zijn persoonlijk geloof niet goedgelovig rechtstreeks zou verbinden met zijn functie.

Het is ongepast voor elke Amerikaanse president om in zijn functie te verwijzen naar God. Persoonlijk geloof moet men voor zichzelf houden en niet verbinden met een functie.

Als president Biden de Amerikanen wil verbinden, dan moet hij niet religie centraal stellen omdat hij daarmee andersdenkenden uitsluit. Door te verwijzen naar God bereikt Biden het omgekeerde van wat hij beoogt. Hij verbindt niet, maar verdeelt.

President Biden die zijn katholiek geloof niet verbergt geeft ermee een signaal af aan vooral de jongere generaties dat hij iemand van het verleden, van oude tradities is die op de terugtocht zijn. Hij prijst onbewust zichzelf ermee uit de tijd. Tevens schept hij in de beeldvorming het idee dat het christendom, want daar verwijst hij impliciet naar, een soort staatsgodsdienst is en andere levensovertuigingen en godsdiensten door de regering minder belangrijk worden gevonden.

Bidens spirituele verwijzingen zijn electoraal onverstandig omdat hij zich richt tot een minderheid. Volgens onderzoek van Gallup uit maart 2021 zegt nog slechts een minderheid van 47% te behoren tot een kerk, moskee of synagoge. Een derde van de Millennials (1981-1996) en de daarna komende Generatie Z zegt geen religieuze affiliatie te hebben. Onder oudere generaties is sinds 2000 het percentage verdubbeld dat van traditionele denkbeelden naar ‘geen religieuze affiliatie’ is veranderd.

Politiek is Bidens verwijzing naar God en gebed alleen te begrijpen als een poging om de activistische witte, radicaal-rechtse christenen de pas af te snijden. President Biden probeert er ongetwijfeld mee duidelijk te maken dat geloof geen exclusief rechts thema is.

Maar hij schat het gevolg van zijn verwijzing verkeerd in. Hij breekt weliswaar in in een homogeen wit, rechts christendom door dat binnen te dringen en daarin een rol als wereldlijk en spiritueel leider op te eisen, maar hij vergeet dat demografisch de VS de laatste decennia in snel tempo gediversifieerd is en hij zich met de verwijzing naar God en gebed vervreemdt van vele landgenoten.

Bidens staf moet hem duidelijk maken dat het ongepast is om in zijn functie te verwijzen naar religie of een specifieke wijze van interreligiositeit omdat hij zich hiermee richt tot een VS die allang niet meer bestaat. Het automatisme van autoriteiten om bij calamiteiten te verwijzen naar thoughts and prayers is niet alleen verworden tot een lege formule, maar sluit ook steeds minder aan bij de mentaliteit in het land. Hoewel het op Capitol Hill tegen de landelijke trend in nog steeds de leidende mentaliteit is. Het parlement is ook in dit opzicht behoudend en mist de koppeling met de veranderingen in het land.

Uiteraard zijn de VS nu nog een door en door religieus land dat zichzelf met de geestelijke paplepel heeft gevoed, maar onder de oppervlakte gist het en lijkt weinig nodig om door de schil van godsvrucht, vanzelfsprekendheid en christelijke taboes te breken. Dat levensgevoel weigert Biden aan te spreken en zal hem door delen van zijn progressieve achterban aangerekend kunnen worden.

Het er nauw mee verbonden idee dat de VS een exceptionele natie is met een speciale opdracht is ook aan erosie onderhevig. De mislukking van het Afghanistan-beleid zet dat idee opnieuw onder druk.

Biden benadrukt met zijn christelijke referenties onbewust zijn ouderdom en zijn gegrondheid in traditionele denkbeelden die slecht passen bij een divers land dat etnisch en in levensovertuiging op weg is een land van minderheden te worden. Dat kan niet de bedoeling zijn van een president die zegt zijn land te willen verbinden, maar in die verbinding de verkeerde aanpak en toon kiest.

Verbod van religie is minder gek dan het lijkt. Laten we ons daarvan bewust zijn

Het is vaker gezegd, religie kent een dubbel gebruik. Zoals een auto een nuttig transportmiddel of een moordwapen voor aanslagen kan zijn. Religie kan het beste in mensen naar boven halen, maar ook het slechtste. Kenmerk van religie is dat onder verwijzing naar niet te checken aannames degenen die het inspireert zin en troost probeert te geven. Dat gebeurt door insluiting en uitsluiting. Religie biedt mensen een veilige plek, of liever gezegd de suggestie daarvan, maar sluit tegelijk andersdenkenden uit. Dat zijn de voor- en nadelen van religie.

Feit dat dit naast elkaar bestaat maakt religie tot zo’n interessant fenomeen. Het maakt religie ook kwetsbaar om gekaapt te worden, inclusief de macht die het vertegenwoordigt. Dat is wereldwijd te zien. In de islamitische wereld hebben radicalen over de volle breedte de islam gekaapt en bezoedeld en spannen ze gelovigen voor hun karretje. Het gevolg daarvan is stilstand, geslotenheid, eenvormigheid en het accent op machtsvorming. In de VS gebeurt hetzelfde met de witte evangelische christenen die met president Trump als voorman erop uit zijn om een nieuw soort christendom en een christelijke natie te creëren dat onder de sluimerende verwijzing naar witte suprematie andersdenkenden probeert af te schrikken en uit te sluiten van de macht.

De slachtoffers van deze theocratische tendenzen in de islamstaten en de VS (en ook in India) zijn de minderheden in betreffende landen en de godsdiensten zelf die zich laten corrumperen. De traditionele, gematigde vertegenwoordigers van de godsdiensten zijn niet tegen de radicalen opgewassen die in samenwerking met radicale politieke krachten de macht binnen de godsdienst opeisen. En overnemen.

Moet deze ontwikkeling van invloed zijn op onze houding tegenover religie? Anders gezegd, wanneer komt het kantelpunt voor andersdenkenden die zich niet laten inspireren door religie (en zelfs voor ‘gematigde’ gelovigen), maar religie als fenomeen nu nog maatschappelijke en juridische ruimte gunnen, om ervoor te pleiten dat religie vanwege het gevaar dat het oplevert een te groot risico vormt en verboden moet worden? Dit gaat over het femomeen religie dat door opportunisten en kwaadwillenden misbruikt wordt en de gelovigen gijzelt en opsluit in een radicale stellingname. Juist deze gelovigen zouden beschermd moeten worden door het fenomeen religie te verbieden.

Een verbod van religie wereldwijd is echter politiek onhaalbaar. De verknoping van politieke macht en religieuze organisaties is te hecht. Daarnaast maakt men ook een einde aan de positieve component van religie. Ook is het de vraag wat ervoor in de plaats zal komen. Toch is het goed om de mogelijkheid van een verbod in een breed maatschappelijk debat ter discussie te stellen. Al is het maar om te laten zien dat het bestaan van religie minder vanzelfsprekend is dan het lijkt.

Historisch gezien heeft religie een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de mensheid. Religie is een belangrijk cultureel verschijnsel dat mensen hebben uitgevonden en ontwikkeld met als doel om verbinding met elkaar te zoeken en de onzekerheden over het bestaan op afstand te houden. Dat heeft veel opgeleverd. Maar die fase lijkt nu op veel plekken tot een einde te zijn gekomen zoals de greep naar de macht van de islamfundamentalisten en de Amerikaanse christennationalisten aangeeft. Religie lijkt steeds meer in zijn tegendeel te verkeren. Laten we dat in elk geval beseffen. Religie had ooit een doel waarvan het in veel gevallen is afgedwaald. Vraag is of religie de huidige samenlevingen meer dient dan kwaad doet.

Foto: Vier vertegenwoordigers van religieuze organisaties. Credits: Marte Visser.

Gemeenteraadsverkiezingen: Keuze is nog nooit zo moeilijk/ makkelijk geweest

De keuze om te stemmen is nog nooit zo makkelijk geweest. Morgen zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Er zijn namelijk maar twee partijen. Partijen die politiek willen bedrijven binnen het bestaande politieke systeem en de partijen die dat niet willen, maar het systeem op willen blazen. En bewust of onbewust steun zoeken bij of geven aan tegenstanders van dat politieke systeem. Daarmee verkleinen ze de legitimiteit ervan. Gelovigen in de diepe staat en complotdenkers vallen in de tweede categorie. Ze willen puinhopen creëren om er iets nieuws op te bouwen. Of ze te laten smeulen als waarschuwing voor iets wat ze nog moeten ontdekken.

Het is nog helemaal niet zo makkelijk om te bepalen welke partijen in welke categorie vallen. Wat te doen met de SGP dat weliswaar het bestaande politieke en sociale systeem op wil blazen omdat het gaat voor de theocratie ‘waarin de godheid als onmiddellijke gezagsdrager wordt beschouwd’, maar dat tevens binnen de bestaande politieke structuur zich gouvernementeel gedraagt. En wat te doen met de SP die aanhaakt bij krachten die de EU en de bestaande Europese veiligheidspolitiek willen verzwakken of zelfs opblazen, maar die zich tegelijk evenals de SGP correct gedraagt binnen het bestaande systeem? En wat te denken van de VVD dat in theorie zegt te gaan voor het bestaande politieke systeem, maar dat in praktische politiek ondermijnt door corrupt gedrag en een buitenlandse politiek die minimalistisch steun geeft aan de EU en de slagkracht van de defensie in de afgelopen decennia tot een onaanvaardbaar laag niveau heeft teruggeschroefd? De VVD is over de grenzen heen loyaler aan de bestuurskamers van de multinationals dan aan Nederlandse burgers.

De keuze om te stemmen is nog nooit zo moeilijk geweest. Want als we politieke partijen langs de meetlat van steun voor het bestaande politiek systeem leggen, dan is niet op voorhand duidelijk wat een systeempartij en een anti-systeempartij is. Wel is duidelijk wie er in de tweede categorie vallen: PVV, Forum voor Democratie, DENK en allerlei links-radicale of rechts-radicale partijen die of hun loyaliteit buiten Nederland hebben liggen of het bestaande politieke systeem willen afbreken. Als hetzelfde voor de SGP, SP en de VVD geldt, dan weet de kiezer wat een systeem- en een anti-systeempartij is. De afweging om voor de ene of andere categorie te kiezen is bepalend. Hoe men vervolgens binnen de categorie stemt maakt minder uit. Hoewel de ketelmuziek van de campagne anders suggereert. Wetmatigheid is dat overeenkomsten gekleineerd worden en verschillen uitvergroot. Complicatie voor de kiezer is dat anti-systeempartijen zich voordoen als systeempartijen en hun ware aard slechts gedeeltelijk laten zien. Dan lijkt het zelfs alsof het totaal niet uitmaakt waarop men stemt.

Foto: Bord met verkiezingsaffiches voor de gemeentaadsverkiezingen van 21 maart 2018 in Den Bosch in artikelSneue foto’s, holle frases: zijn verkiezingsaffiches nog van deze tijd?’ in het het BD, 10 maart 2018; © copyright Marc Bolsius.

SGP voert internationaal campagne voor standpunt euthanasie. Maar verliest ermee haar eerlijkheid en beschadigt Nederland

De SGP is een partij die in artikel 3 van de statuten zegt: ‘Derhalve is haar streven erop gericht dat Gods Woord als norm aanvaard wordt voor het politieke en maatschappelijke leven.’ De SGP redeneert vanuit Gods woord en bedrijft vanuit die beginselen politiek. Dat leidt tot standpunten die buiten de hoofdstroom van de Nederlandse samenleving zijn komen te staan. Zoals artikel 7 van het beginselprogramma: ‘Gods Woord leert dat man en vrouw krachtens de scheppingsorde een eigen specifieke, van elkaar onderscheiden roeping en plaats hebben ontvangen. In deze orde is de man het hoofd van de vrouw.’ Tegelijk bedrijft de SGP praktische politiek en probeert het deze beginselen af te zwakken en te verbloemen zodat de partij weer enigszins aansluiting vindt bij de hoofdstroom. Dat gaat over de afwijzing van gelijkheid tussen man en vrouw of de vestiging van de theocratie. Maar over medisch-ethische standpunten doet de partij geen water bij de wijn.

SGP-leider Kees van der Staaij verkondigt in een opinie-stuk voor de conservatieve WSJ dat in Nederland de dokter je kan doden. Opvallend is overigens dat Van der Staaij in de ondertekening van zijn artikel niets meldt over zijn christelijke overtuiging of zijn christelijke partij, maar zich een Nederlands parlementslid noemt. Van der Staaij is echter geen doorsnee Nederlands parlementslid, maar een lid van de radicaal-christelijke SGP met veel standpunten die buiten de hoofdstroom van de Nederlandse politiek liggen. Van der Staaij is misleidend en vooringenomen -en gaat voorbij aan de zorgvuldigheid van de Nederlandse euthanasiepraktijk- als hij zegt: ‘Komt er een dag dat het normaal is voor oude mensen om een pil te nemen en simpelweg te verdwijnen?’ (‘Will the day come when society considers it entirely normal (..) to pop the pill and disappear?’).

Het zou beter zijn als Van der Staaij met zijn goedkope retoriek verdween uit het publieke debat. Met zijn verdachtmakingen over de vermeende onzorgvuldigheid van de bestaande euthanasiepraktijk met een onvermijdelijke glijdende schaal en de valse schets van een dystopisch toekomstbeeld van ouderen die worden ‘opgeruimd’ beschadigt hij bewust het beeld van Nederland in het buitenland. De SGP beweegt zich ermee op het terrein van de science fiction en neemt grote afstand tot de hoofdstroom van de Nederlandse politiek. Die harde profilering is een bewuste keuze van de SGP. Volgens een artikel in het RD wil Van der Staaij zijn opinie de komende tijd met vergelijkbare artikelen in vele talen in allerlei landen verspreiden.

Deze publiciteitscampagne kan niet los worden gezien van de formatie. D66 en de CU onderhandelen over medisch-ethische kwesties en schrijven erover samen een stuk voor de onderhandelingen. Met zijn opinie-artikel zet Van der Staaij via een omweg de CU onder druk. Deze ‘waarschuwing’ uit radicaal-rechtse hoek aan een andere christelijke partij kan ook in haar tegendeel verkeren. Vooral als D66 beseft dat pragmatisme niet eindeloos oprekbaar is. Het toont tevens de absurditeit aan dat D66 en CU met uiteenlopende standpunten over medisch-ethische onderwerpen deel van hetzelfde kabinet uitmaken. Mogelijk doodt in Nederland niet de dokter, maar de SGP bewust het leven. In dit geval van andere politieke partijen. Uit principiële afgunst.

Foto: Opinie-artikelIn the Netherlands, the Doctor Will Kill You Now’ van Kees van der Staaij in de WSJ, 21 juli 2017.

SGP neemt in verkiezingsprogramma een risico omdat aanpak van de islam op het christendom kan terugslaan

sgp

De SGP worstelt met de islam. Want geldt daarvoor dezelfde godsdienstvrijheid als voor christenen, of niet? De partij weet niet of het wat het ‘secularisten’ noemt met D66 als afschrikwekkend voorbeeld of de islam als de grootste bedreiging van het eigen gedachtengoed moet zien. In het verkiezingsprogramma gaat bovenstaande passage over de islam. Is wat de SGP er van maakt een zinvolle of wellicht een valse tegenstelling?

De SGP verzwakt in de verkeerde reactie op iets van buiten. Des te vreemder omdat Nederland als het ooit omvangrijkste islamitische land ter wereld een wetenschappelijke traditie heeft in de kennis van de islam. Snouck Hurgronje en daarna. Vraag is waarom de kennis niet benut is. Nog steeds een blinde vlek in onze recente politieke geschiedenis. Vergelijkingen met andere landen in de opvang van moslims pakken niet altijd gunstig uit, maar zijn vaak onrechtvaardig. ‘Moslims’ die naar de VS gingen waren vaak christen en hoogopgeleid. Ze komen uit moslimlanden, maar zijn als bedreigde elite het eerst vertrokken. Naar Nederland zijn plattelanders, laagopgeleiden en cultureel conservatieven gekomen. De stap naar de grote stad van een geïndustrialiseerde samenleving vanuit een plattelandsomgeving was een reuzenstap. De islam wordt door critici een woestijncultuur met wrede aspecten genoemd. Maar Arabische staten kennen al vanaf een pre-islamitisch tijdperk de verfijning van de stad. Door de opkomst van de fundamentalistische islam komt die traditie onder druk te staan. De intellectuele, seculiere Arabische stadselite zal zich onderhand meer thuisvoelen in het Westen dan in de eigen omgeving die in hoog tempo islamiseert. Maar niet bij de theocratische gedachtenwereld van de SGP die de polderversie van die woestijncultuur vertegenwoordigt.

In een reactie zegt fractieleider Kees van der Staaij van de SGP volgens een bericht in De Limburger: ‘In tegenstelling tot het Midden-Oosten kent het Westen geen traditie om geloofsbelijdenissen over straat te strooien. De overheid biedt meer ruimte dan we hier gewoon zijn.’ Wie het gebeier op zondagochtend als een uiting van geloofsbelijdenis ziet zal hier anders over denken. Of de constatering van Van der Staaij een einde rechtvaardigt van de gebedsoproepen die vanuit moskeeën over straat schallen is daarom de vraag.

Het is best om daar een eind aan te maken, maar dan gelijke monniken, gelijke kappen. Dan moeten er ook een einde komen aan het gebeier van kerklokken en andere uitingen van geloofsbelijdenis in de publieke ruimte, zoals processies en andere christelijke manifestaties. De verdediging van de SGP dat kerkklokken bij het Nederlandse cultuurpatroon passen en daarom strikt gezien niet religieus van aard zijn kan eenvoudig weerlegd worden. 1) Islamitische Nederlanders kunnen beweren dat hun oproep vanuit de moskee een culturele uiting is die past bij het nieuwe Nederland. 2) Nederlanders die de seculiere staat voorstaan met pluriformiteit en gelijkheid van godsdienst en levensovertuiging zoals dat gegarandeerd wordt door de overheid vinden in Van der Staaij’s woorden munitie om die gelijkheid op te eisen. De SGP neemt een risico door deze religieuze doos van Pandora te openen. Het kan zich tegen het orthodoxe christendom keren.

Foto: Schermafbeelding van een deel uit het Verkiezingsprogramma van de SGP.

Islam hoort thuis in Europa. Binnen de modellen van rechtsstaat en secularisme. Een antwoord aan Piet de Bruyn

pdb

Arabist-islamoloog Piet de Bruyn meent in een opinie-artikel voor Doorbraak.be dat de islam niet thuishoort in Europa. Hij meent dat het hoog tijd wordt om de islam openlijk te kritiseren. Dat advies gaat voorbij aan het publieke debat waarin de islam al sinds 2001 onder vuur ligt. Maar hij denkt waarschijnlijk dat de kritiek niet fundamenteel genoeg is en voorbijgaat aan wat hij als de kern van de islam ziet. De Bruyn ziet de import van de in zijn ogen verstarde islam als een gevaar voor Europa waarvan het helemaal niets te leren heeft.

Ook als De Bruyn in zijn analyse gelijk heeft valt niet in te zien dat hij de goede methode volgt om de islam in Europa in lijn te brengen met de Europese normen en waarden en moslims te helpen in hun  emancipatie. Vooral moslimvrouwen die drie vijanden tegenover zich hebben worden onrechtmatig ingeperkt door: 1) de moslimmannen die zich met een beroep op de islam superieur gedragen tegenover moslimvrouwen; 2) de leer van de islam die dit gedrag van de moslimmannen legitimeert en 3) de nationale omgeving die moslimvrouwen reduceert tot hun religieuze identiteit en hun de ruimte op meerduidigheid ontneemt. De islam moet niet bestreden, maar gerelativeerd worden. Dat kan door het benadrukken van rechtsstaat en secularisme waarin de islam kan functioneren. Winst is dat moslimvrouwen ruimte krijgen zonder dat hun religie frontaal wordt aangevallen en hun religieuze identiteit ter discussie wordt gesteld. Mijn commentaar:

Het is simpel. Als de islam de nationale rechtsstaat van het Europese land waarin het opereert niet erkent, dan moet de islam buiten de orde worden geplaatst. Als de islam zich ondergeschikt maakt aan de nationale rechtsstaat en het secularisme als model voor levensovertuigingen en religies accepteert, dan heeft de islam bestaansrecht. Complicatie is wel dat ‘de islam’ in Europa vele verschijningsvormen kent. Om het zichtbaar en aanspreekbaar te maken in het publieke debat past enige abstractie en simplificatie.

Probleem is dat de islam niet de enige religie met politieke pretenties is. Dat maakt het verschil tussen de islam en andere religies niet principieel, maar gradueel. Het katholicisme in Zuid-Europese landen met een grote katholieke meerderheid opereert als een verkapte staatsgodsdienst. En het protestantisme heeft in Noord-Europese landen een bijna identieke claim op dominantie. Dat ondermijnt de aanpak van de islam die over zichzelf zegt zuiver religieus te zijn, maar van wie critici menen dat het in de kern een politiek-filosofische stroming of ideologie is die religie gebruikt voor politieke doeleinden.

In het algemeen vormt door de vermenging met politiek en economie religie een probleem. De geschiedenis leert dat religies alleen kunnen overleven door machtsvorming. Dat gebeurt enerzijds door het uitschakelen van religieuze concurrenten en anderzijds door coalities te sluiten met de wereldlijke macht. Of in sommige gevallen de wereldse macht ondergeschikt te maken aan de religieuze macht, zoals in Iran of Saoedi-Arabië.

De beste manier van emacipatie van de Europese islam is niet het wijzen op het vermeende feilen ervan, maar het promoten van rechtsstaat en secularisme als model waarbinnen de islam kan opereren. Gelijkwaardig aan andere religies en levensovertuigingen. Voorwaarde is dat de bestaande relatie tussen religieuze en wereldse macht doorgesneden moet worden om de islam geloofwaardig in dat model in te passen.

Religies die menen recht te hebben op een voorkeursbehandeling en daartoe coalities sluiten met politieke partijen moeten beseffen dat ze een achterhoedegevecht voeren. Zij zijn het die een rechtsstatelijke oplossing voor alle religies en levensovertuigingen in de weg staan. Zodat zij de nationale islam een excuus geven om weg te komen met het voldoen aan juridische en staatkundige verplichtingen. De islam in Europa kan alleen volgen als bestaande religies het goede voorbeeld geven en hun voorkeurspositie opgeven. Onder de garantie van gelijkwaardigheid dienen nationale overheden er strikt en neutraal op toe te zien dat alle religies en levensovertuigingen in dat model gepast worden. Wie dat niet wenst wordt achteraf buiten de orde geplaatst.

Foto: Schermafbeelding van deel van artikelDe islam hoort niet thuis in Europa’ van Piet de Bruyn, 26 augustus 2016.

SGP’er Van der Staaij met kamervragen over Planned Parenthood door fractie het bos ingestuurd

De in de VS gevestigde non-profit organisatie Planned Parenthood voorziet in reproductieve gezondheidszorg. Ook internationaal. Wikipedia omschrijft het alsvolgt: ‘Reproductieve gezondheid impliceert dat mensen in staat zijn om een verantwoorde, bevredigend en veilig seksleven te hebben met kennis van zaken om zich voort te planten en de vrijheid om te beslissen of, wanneer en hoe vaak ze dit te doen.’ Dat is tegen het zere been van degenen die mensen niet de keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid willen geven. Dit zijn vooral conservatieven die met verwijzing naar religie anderen hun normen op willen leggen. The Young Turks schetsen deze cultuurstrijd in de VS. Het is trouwens een raadsel waarom nou juist Planned Parenthood onder vuur ligt van de conservatieven. Door goede voorlichting en preventie wil het abortussen juist voorkomen.

Fractievoorzitter Kees van der Staaij van de SGP heeft vandaag kamervragen gesteld aan de minister Koenders en Schippers over onder meer de bijdrage van Nederland aan de Europese subsidiëring van de internationale poot van Planned Parenthood. De vragen beschadigen vooral de degelijkheid van de SGP en roepen vooral de vraag op of de informatievoorziening binnen de fractie van de SGP wel op orde is en of de medewerkers zich wel breed genoeg informeren door ook objectieve bronnen te raadplegen. Want Van der Staaij wordt met zijn vragen zo grandioos het bos ingestuurd dat het pijnlijk is om te moeten zien. De suggesties over commerciële handel met weefsel van foetussen zijn allang weerlegd. Doorgaans komt de fractievoorzitter over als iemand die met kennis van zaken spreekt over staatsrecht en bestuurskunde en een goede politieke intuïtie heeft.

Als het om familiewaarden gaat verliest de partij blijkbaar controle over zichzelf in de drang zich krachtig te profileren. Van der Staaij wordt door zijn fractiemedewerkers te kijk gezet als iemand die zich baseert op suggestieve en allang weerlegde bronnen. De SGP schiet met deze kamervragen goddelijk in eigen voet.

Republikeinse presidentskandidaten weten het: christenen wel en moslims niet toelaten

Cenk Uygur van The Young Turks gaat heerlijk tekeer tegen Republikeinse presidentskandidaten als Donald Trump, Ben Carson, Ted Cruz en Jeb Bush die in theorie voor de seculiere samenleving zijn zoals de grondwet die definieert, maar zich in praktijk heel anders opstellen. In de hitte van de campagne voor de nominatie.

Aanleiding is het debat over het selecteren van Syrische vluchtelingen op basis van religie. De christenen worden toegelaten, de moslims niet. Want die laatsten zouden wel eens islamisten, jihadisten of terroristen kunnen zijn. Maar een seculiere samenleving dient geen enkel onderscheid te maken tussen religies onderling, of tussen religie en levensovertuiging. Een seculiere samenleving zoals de Nederlandse of de Amerikaanse biedt juist meer vrijheid van godsdienst voor meer gelovigen van meer religies dan in samenlevingen met een staatsgodsdienst waar pluriformiteit van religie door de overheid bestreden wordt.

In hun zelfprofilering en politieke marketing dwalen de genoemde Republikeinse presidentskandidaten steeds verder af van een redelijke opstelling. Dat is normaal omdat in politieke campagnes altijd standpunten wordt aangescherpt ter onderscheid van de ander, waarna dat later weer terugveert naar het midden. Maar onder impuls van Donald Trump en Ben Carson die onbevangen in de campagne staan -die ze mede gebruiken om hun naamsbekendheid te vergroten- lijken in deze campagne de Republikeinse kandidaten elkaar meer dan anders te willen overtreffen in extremisme en onredelijkheid. Zelfs de vleesgeworden kandidaat van het midden Jeb Bush verliest zichzelf en komt uit bij standpunten die hij redelijkerwijs niet kan onderschrijven.

Waarom wordt de SGP die de theocratie nastreeft niet verboden?

sgp

Wetgeving en bestuur mogen de prediking van het Evangelie niet hinderen, maar moeten deze bevorderen. De Kerk van Christus dient wel onderscheiden te worden van elke vereniging en moet naar eigen rechten beschermd worden. Dientengevolge behoren ongeloofspropaganda, valse religies en anti-christelijke ideologieën door de overheid uit het openbare leven te worden geweerd.’ zo luidt artikel 4 van het Program van beginselen van de SGP. De bron van artikel is een artikel van de Nederlandse geloofsbelijdenis

Het onbewust grappige woord ‘ongeloofspropaganda’ tekent het perspectief van de SGP en de gerichtheid op het geloof. Deze stevige kost is geen verleden tijd, maar nog steeds leidend in de SGP, zoals bovenstaande schermafbeelding van noordholland.christenunie.nl over de Grondslag SGP duidelijk maakt. Is het trouwens toeval dat rivaal ChristenUnie dit ondubbelzinnig naar buiten brengt? Want hoewel de SGP inhoudelijk geen komma heeft ingeslikt van de beginselen, is het wel voorzichtig geworden om dit ondubbelzinnig naar buiten te brengen. De SGP praat er in de eigen publiciteit omheen en probeert de eigen grondslag te verhullen. Maar deze gemoderniseerde vertaling van de aloude beginselen verbergt de ware aard van de SGP niet:

theo

In een interview voor NRC kwam terrorismedeskundige Beatrice de Graaf tot de volgende constatering: ‘De SGP, met zijn theocratische ideeën, zou in Duitsland waarschijnlijk verboden worden. Bewaffnete Demokratie, heet dat daar.’ Is dat voor Nederland heel anders? Om een toekomstig verbod van een islamitisch kalifaat in Nederland bespreekbaar te maken is het goed dat Nederlanders er zich van bewust zijn dat de SGP met haar beginselen hetzelfde nastreeft. Hoe bestuurlijk-coöperatief de SGP zich in de praktische politiek ook opstelt.

Foto 1: Schermafbeelding van ‘Grondslag SGP’ op ChristenUnie Nood-Holland.

Foto 2: Schermafbeelding van ‘Theocratie‘ op sgp.nl.

Petitie voor vrijlating Saoedische activiste Souad Al-Shammary

ch1

ch2

De petitie ‘Free Souad Al-Shammary’ roept op Change.org op om deze Saoedische mensenrechtenactiviste vrij te laten. Ze werd afgelopen week gearresteerd toen ze verscheen op een hoorzitting vanwege een klacht van islamistische geestelijken. Al-Shammary wordt ervan beschuldigd op te komen voor vrouwenemancipatie en de positie van de vrouw, de scheiding van kerk en staat, en de macht en voorrechten van de orthodox-islamitische geestelijkheid ter discussie te stellen. Saoedi-Arabië heeft baat bij een overgang naar democratie en rechtsstaat. Mensenrechtenactivisten als Souad Al-Shammary zijn onmisbaar om dat proces te begeleiden. Daarom moet ze vrijkomen. Ze hoort niet in de gevangenis van de theocratie Saoedi-Arabië thuis. Waar de heerschappij van God en geestelijken die in Zijn naam zeggen te spreken de inwoners gevangen houdt.

Foto’s: Schermafbeelding van petitie ‘Free Souad Al-Shammary’ op Change.org van de Worldwide Women’s Support Circle.