Baudet krijgt kritiek dat hij verstek laat gaan bij kamerdebat over MH17

Vandaag is er in de Tweede Kamer een plenair debat over ‘het besluit vervolgingsmechanisme MH17’. Wat opviel was dat Thierry Baudet (FvD) verstek liet gaan. Hij was eerder kritisch op het onderzoek naar het neerschieten van de MH17 en ondertekende in januari 2017 een brief aan president Trump. Volgens een bericht in De Telegraaf was dat volgens minister Bert Koenders ‘een aanval op de onafhankelijkheid van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en het Openbaar Ministerie’. Mijn reactie bij het artikelPvdA, D66 en VVD laaiend op MH17-criticaster Thierry Baudet die wegblijft bij debat over de vliegramp’ op DDS:

Het tekent de politiek van Baudet om niet op te komen dagen in debat over MH17. Hit and run, en verder niks. Zulke politiek is geen aanwinst voor Nederland. Men kan zeggen wat men wil van Geert Wilders, maar hij ontloopt het debat niet en durft de confrontatie aan. Baudet niet, zo lijkt het.

Baudet had als Nederlandse politicus die brief aan Donald Trump beter niet ondertekend. Omdat hij hiermee zijn twijfel over de instituties OVV en OM uitspreekt. Dat wringt. Zeker nu Baudet parlementslid is brengt hem dat in een merkwaardige situatie. Wellicht de reden om weg te blijven bij het kamerdebat omdat hij het niet uit kan leggen. Want het roept de vraag op in welke mate Baudet de Nederlandse rechtsstaat onderschrijft.

Baudet zaait twijfel over Baudet.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelPvdA, D66 en VVD laaiend op MH17-criticaster Thierry Baudet die wegblijft bij debat over de vliegramp’ van Tim Engelbart op DDS, 6 september 2017.

Nederland verbiedt Turkse minister landingsrechten en begeeft zich in schaduwspel met Turkije. Realisme boven ethiek

De Turkse president Erdogan krijgt van de Nederlandse regering precies wat hij wenst: de slachtofferrol. Den Haag heeft besloten om de landingsrechten van het vliegtuig van de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Çavusoglu in te trekken. Hij was van plan om vandaag aanwezig te zijn in Rotterdam op een politieke bijeenkomst met de opzet om bij Turkse-Nederlanders te pleiten voor het Turkse referendum dat Erdogan meer macht geeft. Of Çavusoglu met een lijnvlucht of via België alsnog naar Rotterdam komt is op dit moment onbekend. Feitelijk is dat voor zijn promotie van Erdogan niet nodig, hij heeft zijn punt gemaakt.

Mede door de harde opstelling van de PVV en radicaal-rechts voelt het kabinet zich met het oog op de verkiezingen van 15 maart in het defensief gedrongen. En daarom stelt het zich hard op tegenover de Turkse regering die zich niet aan de spelregels van het diplomatieke verkeer houdt en zelfs eigen regels overtreedt. Turkse politici mogen van de Turkse wet helemaal geen campagne voeren in het buitenland. Maar Çavusoglu trekt zich daar niets van aan en doet alsof hij geen politiek bedrijft, maar voorlichtingsbijeenkomsten geeft. Dat is aantoonbaar onjuist, want het gaat Erdogan wel degelijk om politiek. Hij heeft de Turkse stem in de diaspora hard nodig omdat de peilingen wijzen op een patstelling tussen voor- en tegenstanders.

Turkije was het afgelopen week nog op andere manieren negatief in het nieuws. Zo lobbyde de onlangs ontslagen Amerikaanse Nationale Veiligheidsadviseur in de regering-Trump Mike Flynn tot zijn ontslag als buitenlands agent voor Turkije en ontving daar 500.000 dollar voor. Daarover werd al in november 2016 bericht in de Amerikaanse media, maar het overgangsteam van Trump onder leiding van vice-president Mike Pence nam om onverklaarbare redenen geen maatregelen en handhaafde Flynn. En Turkije zoekt steeds meer toenadering tot de Russische Federatie wat merkwaardig en hoogst ongebruikelijk is voor een Navo-lidstaat.

Krantencommentaren over de opstelling van de Nederlandse regering over een bezoek van Çavusoglu gaan uit van een rechtsstatelijk standpunt. De Turkse regering provoceert, gaat over de rand van het betamelijke en manoeuvreert zich door te speculeren op een reactie van West-Europese landen als Duitsland en Nederland bewust in de slachtofferrol. Het zou door Europa worden tegengewerkt en vanuit superioriteitsgevoel worden gediscrimineerd. Met op de achtergrond de deal over de vluchtelingen die de EU-lidstaten uit de brand helpt. De teneur is dat Nederland beter niet in zou gaan op de provocaties en de eigen normen dient te handhaven.

Dat laatste valt te bezien. Nederland hoeft zich niet als gekke Henkie op te stellen als landen als Turkije of de Russische Federatie een loopje nemen met hun nationale en de internationale spelregels. Straatvechters die over grenzen gaan speculeren op een ethische opstelling van hun tegenstanders die daardoor bij voorbaat inboeten aan kracht en middelen om te reageren. Dat is een gevecht waarbij landen die zich aan de regels houden één hand op de rug gebonden hebben. Maar geen enkel machtig land houdt zich aan de regels.

Hoe triest het ook is, realistische buitenlandse politiek vraagt soms om een onvoorspelbaar antwoord dat overtreders van de rechtsorde een koekje van eigen deeg geeft. De uiteindelijke vraag is hoe die internationale rechtsorde het best en het snelst hersteld kan worden. Voorwaarde is wel dat als de Nederlandse regering in dit specifieke geval van Çavusoglu -die de Turkse politiek naar Nederland exporteert- de grenzen van de wet opzoekt of daar overheen gaat, het tegelijk duidelijk maakt dat het dat enkel en alleen doet om die rechtsorde te herstellen. Een ethische opstelling is voor een hoofdcommentaar of een cursus staatsrecht, een realistische opstelling is voor de praktische politiek tussen landen. In de laatste week van een verkiezingscampagne waar nog veel kiezers zweven. Het Turkse vuile spel moet maar even met Nederlands vuil spel beantwoord worden.

Foto: ‘The hall of the Imperial Ceremonial Palace (Yıldız)’, 1880-1893. Fotograaf mogelijk Abdullah Frères. Collectie Library of Congress.

Verkiezingsretoriek domineert debat over de ratificatie van de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne

tpo

De grootste fout heeft premier Mark Rutte in de aanloop naar het Oekraïne-referendum gemaakt. Omdat het om een raadgevend referendum ging had hij aan zowel het publiek als de partijen in het parlement moeten toelichten dat de uitslag van het referendum één van de aspecten was die hij mee zou wegen in de overweging van het kabinet. De Wet Raadgevend Referendum geeft het kabinet die ruimte. Rutte liet dat na. Onder druk van partijen -vooral de PvdA- zei hij de uitslag te zullen volgen. Dat had hij niet moeten doen.

Zo ontstond een vewarrende situatie. Informeel zei premier Rutte de uitslag te volgen, maar formeel had hij de ruimte om de uitslag naast zich neer te leggen en andere belangen voorop te zetten. Zoals de toekomst van Nederland, de relatie met andere EU-lidstaten, de Europese veiligheidspolitiek en geopolitieke belangen in de relatie met de Russische Federatie.

Daarbij komt dat democratie op vele niveau’s speelt. Op binnenlands/ Nederlands niveau, op EU-niveau met 28 EU-lidstaten en op het niveau met een externe EU-partner Oekraïne. En in afgeleid daarvan ook nog eens in het diapositief van de Russische Federatie waar democratie en rechtsstaat steeds meer onder druk staan.

Nederland moet zwaarwegende redenen hebben om een associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne niet te ratificeren tegen 27 EU-lidstaten in die dat wel doen. Het kan de Nederlandse positie beschadigen. De afweging van het kabinet in tweede instantie is dat die zwaarwegende redenen ontbreken. Formeel is de uitslag van het Nederlandse referendum volgens het kabinet niet die zwaarwegende reden. Feitelijk maakt het kabinet de afweging of het kiest voor de binnenlandse of buitenlandse geloofwaardigheid van Nederland.

De opkomst bij het referendum lag met 32% net boven de opkomstdrempel van 30%. Als dan toch een uitslag moet doorwegen in het buitenlands beleid dan kan dat beter gebeuren bij de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Met een opkomst in de laatste jaren van zo’n 75% is die stemming in het land meer dan twee keer zo representatief dan het referendum over Oekraïne. Strategische tegenstemmers bleven thuis in de verwachting er zo aan mee te helpen de opkomstdrempel van 30% niet te halen.

Niet ratificeren zou de positie verzwakken als Nederland als enige EU-lidstaat dwars zou blijven liggen. Men kan daarover van mening verschillen, maar onwettelijk, verraderlijk of een getuigenis van een slappe ruggegraat is die opstelling van het kabinet niet. Het is bovenal in tegenspraak met wat Rutte en andere bewindslieden voor het referendum zeiden en verzwakt het vertrouwen in de politiek. Maar dat slaat vooral terug op de VVD en de PvdA die in deze kwestie hun eigen public relations slecht hebben behartigd.

Nadeel van partijpolitiek is dat partijen hun eigen retoriek volgen en daar nog lijken in te gaan geloven ook. Hun sterkte is dat ze niet verder kijken dan hun neus lang is. Dat is tegelijk hun zwakte omdat het partijen gevangen houdt in eigen retoriek. Dit wordt extra op scherp gezet door electorale overwegingen. Partijen sorteren nu al voor voor de verkiezingen van de Tweede Kamer op 15 maart 2017. Ze staan in de file om hetzelfde te beweren. Elk roepen ze het hardst in de verwachting het best gehoord te worden door de kiezer.

Vanuit die verkiezingsretoriek is het begrijpelijk dat de PVV’er Harm Beertema stelt dat premier Rutte verraad heeft gepleegd. Maar het kabinet dat aan het roer van Nederland staat heeft een verantwoordelijkheid die verder gaat. Het is niet het belang van de EU dat Rutte en andere bewindslieden behartigen, maar het belang van Nederland. En het is evenmin het belang van hun politieke partij die de VVD’ers en PvdA’ers in het kabinet met hun opstelling over de ratificatie van de associatie-overeenkomst behartigen. Die waarheid dringt slecht door tot partijen als de PVV, SP, PvdD, VNL, CDA, CU en SGP die hun electorale positie voorop zetten. Vooral de gouvernementele confessionele CDA, CU en SGP komen hierdoor in conflict met hun eigen traditie.

Foto: Schermafbeelding van artikelOekraïnedebat – Mark Rutte heeft zijn meerderheid in Tweede- én Eerste Kamer’ op TPO, 20 december 2016.

Nord Stream 2: Jerzy Buzek verwelkomt het voorbehoud van de Europese Commissie

Vooruitzichten van het het gasproject Nord Stream 2 zijn wankel, aldus de Poolse oud-premier en de huidige Europarlementariër Jerzy Buzek naar aanleiding van voorbehoud hierover van de Europese Commissie eerder deze maand. In een bericht zet Polennieuws de politieke ontwikkelingen op een rijtje. Het is een conflict dat ingaat tegen de solidariteit tussen EU-lidstaten. De Visegrad groep die bestaat uit Polen, de Tsjechische Republiek, Slowakije en Hongarije en de Baltische landen zijn tegen Nord Stream 2, en de West-Europese regeringen van landen met belangen in het project (Duitsland, Nederland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Oostenrijk) zijn voor. Om het terug te brengen tot een Nederlandse zegswijze: het is de dominee tegenover de koopman. Maar zoals Buzek aangeeft zijn er ook economische bezwaren tegen het project.

In een tweet schetst Anders Aslund de Russische positie. Het wil dat Nord Stream 2 doorgaat, business as usual. Putin is dol op grote projecten, zoals de Sochi Winterspelen, de Kerch brug naar de Krim of het WK Voetbal 2018 die een vierledig doel hebben. 1) Afleiding van dagelijkse economische problemen; 2) Middel om voor de eigen bevolking een beeld van een sterk land te presenteren; 3) Middel om het buitenland af te bluffen en 4) Middel om overheidsgeld door corruptie door te sluizen naar zakenrelaties van het regime.

Bij Nord Stream 2 speelt ook mee dat de reden waarom op 17 maart 2014 door de VS, de EU en Canada een eerste ronde van sancties ingesteld werd na de inname van de Krim in 2014 door de Russische Federatie nog steeds niet zijn weggenomen. Er pleit veel voor gelijk oversteken: als de Russische Federatie de bezetting van de Krim beëindigt, dan stoppen de Westerse landen de sancties tegen dat land. Dit gaat niet alleen om geopolitiek, invloedssferen en de Europese veiligheid, maar om de geloofwaardigheid van een EU die krachtig en zelfbewust opkomt voor eigen waarden en belangen. En zich aan zijn woord houdt. Daarbij komt ook nog dat South Stream met belangen van Italië en Balkanlanden eind 2014 werd afgelast door de Russen wegens belemmeringen over aanbestedingen die de EU stelde. Deze landen namen dit de EU kwalijk.

Zo is Nord Stream 2 een project geworden waarin vele aspecten op een conflicterende wijze samenkomen. Het gaat om de geloofwaardigheid van de buitenlandse politiek van de EU en om de EU als waardengemeenschap, om de solidariteit van West-Europese EU-lidstaten met zowel Oost-Europese als Zuid-Europese lidstaten, om de afweging of in de EU politieke belangen zwaarder wegen dan economische belangen, om de macht tussen de lidstaten en de supranationale EU, om de macht tussen ondernemingen als Shell, Wintershall en Engie en nationale parlementen en Europarlement, om de energiepolitiek van de EU met diversificatie en vergroeiing, en om de politiek van de Russische Federatie dat de EU probeert te verzwakken door zaaien van verdeeldheid.

De Europese Commissie zou er goed aan doen om voor te stellen om Nord Stream 2 op sterk water te zetten onder de voorwaarde dat pas als de Russische Federatie de bezetting van de Krim beëindigt en de Minsk II akkoorden over de Russisch-Oekraïense oorlog in Oost-Oekraïne naar de letter uitvoert, de EU bereid is om constructief met de Russische regering en Gazprom samen te werken voor het vervolg. Maar niet eerder.

De Nederlandse oplossing: Internationaal cultuurbeleid als krachtig signaal tegen instabiliteit rond Europa

IWM-HU-59574_Constructing_a_Dummy_Tank_1942

Cultuur heeft een directe verbinding met economie en politiek, en is een vorm van diplomatie die zeer waardevol is voor onze reputatie als voortvarend, open land. En het kan onze positie in het buitenland verstevigen.’ Aldus een video uit 2013 van Buitenlandse Zaken over internationaal cultuurbeleid. Kunst moet dienstbaar zijn aan politieke doeleinden. Kunstvormen die uit deze gouvernementele opvatting van cultuur volgen zijn er niet voor de kunst, maar voor de economie, reputatie en diplomatie van Nederland.

Nu is er de ‘Kamerbrief over internationaal cultuurbeleid 2017-2020’ van de ministers Bert Koenders van Buitenlandse Zaken en Jet Bussemaker van Cultuur. De rol van de economie in de internationale culturele samenwerking wordt afgeschaald. Het culturele veld mag voortaan zelf het initiatief nemen waarbij de overheid faciliterend optreedt. In het beleidskader bij de brief staat: ‘Ook zien we dat cultuur internationaal steeds vaker een politieke lading krijgt: cultuur wordt niet alleen ingezet om te verbinden, maar soms ook om tegenstellingen te vergroten. Culturele verworvenheden, waaronder ons culturele erfgoed en artistieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting, staan onder druk.’ Cultuur ‘is‘ niet, maar wordt ‘ingezet’. Cultuur heeft haar onschuld verloren. Kortom, in 2016 dient internationaal cultuurbeleid voor politiek, diplomatie en marketing.

Een persbericht bij de kamerbrief zet het nog scherper aan en presenteert in de titel ‘cultuur als krachtig signaal tegen instabiliteit rond Europa’. Nederland mag dan de krijgsmacht, de territoriale verdediging en de bewaking van de grenzen in de uitverkoop hebben gedaan, de instabiliteit die daar uit volgt wordt volgens het kabinet bestreden met Nederlandse cultuur. Viktor & Rolf, Marlene Dumas, het Nederlands Danstheater, Het Koninklijk Concertgebouworkest en Droog Design liggen in de loopgraven om Nederland te verdedigen tegen Egypte, Mali, Rusland, Palestijnse gebieden, Libanon, Marokko en Turkije. ‘Culturele samenwerking kan een wezenlijke bijdrage leveren aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld’, zegt Koenders. Tja, wie dat gelooft, kan niet eens naïef genoemd worden, maar is gewoonweg kwaadaardig en gevaarlijk.

Zoals zo vaak vinden de weidse vergezichten van het kabinet geen vervolg in een ruimhartige budgettering. Want Nederlands internationaal cultuurbeleid vijzelt wellicht de reputatie van Nederland in het buitenland op, maar het mag om binnenlandse redenen niet te veel kosten. Want op het Binnenhof zijn kunst en cultuur een gewilde schietschijf voor makkelijk scorende politici. Er is door geschuif van begrotingsposten zo’n 18 miljoen euro beschikbaar, waarvan 0,5 miljoen ‘effectief’ wordt ‘ingezet’ binnen de ‘moderne diplomatie’. Modieus. Deze openbaring vangt door marketing het kwaad af. Zo is Nederland weer helemaal thuis waar het hoort.

Foto: ‘Constructing a Dummy Tank 1942’.

Kamervragen van drie partijen over Russen, Amerikanen en Geen Peil. Een kwestie van perspectief

12716302665_afe59e540b_b

Drie partijen stelden vandaag kamervragen aan minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken of minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken naar aanleiding van een artikel in de Britse The Telegraph van afgelopen zaterdag 16 januari 2016. D66 aan Koenders, en SP en GrBvK aan Plasterk. Het gaat over de beschuldiging dat het Kremlin door geldelijke steun Europese politieke partijen zou beïnvloeden in haar richting. Amerikaanse veiligheidsdiensten zouden een onderzoek gestart zijn naar illegale partijfinanciering door de Russen in de afgelopen 10 jaar. De suggestie die uit het artikel spreekt is dat de EU-lidstaten blijkbaar deze Russische dreiging niet zien, er in elk geval geen onderzoek naar doen of tegen optreden.

Voor Nederland is de volgende passage interessant in het artikel van Peter Foster en Matthew Holehouse: ‘Russian influence has also been detected in a referendum in the Netherlands next April over whether to block the EU’s closer relations with Ukraine. Sources said arguments deployed in support of the referendum “closely resembled” known Russian propaganda.’ Dit klinkt vaag. Waaruit die Russische invloed zou bestaan wordt niet uitgelegd. Dat tegenstanders van de EU, NAVO en de VS die zich hebben verenigd in het NEE-kamp tegen de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne op dezelfde argumenten uitkomen als het Kremlin ligt voor de hand. Dat de initiatiefnemers van GeenPeil op de loonlijst van het Kremlin staan wordt niet beweerd. Wel dat ze argumenten ‘lenen’ en dicht tegen de Russische propaganda aanschurken. Maar evengoed kan beweerd wordt dat de voorstanders argumenten gebruiken die ook in Washington of Londen gehanteerd worden. Dus?

De tweedeling in de kamervragen tussen enerzijds D66, en anderzijds SP en GrBvKl is opvallend. Kees Verhoeven en Sjoerd Sjoerdsma van D66 willen van minister Koenders weten of hij weet of het Kremlin pogingen doet om de Nederlandse politiek te beïnvloeden. Ze vragen of hij ‘over enige aanwijzing [beschikt] dat het aanstaande raadgevend referendum over het Associatieverdrag tussen Oekraïne en de Europese Unie op enige wijze, al dan niet financieel, is beïnvloed vanuit Rusland?’ Tevens willen ze weten of ‘er Nederlandse inlichtingendiensten betrokken [zijn] bij het onderzoek naar Russische beïnvloeding van Europese politieke partijen, zoals dat wordt uitgevoerd door autoriteiten in de VS?’ Met hun suggestie: een onderzoek in de VS.

SP’er Ronald van Raak benadert de kwestie vanuit het perspectief dat Amerikaanse veiligheidsdiensten in Nederland actief zijn en er politieke partijen doorlichten. Hij komt met een vraag waarbij hij als bron naar The Telegraph verwijst door de Amerikaanse veiligheidsdiensten iets in de mond te leggen wat ze niet beweren: ‘Deelt u de opvatting van de Amerikaanse geheime diensten dat het referendum in Nederland over de wet die strekt tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne wordt georganiseerd op initiatief van de regering van Rusland.’ Van Raak chargeert. Joram van Klaveren en Louis Bontes blijven wel binnen de strekking van het Telegraph-artikel en vragen onder meer of minsiter Plasterk bereid is om bij de Amerikanen na te gaan ‘in hoeverre de initiatiefnemers van het referendum (GeenPeil) in de gaten worden gehouden door Amerikaanse inlichtingendiensten en op welke wijze dit gebeurt?

Drie reeksen kamervragen die verschillende kanten uitwijzen zijn gebaseerd op hetzelfde artikel in een Britse krant. Partijen lezen in de media wat ze erin willen lezen en leggen hun accenten. Het zijn net mensen met hun voorkeuren, kuren en waarheden. Politici geven zich bloot door hun vragen. Zijn het de Amerikanen, de Russen of de initiatiefnemers van Geen Peil die in Nederland over de schreef gaan? Wie weet. Het is allemaal mogelijk. Zo werkt de politiek. Het definitieve antwoord zullen we vermoedelijk nooit horen. Vragen staat vrij.

Foto: Het Kremlin in Moskou. Credits: Murat Sağlam.

SP is tegen associatie-overeenkomst met Oekraïne. Antwoord aan Harry van Bommel

sp

Het referendum over de associatie-overeenkomst met Oekraïne op 6 april 2016 leidt tot uiteenlopende meningen. Maar ook tot stilzwijgen. SP-kamerlid Harry van Bommel antwoordt in een opinieartikel op TPO oud-kamerlid voor GroenLinks Bas de Gaay Fortman die in een opinieartikel in De Volkskrant ervoor pleitte om niets met het referendum te doen. In elk geval heeft De Gaay gelijk dat het een raadgevend referendum is waaraan de regering niet gebonden is. Ondanks de claim van de tegenstanders dat een nee-stem een beslissend signaal afgeeft. Dat was de ondertekening door het staatshoofd op 8 juli 2015 op de goedkeuring van de Staten-Generaal ook. Het staat het kabinet juridisch en politiek vrij om een eigen afweging te maken. Minister Koenders heeft al gezegd dat het kabinet zich niet verplicht voelt een geldige nee-stem op te volgen.

Het debat over het referendum moet nog op stoom komen, maar nu al tekenen zich kampen af. Voorstanders uiten zich nog nauwelijks, maar zij menen dat een associatie-overeenkomst het beste van twee werelden biedt: geen belofte over EU-lidmaatschap aan Oekraïne, maar wel druk op dat land om te hervormen. Ik deel die mening. Ik ben een voorstander van de associatie-overeenkomst en een tegenstander voor lidmaatschap van dat land. Los van het feit of Oekraïne er zelf klaar voor is ben ik van mening dat de EU niet kan verbreden voordat het zichzelf hervormd en gedemocratiseerd heeft door verdieping. Een stop op uitbreiding van de EU voor de komende 15 jaar zou rust geven en de misverstanden over lidmaatschap die de tegenstanders munitie geeft weerspreken. Ze menen dat een associatie-overeenkomst met Oekraïne automatisch zal worden gevolgd door EU-lidmaatschap voor dat land. Anderen zeggen weer dat een referendum hiervoor niet bedoeld is.

De SP is een eurokritische partij die in het Europarlement met Front National, Jobbik, Die Linke, de Vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo, Lega Nord, UKIP, FPÖ, Gouden Dageraad, Podemos en PVV op 10 juni 2015 stemde tegen de uiteindelijk aangenomen resolutie over ‘de stand van zaken in de betrekkingen tussen de EU en Rusland’. Ik kreeg er hier een debat over met MEP Dennis de Jong die uiteindelijk moest toegeven dat hij de resolutie onvoldoende had begrepen. Ofwel, de SP heeft niet zozeer inhoudelijke argumenten om tegen een resolutie of de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne te stemmen, maar wel ideologische redenen. De van oorsprong marxistisch-leninistische SP heeft zich sinds 1972 richting sociaal-democratie ontwikkeld, maar vertoont in het buitenlandbeleid nog een ouderwets soort anti-Amerikanisme dat aansluit bij de stellingname vanuit het Kremlin dat zelfs harder is dan tijdens Stalin. De SP laat de feiten volgen uit een voorgevormde mening zoals uit het antwoord van Harry van Bommel op De Gaay blijkt. Ik antwoordde daarop:

Voorspelbaar en jammer is dat de SP een nee-campagne gaat voeren tegen de associatie-overeenkomst met Oekraïne. De argumenten die Van Bommel geeft kloppen niet. Het is niet aantoonbaar dat de associatie-overeenkomst heeft bijgedragen aan de oorlog in Oekraïne. Trouwens geen burgeroorlog zoals Van Bommel abusievelijk zegt omdat de oorlog niet de karakteristieken van een burgeroolog vertoont, maar een regelrechte oorlog tussen twee landen: de Russische Federatie en Oekraïne. Zoals ook uit de planning van de bezetting van de Krim door de Russen bleek was deze agressie jegens Oekraïne vanuit het Kremlin al jaren van tevoren gepland, voordat er sprake was van een associatie-overeenkomst. Van Bommel verwart de afleiding die de Russen gebruiken met de echte oorzaak. 

Van Bommel weet dat een associatie-overeenkomst nog geen lidmaatschap is. Ondanks de signalen die politici voor binnenlands gebruik geven. Zij zijn maar een kant van de medaille. Vele landen zijn geassocieerd met de EU zonder enig zicht op lidmaatschap. Zelfs een land als Turkije dat dat perspectief wel heeft onderhandelt al langer dan 50 jaar met de EU over lidmaatschap. Anders gezegd, de EU-lidstaten stellen harde voorwaarden op allerlei dossiers aan een kandidaat. Nederland zit daar zelf bij en kan uiteindelijk gewoon nee zeggen. Dat lijkt een beter ‘nee’ dan het ‘nee’ van de associatie-overeenkomst.

Oekraïne is nog lang niet klaar voor een EU-lidmaatschap. Oekraïne dat het meest corrupte land van het westerse blok is en onder president Porosjenko weinig vooruitgang boekt in de bestrijding van de corruptie staat er mentaal, economisch, politiek en bestuurlijk beroerd voor. Het zakt weg. De beste kans om te voorkomen dat het verder afglijdt en door eigen onkunde en ondermijning door het Kremlin een mislukte staat wordt is het aanbieden van de associatie-overeenkomst die het land verplichtingen oplegt om te democratiseren en de mensenrechten te respecteren.

Een veel beter debat zou trouwens los van het referendum over de associatie-overeenkomst gevoerd kunnen worden over de positie en de intenties van president Porosjenko. Daarop is ook bij Oekraïense hervormers veel kritiek. Dat zou Brussel over moeten nemen. Nu belast het Nederlandse referendum in elk geval in Nederland dat debat onnodig. Dat is contra-productief, onoverzichtelijk en verwarrend voor allen. Het zou beter zijn om de energie die nu gaat zitten in het referendum te besteden aan de eisen die Nederland als komend EU-voorzitter aan Oekraïne kan stellen.

Van Bommel heeft gelijk dat er geld naar Oekraïne zal vloeien, zoals er vanuit de EU naar zoveel landen geld vloeit. Het probleem is dat als Oekraïne niet bij de hand wordt genomen door de EU-lidstaten, VS en Canada het gevaar dreigt dat een mislukt Oekraïne nog veel duurder wordt voor de Nederlandse belastingbetaler. Als een deel van de 44 miljoen Oekraïeners als vluchteling uit hun mislukte land al niet de Nederlandse azc’s weten te vinden waarbij de stroom Syriërs verbleekt. Het is logisch dat een politicus als Van Bommel afwegingen maakt, maar hij moet wel zo oprecht zijn om de keuzes eerlijk te schetsten. Dat laat hij na.

Foto: Schermafbeelding van passage uit artikelReferendum over Oekraïne verkleint de kloof met de kiezer’ door SP-kamerlid Harry van Bommel, 21 december 2015. 

SGP’er Van der Staaij met kamervragen over Planned Parenthood door fractie het bos ingestuurd

De in de VS gevestigde non-profit organisatie Planned Parenthood voorziet in reproductieve gezondheidszorg. Ook internationaal. Wikipedia omschrijft het alsvolgt: ‘Reproductieve gezondheid impliceert dat mensen in staat zijn om een verantwoorde, bevredigend en veilig seksleven te hebben met kennis van zaken om zich voort te planten en de vrijheid om te beslissen of, wanneer en hoe vaak ze dit te doen.’ Dat is tegen het zere been van degenen die mensen niet de keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid willen geven. Dit zijn vooral conservatieven die met verwijzing naar religie anderen hun normen op willen leggen. The Young Turks schetsen deze cultuurstrijd in de VS. Het is trouwens een raadsel waarom nou juist Planned Parenthood onder vuur ligt van de conservatieven. Door goede voorlichting en preventie wil het abortussen juist voorkomen.

Fractievoorzitter Kees van der Staaij van de SGP heeft vandaag kamervragen gesteld aan de minister Koenders en Schippers over onder meer de bijdrage van Nederland aan de Europese subsidiëring van de internationale poot van Planned Parenthood. De vragen beschadigen vooral de degelijkheid van de SGP en roepen vooral de vraag op of de informatievoorziening binnen de fractie van de SGP wel op orde is en of de medewerkers zich wel breed genoeg informeren door ook objectieve bronnen te raadplegen. Want Van der Staaij wordt met zijn vragen zo grandioos het bos ingestuurd dat het pijnlijk is om te moeten zien. De suggesties over commerciële handel met weefsel van foetussen zijn allang weerlegd. Doorgaans komt de fractievoorzitter over als iemand die met kennis van zaken spreekt over staatsrecht en bestuurskunde en een goede politieke intuïtie heeft.

Als het om familiewaarden gaat verliest de partij blijkbaar controle over zichzelf in de drang zich krachtig te profileren. Van der Staaij wordt door zijn fractiemedewerkers te kijk gezet als iemand die zich baseert op suggestieve en allang weerlegde bronnen. De SGP schiet met deze kamervragen goddelijk in eigen voet.

Schermutselingen in Oekraïense parlement dienen voorstanders associatie-overeenkomst

Het grootste volledig in Europa gelegen land is Oekraïne. Een bananenrepubliek. Volgens jaaroverzicht 2014 van Transparency International het meest corrupte land van Europa. Dat vertaalt zich in onfrisse taferelen in het parlement. Een parlementariër van het blok van de president pakt de premier tussen de benen en sleept hem weg van het spreekgestoelte. Waarna anderen de premier te hulp schieten en weer anderen daar weer op reageren. Het is beschamend, laat de hervormers in de kou staan en speelt de tegenstanders van Oekraïne in de kaart. Hoewel ze de kaarten zelf gestoken hebben. Het wachten is op een tweede Maidan-opstand die politici en oligarchen oude Sovjet-stijl aan de kant zet. Vooralsnog hebben ze het nog voor het zeggen.

Zoals The Washington Post in een artikel zegt ondermijnen deze schermutselingen in het parlement de inspanningen voor echte democratie. De EU en VS doen hun uiterste best om de Oekraïense regering op het goede spoor te krijgen omdat ze geen mislukte staat aan de oostgrens van de EU wensen, maar als de president en premier zo eigengereid voortgaan met het vooropstellen van hun eigenbelang boven dat van het land en de bevolking, dan wordt het een lange, moeizame strijd. Nog steeds heeft een politieke en economische elite Oekraïne gekaapt en volgt het land een zwalkende koers. Keer op keer maken Amerikanen en Europeanen duidelijk dat het zo niet langer kan. Maar de oude machten laten zich nog niet vervangen.

Nederland heeft een bijzondere verantwoordelijkheid gekregen door het referendum over de associatie-overeenkomst van Oekraïne met de EU dat op 6 april 2016 wordt gehouden. Omdat het niet bindend is het kabinet niet verplicht een geldige uitspraak te volgen. Het referendum gaat over de integratie van Oekraïne in de EU, maar de feiten daarover worden verschillend uitgelegd. In hoofdlijnen zijn er twee soorten reacties die min of meer gelijk oplopen met steun voor de EU en die niets met Oekraïne of Oost-Europa te maken hebben. Tegenstanders beweren dat een associatie-overeenkomst van Oekraïne automatisch leidt tot lidmaatschap van dat land van de EU. Voorstanders koppelen associatie en lidmaatschap los en beweren dat er geen enkele formele grond is om te veronderstellen dat een associatie-overeenkomst meer is dan dat.

Geven de schermutselingen in het parlement en de voortgaande corruptie op hoog niveau nou de voor-of de tegenstanders de sterkste argumenten in handen bij de campagne voor het referendum? Het lijkt erop dat dit de tegenstanders dient, maar bij een verdieping van de Nederlandse publieke opinie door een herwaardering van de feiten waaronder de tekst van de associatie-overeenkomst zou het gebrek aan democratie zoals zich dat nu in Oekraïne aftekent wel eens de voorstanders wind in de zeilen kunnen geven. Want wat zich nu afspeelt in het Oekraïense parlement en in het openbaar bestuur maakt duidelijk dat dit land nog lang niet voldoet aan de normen voor EU-lidmaatschap. Degenen die het smalle pad bewandelen dat zegt dat een associatie-overeenkomst niet tot lidmaatschap leidt, maar de EU wel een stok achter de deur geeft om Oekraïne hervormingen af te dwingen krijgen door de schermutselingen de sterkste argumenten in handen.

VVD en PvdA houden vinger op de knip voor Oekraïne-referendum. GeenPeil pleit voor internationale waarnemers

gp

GeenPeil dat succesvol het initiatief nam tot een referendum over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne voelt zich benadeeld omdat het vindt dat het kabinet niet genoeg geld uittrekt om het referendum een serieuze kans te geven. PvdA en VVD stemden gisteren in de Tweede Kamer tegen het voorstel van SP en D66 om voor het houden van het referendum evenveel geld uit te trekken als bij reguliere verkiezingen. Het ging om 22 miljoen euro uit het gemeentefonds. Alleen bij een opkomst van meer dan 30% is het geldig zoals de referendumwet in artikel 3 zegt. De verdenking bestaat dat het kabinet zo de opkomst wil frustreren. GeenPeil stuurde daarop een brief naar een afdeling van de OVSE (Office for Democratic Institutions and Human Rights, ODIHR) en vraagt om internationale waarnemers voor het referendum op 6 april 2016.

Wie heeft er gelijk in deze kwestie die onderhand over alles lijkt te gaan behalve Oekraïne? GeenPeil heeft een punt dat het ongepast is dat VVD en PvdA een voorstel verwerpen om voldoende geld voor het houden van het referendum uit te trekken. De regeringspartijen moeten oppassen zich niet bij voorbaat als slechte verliezers op te stellen. Maar GeenPeil vliegt ook uit de bocht als het in de brief zegt dat het een referendum heeft ‘gewonnen’, terwijl de uitslag nog niet vaststaat: ‘This referendum was won by the Dutch public in a legal manner’. De verbolgenheid, het triomfalisme en het bijbuigen van de waarheid van GeenPeil en het defensieve optreden van de regering dat van weinig zelfvertrouwen getuigt verdragen zich slecht met de democratie.

Het gaat om een raadplegend, niet bindend referendum. Minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders die over internationale verdragen gaat heeft al naar buiten gebracht dat het kabinet een eigen afweging maakt en niet op voorhand de uitslag van het refendum volgt. Dat is in lijn met de referendumwet die het kabinet die ruimte biedt. Vraag wat het verstandigst is voor het kabinet bij een geldig referendum dat in meerderheid tegen de associatie-overeenkomst stemt is niet makkelijk te beantwoorden. Het kabinet moet binnenlandse en buitenlandse belangen afwegen. Nederland valt uit de toon als het als enige van de 28 EU-lidstaten tegen de associatie-overeenkomst stemt. Maar Nederland heeft ook van doen met binnenlandse electorale belangen.

Het is onnodig dat VVD en PvdA het referendum niet serieus nemen. Als het zover is kunnen ze onder het geven van details best uitleggen dat ze de uitslag naast zich neerleggen vanwege zwaarwegende buitenlandse politieke belangen. Het is verstandiger daarover open kaart te spelen, dan te duiken. Het werkt averechts door de tegenstemmers munitie te geven om in de rol van de verbolgen en miskende partij te kruipen.

Foto: Schermafbeelding van deel brief van GeenPeil aan OVSE over waarnemers bij referendum van 6 april 2016, 5 december 2015.