Hoofdredactie RD overschreeuwt zichzelf in verdediging van aanval op recht op abortus

Afbeelding van bekladde buitenkant kantoor bij ‘Persbericht: Gebouw Schreeuw om Leven beklad met leuzen en mogelijke bedreiging anarchisten‘ van Schreeuw om Leven, 7 juli 2022.

Het opinie-artikel over abortus van 9 juli 2022 van de hoofdredactie in het Reformatorisch Dagblad (RD) zet de eigen overtuiging voor de feiten. Het geeft context voorzover die de eigen mening bevestigt. Het RD ziet abortus niet als een probleem van volksgezondheid, maar als een politiek probleem. Met de politisering van abortus haakt het RD bewust aan bij rechts-radicale retoriek.

Het aanbrengen van graffiti op het kantoor in Hilversum van de christelijke pro-life organisatie Schreeuw om Leven (SoL) gebruikt de hoofdredactie van het RD als aanleiding voor haar opinie. Op het kantoor van de stichting SoL werden volgens de foto’s in een persbericht de leuzen ‘my body my choice‘, ‘my right my voice‘, ‘sterf.’ en een anarchistisch symbool aangebracht. Van de leus ‘baas in eigen buik‘ geeft SoL geen afbeelding. De stichting heeft aangifte gedaan en roept op tot een gesprek.

RD besteedt uitsluitend aandacht aan de leus: ‘sterf.‘ en hangt daar het hele betoog aan op. Het RD zet de leus ‘sterf.‘ apart om daar het volgende uit te concluderen: ‘Daarmee is duidelijk hoe ver een deel van de pro-abortuslobby wil gaan‘. Het is een suggestie die uitsluitend voor rekening van het RD komt om het bekladden van de buitenkant van een kantoor te framen als een actie die ver gaat. Zover is dat toch niet? Het is de interpretatie van de graffiti die het zwaar maakt.

Onduidelijk is wat dit ‘sterf.‘ betekent en hoe het bedoeld is. Moet daar in combinatie met het anarchistische symbool een bedreiging van het negenkoppige personeel van SoL in gezien worden, zoals de conservatief-christelijke stichting Stirezo van Stichting Civitas Christiana in een artikel van 8 juli 2022 beweert? Daar is geen directe aanwijzing voor. Het ‘sterf.‘ kan ook gericht zijn op de foetus die ophoudt levensvatbaar te zijn.

Onduidelijk is wie de daders zijn of uit welke hoek ze afkomstig zijn. Zonder daarvan bewijs te hebben vermoedt Schreeuw om Leven dat ze afkomstig zijn van Antifa, een links-radicale beweging die zegt tegen fascisme te strijden. Geestverwanten als Stirezo nemen deze aanname zonder bewijs over.

In het persbericht van 7 juli 2022 verwijst SoL naar de VS waar de ultra-rechtse, katholieke meerderheid van het Hooggerechtshof onlangs het constitutionele recht op abortus heeft teruggedraaid. Dat gaat in tegen een recht van meer dan 50 jaar én de stemming in het land waar meer dan 60% van de bevolking achter het constitutionele recht op abortus staat. Deze dynamiek in de VS zou volgens SoL van invloed zijn op Nederland.

Critici van de ultra-rechtse katholieke rechters noemen hun opereren een staatsgreep. Ze handelen afwijkend van hoe de samenleving denkt en het recht voorschrijft. Deze ultra-rechtse christelijke rechters zijn tegenstrijdig en onberekenbaar. Ze vergroten het recht van de staten (abortus), maar als het niet bij hun christelijke overtuiging past, dan verkleinen ze het recht van de staten. Zoals op het verbod van het zichtbaar dragen van wapens in de staat New York.

Het gaat de ultra-rechtse katholieke rechters niet alleen om het terugdraaien van het constitutionele recht op abortus, maar ook om het terugdringen van kiesrechten en het vergroten van het recht op wapenbezit. Dat zijn klassiek radicaal-rechtse agendapunten. De verwachting is dat het Hooggerechtshof in haar volgende termijn verdergaat in het uitvoeren van ultra-rechtse agendapunten die steeds meer uit het lood komen te staan met de stemming in het land en de jurisprudentie van eeuwen.

Dit Hooggerechtshof vervreemdt zich steeds meer van progressieve, gematigd-Republikeinse en onafhankelijke kiezers en bedient uitsluitend een rechts-radicale christelijke minderheid. Dat op die radicalisering een reactie volgt van burgers die een gematigde koers willen voeren is begrijpelijk. De oppositie tegen het Hooggerechtshof gaat dus verder dan abortus alleen, zoals het RD suggereert.

Dit Hooggerechtshof heeft door rechtspraak die 200 jaar terug in de tijd gaat wind gezaaid en oogst nu storm. Een rechter als Brett Kavanaugh moet daar niet huilie huilie over doen. Des te meer omdat hij bij de hoorzitting over zijn benoeming in de Senaat zei dat hij dat constitutionele recht op abortus respecteerde. Kavanaugh is niet alleen een christelijke extremist, maar ook een leugenaar. Sommigen zien in zijn leugen een grond voor impeachment. Het is tekenend dat SoL hem in bescherming neemt en niet zijn extremistische denkbeelden en leugens aan de orde stelt.

Het RD keert in het hoofdredactioneel alle waarden om als het opmerkt ‘hoe krampachtig de voorstanders van abortus in de discussie zitten‘. Om te beginnen is de framing om te praten over ‘voorstanders van abortus‘ gedateerd. Feitelijk is niemand een voorstander van abortus. Nog in het minst een vrouw die abortus moet ondergaan. Waar het om gaat is de vrije keuze van een vrouw om te beschikken over haar eigen lichaam. Daar keert dit hoofdredactioneel in navolging van rechts-christelijke organisaties zich tegen.

Het hoofdredactioneel ontspoort in de laatste alinea als het de vraag stelt of ‘het felle verzet tegen de prolifebeweging ermee te maken hebben dat voorstanders van abortus ergens voelen dat het prolifestandpunt een sterk fundament heeft?‘ Dat is goedkope retoriek die niet past bij een serieus nieuwsmedium. De losse eindjes wapperen alle kanten op. Het gaat er niet om hoe sterk argumenten zijn, maar hoe de uitvoerende macht aan de hand daarvan tot besluiten komt en de rechterlijke macht daar eenzijdig een streep door zet.

Het is stemmingmakerij van het RD. Burgers in de VS en Europa zijn bevreesd dat een rechts-christelijke minderheid met radicale standpunten hun constitutionele rechten terugdraait. De tekenen daarvoor zijn aanwezig. Verontruste burgers rest weinig anders dan te protesteren. Dat gaat niet zozeer om het recht op abortus, maar om rechts-christelijke rechters in VS of Polen die de rechterlijke macht hebben gekaapt en hun rechts-christelijke agenda tegen de wil van een meerderheid willen doordrijven ten koste van de grondrechten van burgers.

Het aspect dat verontruste burgers vrezen dat radicaal-christelijke rechter hun grondrechten wegnemen ontbreekt in de beperkte context die het RD geeft. Het maakt niet alleen de feiten ondergeschikt aan haar christelijke overtuiging, maar onderkent onvoldoende het gevaar van de Alleingang van ultra-rechtse rechters die zich niets gelegen laten liggen aan de vrijheden en rechten van burgers. De apocriefe boeken zeggen dat iedereen moet sterven. Heden ik, morgen gij. Maar dat kan ook anders opgevat worden.

In een juridische dictatuur kan iedereen de grondrechten ontnomen worden. Het RD denkt dat inperking van het recht op abortus in haar voordeel werkt, maar kan er niet zeker van zijn dat het daar stopt. In plaats van te waarschuwen voor de dictatuur van een radicale minderheid moet het daar zelf voor gewaarschuwd worden. Dat geeft te denken over de diepgang van dit hoofdredactioneel van het RD.

Kris Callens meent dat argumenten van overheid niet deugen om kunstsector te sluiten. Wat valt de museumsector te verwijten?

Schermafbeelding van deel artikelDirecteur Fries Museum furieus over het wéér dicht blijven: “Onbetrouwbare overheid” van Omrop Fryslân, 15 januari 2022.

Vele kunstenaars, kunstliefhebbers en museumprofessionals hebben zich afgelopen week afgevraagd waarom musea en theaters vooralsnog tot 25 januari 2022 dicht moeten blijven. De kunstsector voelt zich niet gehoord en ontsteekt langzaam in woede. Slijterijen, kapsalons, bordelen, IKEA’s, modewinkels, kerken en sportscholen mogen van de overheid open, maar de musea niet.

Maar het protest van de kunstsector is machteloos. Dat komt mede omdat musea geen essentiële diensten zijn zoals het transport, de nutsvoorzieningen of de zorg waarvan sluiting of afschaling direct grote maatschappelijke gevolgen heeft. De kunstsector kan geen vuist maken door te dreigen met een staking. Het zal de politiek en het brede publiek worst wezen. In Nederland hebben de kunsten een ondergeschikte positie. Ze worden getolereerd. Niet meer dan dat.

In Nederland is mede door de laatdunkendheid van de politiek het beeld gevormd dat de kunstsector een luxe is. Maar de paradox is dat luxe winkels waar luxe goederen kunnen gekocht die overbodig zijn voor de essentiële behoeften van de overheid open mogen zijn, maat de musea niet. Zelfs in de eigen logica meet de overheid met twee maten.

Hoe dan ook valt volgens de directeur van het Fries Museum Kris Callens de sluiting van de kunstsector niet uit te leggen. Als Vlaming weet hij hoe het anders kan. In België en Duitsland zijn de musea open. Maar in Nederland mag de kunstsector samen met de horeca achter aansluiten in de rij.

De kritiek op de kunstsector is dat die zwak opereert. Dat is terechte kritiek, maar zoals gezegd heeft de sector geen middel om de politiek onder druk te zetten. De kunstsector heeft nu eenmaal slechte kaarten en ook als die goed uitgespeeld worden, dan vallen er nog geen slagen te maken.

Misschien is het verwijt dat de musea en de Museumvereniging te maken valt dat het niet tijdig en creatief heeft ingespeeld op de bezwaren van de overheid over verplaatsingen van museumbezoekers die over regio’s heen de besmetting zouden verspreiden. Of dat bezwaar nou klopt of niet. Waarom hebben de Museumvereniging en de grotere musea eind december 2021 geen scenario’s onderzocht en op dit bezwaar geanticipeerd? Zo’n scenario zou eruit kunnen bestaan dat musea tijdelijk alleen bezoekers uit eigen stad of regio zouden mogen ontvangen. Dat had dit bezwaar weggenomen en het voor de overheid lastig gemaakt om de musea volledige sluiting op te leggen.

De lobby van musea voor opening is machteloos en de omgang van de overheid met musea is ondermaats. Er is door musea succesvol gelobbyd voor schadeloosstelling wegens derving van inkomsten, maar het veiligstellen van de eigen bedrijfsvoering had niet de essentie van de opstelling moeten zijn. Mede omdat allerlei zzp’ers in de kunstsector achter het financiële net vissen. Zij krijgen de rekening gepresenteerd van het overheidsbeleid. En indirect van de opstelling van de museumsector.

Het is goed dat individuele museumdirecteuren als Kris Callens zich uitspreken, maar het is te laat, te eenzijdig en te weinig. De sluiting van de museumsector is niet alleen een gevolg van de minachting van de politiek voor de kunst, maar ook een teken van de onbeholpenheid en machteloosheid van een museumsector die met zichzelf worstelt en verkeerde prioriteiten stelt.

Psychic Source beschuldigt Blanche of Saint André van bedrog. Waarom waarschuwen overheden niet voor paranormale kwakzalvers?

Schermafbeelding van homepage van (Nederlandse versie) Blanche van St. André.

Er zijn op internet volop sites met waarzeggers,Tarot-lezers, handopleggers, astrologen, piskijkers, helderzienden, helderhorenden, heldervoelenden, Reiki healers, numerologen, psychische media, wichelroede-lopers, Derde Oog-openers, kristal-lezers, kortom kwakzalvers van de geestelijke gezondheidszorg die de boel flessen.

De opzet van deze sites is niet om mensen te helpen, maar om ze geld af te troggelen. Het bedrog ligt er zo dik bovenop dat men wel al heel ver weg moet zijn om daar nog in te trappen. Maar juist psychisch instabielen die professionele hulp het meest nodig hebben en niet rationeel kunnen oordelen behoren tot de doelgroep die door deze bedriegers wordt gezocht, om niet te zeggen nagejaagd. Dat het gebeurt en een lucratieve handel is doet de veelheid aan sites vermoeden. Er is een markt voor.

Schermafbeelding van deel paragraafBlanche of Saint Andre Review‘ op Psychic Source.

Het wordt er meelijwekkend op als de ene commerciële paranormale bedrogsite waarschuwt voor de andere commerciële paranormale bedrogsite. Het geeft aan hoe hard de concurrentie is. Psychic Source probeert zichzelf legitimiteit te geven door te waarschuwen voor het in het Zwitserse Zug geregistreerde Blanche of Saint André die in Nederland marketing bedrijft onder de naam Blanche van St. André.

Het tragische is dat Psychic Source die tientallen paranormale medewerkers voor 1 dollar per minuut telefonisch contact in de aanbieding heeft de waarheid over zichlef op Blanche of Saint André projecteert: ‘Onze conclusie, Blanche of Saint André is weer een andere nep-oplichter. Blanche of Saint André is geen legitieme website, het is weer een oplichter. Net als alle andere oplichtingssites. Ze werken op een vergelijkbare manier en gebruiken e-mail om u te manipuleren om uw geld te overhandigen. We raden u aan om tijd, moeite, emotie en geld te besparen. Zoek in plaats daarvan een echte paranormaal begaafde zoals die hieronder.’ Met een verwijzing naar Psychic Source en Keen.

Schermafbeelding van deel homepage Keen.

Het is vanuit de logica van het bedrog logisch dat betere, meer professionele bedriegers als Keen of Psychic Source menen schade te ondervinden van een opzichtige, amateuristische bedrogsite als Blanche of Saint André. Want die laatste bezoedelt het imago van de paranormale bedrogsite omdat het zo overduidelijk bedrog is. Dat straalt negatief af op de professionele bedrogsite. Ongewild grappig is dat de ene bedrogsite waarschuwt voor de andere bedrogsite.

Overigens is het onbegrijpelijk dat dit soort sites ongehinderd goedwillenden die psychische of paranormale hulp zoeken zo makkelijk op internet in de val kunnen lokken. Is er geen rol voor overheden weggelegd om in samenwerking met techbedrijven, supranationale instellingen als de EU en de WHO voorwaarden te stellen aan dit soort sites?

Op z’n minst zouden deze bedrogsites vergezeld moeten gaan van de disclaimer dat het een commerciële site betreft die zich begeeft op het terrein van het amusement en niet op dat van de geestelijke gezondheidszorg. Wie dan nog wil betalen om erin geluisd te worden door een kwakzalver is in elk geval gewaarschuwd. Is dat niet de minimumplicht van overheden?

Schermafbeelding van paranormale Carla op Psychic Source.

Evangelische Hans Maat wil uitzonderingssituatie voor gebedshuizen bij bestrijding van COVID-19 oprekken voor evenementen

Schermafbeelding van deel artikelHans Maat: Er is veel meer mogelijk als ‘religieuze samenkomst’ op Groot Nieuws Radio, 28 september 2021.

Het is de krankzinnigheid van een kapot en onevenwichtig systeem van maatregelen om de COVID-19 pandemie te bestrijden dat door het kabinet Rutte III op de rails is gezet.

Een opportunistische gelovige trekt daar de consequentie uit. Hans Maat van het Evangelisch Werkverband roept zijn achterban op om creatief om te gaan met de ruimte die de overheid biedt aan kerken. Zo wil hij de coronatoegangspas omzeilen. Groot Nieuws Radio doet verslag.

Gebedshuizen hoeven niet te voldoen aan de voorwaarden die de regering bij de bestrijding van COVID-19 aan bedrijven en organisaties stelt. Zoals het tonen van een coronatoegangspas waar ze van zijn vrijgesteld. Die uitzondering is bedoeld voor de kerntaken van gebedshuizen, zoals het houden van de eredienst of bijbelstudie. Dat wordt door de rijksoverheid geformuleerd als ‘voor uw geloof of levensovertuiging‘. Het is volgens de overheid niet bedoeld voor het houden van evenementen in een gebedshuis, zoals een concert of voorstelling.

Deel van informatieNaar de kerk, moskee, synagoge of ander gebedshuis‘ van de Rijksoverheid.

Hans Maat heeft daar lak aan. Hij wil het voorrecht dat volgens velen ten onrechte is toegekend aan religieuze organisaties nog eens extra oprekken door het van toepassing te laten zijn op concerten en voorstellingen. Hij is zo brutaal om dat creativiteit te noemen.

Maat redeneert dat het voorrecht dat geldt in een gebedshuis voor de eredienst ook van toepassing kan zijn voor evenementen die niets met geloof te maken hebben. Hiermee rekt hij de uitzonderingssituatie voor gebedshuizen oneigenlijk op.

Maats stelling dat kerken in coronatijd grondwettelijk gezien een uitzonderingspositie hebben, vanwege de vrijheid van godsdienst, wordt niet door alle grondwetsdeskundigen gedeeld. Het is namelijk de vraag of de beperking in dat wetsartikel ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet‘ wel geldt en de uitzonderingssituatie billijkt.

Het lijkt eerder een partijpolitieke dan een juridische of grondwettelijke omstandigheid die heeft geleid tot de uitzonderingssituatie voor gebedshuizen waar het geloof en levensovertuiging betreft. Daarom is het de vraag hoe geldig Maats betoog is dat hier juridisch op voortborduurt.

Het viel te verwachten dat iemand uit religieuze hoek zo onbeschaamd zou zijn om de eigen voorrechten nog een extra op te rekken. D66-er Hans Gruijters zei ooit dat hij altijd zijn vingers natelde als hij een christen-democraat een hand had gegeven. Het was voorspelbaar dat iemand de uitzonderingssituatie voor gebedshuizen zou aangrijpen om die verder te verbreden. Het had iedereen uit die kring kunnen zijn.

Het is het kabinet dat willens en wetens deze ongelijkheid heeft gecreëerd en de sluiproute die Maat nu voorstelt om te gaan bewandelen niet heeft afgesloten, maar heeft opengesteld.

Wellicht leidt dat tot de kwinkslag dat Maat geen maat kent, maar feitelijk is dat niet de kern van deze kwestie. Het gaat erom het het kabinet dit heeft toegestaan door een ruime interpretatie van de vrijheid van godsdienst. De echte kwinkslag is dat het kabinet Rutte III ondermaats heeft gehandeld. Het is de verdienste van Maat dat hij dat aantoont en zo het kabinet als ondoordacht te kijk zet. Met zijn voorstel om de uitzondering voor kerken op te rekken loopt Maat de kans zijn eigen zaak te schaden en het omgekeerde te bereiken van wat hij beoogt. Hij vestigt de aandacht op een ongelijkheid die slecht verdedigbaar is.

Kerk van het Vliegend Spaghettimonster wijst in bestrijding van COVID-19 uitzondering voor kerk, moskee, synagoge of ander gebedshuis af

Schermafbeelding van deel informatieNaar de kerk, moskee, synagoge of ander gebedshuis‘ van de rijksoverheid

De rijksoverheid erkent uitzonderingen voor gelovigen om zich niet te laten vaccineren. Merkwaardig is dat als iemand naar een gebedshuis gaat voor een dienst van een religieuze organisatie daar een coronatoegangsbewijs niet wettelijk voor verplicht is, terwijl voor een cultureel evenement in hetzelfde gebedshuis een coronatoegangsbewijs wel wettelijk verplicht is. Terwijl de kans op besmetting hetzelfde is. Het is zelfs zo dat de kans op besmetting in kerkdiensten waar gezongen wordt groter is dan bij een concert waar de toeschouwers niet zingen.

De logica van deze maatregel is verre te zoeken en roept onbegrip op. Dat vermindert het draagvlak voor de acceptatie van de maatregel. Daarom is de uitzondering voor religieuze organisaties ongewenst.

In de praktijk blijkt dat het percentage PKN-protestanten en rooms-katholieken dat gevaccineerd is rond het landelijk gemiddelde ligt. Orthodoxe-christenen blijven echter ver achter, zo is op Urk slechts 23% van de bevolking gevaccineerd. Deze groep vormt een gevaar voor de volksgezondheid. Ook voor anderen buiten de eigen kring. Ook binnen de antroposofische beweging is veel tegenstand tegen vaccinatie. Net als sommige orthodoxe-christenen dwarrelen ze richting complotdenken en extreem-rechts.

Overigens is die tegenstand geen toeval, maar een van buitenaf georkestreerde actie die verdeeldheid probeert te zaaien binnen samenlevingen en anti-vaxxers mobiliseert die zelf niet doorhebben dat ze pionnen in een politieke strijd zijn.

De overheid worstelt met de vrijheid van godsdienst en interpreteert die ruim, terwijl er wel degelijk juridische middelen zijn om de uitzondering voor religie af te schaffen. In betreffend artikel 6, lid 1 wordt de voorwaarde genoemd: ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet‘. Dat biedt de overheid de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan religieuze bijeenkomsten binnen gebedshuizen, zoals hoogleraar Aalt Willem Heringa stelt in een commentaar. Maar het huidige kabinet heeft dat niet aangedurfd. Mogelijk omdat in dat kabinet twee christelijke partijen vertegenwoordigd zijn die opkomen voor christenen en zich daarom hard maken voor de uitzonderingssituatie voor religieuze organisatie in de bestrijding van de pandemie.

Als kerken voor zichzelf een uitzondering bedingen, dan valt het te verwachten dat er een kerkgenootschap is die daar een uitzondering op maakt door die af te willen schaffen onder het motto: Gelijke monniken, gelijke kappen.

De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster (waar ik sinds oktober 2015 lid van ben) draait het om en corrigeert de uitzondering voor religieuze instellingen die het huidige kabinet toestaat. De Kerk wil voor zichzelf en andere religieuze organisaties geen uitzondering en komt op voor de volksgezondheid én het belang van de eigen leden. De Kerk geeft vrijstellingsverklaringen uit die inhouden dat de leden volgens hun geloof niet blootgesteld worden aan ongevaccineerden en niet in de nabijheid van ongevaccineerden kunnen werken. De Kerk geeft hiermee het kabinet indirect een tik op de vingers voor haar afwachtende houding.

Schermafbeelding van Officiële vrijstellingsverklaring omtrent vaccinaties van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster.

Dominic Cummings valt Boris Johnson aan op aanpak pandemie. Was op 16 maart 2020 het idee van immuniteit achterhaald toen Mark Rutte zijn TV-toespraak hield?

Deel uit TV-toespraak van minister-president Mark Rutte op 16 maart 2020. Op site Rijksoverheid.

Update 13 oktober 2021: Metronieuws meldt in een bericht van 12 oktober 2021: ‘De Britse corona-aanpak in het begin van de epidemie is „een van de grootste volksgezondheidsdebacles” uit de  geschiedenis van het land. Tot die conclusie komen twee parlementaire commissies in een vandaag gepubliceerd onderzoeksrapport. // Het kabinet en de adviserende wetenschappers hebben een „fatalistische” lijn gevolgd (…). Die lijn heeft volgens de onderzoekers gezorgd voor een hoger dodental. Te lang werd vastgehouden aan het idee van groepsimmuniteit.’

Het bovenstaande citaat is een nu wat weggemoffelde episode uit de bestrijding van de COVID-19 pandemie. Premier Mark Rutte sprak op 16 maart 2020 vanuit het Torentje het land toe in een TV-toespraak. Het werd vergeleken met premier Den Uyl die in 1973 het land via de televisie toesprak over de oliecrisis. Omdat er een olieboycot ingesteld was tegen Nederland volgden de autoloze zondagen. Dat geeft de ernst aan van zo’n toespraak. In uitzonderlijke gevallen houdt een premier zo’n toespraak op de publieke omroep om het land te informeren en voor te bereiden op overheidsmaatregelen.

Premier Rutte had het in maart 2020 over immuniteit. In het Engels wordt het ‘herd immunity’ genoemd. Het idee was toen dat als de kudde, een groot deel van de bevolking immuun was voor het virus de bevolking beschermd was. Later werd dit idee van het opbouwen van groepsimmuniteit verlaten omdat het te ongericht was en tot vele duizenden extra doden zou leiden. Het bleek in de praktijk niet maatschappelijk haalbaar en werkbaar te zijn.

Het noemen van dat streven naar immuniteit door premier Rutte tekende in het begin van de pandemie dat de volle ernst ervan nog niet duidelijk was en experts en bestuurders nog niet goed wisten wat de beste bestrijding was. Door vallen en opstaan zochten ze hun weg. De immuniteit bleek een doodlopende weg die daarna snel verlaten werd. Over grenzen heen keken landen naar elkaar om proefondervindelijk de beste bestrijding te vinden. In maart 2020 was er nog geen zicht op een vaccin dat pas aan het eind van dat jaar uit de testfase kwam en in productie kon worden genomen.

Deze fase van de bestrijding van COVID-19 is inmiddels een verstopte archeologische laag die 14 maanden later ondergeslipt is door nieuwe ontwikkelingen. We herinneren het ons nog half zonder er nog aandacht aan te besteden. Maar in het Verenigd Koninkrijk is het een explosief politiek middel.

Dat zit zo. Dominic Cummings was de belangrijkste strategische adviseur van premier Boris Johnson. Hij is briljant en controversieel. Hij was essentieel in de campagne voor het Brexit-referendum toen in 2016 tegen alle verwachtingen in het Verenigd Koninkrijk met een kleine meerderheid voor uittreding uit de EU koos. De Brexit. De slogan ‘Take Back Control’ die aan Cummings wordt toegeschreven speelde hierbij een grote rol. Maar hij was geen teamspeler en had voortdurend conflicten met andere functionarissen. In november 2020 stapte Cummings na druk van Johnson op als adviseur. De verwachting was dat zijn wraak later koud zou worden opgediend.

Die wraak kwam vanaf 17 mei 2021 in de vorm van een twitterstorm. Inmiddels heeft Dominic Cummings 42 tweets geplaatst over de aanpak van de pandemie door de regering Johnson. Hij noemt in tweet 17 die aanpak deels een ramp, deels niet bestaand. Hij claimt dat als competente mensen de leiding hadden gehad in de bestrijding, het misschien mogelijk was geweest om de eerste lockdown te vermijden en er “zeker” geen noodzaak zou zijn geweest voor lockdowns twee en drie. Politico vat het samen in een artikel.

De toon is gezet. Cummings zoekt de aanval. In de tweets 40-42 van 22 mei 2021 noemt hij het streven naar immuniteit in maart 2020 dat toen als kern van de bestrijding werd gezien. Dat is de eerste helft van maart toen premier Rutte (iets later) zijn toespraak hield waarin hij het over immuniteit had. Cummings valt premier Johnson trouwens niet zozeer aan over het foute plan om te streven naar immuniteit, maar over het feit dat hij achteraf niet wilde toegeven dat het een fout plan was of zelfs deel van de strategie was geweest om de pandemie te bestrijden.

Tweets van Dominic Cummings, 22 mei 2021

Dit geeft inzicht in de hectiek van maart 2020 toen verkeerd werd ingezet op de bestrijding door het streven naar immuniteit. Opvallend is dat Cummings zegt dat in de week van maandag 9 maart 2020 premier Johnson door deskundigen duidelijk werd gemaakt dat dit immuniteitsplan tot rampen zou leiden, terwijl in de week daarna premier Rutte op maandag 16 maart 2020 zijn TV-toespraak hield.

Dat roept de vraag op of premier Rutte en zijn liaison met het toenmalige EU-lid Verenigd Koninkrijk én de RIVM de signalen uit Downing Street of van de Britse evenknie van het RIVM niet tijdig hadden opgepakt. Het is interessant om die week van 9 tot 16 maart 2020 te reconstrueren en te beredeneren waarom Mark Rutte een toen al in het Verenigd Koninkrijk achterhaalde strategie, althans volgens Dominic Cummings, aan het Nederlandse volk als succesvol of kansrijk presenteerde.

In het Verenigd Koninkrijk wordt uitgezien naar het verschijnen komende woensdag 26 mei van Dominic Cummings voor de gezamenlijke onderzoekscommissie van de Health and Social Care Committee van het Lagerhuis. Centraal staat de besluitvorming over de bestrijding van COVID-19 in de eerste maanden van de pandemie. Cummings heeft zijn aanval op premier Johnson en Volksgezondheidsminister Matt Hancock in de twitterstorm voorbereid.

Ook voor Nederland kan het van belang zijn wat Cummings zegt. Als hij overtuigend kan maken dat in de tweede week van maart 2020 dat idee van immuniteit al achterhaald was, dan roept dat de vraag op waarom premier Rutte daarvan niet op de hoogte was en hij op 16 maart 2020 dat idee van immuniteit aan het Nederlandse volk presenteerde. Dat gaat dus niet zoals bij premier Johnson om de beschuldiging van het achteraf goedpraten of wegmoffelen van beleid, maar om informatievoorziening over de pandemie die met de kennis van 16 maart 2020 niet actueel en nauwkeurig was.

Leg uitvoering van vaccinatieprogramma bij landelijke organisatie en zet kabinet op afstand

Schermafbeelding van artikelTientallen ouderen met afspraak toch zonder prik weggestuurd; GGD maakt excuses’. BD, 7 april 2021.

Nog maar eens over het mislukte vaccinatieprogramma van Nederland. Hoewel ze het omgekeerde suggereren ontbreekt het gevoel van urgentie bij zowel minister Hugo de Jonge en premier Mark Rutte als de uitvoerende instanties zoals de GGD. Huisartsen lijken praktischer en minder ambtelijk te handelen.

Het kabinet Rutte III legt nu al ruim een jaar strenge maatregelen ter bestrijding van de pandemie op omdat de situatie ernstig is, maar handelt daar vervolgens zelf niet naar. Dat verschil tussen schijn en wezen wordt steeds opvallender. Het ondermijnt het vaccinatieprogramma en geeft de critici ervan onnodig wind in de zeilen.

De uitleg die gegeven wordt voor het gebrek aan voortgang is tweeledig. Er zijn te weinig vaccins en de zorgsector is nodeloos verdeeld en verkaveld zodat er niet eensgezind en krachtig opgetreden kan worden. Dat is allebei waar, maar is toch niet een sluitende verklaring.

Er had met speciale bestuurlijke regelgeving een landelijke organisatie opgetuigd kunnen worden die met een ruim mandaat alle versnippering had kunnen bestrijden. Voor het geval de vaccins in ruime mate voorhanden zijn. Nu blijven trouwens al nodeloos veel vaccins op de plank liggen. Nu werkt de regelgeving juist de andere kant op. Het haalt het tempo uit het programma.

Schermafbeelding van artikelTientallen ouderen met afspraak toch zonder prik weggestuurd; GGD maakt excuses’. BD, 7 april 2021.

Iedereen die liever slim dan dom is, begrijpt waarom het kabinet Rutte III het zo ingewikkeld maakt en zichzelf zo belangrijk acht in een kwestie die om een doelmatige uitvoering draait. Oudere echtparen die iets in leeftijd verschillen kunnen niet gezamenlijk gevaccineerd worden omdat de jongste partner nog niet in aanmerking komt. Wat door onduidelijke communicatie niet eens duidelijk is. Dat is onpraktisch, voor zowel het programma als de mensen die gevaccineerd moeten worden. Van de andere kant worden gezonde, jongere partners (in de leeftijd van 60 tot 65 jaar) van echtparen eerder gevaccineerd dan hun oudere partners. De logica is volledig zoek.

Onbegrijpelijk is dat door de regelgeving van de rijksoverheid van bovenaf alles is dichtgetimmerd. Maar nog onbegrijpelijker is dat dit al maanden duurt en minister De Jonge, premier Rutte en de uitvoerende instanties van hun fouten niets hebben geleerd. Ze beloven elke keer beterschap, maar dat zijn lege woorden. Rutte en De Jonge lijken de persconferenties waarin ze mededelingen doen over de maatregelen vooral te gebruiken om zichzelf te profileren. Waarbij het trouwens de vraag is of de langdradige en wollige De Jonge daar veel mee opschiet.

Uiteraard is het voor elke leider waar ook ter wereld improviseren. Het is niet erg dat er fouten worden gemaakt, want dat is onvermijdelijk in een pandemie van deze grootte en uniciteit, het is erg dat de top van de Nederlandse politiek niet van haar fouten leert.

De oplossing is simpel. Zet het ministerie van Volksgezondheid op afstand omdat de politisering van het vaccinatieprogramma alleen maar verwarring zaait. Dat schaadt de vaccinatiebereidheid. Over AstraZeneca en de prioriteit wie als eerste aan de beurt is. Minister De Jonge heeft om politieke redenen adviezen van de Gezondheidsraad naast zich neergelegd en heeft zich tot een sta in de weg gemaakt. De Jonge is ruis en zorgt voor onnodige verwarring. Zijn vermeende onmisbaarheid is geen excuus om hem niet te vervangen en zijn taken die verband houden met de bestrijding van de pandemie rechtstreeks naar de chef van een landelijke uitvoeringsorganisatie over te hevelen.

Tuig een landelijke, militaire operatie op die op een flexibele manier in snel tempo alle Nederlanders oproept om zich te laten vaccineren. Besef de urgentie. Vaccineer met mobiele teams mensen die niet mobiel zijn aan huis. Hanteer als belangrijkste criterium de leeftijd en vaccineer eerst de ouderen en daarna jongere leeftijdsgroepen die per 10 jaar zijn ingedeeld. De trieste constatering is dat Nederland de capaciteit, de infrastructuur en de kennis heeft om dat te doen, maar dat die niet wordt benut. Wat op dit moment ontbreekt zijn de commandostructuur en voldoende vaccins. Maar dat laatste komt eind april beschikbaar. Dan dient er tempo gemaakt te worden. Tot die tijd kunnen de vaccins die nu op de plank liggen verspreid worden.

De huidige stagnatie van het vaccinatieprogramma die leidt tot een daling van de vaccinatiebereidheid onder de bevolking is in tegenspraak met de claim van de coalitiepartijen dat het kabinet Rutte III demissionair is, behalve op het gebied van de bestrijding van de COVID-19 pandemie. Premier Rutte claimde in januari 2021 dat de bestrijding onverminderd door zou gaan. Maar voor de bestrijding van de pandemie was het kabinet helemaal niet nodig geweest als er tijdig een onafhankelijke organisatie was opgetuigd. Premier Rutte en minister De Jonge zitten een doelmatig vaccinatieprogramma alleen maar in de weg. Nu al een jaar lang.

Sionkerk op Urk houdt zich niet aan coronaregels, maar kan dat doen door de uitzonderingspositie die het van het kabinet kreeg

De gereformeerde Sionkerk in Urk is volgens een bericht in Trouw ontevreden met het overheidsbeleid inzake de bestrijding van de COVID-19 pandemie. Zo laat de kerkenraad de afstandsregels los, omdat het tegemoet wil komen aan ‘de nood en het geestelijk welzijn’ van de gemeente. Ouderling en voorlichter H. Snoek zegt daarover het volgende: ‘We willen gehoorzaam zijn aan de overheid, maar wel in samenhang met Gods geboden. We doen dit vanwege het zielenheil van de mens.

Kerken worden naar het oordeel van het kerkbestuur achtergesteld, zo zegt het bericht van Trouw. In werkelijkheid is het omgekeerde waar. Volgens de maatregelen van de Rijksoverheid geldt er voor ‘het belijden van godsdienst of levensovertuiging’ een uitzondering voor bijenkomsten in een binnenruimte van maximaal 30 personen. Om dat te legitimeren wordt er verwezen naar de vrijheid van godsdienst. Dat is merkwaardig omdat allerlei grondrechten tijdelijk zijn ingetrokken in de bestrijding van COVID-19. Daarom is het bizar dat religieuze organisaties een uitzonderingspositie in mogen nemen van het kabinet. Het is nog absurder dat kerkbesturen in die bevoordeling een achterstelling zien. Zij zijn ermee de kijk op de realiteit kwijt. Zo geldt voor culturele instellingen, zoals schouwburgen, archieven en musea de uitzondering niet. Dit zijn doorgaans professionele instellingen met een goede organisatie die veel hebben geïnvesteerd in de ontvangst van gasten. Maar toch mogen ze niet opengaan.

Opvallend is dat in de recente publiciteit over de aanpak en maatregelen de Rijksoverheid de uitzondering die voor kerken geldt niet meer expliciet noemt. Het is onduidelijk waarom dat zo is. Maar de brede kritiek op de voorrechten van kerken die mogen wat culturele of commerciële instellingen niet mogen heeft er mogelijk mee te maken. Dit voorrecht voor kerken is slecht te beredeneren. Het is niet alleen slecht te verdedigen, maar wordt er onhoudbaar en potsierlijk op als kerken in de slachtofferrol kruipen en menen dat ze achtergesteld worden.

Het kabinet Rutte III heeft deze rechtsongelijkheid en bedreiging voor de volksgezondheid over zichzelf afgeroepen. Het kan niet ingrijpen omdat het de kerken een uitzonderingspositie heeft gegeven. Daar is de fout gemaakt. De Sionkerk in Urk of andere orthodoxe kerken in de biblebelt nemen de ruimte die het kabinet hun heeft gegeven. Deze kerken treft weinig verwijt. Dat ze niet maatschappelijk handelen, het algemeen belang van de volksgezondheid niet zwaar laten wegen en vooral op zichzelf gericht zijn was vooraf te voorzien geweest.

Dat kerken en andere religieuze organisaties voorrechten genieten is een maatschappelijk onrechtvaardigheid. Onlogisch is dat religieuze organisaties als meer gelijk worden gezien dan niet-religieuze organisaties. Ze hebben voorrechten die anderen niet hebben. Dit is des te merkwaardiger omdat artikel 6 van de Grondwet over de vrijheid van godsdienst het kabinet een wettelijke grond geeft om in te grijpen: ‘De wet kan ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid’. Waarom heeft het kabinet daar geen gebruik van gemaakt?

Voor de uitzonderingssituatie van religieuze organisaties in de bestrijding van de pandemie is geen rechtvaardiging te vinden. We mogen de kerkenraad van de Sionkerk in Urk dankbaar zijn dat het de absurditeit van het kabinetsbesluit om kerken een uitzonderingspositie te geven via een omweg onder de aandacht brengt. Het raakt aan een maatschappelijk probleem van een land waarvan de bevolking zich in meerderheid niet-godsdienstig verklaart, maar waar de godsdiensten nog proportioneel veel invloed hebben. Alsof het verleden nog voortkabbelt.

Om pseudo-wetenschap in de media te bestrijden moet er een Vereniging tegen de Kwakzalverij in de Media worden opgericht

Het is opvallend dat zowel economen als filosofen de huidige COVID-19 pandemie gebruiken om zich als individu te profileren en hun zaak te bepleiten. Ook en zelfs juist als die slechts zijdelings iets met de pandemie te maken heeft. Het wordt er potsierlijk op als deze deskundigen net doen alsof hun vakgebied een wetenschap is, laat staan een exacte wetenschap. Maar het wordt er idioot op als deze deskundigen net doen alsof ze ook verstand hebben van een ander vakgebied. Dat hebben ze niet. Dat is bewuste misleiding en zelfoverschatting waar overigens de media ook een rol in te spelen hebben. Ze moeten zo’n opinieleider die buiten zijn of haar vakgebied gaat stoppen onder het mom: ‘tot hier en niet verder’. Media moeten de desinformatie niet aanwakkeren.

Denk aan de economen Coen Teulings en Barbara Baarsma die de afgelopen maanden voorlopig hun plek in de geschiedenis hebben verspeeld met slecht onderbouwde, onzinnige uitspraken. Ze hadden moeten zwijgen over gezondheidskwesties waar ze niet echt verstand van hebben en hadden niet de schijn moeten wekken dat de deskundigheid op hun economisch terrein niet zonder meer uitgebreid kan worden naar andere terreinen. Want daarop zijn ze net zo onwetend en ondeskundig als elke willekeurige, nadenkende burger. Voor Ad Verbrugge geldt hetzelfde.

Verbrugge neemt een loopje met de waarheid. Is het angst of realisme dat er in de VS nu al meer dan een half miljoen geregistreerde doden zijn als gevolg van COVID-19? Overheden handelen aarzelend en nemen soms de verkeerde beslissingen omdat ze dit (sinds 1919) niet meer bij de hand hebben gehad. De macht van overheden en techbedrijven moet ingeperkt worden en de privacy en vrijheid van burgers moet beschermd worden. Dat is zinvolle kritiek, maar het is grotesk en gevaarlijk voor de volksgezondheid om dit direct te koppelen aan de bestrijding van de huidige pandemie.

Afgelopen maand was er op de Vlaamse publieke omroep VRT de 3-delige serie BDW met de rechtse politicus Bart De Wever. Voorzitter van de rechts-nationalistische N-VA en burgemeester van Antwerpen. Hij gaf een inkijkje in zijn handelen en de strategie van de (partij)politiek. Of men het nou met zijn politieke overtuiging eens is of niet. Hij zei dat politici moeten zwijgen als ze niks te zeggen hebben. Daarmee doelde hij vooral op PS-voorzitter Paul Magnette die volgens hem telkens de onderhandelingen over een regeringscoalitie bemoeilijkte en zelfs onmogelijk maakte door er in de media bijna dagelijks zijn commentaar op te geven. Interessant is dat de kritiek van De Wever deels bestaat uit fundamentele mediakritiek en deels uit eigen politieke profilering. Hij is zo door de wol geverfd dat moeilijk valt te zien waar het een in het ander overgaat.

Wat zou het helpen als we weten dat als een politicus of opinieleider publiekelijk spreekt en daar in de media verslag van gedaan wordt we er vanuit konden gaan dat zo iemand dan ook echt iets zinvols te melden heeft. De talkshows en krantenkolommen zouden er opgeruimd door worden (‘Less is more’) en de kwantiteit van de loze beweringen zou ingewisseld worden voor de kwaliteit van de inhoud. En we weten nu toch al dat er eerder een te groot dan een te gering beroep wordt gedaan op de tijd, het geduld en de goede smaak van de nieuwsconsument? Het is zoals gezegd niet in de laatste plaats aan omroep of krant om de oprispingen en losse flodders van ‘wetenschappelijke’ opinieleiders die zich buiten hun vakgebied begeven en zich manifesteren als pseudo-deskundigen geen plek te geven.

Sommigen noemen het hoogmoed, publiciteitsgeilheid of een verdienmodel van al die (pseudo)-wetenschappers die met hun praatjes als een plaag de media teisteren. Het is de hoogste tijd dat de loze beweringen, schijnwaarheden en filosofietjes in het publieke debat fundamenteel worden bestreden. Nu gebeurt dat goedbedoeld, maar halfslachtig vanuit het idee om desinformatie te bestrijden. Het valt te bezien of dat de juiste invalshoek is. Verboden of blokkades zijn niet het juiste antwoord, maar een aanschouwelijke weerlegging met argumenten als boter bij de vis is dat wel.

Er is in Nederland een vrije pers, maar de interne correctiemechanismen van de journalistiek zoals Ombudsmannen zijn verregaand uitgekleed. Het mechanisme van zelfregulering heeft weinig tanden. Op sociale media is de tegenspraak en correctie zo goed als uitgeschakeld door het eilandenrijk van de bubbels.

Waar de publieke uitspraken van politici en opinieleiders raken aan of gaan over wetenschappelijk onderwerpen is in de media een evenknie van de Vereniging tegen de Kwakzalverij nodig die per omgaande en wijd verspreid corrigeert, in de goede context zet en deskundigen die onder de pretentie van alwetendheid buiten hun vakgebied gaan terechtwijst. Dan kunnen in elk geval de misverstanden die opgeroepen worden snel opgeruimd worden. Als het vuil van het land dat uit de studio’s en krantenredacties wordt verwijderd. En ook van de universiteiten.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelOnze angst voor het virus geeft de staat te veel ruimte’ van Kees Versteegh in NRC, 28 februari 2921.

Foto 2: Schermafbeelding van deel aankondigingWebinar 2020 On demand: Sociale media, slecht voor de gezondheid?’ van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, 19 augustus en 21 oktober 2020.

Heeft Nederland ruggengraat om te strijden tegen alcoholisme?

Dit journaal-item van de Franse publieke omroep ORTF uit 1972 stemt tot nadenken over hoeveel ruimte de Nederlandse lokale politiek nu aan de horeca geeft. Het gaat erover dat er te veel bistro’s zijn. Dat zou de strijd tegen het alcoholisme bemoeilijken. Een nieuw prefectureel decreet beoogt, zo stelt de reportage, om de afstand tussen cafés in Parijs te beperken met een minimale afstand van 75 meter. Wie Paris kent weet dat dat nooit doorgevoerd is. Sinds 1955 kent Frankrijk wel de wet Débré die zegt dat er geen bistro’s kunnen worden gevestigd in de buurt van scholen, stadions, ziekenhuizen, kerken, begraafplaatsen en gevangenissen.

Wie in Nederland afgelopen maanden de plannen langs heeft zien komen van gemeenteraden die over elkaar heen buitelden in hun onderhorige bereidheid om de horeca die door COVID-19 in economische problemen is gekomen tegemoet te komen met grote terrassen, beseft hoe economische argumenten het hebben gewonnen van argumenten over volksgezondheid. Dat op zich is nog niet eens zo verwonderlijk in een samenleving die steeds sterker is gericht op behoeftenbevrediging en genotzucht. Dit journaal-item uit 1972 doet beseffen dat in het recente debat over horeca en de uitbreiding van terrassen in binnensteden dat aspect van alcoholisme en volksgezondheid volledig ontbrak. Dat is verwonderlijk. Vooral omdat Nederland met COVID-19 een stevige gezondheidscrisis voor de kiezen kreeg en blijkbaar de economisch gevolgen ervan wegberedeneert door een ander aspect dat de volksgezondheid bedreigt ongeclausuleerd alle ruimte te geven: alcoholisme.