Journalistiek moet onjuiste beweringen van opinieleiders geen ruimte geven en beter dan nu uitleggen waarom het dat niet doet

Meermalen heb ik me hier kritisch uitgelaten over de gevestigde media. Dan bedoel ik niet dat ze de stem van de gevestigde orde zijn en voor druk, geld en invloed tot een instrument worden gemaakt dat de beeldvorming  manipuleert. Dat is iets van alle tijden en zo oud als er media bestaan. Zogenaamde objectiviteit bestaat niet. Mijn kritiek is anders.

Het gaat me om het antwoord in werkwijze en gedragsregel op recente ontwikkelingen die niet goed verwerkt worden. De Code van Bordeaux uit 1954 legt de journalist op ‘op faire wijze te werk te gaan’, op hoor altijd wederhoor te geven. Het wordt echter valkuil en hinderlaag voor de traditionele journalistiek als wederhoor voornamelijk nepnieuws toevoegt. Hoofdredacties zouden niet deze ‘faire wijze’, maar de eerbied voor de waarheid voorop moeten zetten.

Is het onderhand geen tijd voor ander beleid bij media? Zo kunnen media een kwaliteitsslag maken door vals van echt nieuws te onderscheiden en nepnieuws als hoor of wederhoor niet langer te verspreiden. Beter dan nu dienen de media te beseffen dat de journalistieke code uit 1954 met de doodlopende weg van het enerzijds-anderzijds of het verslag doen van elke oprisping van elke politicus of complotdenker niet meer ongewijzigd toegepast kan worden.

Op dit blog hanteer ik de vuistregel dat ik alleen ongewijzigd beweringen doorgeef die op feiten zijn gebaseerd. Daar hoef ik het niet mee eens te zijn, maar ze mogen in mijn ogen niet in strijd met de waarheid zijn. Een mening moet tegengesproken kunnen worden en onderdeel van het publieke debat zijn. Met beweringen die in strijd met de feiten zijn hanteer ik een andere vuistregel. Die plaats ik alleen als ik ze duidelijk kan weerleggen, anders geef ik ze niet weer.

Media hanteren deze regel niet. Elke oprisping van politicus Thierry Baudet of Geert Wilders of al die complotdenkers die COVID-19 als een griepje voorstellen kan geplaatst worden. Niet altijd gebeurt dat omdat het niet altijd nieuwswaardig is, maar er is evenmin een regel bij media dat ze beweringen die in strijd met de feiten zijn per definitie geen ruimte geven. Ze  verschuilen zich dan soms achter het excuus dat de feiten niet vaststaan en ze om onpartijdig verslag te kunnen doen feiten die in strijd zijn met de waarheid wel moeten doorgeven. Met als gevolg dat de gevestigde media zich willens en wetens tot de belangrijkste handlangers van het verspreiden van desinformatie hebben gemaakt. Dat daar goede objectieve stukken binnen genuanceerde redacties of gepeperde commentaren van talkshow hosts tegenover staan weegt daar niet tegen op. Het kwaad is dan al geschied.

Klem tussen de gesel van de markt, de macht van Amerikaans techbedrijven als Facebook en Twitter, de angst om de boot te missen en de beschuldiging van partijdigheid heeft de journalistiek geen afdoend antwoord op de vraag of het nieuws dat in strijd is met de feiten ongewijzigd door moet geven. Was het in 2016 toen desfinformatiecampagnes in opkomst waren nog begrijpelijk dat hoofdredacties er geen passend beleid over hadden ontwikkeld omdat ze erdoor overvallen werden, nu is het nalatig dat ze nog steeds geen passend beleid hebben dat nepnieuws blokkeert en de nieuwsconsument uitlegt hoe dat beleid precies werkt en is geformuleerd.

Aanleiding is een commentaar van 13 maart 2021 van redacteur Chris Quinn in The Plain Dealer, de belangrijkste krant van Cleveland, Ohio. De titel geeft aan wat de inzet is: ‘When candidates make reckless statements just to get attention, should they get attention?’. Het gaat om de Republikeinse kandidaat-Senator Josh Mandel die meningen verkondigt die niet alleen in strijd met de feiten zijn, maar ook de volksgezondheid in gevaar brengen. Exact wat types als Baudet of Willem Engel doen. De sleutelpassage uit Quinns commentaar is de volgende:

Is dat niet exact de inschatting die de media moeten maken, maar te weinig maken? Namelijk dat buitensporige en gevaarlijke beweringen nog geen nieuws zijn dat gepubliceerd dient te worden. Zoals Quinn ook zegt zijn types als Mandel wanhopig op zoek naar aandacht en geeft zijn krant graag ruimte aan debat. Daar zijn echter grenzen aan: ‘Maar we publiceren niet bewust belachelijke en idiote beweringen. Mandel wilde niet zozeer een debat voeren met onze columnist, maar ons platform gebruiken om aandacht te krijgen met aantoonbaar valse beweringen over het virus.’ Het beroep op die enerzijds-anderzijds functie van media is de valkuil waar de complotdenkers slim gebruik van maken en media niet echt een goed antwoord op hebben. Quinn geeft dat antwoord wel.

Foto’s: Schermafbeelding van delen uit artikelWhen candidates make reckless statements just to get attention, should they get attention? van Chris Quinn voor The Plain Dealer (online: Cleveland.com), 13 maart 2021.

Classificatie van de complotdenker: accent op individuele vrijheid, dekking op sociale media en carrière in de bovenzinnelijke sector

Wie snel een beeld wil krijgen van wat complotdenkers voortdrijft volstaat enig inzicht in drie fenomenen: 1) het begrip vrijheid; 2) de macht van de sociale media en 3) de opvolging en verdringing van de macht. Het gaat om de combinatie die duidelijkheid verschaft. Onder complotdenkers waar het hier over gaat worden al degenen verstaan die bewuste afbreuk doen aan het vertrouwen in de overheid. Wat het doel van individuen is om met complotdenken de publiciteit te zoeken te komen kan divers zijn. Dat varieert van de opbouw van een eigen carrière tot het samenwerken met landen of organisaties die de overheid willen destabiliseren.

1. Vrijheid. Hoogleraar moderne politieke geschiedenis Annelien de Dijn legt in een interview van 7 augustus 2020 met NRC uit wat het verschil is tussen de termen ‘negatieve vrijheid’ en ‘positieve vrijheid’. Ze moeten niet moralistisch begrepen worden, ‘positief’ niet al goedkeurend en ‘negatief’ als afkeurend. Deze termen zijn door de Britse filosoof Isaiah Berlin in 1958 gemunt. Interviewer Bart Funnekotter: ‘Positieve vrijheid is de vrijheid om als burgers te bepalen hoe en door wie je bestuurd wordt. Negatieve vrijheid is de vrijheid om te doen wat je wilt en door de overheid met rust te worden gelaten.’ De Dijn schetst de spanning tussen de twee termen: ‘Elke keer als mensen probeerden een maatschappij democratischer te maken – en dus de positieve vrijheid te vergroten – kwamen daartegen conservatieve krachten in het geweer, die het belang van individuele vrijheid benadrukten en waarschuwden voor een tirannie van de meerderheid’. Daarin hebben ze geen ongelijk, maar in de praktijk is oligarchisering van de macht (De Dijn: ‘het naar zich toetrekken van politieke en economische macht door een klein groepje’) een grotere bedreiging voor de vrijheid dan democratisering.

2. Sociale media. Tussenkomst van journalisten die werken volgens voorschriften (Code van Bordeaux) is bij sociale media geen voorwaarde. Behalve uiteraard in het geval dat journalisten zich zelf op sociale media begeven. Het verdient om deze vermenging die tot onduidelijkheid, overspanning en afnemend vertrouwen in de media leidt overweging dat journalisten zich niet langer begeven op platformen als Twitter, Facebook en YouTube die worden gedomineerd door gebruikers die niet volgens de journalistieke code werken. Zie punt 6. van een Gallup/Knight onderzoeksrapport. Journalisten zouden zich moeten beperken tot hun eigen media waarvan het profiel en het niveau beschermd kunnen worden. Dan wordt voor de nieuwsconsument duidelijker dan nu dat degenen op sociale media die zich verschuilen achter de claim van journalistiek vermoedelijk die aanspraak niet waar kunnen maken. Complotdenkers profiteren nu van de vermenging met de journalistiek op sociale media die hun een schaduw van legitimiteit geeft. Het cynisme is dat complotdenkers zich profileren door hun verzet tegen de gevestigde media van wie ze in feite profiteren door hun associatie ermee.

3. Macht. Opvolging en verdringing van functies en posities is van alle tijden. Leden van generaties bevechten elkaar en volgen elkaar op. Wie de macht niet heeft, maar de ambitie om ertoe te behoren zet middelen in om dat te bereiken. Dat heeft te maken met geldingsdrang, het uitstippelen van een carrièrepad en het verbeteren van een startpositie om dichter bij geld, aanzien of een functie te komen. Het is een oorbare koerslijn. Er zijn enkele sectoren die zich onttrekken aan de ‘normale’ maatschappelijke verhoudingen: sport, amusement en niet-reguliere religie of spiritualiteit. Het is geen toeval dat complotdenkers die doorgaans geen passende of zelfs een geheel ontbrekende startkwalificatie voor een maatschappelijke carrière hebben zich begeven op het snijvlak van amusement en niet-reguliere religie of spiritualiteit. Daar gelden andere normen en is onder verwijzing naar het bovenzinnelijke dat niet te toetsen valt het snelst en makkelijkst carrière te maken.

Complotdenkers hebben als axioma dat de burger moet doen wat hij of zij wil en door de overheid met rust gelaten moet worden. Daarbij wordt individuele vrijheid boven de democratisering van de maatschappij gesteld. Complotdenkers hebben als uitingsvorm de sociale media waar ze zich onder dekking van de gevestigde journalistiek kunnen profileren en kunnen tooien met een semi-serieuze, journalistieke bedekking om het proces door te komen. In het verlengde daarvan kunnen complotdenkers doorbreken naar gevestigde media die zich in een positie laten dwingen om ruimte te geven aan complotdenkers die de geloofwaardigheid van de journalistiek ondergraven. Complotdenkers kiezen vanuit de weg van de minste weerstand een carrière in een sector waar de normale maatschappelijke verhoudingen en startkwalificaties het minst zwaar wegen: niet-reguliere religie en spiritualiteit. Bovenzinnelijkheid valt niet te toetsen zodat beweringen altijd kloppen.

Foto: ‘A giant crop circle that apparently appeared out of nowhere has drawn crowds of people to a farmer’s field in Northern France.’ In: EuroWeeklyNews, 12 juli 2020.

Nepnieuws van Karel van Wolferen en Kees van der Pijl voor Café Weltschmerz. Rug naar de toekomst en een gesloten wereldbeeld

Is dit satire over twee complotdenkers die niet zouden misstaan in The Muppet Show en zo graag hun eigen waarheid uitventen? Ik begrijp goed waarom Café Weltschmerz in financiële moeilijkheden verkeert. De oplossing ligt voor de hand: verjongen, het verbinden over grenzen heen van verschillende segmenten uit de samenleving, en een open blik naar de toekomst.

Hoe denkt Café Weltschmerz een hedendaags publiek aan te kunnen spreken met deze twee mopperende, gepensioneerde witte heren die bijna 30 jaar na de val van de Berlijnse muur nog gevangen zitten in hun gesloten wereldbeeld van weleer?

De GROe liet in april 2018 in Den Haag steken vallen, vier medewerkers ervan met een diplomatiek paspoort werden op heterdaad betrapt en beide heren uit The Muppet Show van Café Weltschmerz katten het om tot satire. Zodat we iets te lachen hebben. Over hen wel te verstaan.

Het echte nepnieuws van dit item is dat beide heren nepnieuws verkondigen. Als de vier door de MIVD in de kraag gevatte medewerkers van de Russische inlichtingendienst GROe toegang hadden tot het gebouw en het volledige informatiesysteem van de OPCW, dan is het des te opmerkelijker dat ze vanuit een kofferbak hun apparatuur bedienden. Waarom was dat? Dat de werkwijze van de GROe naar buiten werd gebracht door het hoofd van de MIVD heeft een duidelijk doel. Namelijk het vertragen en bemoeilijken van de operaties van de GROe. Met als bonus dat de Nederlandse inlichtingendiensten de Russische inlichtingendiensten de baas kunnen zijn.

Het is vaker gezegd, fascisme begint door de media die verslag doen aan te vallen met de bedoeling om het idee van waarheid te ondermijnen. Dat proberen beide heren, maar hun argumenten zijn vastgeroest en verre van soepel. Het is jammer dat Café Weltschmerz meegaat in dit vastgeroeste gesloten wereldbeeld en niet wat meer bij de tijd is. Maar enfin, wie de Koude Oorlog opnieuw wil beleven is aan het juiste adres.

(Hoe valt het te rijmen dat Erik Veld van Design bureau Megavolt die de vormgeving verzorgt van sociale projecten van De Regenboog Groep, Vluchtelingenwerk of de Kunstvlaai deze aflevering van Café Weltschmerz heeft geadopteerd? Beseffen de opdrachtgevers en Erik Veld dat?)

Foto: Schermafbeelding van toelichting bij videoNepnieuws van de overheid en de slapende journalistiek; Kees van der Pijl en Karel van Wolferen’ op Café Weltschmerz, 11 oktober 2018.

Karel van Wolferen oreert er op los in Café Weltschmerz. Wie wil hij overtuigen of misleiden?

Humor met Wierd Duk en Karel van Wolferen. Hopelijk nemen ze zichzelf en hun standpunten niet al te serieus. Voor Duk pleit dat hij zich kan verplaatsen in standpunten van anderen. Die flexibiliteit ontbreekt bij Van Wolferen volledig. Hij is een oude plaat die zichzelf herhaalt. Duk verdient een betere gesprekspartner.

De eenzijdige blik van beide heren is hun gebrek. Ze voeren hun eigen Muppet Show op. Tot nieuwe inzichten of ook maar één nieuw idee leidt dat niet. Uiteraard deugen ‘neo-conservatieven’ in Washington niet. In de VS deugt het hele politieke bestel niet waarin big money van Wall Street de politiek in de zak heeft. Losgezongen van de realiteit van arbeidersklasse en middenklasse. Bernie Sanders was als gematigde anti-establishment kandidaat de ideale politicus geweest om de macht van het grote geld en de veiligheidsindustrie terug te dringen en te verbinden met de noden en behoeften van de gewone Amerikanen. Maar big money stond hem die rol niet toe. En besef ook dat Donald Trump een president is die door de praktijk gedwongen als pro-establishment zal eindigen. Met belastingverlaging voor rijken en bedrijven. En met overheidsopdrachten.

Een analyse die slechts dwangmatig één kant uitkijkt zoals Karel van Wolferen doet is per definitie onvolledig. Dat kan nooit tot een evenwichtige vergelijking tussen landen leiden. Dat verklaart de wereld niet, maar doet het omgekeerde. Het ontneemt het zicht erop. Want behalve de VS hebben China en de Russische Federatie ook een conglomeraat waarin banken, bedrijven, media, veiligheidsindustrie en politiek hecht samenwerken.

Het is niet erg veelzeggend om steeds weer uitsluitend dat Amerikaanse conglomeraat in de beklaagdenbank te zetten, zoals Van Wolferen doet. En telkens weer met onderminister Victoria Nuland aan te komen. Een vergelijking van Amerikaanse, Russische en Chinese conglomeraten is interessanter omdat het de verschillen tussen die landen aangeeft. En vervolgens doet uitkomen wat hun perspectieven en beleidsvoornemens zijn.

Democratie is kwetsbaar. En weinig weerbaar tegen agitators die de democratie willen beschadigen om hun zin door te drukken. Democratie bestaat uit de combinatie van democratische instellingen en een stelsel waarin politiek en bevolking deelnemen. Volmaakt is het nooit en daarom altijd toe aan een opknapbeurt.

Iedereen die het bestaan van democratische instellingen ter discussie stelt verklaart zich als anti-democraat. Dat gaat niet om het maken van een politieke keuze voor of tegen specifiek beleid, maar om het overhevelen van de keuze uit handen van het volk naar de autoritaire leider. Maar dat is geen reparatie van de democratie, maar het verder kapotmaken ervan. Daar is Karel van Wolferen mee bezig. Als afleiding van zichzelf. Saai.