Journalistiek VS onder vuur moet samenwerking en ambitie tonen

opc

Een terugkerende vraag op dit blog is hoe journalisten van de gevestigde media denken. Waarvoor springen ze in de bres? Zijn ze behoudend in hun denken en kunnen ze buiten hun eigen kring denken? Wat is hun politieke filosofie? Deze vragen zijn niet los te zien van veranderingen in de media. Het internet doet gedrukte media sluiten en nieuwe verdienmodellen ervoor worden ontwikkeld. Professionele blogs zijn in opmars, maar richten zich niet meer op een breed publiek. Dat wordt gefragmenteerd. Broadcasting wordt narrowcasting.

Journalisten mogen aan hun eigen hachje denken. Een journalist hoeft niet vanwege een mening de eigen baan in gevaar te brengen. Vaak kiezen ze midlife eieren voor hun geld en stappen over naar bedrijfsleven of de overheid. De overstap van de controle op de macht naar de controle van de media kleedt de journalistiek nog verder uit. Maar wacht even … de journalistiek wordt toch beschouwd als een venster op de democratie en zijn het niet de journalisten zelf die dat beeld in stand houden? Koesteren, zelfs. Kan de journalistiek die pretentie nog waarmaken of is het een oud beeld waarmee de media alleen uit marketingoogpunt leuren?

Juist op die overgang van een gesloten naar een open beroepsgroep kondigde zich de affaire WikiLeaks aan. Die vooral in de VS en het Verenigd Koninkrijk tot debatten leidde. Vanaf de zomer van 2010 werd Julian Assange in het geheim tegengewerkt door de Amerikaanse regering die alles in het werk stelde om hem publicitair onschadelijk te maken. Via inzet van media. Da’s half gelukt. WikiLeaks werd economisch -en illegaal- tegengewerkt door de regering-Obama en moest temporiseren, maar bleef doorgaan met onthullingen. De harde aanpak van klokkenluiders bezorgde president Obama een slechte naam bij mensenrechtenactivisten en in progressieve kring. Alleen niet in de gevestigde media. Tot afgelopen maand.

Kevin Gosztola zet op firedoglake.com de feiten op een rij. Hij pleit ervoor dat journalisten in samenwerking zelfverzekerd hun recht nemen en stoppen zich te gedragen als slachtoffer van een restrictieve overheid. In progressieve kring werd de recente opwinding over het registreren van de AP-journalisten en de beschuldiging door het ministerie van Justitie van Fox News journalist James Rosen als opportunistisch gezien. Pas toen collega nieuws- en onderzoeksjounalisten werden aangepakt, kwamen ze in het geweer. Wat is dan nog de ‘democratische meerwaarde’ van de journalistiek als de meerderheid van journalisten pas reageert als het persoonlijk wordt? Toen Assange in 2010 zonder aanklacht op een Red Notice-lijst van Interpol werd gezet en door Amerikaanse politici en opinieleiders naar de andere wereld werd gewenst zwegen ze.

Gosztola verwijst naar een commentaar uit december 2010 van Nancy Youssef over de prestigieuze ‘The freedom of the press committee of the Overseas Press Club of America‘ dat Assange not one of us verklaarde. Hierboven afgebeeld. Journalisten van ‘The Freedom of The Press Committee‘ spraken zich dus uit tegen een organisatie die in z’n eentje voor meer onthullingen zorgde dan alle journalisten van de wereld bij elkaar. Het commentaar verdraait ook nog eens feiten zoals het idee dat WikiLeaks documenten niet redigeerde en geheimen onthulde. Ook nu nog beschamend om te lezen omdat het doet uitkomen dat journalisten onder het mom van ‘persvrijheid’ de persvrijheid geweld aandoen en toetreders buiten de deur houden. Zo denken journalisten. Als reactie lanceerden progressieve kringen eind 2012 de Freedom of The Press Foundation.

Foto: Schermafbeelding van commentaar van 9 december 2010 door Jeremy Main, Larry Martz and Kevin McDermott van The freedom of the press committee of the Overseas Press Club of America over WikiLeaks.