Wall Street dreigt Hillary Clinton om Elizabeth Warren niet als vice-president te nemen. Hoe reageren de Sanders-supporters?

Cenk Uygur van The Young Turks kan zijn cynisme met moeite onderdrukken. En zijn genoegen over een artikel van Ben White in Politico. Het gaat om de Clinton-campagne die naar de pijpen van het grote geld moet dansen en daar sterk door afgeraden wordt om Elizabeth Warren als vice-president te nemen. Als Clinton dat doet riskeert ze miljoenen dollars aan bijdragen van geldschieters. De progressieve senator Warren is tegen belastingverlaging voor Wall Street, terwijl dat voor de geldschieters juist de voorwaarde voor hun steun aan Clinton is. Zij dient dat er in de eerste 100 dagen van haar presidentschap door te drukken. In hun carrière hebben de Clintons al 3 miljard dollar bij mega-ondernemingen opgehaald en Hillary Clinton heeft zo’n 1,5 miljard nodig voor de komende campagne tegen de vermoedelijke Republikeinse kandidaat Donald Trump.

Vraag is of de supporters van Bernie Sanders Clinton in haar race tegen Trump willen steunen. Terwijl zij zo duidelijk in de tang van het bedrijfsleven zit en er nu zelfs publiekelijk door gestuurd wordt. De verwachting van het establishment van de Democratische partij is dat de progressieve, jonge kiezers knarsetandend voor het minste kwaad Clinton zullen kiezen. Maar het valt nog maar helemaal te bezien of dat ook echt zo uitpakt.

Velen aan de linkerkant van het politiek spectrum menen dat Clinton een aantoonbaar conservatieve koers vaart en dat bij de onberekenbare Trump nog maar aangetoond moet worden. De kans is aannemelijk dat de Sanders-supporters thuis blijven of stemmen op Jill Stein, de presidentskandidaat van de Groene Partij. Als Clinton Elizabeth Warren niet uitpikt als vice-president dan zal dat door vele progressieve Democratische en onafhankelijke kiezers opgevat worden als de bevestiging dat Clinton in de kern niet deugt en onbetrouwbaar is. En Clinton zich zonder principes voegt in wat de big money van Wall Street haar opdraagt om te leveren.

Advertentie

Stedelijk Museum aanvaardt geld van cultuurfonds Ammodo. Maar zou dit om morele en publicitaire redenen dienen te weigeren

af

Het Stedelijk Museum kijkt samen met Stichting Ammodo naar een nieuwe plek voor het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam, aldus bovenstaand bericht op Artforum. Gezien de achtergrond van Ammodo is dit een opvallende ontwikkeling die alles in zich heeft de kunstwereld te beschadigen. ‘Together with Ammodo, we look forward to investigating ways of creating an inspiring place that offers compelling artistic encounters in Amsterdam and contributes to the city’s thriving artistic climate’ zegt directeur Beatrix Ruf. Maar hoe aantrekkelijk is het voor een culturele instelling om met Ammodo in zee te gaan? Het Stedelijk is zeker niet de enige, het rijtje is uitgebreid. Zelfs inclusief het Van Abbemuseum dat zo vaak politiek de nek uitsteekt.

Ammodo heeft een voorgeschiedenis die instellingen als het Stedelijk Museum zouden moeten kennen. Want elke instelling dient zich voldoende te informeren over een geldschieter waarmee het in zee gaat. De geschiedenis van Ammodo is besmet. Het komt erop neer dat ‘pensioenpremies van havenarbeiders in Rotterdam en Amsterdam buiten medeweten en tegen de wil van de spaarders een andere bestemming kregen’, zoals zes hoogleraren in 2014 in een opinie-artikel in de NRC betoogden. Dit wil zeggen dat in 2007 pensioenverzekeringsbedrijf Optas buiten medeweten van werkgevers en werknemers in de havens is verkocht aan verzekeringsmaatschappij Aegon. De Stichting Optas streek hiermee een vermogen op van circa 1,3 miljard euro dat zij nu besteedt aan ‘culturele en wetenschappelijke’ doelen. Hoewel de overdracht juridisch klopt, is het moreel verwerpelijk. Een culturele instelling kan het geld aannemen, maar moet goed beseffen dat het zich kan corrumperen en hiermee de eigen geloofwaardigheid en morele positie op het spel zet.

In 2014 schreef Eric Smit een artikel voor FTM over de verkoop van Optas en het geld dat Ammodo nu uitdeelt aan kunsten en wetenschappen. Hij citeert CDA-kamerlid Pieter Omtzigt: ‘Het is pensioengeld dat op slinkse wijze werd omgekat tot een fonds voor goede doelen. Mensen hebben voor dat geld gewerkt, dat moet aan pensioenen ten goede komen. Punt. De ontvangers moeten weten waar het geld vandaan komt en moeten overwegen het niet in ontvangst te nemen’. Uit Smits rondgang langs instellingen blijkt dat ze moeilijk kunnen uitleggen waarom ze geld aannemen van Ammodo. Houvast biedt punt 1.4.6 van de gedragscode (2012) van het Instituut voor Fondsenwerving: ‘Iedereen die organisaties of projecten in de sector wil steunen, met respect voor de belangen van de organisatie en van de consumenten, zal naar algemene fatsoensnormen en met respect voor hun wensen worden behandeld. Ter bescherming van de goede naam van de organisatie en van de sector in het algemeen worden bepaalde donateurs echter bij voorbaat geweerd als het risico bestaat dat de geloofwaardigheid van de organisatie in het geding kan komen.

Robin Hood is de fictieve uitzondering, stelen van de rijken om het aan de armen te geven. In de echte wereld gaat het andersom, stelen van de armen om het aan de rijken te geven. Stelen van havenarbeiders om het aan kunst en wetenschap te geven. Dit voedt de onrust van kanslozen die vinden dat het establishment in een eigen bubbel leeft en zich niets aantrekt van gewone mensen. De logica is dat wie de macht heeft de regels kan stellen. De 1% van Occupy die aan de touwtjes trekt wordt inmiddels de 0,1% genoemd. Zo erg is het. Dat heet in nette termen denivellering. Die ontwikkeling is geen direct gevolg van eerlijke concurrentie of de open markt van het kapitalisme, maar komt voort uit de beschermingsconstructie van het corporatisme. Exact het nadeel van het Nederlandse poldermodel waarin belangenorganisaties, zoals werkgevers- en werknemersorganisaties vooral in het recente verleden met de overheid in vooroverleg afspraken maakten.

Vraag is in hoeverre Nederlandse musea als Museum Boijmans, Van Abbemuseum, Kröller-Müller Museum, Mauritshuis, Museum Boerhaave, Ons’ Lieve Heer op Solder, Rijksmuseum of Stedelijk Museum zich bewust zijn van het verleden van Ammodo. Of doen ze net of hun neus bloedt, zolang het duurt? Er is veel voor te zeggen voor instellingen om op morele gronden geen geld te aanvaarden van Ammodo. Ook om de eigen goede naam te beschermen die zich op enig moment door negatieve publiciteit over Ammodo tegen deze instellingen kan keren. Het verdient ernstige overweging voor instellingen zoals het Stedelijk Museum om voortaan geen geld meer van Ammodo aan te nemen omdat het besmet is. Dan kunnen ze gelijk werken aan het rechtzetten van het hardnekkige beeld dat Nederlandse musea zo behoudzuchtig en ouderwets zijn.

Foto: Schermafbeelding van berichtStedelijk Museum Looking for a New Contemporary Art Venue in Amsterdam’ op Artforum, 24 mei 2016.

Doneer aan actie ‘Privacy not Prism’. Voor uw eigen privacy

pnp

Het Britse Big Brother Watch, Open Rights Group, English PEN en de Duitse internet activiste Constanze Kurz dagen de regering-Cameron voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vanwege de grootschalige spionage en opslag van persoonsgegevens door de Britse regering. Hier geven ze de feiten en verantwoorden ze de grond voor hun aanpak. Omdat de Britse geheime dienst GCHQ internationaal opereert en ook Europeanen op de korrel neemt is de rechtszaak ook voor Nederlanders van belang. Binnen twee dagen is de beoogde 20.000 GBP (= € 23.700) al binnengehaald. Dit succes toont volgens de actievoerders aan dat de opbouw van de controlestaat de Britten en niet-Britten niet ongemoeid laat. De fondsenwerving gaat door.

Doneren kan via Paypal.

Foto: Schermafbeelding van actie ‘Privacy not Prism‘. 7 oktober 2013.

Journalistiek VS onder vuur moet samenwerking en ambitie tonen

opc

Een terugkerende vraag op dit blog is hoe journalisten van de gevestigde media denken. Waarvoor springen ze in de bres? Zijn ze behoudend in hun denken en kunnen ze buiten hun eigen kring denken? Wat is hun politieke filosofie? Deze vragen zijn niet los te zien van veranderingen in de media. Het internet doet gedrukte media sluiten en nieuwe verdienmodellen ervoor worden ontwikkeld. Professionele blogs zijn in opmars, maar richten zich niet meer op een breed publiek. Dat wordt gefragmenteerd. Broadcasting wordt narrowcasting.

Journalisten mogen aan hun eigen hachje denken. Een journalist hoeft niet vanwege een mening de eigen baan in gevaar te brengen. Vaak kiezen ze midlife eieren voor hun geld en stappen over naar bedrijfsleven of de overheid. De overstap van de controle op de macht naar de controle van de media kleedt de journalistiek nog verder uit. Maar wacht even … de journalistiek wordt toch beschouwd als een venster op de democratie en zijn het niet de journalisten zelf die dat beeld in stand houden? Koesteren, zelfs. Kan de journalistiek die pretentie nog waarmaken of is het een oud beeld waarmee de media alleen uit marketingoogpunt leuren?

Juist op die overgang van een gesloten naar een open beroepsgroep kondigde zich de affaire WikiLeaks aan. Die vooral in de VS en het Verenigd Koninkrijk tot debatten leidde. Vanaf de zomer van 2010 werd Julian Assange in het geheim tegengewerkt door de Amerikaanse regering die alles in het werk stelde om hem publicitair onschadelijk te maken. Via inzet van media. Da’s half gelukt. WikiLeaks werd economisch -en illegaal- tegengewerkt door de regering-Obama en moest temporiseren, maar bleef doorgaan met onthullingen. De harde aanpak van klokkenluiders bezorgde president Obama een slechte naam bij mensenrechtenactivisten en in progressieve kring. Alleen niet in de gevestigde media. Tot afgelopen maand.

Kevin Gosztola zet op firedoglake.com de feiten op een rij. Hij pleit ervoor dat journalisten in samenwerking zelfverzekerd hun recht nemen en stoppen zich te gedragen als slachtoffer van een restrictieve overheid. In progressieve kring werd de recente opwinding over het registreren van de AP-journalisten en de beschuldiging door het ministerie van Justitie van Fox News journalist James Rosen als opportunistisch gezien. Pas toen collega nieuws- en onderzoeksjounalisten werden aangepakt, kwamen ze in het geweer. Wat is dan nog de ‘democratische meerwaarde’ van de journalistiek als de meerderheid van journalisten pas reageert als het persoonlijk wordt? Toen Assange in 2010 zonder aanklacht op een Red Notice-lijst van Interpol werd gezet en door Amerikaanse politici en opinieleiders naar de andere wereld werd gewenst zwegen ze.

Gosztola verwijst naar een commentaar uit december 2010 van Nancy Youssef over de prestigieuze ‘The freedom of the press committee of the Overseas Press Club of America‘ dat Assange not one of us verklaarde. Hierboven afgebeeld. Journalisten van ‘The Freedom of The Press Committee‘ spraken zich dus uit tegen een organisatie die in z’n eentje voor meer onthullingen zorgde dan alle journalisten van de wereld bij elkaar. Het commentaar verdraait ook nog eens feiten zoals het idee dat WikiLeaks documenten niet redigeerde en geheimen onthulde. Ook nu nog beschamend om te lezen omdat het doet uitkomen dat journalisten onder het mom van ‘persvrijheid’ de persvrijheid geweld aandoen en toetreders buiten de deur houden. Zo denken journalisten. Als reactie lanceerden progressieve kringen eind 2012 de Freedom of The Press Foundation.

Foto: Schermafbeelding van commentaar van 9 december 2010 door Jeremy Main, Larry Martz and Kevin McDermott van The freedom of the press committee of the Overseas Press Club of America over WikiLeaks.

Freedom of the Press Foundation omzeilt bankblokkade WikiLeaks

logo

Vandaag is de Freedom of the Press Foundation officieel gelanceerd. Gedragen door gerenommeerde journalisten en voorstanders van vrije expressie zoals Daniel Ellsberg, Glenn Greenwald, John Perry Barlow, Trevor Timm, John Cusack en Laura Poitras. De Foundation is opgezet om onafhankelijke journalistiek te ondersteunen en zo de transparantie te vergroten. Directe aanleiding is de buitengerechtelijke, economische blokkade van WikiLeaks sinds november 2010 door de Amerikaanse bedrijven MasterCard, Visa en PayPal. Door deze bankblokkade is Wikileaks naar eigen zeggen 95% van haar inkomsten misgelopen.

Door de brede opzet hoopt de Freedom of the Press Foundation deze blokkade te breken. Behalve WikiLeaks zijn er telkens drie andere journalistieke organisaties die gesteund worden. Dat wisselt elke twee maanden. Niet dus voor WikiLeaks. Nadrukkelijk stellen de initiatiefnemers dat de bijdrage voor WikiLeaks ten goede zal komen aan journalistieke projecten. En niet dient voor juridische bijstand aan Julian Assange.

Af te wachten valt of MasterCard, Visa en PayPal de Freedom of the Press Foundation zullen blokkeren zoals ze WikiLeaks tot op de dag van vandaag blokkeren. Is hun rugdekking nog onveranderd groot als twee jaar geleden? Overigens zonder dat er een juridisch besluit aan ten grondslag ligt. Feitelijk gaan deze bedrijven hun boekje te buiten. Bizar is dat ondanks dit besef de blokkade nog steeds niet is beëindigd. Gevestigde mediabedrijven hebben hun steun voor WikiLeaks ingetrokken. In een recente ontwikkeling kwam het Europarlement met een wetsvoorstel om voortaan scherpe voorwaarden aan zo’n blokkade te stellen.

Freedom

Foto’s: Freedom of the Press Foundation