
I. Daar gingen we weer. Boeren die niet met trekkers op de snelweg mogen rijden deden dat massaal. Op weg naar een landelijke demonstratie in Stroe of bij lokale demonstraties. Ze zorgden voor opstoppingen. Het verkeer liep op sommige wegen vast.
De politie greep onvoldoende in. Er waren aanhoudingen, maar alleen in extreme gevallen. Terwijl de demonstraties door de boeren aangekondigd waren en de politie zich hier op voor had kunnen bereiden. Het lijkt alsof de politie vooraf al het hoofd in de schoot had gelegd. Het is niet voor de eerste keer dat de boeren massaal met hun trekkers de weg opgaan en het is evenmin de eerste keer dat de politie onvoldoende optreedt.
Dat voedt vier gedachten.
1) Nederland heeft door gebrek aan capaciteit en goede leiding een politie die niet in staat is om de openbare veiligheid te handhaven;
2) Nederland heeft een politie die overwegend rechts-georiënteerd is en protest van radicaal-links hard aanpakt en protest van radicaal-rechts tolereert en soms zelfs faciliteert;
3) De politie is bang voor radicale, agressieve boeren;
4) Er ontstaat in de samenleving rechtsongelijkheid dat het geloof in het professionalisme, de doelmatigheid, betrouwbaarheid en ambitie van de politie verder ondermijnt.
Het excuus van de politieleiding bij monde van de talloze woordvoerders was ook deze keer niet te willen escaleren. Dat excuus wordt selectief uit de kast gehaald. Nooit als het om een demonstraties van linkse milieuactivisten gaat. Terwijl die geen geweld gebruiken en de boeren wel.
Het werd er ronduit potsierlijk op toen politiechef Willem Woelders na afloop van de demonstraties in Nieuwsuur van 22 juni 2022 werd gevraagd waarom de politie de boerenprotesten en de trekkers op de snelwegen had getolereerd. Hij vluchtte weg in het excuus dat ingrijpen tot militaire toestanden had geleid. Woelders klopte zich bij gebrek aan maatschappelijke waardering zelf maar op de borst. Want … escalatie was voorkomen.
Het uit de weg gaan van escalatie is een flauw excuus van de politieleiding. Het gaat voorbij aan de vraag waarom de politie niet robuust optreedt in het garanderen van de nationale veiligheid. Het gaat voorbij aan de vraag waarom de politie zich onvoldoende had voorbereid op het boerenprotest dat geen verrassingen kende en zich precies zo ontrolde als vooraf werd verwacht.
Kamervragen over het lakse optreden van de politie? Of laten de linkse partijen zich intimideren door de boeren en zwijgen ze, en denken de rechtse partijen electoraal te kunnen profiteren en zwijgen ze. Dan stelt niemand de vraag waarom de politie het af laat weten en een boerenprotest als een natuurramp beschouwt waar niets tegen te doen is.

II. Wat is het probleem van de boeren? Een ‘caring farmer‘ zei afgelopen week dat hij begrip had voor boeren die het verdienmodel van de agro-industrie zijn geworden. De industrie zet eenzijdig in op een hoge productie om zo miljardenwinst te kunnen maken over de ruggen van de boeren.
Daarnaast heeft de landbouwsector een sterke lobby die tot nu toe elke systeemverandering succesvol blokkeert. Regeringspartijen als VVD en CDA stellen zich teweer tegen pogingen van de agro-industrie en de landbouwlobby om het stikstofbeleid af te zwakken én meer subsidie naar boeren en agro-industrie te laten stromen.
Tom-Jan Meeus benoemt dat op 17 juni 2022 in zijn zaterdagse NRC-column. De megabedrijven van de agro-industrie (A-ware, De Heus en VanDrie) jagen zowel de vervuiling, het protest tegen de stikstofmaatregelen van de regering als de blokkade van verduurzaming aan. Of zoals Christine Theunissen (PvdD) het in een tweet verwoordt: ‘Minder dieren, meer boeren, minder mest, minder ontbossing, schone lucht, schoon water, minder uitstoot‘.
Boeren zijn de schaalvergroting ingerommeld met negatieve gevolgen voor natuurdiversiteit, milieu en de boeren zelf. Vooral bij de merkveehouderij speelt dat. De agro-industrie wil het eigen verdienmodel dat inzet op hoge productie handhaven ten koste van de boeren. De boeren zijn de stoottroepers die voor het karretje van de agro-industrie worden gespannen. Vraag is of de radicale boerenleiders in dat complot van de agro-industrie zijn betrokken of er aanvullend aan zijn.
De kern van het probleem is dat de boeren de strop zijn ingelokt. Nu kunnen ze geen kant op. De schade die ze aan het milieu toebrengen en die de samenleving miljarden euro’s per jaar kost kan niet genegeerd worden. Maatschappelijk niet, maar ook juridisch niet door verdragen die de overheid sommeert de vervuiling terug te brengen. Zeker in de nabijheid van Natura 2000- gebieden.

III. In Nederland wordt altijd gezegd dat de vervuiler betaalt. Welnu, de agro-industrie jaagt via de boeren de vervuiling aan. Dan is het logisch dat bedrijven als A-ware, De Heus en VanDrie meebetalen aan het gezondmaken van de landbouwsector. Dan worden de boeren bevrijd uit een knellend bedrijfsmodel dat economisch niet eens optimaal rendabel voor hen is (maar wel voor de agro-industrie) en komt de weg vrij naar verduurzaming.
De boeren zouden niet moeten willen strijden tegen de overheid, maar tegen de agro-industrie die hen gevangen houdt. De politiek kan daarbij de boeren helpen door de macht van de agro-industrie te breken en financiële steun te bieden om los te komen van het verdienmodel van de agro-industrie.