Bradley Manning tot 35 jaar veroordeeld. Strijd gaat door

‘Private’ Bradley Manning (25) is vandaag voor een militaire rechtbank in Fort Meade veroordeeld tot 35 jaar gevangenisstraf. Dat maakte de militaire rechter kolonel Denise Lund vandaag bekend. De aanklager had 60 jaar geëist. Dit wil niet zeggen dat-ie nu ook werkelijk 35 jaar achter de tralies verdwijnt. Hij heeft-er al drie jaar opzitten en verder recht op 112 dagen strafvermindering vanwege de onterende omstandigheden van z’n detentie. Na een derde van de straftijd kan-ie een gratieverzoek indienen. Kolonel Morris Davis calculeert dat Bradley Manning bij goed gedrag zo’n 8 tot 9 jaar de gevangenis in moet. Zodat-ie op zijn 34ste vrijkomt. Anders dan de aanklagers beoogden die een voorbeeld wilden stellen door ‘m levenslang op te sluiten.

Ondanks het feit dat het nog slechter had kunnen uitpakken is de straf disproportioneel hoog. Manning wilde oorlogsmisdaden aan de kaak stellen om een publiek debat op gang te brengen, maar krijgt een zwaardere straf dan degenen die oorlogsmisdaden pleegden en bloed aan hun handen hebben. Ze worden doorgaans niet eens aangeklaagd. Kevin Gosztola die het hele proces heeft gevolgd en daar elke dag verslag van deed formuleert het aldus: ‘The sentence is far greater punishment than individuals in the military, who actually committed war crimes by killing innocent civilians in Iraq or Afghanistan, have received. It is also, when considering proportionality, a level of punishment than what soldiers or officers involved in torture in the past decade have received.‘ Burgerrechtenorganisatie ACLU stelt dat de straf past in een klimaat waarin het recht misbruikt wordt en klokkenluiders en journalisten die onrecht aan de kaak willen stellen op een hoop met landverraders en terroristen worden gegooid. Het ziet in het vonnis een trieste dag voor de rechtsstaat VS:

aclu

Foto: Schermafbeelding van verklaring door de ACLU over de straf van Bradley Manning, 21 augustus 2013.

Voor meer informatie zie: Het Nederlands-Belgische Bradley Manning Steuncomité.

Journalistiek VS onder vuur moet samenwerking en ambitie tonen

opc

Een terugkerende vraag op dit blog is hoe journalisten van de gevestigde media denken. Waarvoor springen ze in de bres? Zijn ze behoudend in hun denken en kunnen ze buiten hun eigen kring denken? Wat is hun politieke filosofie? Deze vragen zijn niet los te zien van veranderingen in de media. Het internet doet gedrukte media sluiten en nieuwe verdienmodellen ervoor worden ontwikkeld. Professionele blogs zijn in opmars, maar richten zich niet meer op een breed publiek. Dat wordt gefragmenteerd. Broadcasting wordt narrowcasting.

Journalisten mogen aan hun eigen hachje denken. Een journalist hoeft niet vanwege een mening de eigen baan in gevaar te brengen. Vaak kiezen ze midlife eieren voor hun geld en stappen over naar bedrijfsleven of de overheid. De overstap van de controle op de macht naar de controle van de media kleedt de journalistiek nog verder uit. Maar wacht even … de journalistiek wordt toch beschouwd als een venster op de democratie en zijn het niet de journalisten zelf die dat beeld in stand houden? Koesteren, zelfs. Kan de journalistiek die pretentie nog waarmaken of is het een oud beeld waarmee de media alleen uit marketingoogpunt leuren?

Juist op die overgang van een gesloten naar een open beroepsgroep kondigde zich de affaire WikiLeaks aan. Die vooral in de VS en het Verenigd Koninkrijk tot debatten leidde. Vanaf de zomer van 2010 werd Julian Assange in het geheim tegengewerkt door de Amerikaanse regering die alles in het werk stelde om hem publicitair onschadelijk te maken. Via inzet van media. Da’s half gelukt. WikiLeaks werd economisch -en illegaal- tegengewerkt door de regering-Obama en moest temporiseren, maar bleef doorgaan met onthullingen. De harde aanpak van klokkenluiders bezorgde president Obama een slechte naam bij mensenrechtenactivisten en in progressieve kring. Alleen niet in de gevestigde media. Tot afgelopen maand.

Kevin Gosztola zet op firedoglake.com de feiten op een rij. Hij pleit ervoor dat journalisten in samenwerking zelfverzekerd hun recht nemen en stoppen zich te gedragen als slachtoffer van een restrictieve overheid. In progressieve kring werd de recente opwinding over het registreren van de AP-journalisten en de beschuldiging door het ministerie van Justitie van Fox News journalist James Rosen als opportunistisch gezien. Pas toen collega nieuws- en onderzoeksjounalisten werden aangepakt, kwamen ze in het geweer. Wat is dan nog de ‘democratische meerwaarde’ van de journalistiek als de meerderheid van journalisten pas reageert als het persoonlijk wordt? Toen Assange in 2010 zonder aanklacht op een Red Notice-lijst van Interpol werd gezet en door Amerikaanse politici en opinieleiders naar de andere wereld werd gewenst zwegen ze.

Gosztola verwijst naar een commentaar uit december 2010 van Nancy Youssef over de prestigieuze ‘The freedom of the press committee of the Overseas Press Club of America‘ dat Assange not one of us verklaarde. Hierboven afgebeeld. Journalisten van ‘The Freedom of The Press Committee‘ spraken zich dus uit tegen een organisatie die in z’n eentje voor meer onthullingen zorgde dan alle journalisten van de wereld bij elkaar. Het commentaar verdraait ook nog eens feiten zoals het idee dat WikiLeaks documenten niet redigeerde en geheimen onthulde. Ook nu nog beschamend om te lezen omdat het doet uitkomen dat journalisten onder het mom van ‘persvrijheid’ de persvrijheid geweld aandoen en toetreders buiten de deur houden. Zo denken journalisten. Als reactie lanceerden progressieve kringen eind 2012 de Freedom of The Press Foundation.

Foto: Schermafbeelding van commentaar van 9 december 2010 door Jeremy Main, Larry Martz and Kevin McDermott van The freedom of the press committee of the Overseas Press Club of America over WikiLeaks.

Swedish Sex: hoe Julian Assange de sociaal-democraten redde

Er circuleren twee verklaringen voor de Zweedse inspanningen om Julian Assange te veroordelen. Kevin Gosztola legt uit: ‘(..) Sweden is acting out of a desire to ‘punish Assange and want to prosecute him‘ or are a ‘proxy‘ for more powerful countries like the United States’. Dus: Zweden handelt uit zichzelf of uit dienstbaarheid voor de VS. De twee verklaringen kunnen in elkaar geschoven worden als de publiciteit uit augustus 2010 die de Zweedse sociaal-democraten maken in verband wordt gebracht met de Amerikaanse verbetenheid om Assange te veroordelen. Veel is speculatief, maar bekend is dat eind 2010 de Amerikanen voorbereidingen namen voor een zaak tegen Assange met instelling van een geheime Grand Jury in Virginia.

In ‘Swedish Sex – the new eBook about Sweden and Assange‘ probeert de Zweedse auteur Oscar Swartz door een reconstructie aan te tonen dat de verbetenheid van de Zweden om Assange te vervolgen voortkomt uit partijpolitieke overwegingen. Hij gaat terug naar 19 augustus 2010 toen een schandaal losbarstte waarbij leden van de sociaal-democratische partij betrokken waren. Deze publiciteit maakte de partij kwetsbaar in de aanloop naar de verkiezingen van 19 september. Hier voor een uittreksel uit het boek van Oscar Swartz.

Een aanwijzing dat Swartz gelijk heeft zijn niet zozeer de onregelmatigheden en de verschillen van mening binnen het bureau van de aanklager, maar de hoeveelheid publiciteit waarmee Assange vanaf 21 augustus in de openbaarheid wordt aangepakt. Tegen de regel in dat een verdachte onschuldig is tot het tegendeel bewezen is. Het zorgt precies voor die afleiding waardoor het schandaal binnen de sociaal-democratische partij naar de achtergrond verdwijnt. Al op 24 augustus stapt de sociaal-democraat en kandidaat-minister Claes Borgström naar voren als raadsman voor beide vermeende verkrachtingslachtoffers van Assange. De politicus kan zich ten koste van Assange profileren in de aanloop naar de verkiezingen en zo de onrust in eigen gelederen bezweren. Uiteindelijk verliezen de sociaal-democraten de verkiezingen van 19 september.

Foto: Omslag van Oscar Swartz, Swedish Sex – the new eBook about Sweden and Assange