Abby Martin verklaart Russia Today voor Russia Today. En Liz Wahl

Abby Martin presenteerde tot voor kort Breaking the Set voor Russia Today America. Ze veroordeelde in 2014 de Russische inval in Oekraïne, maar zorgde er tegelijk voor dat het zich als baken van journalistieke vrijheid kon presenteren dat interne kritiek tolereerde. Ze werd ongewild een excuus-Truus. Martin bleef solidair, maar verlaat Russia Today uiteindelijk toch. Waarom precies is onduidelijk. Ze kijkt terug voor Russia Today Deutsch. Martin is medeoprichter van Media Roots en zit in het bestuur van de Media Freedom Foundation.

In haar betoog weerspreekt Martin niet de claim dat Russia Today een door het Kremlin gefinancierde zender is die het verhaal van de Russische regering vertelt. Ze relativeert dat door de bewering dat alle nieuwszenders dat doen, waarmee ze suggereert dat ze hetzelfde doen. Maar da’s de vraag. Want een politiek perspectief is wat anders dan het bewust verdraaien en verdoezelen van de feiten. De officiële verdedigingslinie van Russia Today valt samen te vatten als ‘niets is perfect’ en ‘er bestaat geen waarheid’. Zodat bewuste leugens of het systeemmatig ontwijken van elke kritiek op Rusland toegestaan lijken omdat immers niets en niemand deugt.

De betrokkenheid van iemand met het profiel en de overtuiging van Martin die zowel Russia Today goedpraat als betrokken is bij ‘progressieve’ media als Media Roots of de Media Freedom Foundation die anderen een hoge journalistieke standaard voorhouden is merkwaardig omdat ze ethiek en opportunisme combineert. En zo haar eigen dubbele standaard zichtbaar maakt. Ze meent daar met behoud van haar geloofwaardigheid mee weg te kunnen komen. Dit valt alleen te begrijpen door te kijken naar de omgeving waarin ze opereert. Namelijk die van de Amerikaanse media die door politieke en economische druk minder vrij is dan in Europa.

President Obama heeft een heksenjacht gevoerd op klokkenluiders als Chelsea Manning, John Kiriakou of Barrett Brown en journalisten als James RisenJames Rosen en Wikileaks’ Julian Assange die ongekend is in de Amerikaanse geschiedenis. Dat heeft het klimaat in de VS verziekt. Dat Martin en ‘progressieve’ collega’s strategische steun zoeken bij elke partner die ze kunnen vinden in hun strijd tegen de Amerikaanse overheid die sluipenderwijs de controlestaat optuigt is verklaarbaar, maar ook jammerlijk. Want de vijand van de vijand is niet altijd een vriend. Wat hebben journalisten te zoeken bij een nieuwsmedium van een land dat zich ontwikkelt tot een dictatuur zonder machtsdeling, rechtsstaat en persvrijheid? Ze moeten beseffen dat ze het legitimiteit geven waarvan het de vraag is of het die verdient. Ook ontbreekt in het verhaal van Martin een verwijzing naar nieuwsmedia als The Guardian of Der Spiegel die meerdere kanten van een verhaal tonen.

Toch is Martin een interessante journaliste en activiste. Hoewel ze om een goede internationale vergelijking te kunnen maken wellicht een te specifiek op de VS gerichte focus heeft speelde haar geweten wel mee in de afwijzing van de Russische invasie in Oekraïne. Ze wordt onaardig als ze Liz Wahl hooghartig afdoet als een onbenul met de suggestie dat die een eigen wil en haar intellectuele diepgang mist. Liz Wahl werd afgelopen zaterdag 21 maart op de Noorse SKUP-conferentie voor onderzoeksjournalistiek geïnterviewd door Per Anders Johansen. Ook Eliot Higgins van burgeronderzoekscollectief Bellingcat praatte mee. Wahl legt uit hoe Russia Today in de praktijk van de newsroom werkt en hoe censuur er de regel is. Een verslag dat in alle aspecten haaks staat op de beweringen van Abby Martin is hier te zien, onder ‘På innsiden av Putins propagandakanel‘.

Groenhuijsen praat spionage goed die niet goed te praten valt

Waarom ons drukmaken over de NSA? Why Care About the N.S.A? Of de AIVD waarover met een beroep op de informatiepositie premier Rutte geen openheid van zaken geeft. Burgers en journalisten die de gevaren niet zien praten de geheimzinnigheid goed. Met verwijzing naar een item van Nieuwsuur over het open internet twittert Charles Groenhuijsen: ‘Eenzijdig! Alleen aandacht voor VS-speurders. Geen woord over kwaadaardige cybercrime-plegers. Gevaar onderschat?‘ Roger Vleugels twittert terug: ‘Valt onder jouw definitie van cybercrime ook het niet-constitutionele althans het niet-wettige handelen van diensten als #NSA‘.

Filmmaker Brian Knappenberger laat zien waarom gewone Amerikanen bezorgd moeten zijn over het aftappen van het internet. Of gewone Nederlanders over wat de Nederlandse overheid doet. Providers zijn verplicht het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie elke dag een actuele lijst van online gegevens van alle Nederlanders te geven. Nederland is kampioen aftappen van de eigen bevolking. David Sirota slaat de spijker op de kop. Techdirt zet het op een rijtje. Je kunt stellen dat je niks verkeerd doet omdat je niks verkeerd hebt gedaan. Maar als een overheidsdienst alles van je weet, dan zullen ze altijd iets weten te vinden om je vast te nagelen. Iets waarvan je dat vooraf niet zou vermoeden. Een NSA of AIVD die al je digitale persoonsgegevens kennen zullen als ze dat willen moeiteloos een verhaal tegen je kunnen fabriceren dat aannemelijk klinkt.

Da’s het gevaar waarop burgers en journalisten met intuïtie, gezond wantrouwen tegenover de staatsmacht en kennis van zaken alert moeten zijn. Daarom moeten we ons drukmaken over teveel uitvoerende macht in een hand. Of in dit geval: een overheidsdienst. Waarvan het toezicht door de politiek doorgaans afgezwakt wordt. In de VS is het debat over het bespioneren van burgers uitgelopen op een debat over persvrijheid. Ook journalisten als James Rosen zijn focus van onderzoek of worden geïntimideerd. Ze zouden met hun bronnen ‘samenzweren‘. Dat heeft een bevriezings-effect. Ze durven hun onderzoek niet meer te doen omdat ze niet weten wanneer ze hun bronnen en zichzelf in gevaar brengen. Het is maar net wat je eenzijdig noemt.

Journalistiek VS onder vuur moet samenwerking en ambitie tonen

opc

Een terugkerende vraag op dit blog is hoe journalisten van de gevestigde media denken. Waarvoor springen ze in de bres? Zijn ze behoudend in hun denken en kunnen ze buiten hun eigen kring denken? Wat is hun politieke filosofie? Deze vragen zijn niet los te zien van veranderingen in de media. Het internet doet gedrukte media sluiten en nieuwe verdienmodellen ervoor worden ontwikkeld. Professionele blogs zijn in opmars, maar richten zich niet meer op een breed publiek. Dat wordt gefragmenteerd. Broadcasting wordt narrowcasting.

Journalisten mogen aan hun eigen hachje denken. Een journalist hoeft niet vanwege een mening de eigen baan in gevaar te brengen. Vaak kiezen ze midlife eieren voor hun geld en stappen over naar bedrijfsleven of de overheid. De overstap van de controle op de macht naar de controle van de media kleedt de journalistiek nog verder uit. Maar wacht even … de journalistiek wordt toch beschouwd als een venster op de democratie en zijn het niet de journalisten zelf die dat beeld in stand houden? Koesteren, zelfs. Kan de journalistiek die pretentie nog waarmaken of is het een oud beeld waarmee de media alleen uit marketingoogpunt leuren?

Juist op die overgang van een gesloten naar een open beroepsgroep kondigde zich de affaire WikiLeaks aan. Die vooral in de VS en het Verenigd Koninkrijk tot debatten leidde. Vanaf de zomer van 2010 werd Julian Assange in het geheim tegengewerkt door de Amerikaanse regering die alles in het werk stelde om hem publicitair onschadelijk te maken. Via inzet van media. Da’s half gelukt. WikiLeaks werd economisch -en illegaal- tegengewerkt door de regering-Obama en moest temporiseren, maar bleef doorgaan met onthullingen. De harde aanpak van klokkenluiders bezorgde president Obama een slechte naam bij mensenrechtenactivisten en in progressieve kring. Alleen niet in de gevestigde media. Tot afgelopen maand.

Kevin Gosztola zet op firedoglake.com de feiten op een rij. Hij pleit ervoor dat journalisten in samenwerking zelfverzekerd hun recht nemen en stoppen zich te gedragen als slachtoffer van een restrictieve overheid. In progressieve kring werd de recente opwinding over het registreren van de AP-journalisten en de beschuldiging door het ministerie van Justitie van Fox News journalist James Rosen als opportunistisch gezien. Pas toen collega nieuws- en onderzoeksjounalisten werden aangepakt, kwamen ze in het geweer. Wat is dan nog de ‘democratische meerwaarde’ van de journalistiek als de meerderheid van journalisten pas reageert als het persoonlijk wordt? Toen Assange in 2010 zonder aanklacht op een Red Notice-lijst van Interpol werd gezet en door Amerikaanse politici en opinieleiders naar de andere wereld werd gewenst zwegen ze.

Gosztola verwijst naar een commentaar uit december 2010 van Nancy Youssef over de prestigieuze ‘The freedom of the press committee of the Overseas Press Club of America‘ dat Assange not one of us verklaarde. Hierboven afgebeeld. Journalisten van ‘The Freedom of The Press Committee‘ spraken zich dus uit tegen een organisatie die in z’n eentje voor meer onthullingen zorgde dan alle journalisten van de wereld bij elkaar. Het commentaar verdraait ook nog eens feiten zoals het idee dat WikiLeaks documenten niet redigeerde en geheimen onthulde. Ook nu nog beschamend om te lezen omdat het doet uitkomen dat journalisten onder het mom van ‘persvrijheid’ de persvrijheid geweld aandoen en toetreders buiten de deur houden. Zo denken journalisten. Als reactie lanceerden progressieve kringen eind 2012 de Freedom of The Press Foundation.

Foto: Schermafbeelding van commentaar van 9 december 2010 door Jeremy Main, Larry Martz and Kevin McDermott van The freedom of the press committee of the Overseas Press Club of America over WikiLeaks.

Amerikaanse journalisten moeten Assange ondubbelzinnig steunen

Cenk Uygur van The Young Turks vat de ontwikkelingen van de James Rosen affaire samen. Amerikaanse journalisten van links tot rechts schreeuwen op dit moment terecht moord en brand over wat James Rosen is overkomen. Hij deed zijn werk als onderzoeksjournalist over het Noord-Koreaanse atoomprogramma en werd achter zijn rug om door het ministerie van Justitie gecriminaliseerd. Als rechtvaardiging voor een verzoek aan een rechter om zijn gegeven door te kunnen spitten. Tot een aanklacht tegen James Rosen kwam het nooit. Hij noch zijn werkgever werden door Justitie op de hoogte gesteld van het onderzoek, wat wel verplicht was.

Met deze collega van Fox News kunnen de journalisten zich identificeren. Nu hun ‘eigen’ beroepsgroep wordt geroosterd, komen ze pas in het geweer. Ze lieten de buitenstaander Julian Assange vallen toen-ie werd gecriminaliseerd. Politici wensten Assange zelfs dood. Een voorbeeld van een sociale structuur met acceptatie en uitsluiting. Aangejaagd door nationalistische reflexen. Terwijl Assange precies hetzelfde deed als Rosen. Hij ging achter informatie aan, probeerde de bron te overtuigen en was de bemiddelende onderzoeker die publiceerde over het regeringsbeleid. Dat besef breekt nu -zonder spijtbetuiging overigens- langzaam door.

De regering-Obama gaat verder waar de regeringen Nixon en Bush jr. stopten. President Obama is harder tegen klokkenluiders, hactivisten, activisten zoals Occupy en journalisten dan welke president voor hem ook. Met abstracte verwijzingen naar de nationale veiligheid schuift Obama de grondwet opzij. Cynisch voor een voormalig hoogleraar Recht. Cenk Uygur merkt op dat journalisten die in het verleden onder andere presidenten hun werk konden doen onder president Obama waarschijnlijk vast zouden zitten.

Er kan onderhand gesproken worden van een oorlog tegen journalisten. Obama doet dit om journalisten en activisten door intimidatie af te schrikken. Het chilling of freezing effect. Journalistiek onderzoek en legitiem burgerprotest worden door de regering-Obama verstoord en gedwarboomd. In de verwachting dat iedereen zich in het regeringsbeleid voegt en de propaganda volgt. In de controlestaat past geen controle op de macht.

statue-of-liberty

Foto: Vrijheidsbeeld op Ellis Island, New York.

Obama’s regering zet zichzelf te kijk door beschuldiging journalist

rosen1-1

Het beeld van de regering-Obama brokkelt per dag verder af. Nu is er weer het schandaal van Fox’ journalist James Rosen waarover The Washington Post bericht. Waar bij het recente AP-schandaal de journalisten zelf niet werden gecriminaliseerd, gebeurt dat nu wel. President Obama begeeft zich met de vervolging van journalisten op een terrein waar voorgangers als Nixon of Bush jr. voor terugschrokken. Onder president Obama worden klokkenluiders, journalisten en hacktivisten meer vervolgd dan onder welke regering ook. Zelfs als de rechtsgrond ontbreekt. Obama is hard op weg om te solliciteren naar afzetting, impeachment.

Het Rosen-schandaal gaat erover dat het ministerie van Justitie in 2009 een onderzoek startte naar Rosen die contact had met de genaturaliseerde Zuid-Koreaan en adviseur voor Buitenlandse Zaken Stephen Kim. Een specialist die geclassificeerde informatie over het Noord-Koreaanse atoomprogramma kon duiden en dat voor Rosen deed. Zonder daarmee de wet te overtreden. Uit de documenten blijkt dat niet alleen Kim focus van onderzoek was, maar ook Rosen. Zijn telefoon werd door de FBI afgetapt en zijn e-mails gelezen. Om daar toestemming voor te krijgen beweerde Justitie dat ook Rosen een ernstig misdrijf had begaan. Hij zou een co-conspirator, samenzweerder zijn. Journalisten en hun bronnen worden afgeluisterd door de overheid. De persvrijheid staat onder druk. Dit besef heeft een afschrikwekkend effect op andere journalisten. Chilling.

Bijkomend effect van de schandalen is dat het de kwestie Assange in een ander daglicht zet. Feitelijk had Julian Assange dezelfde rol tegenover Bradley Manning als James Rosen tegenover Stephen Kim. Glenn Greenwald legt in zijn Guardian-column uit dat onderzoeksjournalisten altijd actief bezig zijn om informatie te bemachtigen. Polsen, bevragen en aanmoedigen van een bron hoort bij het vak. En evenals het publiceren van geclassificeerde documenten is dat in de VS niet strafbaar. Het besef neemt daarom toe dat dit precies zo voor Assange geldt en dat-ie geen aparte categorie vormt. Afgelopen jaren dachten Amerikaanse media dat wat Assange overkwam aan hun voorbij zou gaan. Nu beseffen ze dat dat niet zo is en zich te weer moeten stellen tegenover de regering-Obama die de wetten aan haar laars lapt. En de persvrijheid om zeep helpt.

Foto: James Rosen.