Regeringsleiders of hoofdredacties getuigen sinds de aanslag bij Charle Hebdo met mooie woorden van de vrijheid van meningsuiting en tonen solidariteit. Door met vertegenwoordigers van Gabon, Egypte, Turkije of Rusland een mars te houden voor de meningsuiting. Landen die een loopje nemen met de meningsuiting. Daniel Wickham ontleedt deze dubbele standaard. Of pagina’s vol achtergrondverhalen te laten verschijnen met maar een invalshoek. In de praktijk leveren ze niet wat ze beloven. Want de vrijheid van meningsuiting wint pas aan waarde als het controverses oproept. Maar voordat het zover is haken de gevestigde machten af.
Een goed voorbeeld daarvan is het aanhouden van de Franse komiek en activist Dieudonné M’bala M’bala omdat hij het terrorisme verheerlijkt zou hebben door zijn uitspraak op sociale media dat hij zich Charlie Coulibaly voelt (‘Je me sens Charlie Coulibaly‘). In een brief aan minister Bernard Cazeneuve van Binnenlandse Zaken legt hij uit zich niet anders te voelen dan Charlie, maar als een public enemy no. 1 bejegend te worden als Ahmedy Coulibaly met meer dan 80 juridische procedures tegen hem en zijn directe omgeving in een jaar. Coulibaly is de moordenaar van vier mensen in de kosjere supermarkt die verklaarde namens ISIS te handelen.
De vrijheid van meningsuiting is op twee manieren niet absoluut. De eerste beperking die voor allen geldt is de wet. Oproepen tot geweld en haaizaaien is niet toegestaan. Dat heeft zin omdat het de scherpste kantjes van het publieke debat haalt. De tweede beperking heeft te maken met de positie van de criticus. Als het de zittende macht volgt wordt het aanvaard en zelfs toegejuicht. Dus bij solidariteitsmanifestaties, in televisiestudio’s of op krantenpagina’s. Maar als het de macht fundamenteel ter discussie stelt wordt het verhinderd of geblokkeerd. Of wordt degene die binnen de wet tegen de macht ingaat zelfs juridisch bedreigd. Dat maakt het publieke debat minder divers en breed dan het zou moeten zijn en wenselijk is.
Mogelijk is Dieudonné een horzel in de pels van de macht die de randen van de wet opzoekt. Uit politieke stellingname of ter profilering van zijn theatercarriere. Maar zolang hij de wet niet overtreedt moet hem geen strobreed in de weg gelegd worden of mogen autoriteiten de werking van de wet oneigenlijk oprekken om hem tot zwijgen te brengen. Dieudonné moet met woorden kunnen zeggen zich een Charlie Coulibaly te voelen. Hem tegenwerken, negeren of schouderophalend in een buitencategorie plaatsen ondergraaft het principe van vrijheid waarover alle politici, journalisten en opinieleiders zich afgelopen weken druk maakten.
Foto: Banner uit tweet van Glenn Greenwald, 14 januari 2015.