Petitie tegen afschaffen van recht om zorgverlener te kiezen

vva

U weet wel, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) waar klokkenluider Arthur Gotlieb zelfmoord pleegde. NRC had een indrukwekkende reeks artikelen over deze toezichthouder op de Nederlandse zorgmarkt, zowel op zorgaanbieders als verzekeraars. Lees hier het dossier. Conclusie is dat er wanorde heerst bij de NZa. Dat uitte zich in een onverantwoorde automatiseringspraktijk. De vertrouwelijkheid van patiënten, personeel en ziekenhuizen werd op grote schaal geschonden door de NZa. Daarnaast zouden sommige ambtenaren van het ministerie van Volksgezondheid niet onafhankelijk zijn vanwege hun banden met de farmaceutische industrie. Het is de oude klacht, toezicht op de toezichthouder ontbreekt zodat de vraag is wat het toezicht waard is. Dat alles aangescherpt door autoritaire leiding en een sfeer van verzakelijking die opbouwende kritiek uitsluit.

Tegen die achtergrond van een defensieve zorgsector die op de kleintjes let maar de hoofdlijn uit het oog verliest moet de oproep door de VvAA begrepen worden om de petitie te tekenen die aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Op donderdag 5 juni bespreekt de Tweede Kamer het besluit om artikel 13 uit de Zorgverzekeringswet te schrappen: ‘Het afschaffen van het recht van burgers om zelf een zorgverlener te kiezen‘. Doel is ‘effectievere en doelmatigere zorg’ door ‘een betere organisatie‘ en het ‘voorkomen van verspilling’, zoals PvdA-kamerlid Lea Bouwmeester het omschrijft. Het fundamentele recht van burgers om bij een zogenaamde natura polis hun zorgverlener te kunnen kiezen gooien VVD en PvdA de prullenbak in.

De verzakelijking die inzet op lagere kosten gaat gepaard met neveneffecten. Het legt een hoop bureaucratie op het bordje van de zorgverlener over onder meer de polis-check zoals Edwin Brugman opmerkt. Het is nog onduidelijk of de vrije keuze voor alle zorgverleners wordt afgeschaft. Waarschijnlijk blijft de vrije keuze voor een huisarts bestaan. Als onderdeel van onderhandelingen met de constructieve oppositiepartijen CU en SGP.

Het streven om de kosten in de zorg in de hand te houden is een prima voornemen. Onbegrijpelijk is echter dat dit ten koste moet gaan van de vrije artsenkeuze. Zoals tandarts, psycholoog, medisch specialist of behandelcentrum. Daarnaast kan gezien de wanorde bij de NZa de claim van deze toezichthouder dat de vrije artsenkeuze voor verzekerden een financieel voordeel van € 100,- per jaar oplevert niet zonder meer geloofd worden. De NZa onderbouwt dit volgens de VvAA niet. Er zijn dus diverse bezwaren tegen het afschaffen van de vrije artsenkeuze. Het is vooral merkwaardig dat niet de professionals uit de gezondheidszorg maar de zorgverzekeraars voor Nederlandse burgers voortaan gaan bepalen door wie en waar zij behandeld worden.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Red de vrije artsenkeuze’. Tekenen kan hier. Zie voor verder actienieuws de Facebook-pagina Red de patiënt.

Overheid dient werk te maken van preventiebeleid voor logopedie

44

Logopedie bij kinderen leidt tot minder criminaliteit, zo zegt het rapport ‘De waarde van logopedie‘ uit 2012 dat in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie tot stand kwam. De strekking van het rapport is dat tijdige aanpak van spraak- en taalstoornissen, dus preventie, economisch voordeel voor de samenleving oplevert. Zo hoeven met goede logopedie minder kinderen naar het dure speciaal basisonderwijs. Iedere euro die voor de behandeling wordt gebruikt levert € 1,67 tot € 3,04 op, zo claimt het rapport.

Het rapport geeft een overzicht van onderzoeksliteratuur. Opvallend is dat bij de bepaling van de doelgroep niet naar zogenaamde cohortstudies wordt verwezen. Bijvoorbeeld de Rotterdam Study waar logopediste Marie-Christene Franken bij betrokken is. Maar ook naar internationale cohortstudies naar het zich voordoen van stoornissen onder kinderen. Nu blijft onduidelijk hoeveel kinderen een spraak-/ taalstoornis hebben.

Hoe dan ook maakt het rapport een schatting van zo’n 7% van de kinderen met een spraak- en taalstoornis. Dat betekent zo’n 175.000 kinderen tussen 0 en 15 jaar. Maar omdat niet alle kinderen die bij logopedisten terechtkomen een spraak- en taalstoornis hebben valt niet uit te maken voor welke percentage preventie zou helpen. Dat aantal lijkt meer dan 15.000 te zijn. Complicatie is dat stoornissen in de vloeiendheid van het spreken zoals stemstoornissen en stotteren buiten het onderzoek blijven. Als vuistregel geldt dat 1% van de bevolking stottert, en dat beginstotteren bij 5% van de kinderen tot 7 jaar voorkomt. Daarvan gaat 20% over in chronisch stotteren. Het rapport toont niet aan hoeveel kinderen onterecht niet bij logopedie terechtkomen.

Renske Leijten (SP) stelt kamervragen aan staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn. Het rapport ‘De waarde van logopedie‘ voert ze aan als onderbouwing van het kostenonderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit. Dat concludeert dat tarieven voor logopedie verder omhoog moeten. Preventie bij kinderen (‘schoollogopedie’) is mede door de marktwerking wegbezuinigd. Dat schuift kosten door naar de toekomst. Omdat zorgverzekeraars geen direct belang hebben bij preventie wacht de overheid die taak. Ook omdat de kosten buiten de zorg, zoals het onderwijs of de sociale veiligheid terechtkomen. Voorwaarde voor een preventiebeleid op het gebied van logopedie is echter een betere onderbouwing door een wetenschappelijk literatuuronderzoek dan het verkennend rapport ‘De waarde van logopedie‘ biedt. Want: preventie helpt.

Foto: Grafisch vormgever Philippe Apeloig. Credits: Philippe Apeloig.