Gedachte bij foto ‘Chaos 1, Jean Tinguely, the Commons, Columbus, Ind., 1974’

Velen denken zich tegenwoordig te voelen als ze menen dat deze man op de foto zich voelt. Verloren en ontredderd in een IKEA-bouwpakket zonder begrijpelijke handleiding en voldoende schroeven en moertjes. Teneergeslagen in een omgeving of een tijd, kortom een samenleving die een niet te ontwarren warboel is.

Dat is de verkeerde conclusie. De man op de foto is de Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely (1925 – 1991) die hier in 1974 weliswaar werkt aan zijn sculptuur werk ‘Chaos 1’ of ‘Chaos No. 1’ voor The Commons in Columbia, Indiana, maar daarmee nog niet in wanorde vervalt. Integendeel. Tinguely gaat met zijn werk niet ten onder aan de chaos, maar bezweert die juist. Uit ordeloosheid schept hij orde. Hij probeert de chaos voor zich te laten werken. Zijn kinetische kunst trotseert de verbeelding, de zwaartekracht en onze verwachting.

Het is simpel om de rekening van de eigen tijd op te maken met de slotsom dat het nog nooit zo chaotisch, erg of verward is geweest. Onzin. Het nu is niet meer afschrikwekkend of gedesorganiseerd dan andere tijden.

Door dat te beweren begrijpt iemand zowel de eigen tijd als het verleden niet. Maar het grootste bezwaar aan zo’n opstelling is dat het wegvlucht in fatalisme en daardoor de toegang tot het levenslot uit handen geeft.

Foto: Balthazar Korab, ‘Chaos 1, Jean Tinguely, the Commons, Columbus, Ind., 1974’. Collectie: Library of Congress.

Een poging om Baudet te verklaren via ridder van Rappard

In 1974 was ik in Amersfoort in militaire dienst en volgde een basisopleiding van vier maanden bij de geneeskundige troepen als ziekenverzorger. Op een avond raakte ik met mijn maten verzeild in een bistro op het Lieve Vrouwekerkhof. Schuin naast de toren. Het was april of mei, aspergetijd. Het eten in de kantine was geen pretje. Ook dienstplichtige soldaten verdienden toen genoeg om af en toe ‘duur’ uit eten te gaan.

In de bistro troffen we een klein gezelschap waarvan Louis Rudolph Jules van Rappard het middelpunt was. Deze ridder van Rappard was in die dagen een bekende rechtse politicus, zoals later Pim Fortuyn of nu Thierry Baudet. We hebben het er toen en later niet eens over gehad of mijn maten de man herkenden. Wellicht niet. We waren te veel met onszelf bezig. Van Rappard hield een betoog of asperges gesneden of naar binnen geslurpt moeten worden. Zijn stem galmde door de gelagkamer. Ik herinner me dat hij een voorstander van de laatste variant was. Toch was dat niet zo logisch omdat hij op vele terreinen juist tegen de etiquette inging.

De bespreking door Martijn Delaere uit mei 2018 van ‘Rolly’ Van Rappards biografieDwarsligger van beroep; ridder van Rappard (1906-1994), de spraakmakendste burgemeester van Nederland’ van biograaf Klaas Tammes in Binnenlands Bestuur bevat enkele opvallende observaties die ook voor het begrip van de huidige politieke situatie van radicaal-rechts Nederland van belang zijn: ‘Van Rappard komt in de biografie naar voren als een kostelijke figuur, politiek incorrect en onaangepast, koen en rechtlijnig, maar ook onhandelbaar en autoritair. ‘Hij doet mij nog het meest denken aan Pim Fortuyn’, zegt Tammes. ‘Ze konden allebei goed overweg met de gewone man, maar wel met een soort paternalistische houding. Ze waren ijdel, belezen en tegendraads. Deftige populisten’. De opkomst van Forum voor Democratie moest toen nog plaatsvinden.

Met Baudet kan de derde telg aan dat geslacht van deftige populisten toegevoegd worden. In nog een ander opzicht zijn er overeenkomsten tussen Van Rappard en Baudet: ‘Ridder van Rappard ging dwars tegen de tijd in en voerde daarmee in de woorden van Klaas Tammes ‘een achterhoedegevecht dat hem tot een karikatuur van rechts zou maken’. Maar zijn levenslange dwarsheid zorgde er wel voor dat hij in de oorlog in het burgemeestersverzet belandde’. Met zijn ondergangsfantasieën en zijn autoritaire opstelling komt Thierry Baudet in de buurt van Van Rappard als een karikatuur van rechts. Maar waar deze jarenlange burgemeester van Gorinchem van nature dwars was en in zijn tijd met niemand vergelijkbaar, lijkt het bij Baudet vooral te gaan om politieke marketing en positionering die hij losjes ontleent aan de Amerikaanse alt-right beweging.

In 1974 toen ik hem meemaakte in een Amersfoortse bistro was Van Rappard al drie jaar teruggetreden als burgemeester. Zijn glorietijd was voorbij. “Je hebt Jan met de pet, de tussensoort en mijn stand”, vond Van Rappard niet voor niets, zo citeert Delaere hem in zijn bespreking. De tussensoort was als vanouds de soort waar zowel het grauw als de hogere stand op neerkeek. De trouwste steun voor de monarchie kwam toentertijd niet van ‘de tussensoort’, maar van Jan met de pet. Pas later veranderde dat toen de monarchie verburgerlijkte. Tammes: ‘Dit soort eigenzinnige types wordt nu niet meer gepruimd. Ze zouden binnen een paar weken met een motie van wantrouwen aan hun broek kunnen ophoepelen. Maar in hun tijd konden deze markante types zich handhaven.’ Het is afwachten of deze bewering klopt voor wie de perikelen binnen Forum voor Democratie aanschouwt en het idee krijgt dat het eerder om een sekte dan om een politieke partij gaat.

Foto: ‘Mr. L.R.J. Ridder van Rappard houdt zijn laatste nieuwjaarsrede als burgemeester van Gorinchem. 29 januari 1971. Auteur: I. Klok. In: Gorinchem’. Collectie: ANP Historisch Archief.

Bij twee foto’s staat de tijd niet stil: ‘Clock on wall, lobby. Chicago Federal Center, Chicago, Illinois’

Deze twee foto’s bij elkaar roepen een raadsel op. Zijn ze het spiegelbeeld van elkaar? Loopt de houten balie van de bovenste foto naar links door en verschijnt op de onderste foto opnieuw een deur, met een gesloten, metalen loket? De klok geeft de aanwijzing dat het twee afzonderlijke foto’s zijn. Want op de bovenste foto is het 8.50 en op de onderste 8.55 uur. Kostte het fotograaf Carol Highsmith vijf minuten om de foto te nemen?

Het onderschrift bij deze foto’s uit de collectie van het Library of Congress zegt: ‘Chicago Federal Center, designed by Ludwig Mies van der Rohe, is a monument to the architect’s maxim, “Less is more.” Simplified, modern and efficient, the steel and glass buildings embody the Miesian vocabulary.’ De titel luidt: ‘Clock on wall, lobby. Chicago Federal Center, Chicago, Illinois.

De serie van twee foto’s werkt bezwerend. Ze wekken door de bijna identiek uitsnede de suggestie dat ze het spiegelbeeld van elkaar zijn. Wat ze niet zijn. Fotograaf Highsmith volgt architect Mies van der Rohe in zijn vormenspel. Of minder meer is, is de volgende vraag die zich aandient. Daar zijn kanttekeningen bij te plaatsen. Want minder kan ook minder zijn. Het heeft ermee te maken waar het op reageert en wat eruit volgt. Aan deze twee foto’s van 27 juli 2017 valt van alles af te lezen omdat ze weinig tonen. Voor een foto die moet documenteren wordt minder onhandig. Ontstaat daarom de indruk dat de foto buiten het kader doorloopt?

Foto 1: Carol M. Highsmith, ‘Clock on wall, lobby. Chicago Federal Center, Chicago, Illinois’. 2017. Collectie: Library of Congress.

Foto 2: Carol M. Highsmith, ‘Clock on wall, lobby. Chicago Federal Center, Chicago, Illinois’. 2017. Collectie: Library of Congress.

Donna Summer leeft voort in een liefdevolle persiflage uit 1974-75

De Amerikaanse zangeres Donna Summer (1948-2012) is aan kanker overleden. De koningin van de disco scoorde hits in de jaren ’70. De toentertijd in Duitsland wonende Summer had succes in Nederland. Nummers als The Hostage werden niet in de VS uitgebracht. Ze playbackte het in Van Oekel’s Discohoek dat in het seizoen 1974-1975 werd uitgezonden. Ze vond het optreden aangenamer dan haar platenmaatschappij.

Regisseur Wim T. Schippers belt snerpend op om zijn lidmaatschap op de VPRO op te zeggen. Of dat een vooraankondiging is van zijn verslechterde relatie met de omroep is de vraag. Acteur Dolf Brouwers in de rol van Sjef van Oekel is zichtbaar onder de indruk van Summer. Assistent-boekhouder Evert van der Pik neemt wat meer afstand achter zijn bureau. Mevrouw, er is geloof ik telefoon voor u, zegt-ie. De lijn is getrokken.

Hoewel het optreden van Donna Summer was bedoeld als persiflage op de lopende band werk van het populaire Toppop is het beeld van een jonge en levenslustige Summer dat blijft. De spot en de overdrijving vallen weg in de strijd tussen echt en onecht. Na bijna 40 jaar vervaagt dat verschil. Voor velen was dit optreden de eerste, en lange tijd de laatste kennismaking met Donna Summer. Ook voor mij. Tot vandaag.