In 2019 verscheen het rapport van speciale aanklager Robert Mueller over de relatie van toenmalig president Trump met de Russische Federatie. De vraag was of er sprake was van georkestreerde samenwerking (‘collusion’) of samenzwering (‘conspiracy’).
Toenmalig justitieminister Willam Barr bespeelde de media door in zijn misleidende samenvatting van het Mueller-rapport een bewust verkeerde interpretatie van de conclusies te geven in die zin dat de aard van de samenwerking werd afgezwakt. Goedwillende Amerikaanse en internationale media trapten er massaal in. Na enkele dagen kwamen ze erop terug toen ze doorkregen dat ze zich hadden laten misleiden, maar toen was Trump uit de gevarenzone doordat de angel uit het rapport was gehaald. Aanklager Mueller stelde zich volgens critici te afstandelijk op. Rechtse media hielden vast aan de ingekleurde Barr-versie van het Mueller-rapport en herhaalden dat er geen samenwerking tussen Trump en het Kremlin was geweest. Ofwel, Trump had volledig op eigen kracht zonder hulp van de Russen Hillary Clinton verslagen. Met de ombudsman van NRC had ik een uitwisseling van gedachten over de berichtgeving.
In augustus 2020 verscheen deel 5 (Counterintelligence Threats and Vulnerabilities) van de Senate Intelligence Committee over de samenwerking van Trump met het Kremlin in 2016 (Bipartisan Russia Report). Opvallend is dat het de bevindingen van het Mueller rapport over de samenwerking met het Kremlin bevestigt en zelfs nog verder gaat. Muellers rapport had als invalshoek het zoeken naar crimineel gedrag, terwijl dit rapport journalistieker van opzet is. Daarom hoeft de lat minder hoog gelegd te worden omdat daartoe geen juridische noodzaak is. Zodat er twee rapporten waren die onder voorzitterschap van Republikeinen zijn geschreven die de samenwerking van Trump met het Kremlin in de campagne van 2016 ondubbelzinnig bevestigden.
Dat het Senaats-rapport of dat van Mueller tot de conclusie samenwerking of collusion kwam zou te maken kunnen hebben met twee factoren. 1) Trumps campagnemanager Paul Manafort werkte via zijn rechterhand Rick Gates samen met de Russische geheime agent Konstantin Kilimnik van de militaire inlichtingendienst GRU en voorzag hem van gedetailleerde data. Maar wat Kilimnik hier vervolgens mee deed werd niet geopenbaard door de Amerikaanse overheid. Bereikte het het Kremlin? Beide rapporten legden de obstructie bloot van president Trump, Manafort en adviseur Roger Stone die logen over hun samenwerking met het Kremlin en de onderzoeken bewust hebben gedwarsboomd. 2) Trumps obstructie had tot gevolg dat de inlichtingendiensten niet volledig konden meewerken aan beide rapporten omdat Trump dit blokkeerde. Er was dus wel degelijk sprake van samenwerking van Trump met het Kremlin in de campagne van 2016, maar omdat de data erover niet werden vrijgegeven kon dat in beide rapporten niet hardgemaakt worden.
Onder de regering Biden is nieuwe informatie naar buiten gekomen die verband houdt met nieuwe sancties tegen de Russische Federatie en de rol van Kilimnik. Een persbericht van 15 april 2021 van het Amerikaanse ministerie van Financiën zegt: ‘Konstantin Kilimnik (Kilimnik) is a Russian and Ukrainian political consultant and known Russian Intelligence Services agent implementing influence operations on their behalf. During the 2016 U.S. presidential election campaign, Kilimnik provided the Russian Intelligence Services with sensitive information on polling and campaign strategy. Additionally, Kilimnik sought to promote the narrative that Ukraine, not Russia, had interfered in the 2016 U.S. presidential election. Melding van het feit dat Kilimnik, zoals overigens verwacht, de informatie doorspeelde aan het Kremlin is de missende schakel in de ketting Trump-Manafort-Gates-Kilimnik-GRU-Poetin. Inderdaad was er sprake van een direct contact tussen Trump en het Kremlin om samen te werken.
Talkhost Rachel Maddow vraagt in het fragment aan onderzoeksjournalist Michael Schmidt, de Washington correspondent voor de New York Times, wanneer de Amerikaanse inlichtingendiensten wisten dat Kilimnik de gevoelige informatie over de campagne van 2016 aan de Russische inlichtingendiensten had gegeven. Dat is de kernvraag. Het is onwaarschijnlijk dat de Amerikaanse inlichtingendiensten in de betrekkelijk korte periode van drie maanden dat Biden president is deze informatie naar boven hebben gehaald. Het is waarschijnlijk bekende informatie die door druk van toenmalig president Trump de inlichtingendiensten niet mochten geven aan zowel het onderzoeksteam van speciale aanklager Mueller als de Senaatscommissie Inlichtingen. Het bestaande vermoeden dat Mueller en zijn team via onderminister Rod Rosenstein waren gewaarschuwd om niet door te bijten met zijn onderzoek omdat in dat geval Trump hem had ontslagen verklaart deels waarom deze informatie over de ketting Trump-Manafort-Gates-Kilimnik-GRU-Poetin enkele jaren verborgen kon blijven.