‘Het pure evangelie op de platte aarde’ zegt het bestaan van God te bewijzen. De paradoxen van mensenwerk en Gods zelfbeschikking

Gelovigen die zich laten inspireren door een specifiek geloof en daar meer mee willen dan inspiratie alleen hebben het lastig. Want al gauw claimen ze te weten wat of wie de God van hun godsdienst is en wat de zin en het plan van God is. Dat ze hiermee God van de troon stoten en ze zich in Gods plaats stellen nemen ze op de koop toe. Als ze al beseffen waar ze mee bezig zijn. Het is van tweeën een. Of de God van de specifieke godsdienst blaast de gelovige bezieling in of de gelovige blaast God bezieling in. De paradox is dat in dat laatste geval de God van die godsdienst wezenlijk niets verschilt van de God van de progressieve theoloog Harry Kuitert die zei: ‘Alle spreken over Boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van Boven te komen’. Ofwel, de doorgaans conservatief-orthodoxe gelovigen en de progressieve gelovigen zitten op dezelfde lijn als ze van hun God mensenwerk maken, die God zelf construeren en zich in Gods plaats stellen.

De mensen achter het YouTube-kanaalHet pure evangelie op de platte aarde’ zijn Jouke Elsinga en Willibrordus van der Weide. Ze geloven dat de aarde plat is en proberen dat aan de hand van bijbelteksten te bewijzen. Vooral bijbeltekst Jesaja 40:22 staat hierbij centraal waar ze steeds weer naar verwijzen. Elsinga en Van der Weide zijn geen theologen, maar religieuze activisten. Ze roepen onder atheïsten en andere gelovigen veel weerstand op en hun betogen worden als onzin afgedaan, zoals bijvoorbeeld hier of hier. Feit is dat de critici van Elsinga en Van der Weide evenmin theologen zijn en er zo een debat tussen amateurs ontstaat. Bovenstaande video verduidelijkt dat zaaien van verwarring het stijlmiddel van de platte aarde-gelovigen is. Elsinga claimt het bewijs van God te kunnen leveren, maar valt zichzelf vervolgens met afleidingen in de rede.

Op een zelfzuchtige manier spreken namens God is een aantrekkelijk tijdverdrijf en verdienmodel vol luister dat in de eigen religieuze kring aanzien kan opleveren, maar per definitie de geloofwaardigheid van de godsdienst niet dient. Dat is de tweede paradox naast het idee dat  progressieve en orthodoxe gelovigen die namens God claimen te spreken allebei God als mensenwerk en menselijke constructie beschouwen. Dat is het verschijnsel dat gelovigen die de opzet hebben om het aanzien van God te vergroten door namens God te regelen en te oordelen, ze die God kleiner maken door inbreuk te maken op Gods zelfbeschikking.

Scheppingscongres schept verwarring over godsdienst en wetenschap met de claim dat God boven wetenschap staat

Op 9 juni 2018 vindt in de christelijk gereformeerde kerk ‘De Zuiderhof’ te Zwolle het Scheppingsproces plaats. Met als ondertitel ‘waar de schepping het geloof en wetenschap ontmoet’. Het congres is een initiatief van leden van de Christelijke Gereformeerde Kerken, ‘Met in totaal 75.000 leden hoort de Christelijke Gereformeerde Kerk tot de kleinere orthodox-protestantse kerkgenootschappenzo zegt het over zichzelf.

De bijeenkomst heeft vijf mannelijke, witte sprekers. Onder wie Peter de Jong. Hij heeft een rotsvaste mening over wetenschap dat hij als ondergeschikt aan God ziet, zoals hij in het artikelWetenschap is ondergeschikt aan het Woord’ uitlegt: ‘Maar God is Waarheid. We kunnen als Bijbelvast christen heel goed wetenschap bedrijven, maar God staat daar boven. Anders zouden we als God zijn op het moment dat alle natuurwetten zijn verklaard en begrepen. Die natuurwetten zijn ons gegeven om de aarde te kunnen gebruiken.’

De Jong heeft gelijk als hij zegt dat wetenschap mensenwerk is: ‘Feiten zijn feiten, maar wetenschappelijke theorieën, zoals de evolutietheorie, zijn en blijven mensenwerk.’ Daar past gezond wantrouwen en uiterste oplettendheid bij. Maar hij is selectief, gaat zijn verantwoordelijkheid uit de weg en laat zich zelfs kennen als malafide als hij ongenoemd laat dat de godsdienst en de God waarop hij zich baseert evengoed mensenwerk zijn. Zoals de protestante theoloog Harry Kuitert het verwoordde: ‘Alle spreken over Boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van Boven te komen.’ In Kuiterts optiek zijn geloof en het geloof in een God uit de verbeelding ontstaan, volgens hem overigens om de chaos en de zinloosheid van het leven te bestrijden.

Daarmee staan geloof in God en wetenschap echter niet op hetzelfde niveau. Het verschil is dat wetenschap het instrument van de wetenschappelijke methode ontwikkeld heeft en godsdienst verbeelding is die zich per definitie niet wetenschappelijk kan ontwikkelen. Wetenschap is mensenwerk met een methode, godsdienst is mensenwerk met verbeelding. Dit betekent absoluut niet dat godsdiensten geen inhoud hebben en het geloof in God nutteloos is, want zoals gezegd dat hebben ze dat wel degelijk in het proberen te bezweren van de werkelijkheid om die voor de mens aanvaardbaar te maken. Maar godsdienst kan hierdoor nooit meer zijn dan de vertaling van de werkelijkheid zoals mensen die eraan geven. Godsdienst kan niet oorzaak en gevolg tegelijk zijn. De Jong gaat de fout in als hij zegt dat God boven het bedrijven van wetenschap staat. Dat is een cyclische argumentatie die zichzelf voedt en niet leidt tot een valide uitspraak over de werkelijkheid.

De Jong is kwaadwillend en negatief als hij godsdienst niet wenst te aanvaarden zoals het is en hij er meer van wil maken dan het is. Hij probeert zijn godsdienst zelfs wetenschappelijke pretentie te geven. Maar met die pretentie beschadigt De Jong zowel zijn godsdienst als de wetenschap. Dat is branchevervaging waarmee niemand iets opschiet. Ook de gelovigen van de Christelijke Gereformeerde Kerken niet. Daarom is het de vraag of de initiatiefnemers van het Scheppingcongres wel goed beseffen waarmee ze bezig zijn en of ze zich voldoende realiseren dat ze ermee hun religieuze organisatie en hun geloof in de eigen God beschadigen.

Evolutietheorie en geloof in God zijn verenigbaar. De toelichting op de bundel Science, Evolution, and Creationism van de National Academy of Sciences formuleert dat als volgt: ‘wetenschap en godsdienst moeten worden gezien als verschillende manieren om de wereld te begrijpen in plaats van als modellen die met elkaar in conflict zijn en het bewijs voor evolutie kan volledig verenigbaar zijn met religieus geloof.’ Het is dan ook onnodig dat organisatie en sprekers van het Scheppingscongres een conflict creëren dat niet bestaat. Een verklaring hiervoor is dat ze zelf de moderniteit naar hun God willen brengen, maar niet kunnen aanvaarden dat hun God naar de moderniteit is gebracht. Dat gaat dus in de eerste plaats om autonomie in eigen kring en het publicitair uitvergroten daarvan. Met wetenschap of godsdienst heeft het welbeschouwd niets te maken.

Foto: Schermafbeelding van een deel van de presentatie van een spreker van het Scheppingscongres in Zwolle op 9 juni 2018: ‘Dr. P. De Jong: Eén waarheid, twee geloven.

De onmogelijke dood van God


God is een culturele uiting. Een constructie die mensen ooit bedachten om iets te maken. Ontstaan gedurende eeuwen. Godsdienst gaf focus en richting om veel neuzen een kant op te krijgen. Schouders onder hetzelfde doel. Zinvol in een homogene samenleving, zinloos in een heterogene samenleving als de huidige. Daarom is God dood. Of liever gezegd, het idee van God is dood.

God bestaat in de hoofden van mensen die de vraag stellen wie of wat God is. Zonder het onaardig te bedoelen en de ruimte die God inneemt is niet mis,  maar dat is het dan ook. Antwoord op de vraag wie of wat God is, wordt een afgeleide van de vraag of God nog functioneel is voor mensen. Dat antwoord beantwoordt de vraag. De introductie van God in het functionalisme is de aangekondigde dood van God.

God bestaat niet buiten onszelf. De menselijke maat past God. En da’s goed zo. Met de zin: Tweemaal schudde de God van Nederland zijn eerbiedwaardige hoofd en tweemaal schoven z’n eerbiedwaardige grauwe bakkebaarden heen en weer over z’n vest, liet Nescio zijn novelle Dichtertje beginnen. Later noemde hij de God van Nederland de personificatie van de geest der samenleving voor zover hem die benauwt en bedreigt. Da’s niet onaardig gezegd.

Foto: Bouw The Empire State Building, New York, 1930