Bomen in de stad, de hitte, droogte en klimaatverandering, het goede geweten van de stadbewoner en de blik naar de toekomst

De langdurige hitte heeft tot schade aan de natuur geleid. Vraag is of in steden niet meer bomen geplant moeten worden en of dat niet de soorten moeten zijn die beter tegen de hitte kunnen dan de nu aangeplante soorten. Want bomen hebben in de zomer een dempend effect op oplopende temperaturen. Een gevolg kan zijn dat de Nederlandse steden in dat opzicht in de toekomst een Zuid-Europees uiterlijk krijgen. Want de verwachting is dat door de klimaatverandering hete zomers en droogte steeds vaker zullen voorkomen.

Ik woon in de Utrechtse wijk Wittevrouwen die aan het centrum grenst. Gisteren liep een buurtbewoner met een emmer water naar een naastgelegen openbaar plantsoentje. Desgevraagd bleek hij koers te zetten naar drie bomen, waarvan één er goed, één gemiddeld en één er slecht aan toe was. Mede als gevolg van de aanhoudende droogte. Ook het zonlicht was van invloed op de boomgroei waarbij de boom in de schaduw van een gebouw het slechtst presteerde. Wij buurtbewoners volgden zijn voorbeeld en laafden met emmers water de dorst van de gemiddelde en slechte boom. Onder het besef dat het een emmer op een gloeiende plaat was.

Het is een kwestie van een goed geweten. Vergelijkbaar met het redden van dat zielige zeehondje, terwijl de natuur wereldwijd in de knel zit en de bioindustrie is verworden tot fabrieken waar dieren op grote schaal ruw worden behandeld. Bij een gezakt grondwaterniveau heeft water geven aan bomen nauwelijks zin. Genoemde buurtbewoner vertelde dat hij de gemeente Utrecht over de drie bomen had geïnformeerd. Hem was te verstaan gegeven dat niet alle bomen gered konden worden. Dat is de werkelijkheid. Waar het om gaat is een passend antwoord op de in gang gezette klimaatverandering. Van den Berk Boomkwekerijen speelt er op in.

Bij twee foto’s van het zomerstrand aan de Prins Hendrikkade

IISG02_30051000398401_W

Donderdag 2 augustus 1951, Prins Hendrikkade Amsterdam. Veel kinderen. Zo te zien is het warm. Maar niet te warm. De daggegevens van Schiphol komen niet boven de 23.6 graden uit. Wat op het eerste gezicht een foto van tropisch Nederland lijkt is het niet. Middenin staat een man van middelbare leeftijd in een zwart pak met een herdershond. Hij kijkt zelfbewust terug naar fotograaf Ben van Meerendonk en vangt onze blik.

ph

De tweede foto toont 1 juni 1947. Het Nationaal Archief geeft als maker W.P.W. v.d. Hoef, IISG houdt het op Ben van Meerendonk wat gezien de overeenkomst met de foto uit 1951 waarschijnlijk lijkt. Het is die dag in De Bilt maximaal 32.2 graden. Deze keer wel een tropische dag? De zon staat hoog, kinderen zoeken in het water verkoeling. Volwassen bezoekers van het zomerstrand rusten nog. Weten ze niet wat anders te doen dan ijdel voor zich uitkijken? Of houden ze hun rust omdat het zondag is? Kinderen krioelen wat of graven in het zand. Dat wordt van ze verwacht. Honden en transistors ontbreken. Zie, ze komen er onherroepelijk aan.

Foto 1: Ben van Meerendonk, Zomerstrand aan de Prins Hendrikkade, 2 augustus 1951. Collectie Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam.

Foto 2: Ben van Meerendonk of W.P.W. v.d. Hoef, Zomerstrand aan de Prins Hendrikkade, Amsterdam, 1 juni 1947. Collectie Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam.