Vlaamse museumdirecteuren liggen vanwege grensoverschrijdend gedrag onder vuur: Philippe Van Cauteren en Bart De Baere

Schermafbeelding van deel artikelNieuwe klacht tegen directeur Antwerps museum na eerder bemiddelingstraject: “Zijn houding is onhoudbaar” in Nieuwsblad, 21 mei 2024.

Wat is er aan de hand in de top van de Belgische musea? Worden wel de goede mensen als manager geselecteerd?

In 2018 was er gedoe over het leiderschap van MSK-museumdirecteur Cathérine de Zeger die wegens leugens over de collectie Toporovski werd geschorst door de stad Gent.

Afgelopen week werd een open brief met kritiek van oud- en huidig personeel over het leiderschap van SMAK-directeur Philippe Van Cauteren openbaar gemaakt. Een gevalletje Ralph Keuning: intimidatie en verbale agressie die leidde tot een vertrouwensbreuk tussen directeur en medewerkers. Keuning werd in juni 2022 gedwongen om op te stappen als directeur van Museum de Fundatie in Zwolle.

Nu is er een nieuwe klacht over Bart De Baere. Deze directeur van het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen (M HKA) ligt onder vuur.

Het Nieuwsblad zegt in een bericht van 21 mei 2024: ‘Volgens een van de anonieme klagers zou De Baere geregeld personeel afsnauwen en luid brullen tegen medewerkers. “We begrijpen dat de werkdruk voor De Baere soms erg hoog is, maar zijn houding is onhoudbaar”’.

De Vlaamse regering zou op de hoogte zijn van de klachten over De Baere en de kwestie volgen.

Een en ander gaat samen met een opvallende episode van een verdwenen werk van Jim Durham dat privébezit van De Baere zou zijn geweest en vermoedelijk vernietigd is. Het was opgeslagen in een depot van Fernand Huts. De verzekering is in beroep gegaan tegen de claim tot uitbetaling aan De Baere.

Het wordt er ronduit bizar op als De Baere ontkent dat hij verbaal agressief is geweest naar medewerkers. Tegelijk zegt hij zich nog wel de fysieke aanvaring met een kunstenaar op het terras van de Fondazione Prada in Milaan te herinneren.

“De kunstenaar stak zijn middelvinger naar me uit en noemde me een rechtse bal. Ik heb toen zijn vinger gegrepen en de man is tegen de grond gegaan. Ik heb respect voor kunstenaars, maar ook zij moeten respect hebben voor andere mensen”, besluit hij.’

Zo kan een museumdirecteur die optreedt namens een museum en een stad vertegenwoordigt publiekelijk niet handelen. Dat is onevenwichtig gedrag dat niet bij de functie past.

Van de andere kant is het opvallend dat deze klachten over Van Cauteren en De Baere nu naar buiten komen. Het zijn kwesties die in een recent verleden spelen. Het geeft de rechtse politiek de gelegenheid om de museumsector onder druk te zetten. De journalistiek dient als breekijzer, Met onder meer de centrum-rechtse NV-A kopstukken Jan Jambon (MP Vlaanderen) en Bart De Wever (burgemeester Antwerpen).

Kunstwerk van Jan Fabre is niet schuldig. Vlaamse kunstinstellingen verwijderen beeld na klachten over kunstenaar

Jan Fabre, ‘De man die de wolken meet‘. SMAK Gent.

Het beeld ‘De man die de wolken meet‘ van Jan Fabre is in maart 2021 van het dak van het Antwerpse kunstcentrum De Singel gehaald. Reden is dat er klachten zijn ingediend tegen Fabre vanwege grensoverschrijdend seksueel gedrag. Fabre is niet veroordeeld, maar komt volgens de laatste informatie in 2021 nog wel voor de strafrechter.

Directeur Philippe Van Cauteren van het Gentse SMAK die op het dak van zijn museum eveneens dat beeld van Fabre had staan legt voor Radio 1 (be) uit wat zijn opstelling is: ‘Wij vinden als museum dat als je een beeld weghaalt, een genuanceerde en kritische dialoog met alle betrokkenen eveneens weggehaald wordt. Ik vind dat we als museum en cultuursector ruimte moeten blijven maken voor debatten. Als we alle foute mannen uit musea zouden halen, zouden er toch wel heel wat lege en kale plekken te zien zijn.

Van Cauteren buigt deels voor politieke druk, maar niet zo volledig als De Singel. Kunstinstellingen worstelen met deze kwestie. Van Cauteren zegt het beeld ‘tijdelijk’ naar binnen te verhuizen en dus in quarantaine te plaatsen. Hij probeert tijd te winnen door een afkoelingsperiode in te lassen. Maar toch, ook Van Cauteren laat zich leiden door klachten over een niet door de strafrechter veroordeelde Fabre. Zonder rechtszaak laten twee Vlaamse kunstinstellingen deze beeldende kunstenaar en theatermaker vallen.

Men zou hopen dat kunstinstellingen bij uitstek de plek zijn waar het vrije woord verdedigd wordt en ruggengraat wordt getoond. Maar nee, het tegendeel is waar.

Een gerucht en een politieke lobby zijn blijkbaar voldoende om een kunstwerk niet alleen ter discussie te stellen, maar zelfs te laten verwijderen. De Singel en SMAK gaan mee in het informele geruchtencircuit van rechteloosheid, en eigenen zich een probleem toe waar ze beter afstand van zouden houden. SMAK doet dat verstandiger dan De Singel, maar onttrekt zich toch ook niet aan het frame van onwettigheid waar het willens en wetens instapt.

Beide kunstinstellingen begrijpen evenmin dat hun angst voor negatieve publiciteit vanwege het tonen van een kunstwerk van een vermeend besmette kunstenaar weer een ander soort negatieve publiciteit voor hen oplevert van zwabberend beleid en een slappe, rubberen ruggengraat. In de beeldvorming blijft hangen dat ze niet voor zichzelf, hun idealen en de beeldende kunst durven en kunnen opkomen.

Deze kunstinstellingen dekken zich bij voorbaat in. Ze worden vermoedelijk gevoed door de angst om maatschappelijk of politiek uit de pas te lopen met de tijdgeest en beschuldigd te worden van vrouwonvriendelijkheid en die hele samenklontering van slogans die kunstinstellingen beschuldigt van conservatisme en archaïsme.

Overigens zijn veel musea wel degelijk bastions van behoudzucht. Dat moet echter veranderd worden door ander personeels-, aankoop-, en tentoonstellingsbeleid, en niet door symboolpolitiek. Zoals het verwijderen van Fabres beeld als aflaat om uit de kritische greep van activisten te blijven.

In een interview in de Volkskrant van 9 september 2021 met twee vertrekkende museumdirecteuren geeft Ann Demeester naast Jacqueline Grandjean vermoedelijk onbedoeld fijnzinnig commentaar op de beslissing van De Singel en SMAK om het beeld van Fabre te verwijderen of te verplaatsen vanwege klachten over het gedrag van de maker. Demeester toont meer onderscheidingsvermogen en moed dan haar Vlaamse collega’s en corrigeert de staf van beide Vlaamse kunstinstellingen:

Een kunstwerk is bijvoorbeeld nooit schuldig. Als de maker een crimineel is, dan moeten we het kunstwerk niet noodzakelijkerwijs aan het publieke domein onttrekken. Tenzij het kunstwerk een soort propaganda of uitdrukking is van het criminele gedrag van de kunstenaar. Anders kun je geen Céline meer lezen, je censureert daar zo veel mee. Je kunt wel besluiten die kunstwerken een tijd in spreekwoordelijke quarantaine te zetten, net als wanneer een schilderij last heeft van mot en schimmel.’

Het verwijderde werk van Fabre is geen propaganda of uitdrukking van het gedrag van de kunstenaar. Het kunstwerk is op zichzelf niet aanstootgevend. Protesterende kunststudenten noemden het volgens de PZC in 2020 zelfs ‘poëtisch en mooi’, maar de connotaties die er door de verhalen rond Fabre bij komen kijken zouden ‘problematisch’ zijn. Tja, daar kan niemand zich tegen verdedigen. Het is het kunstwerk dat moet boeten voor het vermeend foute gedrag van de kunstenaar.

Het waarschijnlijk apocriefe, maar aan Voltaire toegeschreven aforisme dat gaat over de vrijheid van meningsuiting zou ook van toepassing moeten zijn op de vrijheid van expressie van kunstenaars: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen‘.

Maar De Singel en SMAK verdedigen de kunstenaar niet, maar zichzelf. Ze hebben het verkeerde voorbeeld gegeven en door hun ingreep de kunst en zichzelf schade berokkend. Ze tonen weinig moed en leveren de kunst lafhartig over aan politieke activisten voordat de rechter gesproken heeft. Ze vergeten ook onderscheid te maken tussen kunstwerk en kunstenaar. Want zelfs als Fabre in zijn seksueel gedrag zo fout is als sommigen zeggen, dan rechtvaardigt dat nog steeds niet de verwijdering van een kunstwerk van hem.

Leo Copers, Google Art, het Museum en de Dood

Nu eens niet de Tuinman of het Meisje en de Dood, maar het Museum en de Dood. De Belgische kunstenaar Leo Copers construeert het verval in z’n werken. Afgelopen zomer voor de Gentse buitententoonstelling TRACK. Met 111 granieten zerken, een kerkhof van museumnamen in het Citadelpark. Een feest van herkenning zoals op een echt kerkhof. Maar de dood van Copers is van een voorbij tijdperk. In zoverre de dood achterhaald kan zijn en niet zelf achterhaalt. Nu is er Google Art met een selectie van afbeeldingen van museumstukken uit 184 museumcollecties. Die nieuwe dood heet vooruitgang. Maar wij mensen weten beter.

Foto: Het kerkhof van Leo Copers, Gent 2012.