Russian Culture Minister Medinsky threatens the Netherlands in connection with art loans from the Crimea

Russian state controlled Sputnik argues in an article a collection must be returned to the Crimea. It is at the Allard Pierson Museum in Amsterdam. Russian Culture Minister Vladimir Medinsky told Sputnik ‘he did not consider possible the continuation of inter-museum relations with the Netherlands if the country does not return the collection of ancient Scythian gold to Crimea’. But Medinsky only gives threats, no arguments. My comment on the article:

This affair in the core is about the question whether the Crimea is occupied territory or not. The world community in majority thinks so and confirmed this in the non-binding UNGA resolution 68/262 which said the Russian Federation occupied Crimea in 2014 in an illegal way and held a flawed referendum. The Netherlands supported this resolution.

So, what the Culture Minister Medinsky of the Russian Federation says is too simple and too bluntly. He mixes cultural, legal and political arguments and tries to select them selectively.

The Netherlands is a functioning state of law and wants to connect justice, proportionality and good political relations with all countries. The Allard Pierson Museum and the Amsterdam University of which the museum is a part -and were the loans are kept- also want to act according to international law.

‘The Convention for the Protection of Cultural Property in the Event of Armed Conflict with Regulations for the Execution of the Convention 1954’ is accepted by the international museum organization ICOM as a starting point.
http://portal.unesco.org/…/ev.php-URL_ID=13637&URL_DO…

It says in article 5.1: ‘Any High Contracting Party in occupation of the whole or part of the territory of another High Contracting Party shall as far as possible support the competent national authorities of the occupied country in safeguarding and preserving its cultural property.’

So, the Allard Pierson Museum and the Amsterdam University face a dilemma. A Museum is not a political organisation, but in this matter it has to give a political interpretation of a politicized issue because of a war between Ukraine and the Russian Federation. A situation which did not exist when the loans were granted by the Ukrainian museums.

The norm is the interpretation of the guidelines of ICOM. The Allard Pierson Museum and the Amsterdam University have the obligation to follow the norms of their field, the musuem sector.

Because of the political conclusion in the UN it seems strongly this Dutch musuem has to play by the rules of ICOM. It has little room to set aside the guidelines of ICOM.

The political reality is that globally the majority of countries have the opinion that Crimea ihas been occupied illegally by the Russian Federation and the so called referendum was not legally valid.

Crimea is since 2014 occupied by a foreign power and the Allard Pierson Museum and the Amsterdam University can not act differently than not returning the loans to occupied territory. Because they have the obligation to safeguard and preserve them. Against their will and because of a political situation it plays no part in.

Whether they have to keep it in custody until Crimea is no longer occupied or that they have to send it back to Ukraine immediately, is a question that needs to be considered legally.

Museum Gouda en Haags Gemeentemuseum ruilen werken. In balans?

gmdh

Dat musea werken ruilen om hun kerncollecties te versterken is een prima uitgangspunt. Geïsoleerde werken kunnen zo in een nieuwe omgeving aan waarde winnen. Kortom, met het principe van ruilen van werken zoals Benno Tempel het beschrijft is niks mis. Vraag is wel of de ruil zo logisch en gelijkwaardig is als voorgesteld.

Opvallend is dat directeur Gerard de Kleijn van Museum Gouda beweert dat ‘het drieluik van Wéry inderdaad beter tot zijn recht in het Gemeentemuseum komt’. Op z’n minst een onwaarachtige bewering, want Museum Gouda had tot 2010 een kerncollectie beeldende kunst van vrouwen waarin het werk van Wéry perfect paste. Inclusief ‘The Schoolboys‘ van Marlene Dumas dat om onduidelijke en nooit volledig opgehelderde redenen De Kleijn onder veel protest in 2011 op een veiling verkocht. Het toenmalige Catharina Gasthuis kreeg in 1976 de opdracht van de Goudse gemeenteraad om hedendaagse kunst te verzamelen. Waar eerder de focus van het museum sociale geschiedenis, migranten (ook binnenlandse) en vrouwen was, is dat nu volgens collectieplan Tussen Hemel en Aarde onder meer religie, plateel, stadsgeschiedenis en de Haagse School uit de 19e eeuw. ‘Fantasie’ van Fantin-Latour past dus niet perfect in de nieuwe kerncollectie. Was er geen betere ruil mogelijk?

Foto: Schermafbeelding van bericht Facebook-pagina van het Haags Gemeentemuseum met eigen commentaar.

Veilt Frankrijk straks museumstukken uit economische motieven?

fra

Economisch gaat het Frankrijk niet goed. Het land moderniseerde niet toen het kon. Nu de Europese economie stagneert is het te laat. President François Hollande maakt geen sterke indruk, aarzelt en weet het land niet te overtuigen. Frankrijk zit tegen een identiteitscrisis aan. Het heeft vooral in Europa aan invloed verloren en koestert een eigenheid waarvan het de vraag is of het die luxe nog kan opbrengen. Op de scheidslijn van Noord en Zuid wordt het land steeds meer als zuidelijk beschouwd. Wat geassocieerd wordt met potverteren en uitstellen van beslissingen, maar ook met verzet tegen het neoliberalisme. Maar er is de culturele rijkdom.

The Local wijst op een list die Frankrijk mogelijk uit de mouw tovert, hoewel het wel niet zo’n vaart zal lopen. Namelijk de verkoop van kunstwerken uit staatsbezit om de schuldenlast te verminderen. Dus verkoop van kunst uit economische motieven. Een recent parlementair rapport schetst de contouren van het ontzamelen. Guillaume Cerutti werd door de commissie culturele zaken en onderwijs geraadpleegd en spreekt over ‘groteske verspilling’ van werken in nationale collecties. Cerutti is hoofd van Sotheby Frankrijk, dus het is logisch dat hij ervoor pleit om kunstwerken uit staatsbezit die door musea worden beheerd te veilen. Dit zou kunnen worden uitgevoerd binnen een nieuwe erfgoedwet die voor de lente in het verschiet ligt.

Ontzamelen van openbaar kunstbezit is in Nederland geen taboe meer. Het gebeurt al langer dan 20 jaar en ook het debat daarover wordt al zo lang gevoerd. De vraag is niet of, maar hoe er wordt ontzameld. En hoe de opbrengst mag worden gebruikt. Consensus is dat verkoop uit economische motieven ontoelaatbaar is. Door richtlijnen is ontzamelen aan voorwaarden verbonden die niet altijd verplichtend zijn. Dat wordt dwingender gemaakt om topkunst te beschermen, maar ook om inzichtelijk te maken wat dan wel verkocht kan worden. Overigens zegt het feit dat een museumobject nooit op zaal getoond wordt niet dat het geen belang heeft of dat het in de toekomst geen toegevoegd belang krijgt. Het profijtbeginsel werkt indirect. Uit de publiciteit blijkt alsof cultureel Frankrijk nu pas wakker wordt. Da’s een misverstand. Maar het moet wel en garde zijn.

Foto: Schermafbeelding artikel uit de Franse zakenkrant BFMTV, 3 januari 2015. (eigen vertaling:) En als de staat kunstwerken uit musea verkoopt om te investeren? // Een parlementair rapport dat net is vrijgegeven benadrukt het zeer grote aantal verzamelde kunstwerken in museumdepots dat nooit wordt tentoongesteld. Een deel ervan zou kunnen worden verkocht om geld te genereren. Heiligschennis? // En als de staat of lokale overheden kunstwerken verkopen die opgestapeld liggen in de museumdepots om andere werken te kopen of gewoon middelen vrij te maken om te investeren of schulden af te betalen? // Terwijl het Ministerie van Cultuur voor het voorjaar een grote wet voorbereidt over ‘erfgoed’, verdient de vraag op zijn minst te worden gesteld. Zelfs als ze de puristen laat stijgeren.

Zware strijd voor Vrijheidsmuseum WOII in Nijmegen. Vergeefs?

Update 25 november 2014: Er komt definitief geen bevrijdingsmuseum in Nijmegen, zo bericht De Gelderlander. Dat hebben vandaag tijdens een persconferentie de initiatiefnemers voor het museum Stichting Vrijheidsmuseum WO2, Jan Jacob van Dijk, gedeputeerde bij provincie Gelderland en wethouder Bert Velthuis van de gemeente Nijmegen bekendgemaakt. De vergeefse strijd voor een nieuw museum is gestreden. 

De Gelderse gedeputeerde Jan Jacob van Dijk (CDA) blijft optimistisch dat het Vrijheidsmuseum WOII in Nijmegen dat eind 2014 open had moeten gaan er komt en rekent zich graag rijk. Ondanks de problemen die opdoemen zoals een povere financiële onderbouwing van het budget van 25 miljoen euro, het afhaken van partners en nu ook van een belangrijke geldschieter, het vfonds. Deze problemen komen op eerdere problemen zoals de concurrentie in publieksbereik, collectievorming en publiciteit met het Nationaal Militair Museum in Soesterberg dat wel op schema ligt en op 13 december opent. Het is onbegrijpelijk dat beide musea los van elkaar opereren. Van Dijk lijkt nu ook al CDA-leider Buma in te zetten -die zoals zo vaak in het CDA de regionale kaart trekt- om het Vrijheidsmuseum in Nijmegen te realiseren. Buma was op campagne in Groesbeek vanwege een tussentijdse verkiezing op 19 november vanwege een gemeentelijke herindeling.

Vrijheidmuseum Nijmegen rekent op steun overheid. Realistisch?

Wiel Lenders parodieert een museumdirecteur die gebrek aan kennis compenseert met wolligheid, vaagheid, enthousiasme en wensdenken. Wie weet hoever hij hier in bestuurlijk Nederland mee komt. Tekenend is dat de journalist van Omroep Gelderland het blijkbaar evenmin kan aanhoren en Lenders erg kritisch benadert.

Waarom er evenwel een Vrijheidsmuseum WO2 in Nijmegen moet komen is de vraag die onbeantwoord blijft. Argumenten die het projectteam aanvoert zijn toerisme en citymarketing van Nijmegen, maar dat maakt het initiatief inhoudelijk nog niet urgent. Op dit moment wordt op het noordelijke gedeelte van de voormalige vliegbasis Soesterberg het Nationaal Militair Museum ingericht dat op 11 december opent. Met algemeen directeur Paul van Vlijmen (ex-Spoorwegmuseum) en directeur Hedwig Saam (ex-Museum Arnhem). Beide musea die elkaar thematisch overlappen claimen ‘het nationale oorlogsmuseum’ te zijn. Door steun van de overheid, het Ministerie van Defensie en de centrale ligging in Midden-Nederland kan het Nationaal Militair Museum deze claim als enige waarmaken. Het Vrijheidsmuseum WO2 vecht al vier jaar een zware strijd.

Uit een in de Gelderlander uitgelekt bedrijfsplan komt ‘De stichting Vrijheidsmuseum WO2 tussen de 8 en 13,5 miljoen euro tekort voor de bouw van een nieuw museum in Nijmegen en de renovatie van het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek.’ Voor de exploitatie komt de stichting jaarlijks zo’n 350.000 euro tekort. Burgemeester Hubert Bruls (CDA) van Nijmegen en de Gelderse CvdK Clemens Cornielje (VVD) lobbyen in Den Haag voor financiële steun aan het Nijmeegse initiatief. In een klimaat van teruglopende steun voor kunst en cultuur bij overheden en een mecenaat dat dit gat niet kan opvullen, zoals RvC-voorzitter Joop Daalmeijer in een interview met het Cultureel Persbureau zegt: ‘Ik bedoel, de overheid geeft geen geld en je kunt proberen dat allemaal uit het mecenaat te halen maar dat is flauwekul. Dat gaat natuurlijk helemaal niet in dit land.’

Opvallend in dit verhaal van twee nationale militaire musea in Soesterberg en Nijmegen is het gebrek aan coördinatie door het openbaar bestuur en het gebrek aan initiatief van het Ministerie van OCW dat al twee jaar geleden de coördinatie had moeten nemen door beide projectgroepen voor gesprekken uit te nodigen.

Militaire musea: Soesterberg schiet beter op dan Gelderland

Werk aan de winkel. In Soesterberg komt op het noordelijke deel van de voormalige vliegbasis het Nationaal Militair Museum. Kosten 160 miljoen euro. De bouw vordert zo te zien. Eigenlijk gaat het om een Nationaal Militair Museum. Want de Stadsregio Arnhem Nijmegen houdt zich bezig met de planning van een Museum Wereldoorlog II. Vol interne strijd trouwens. Dat moet zo’n 25 miljoen kosten. Tussen beide musea zijn veel overlappingen. Dat deert lokale bestuurders niet. Ze pronken graag voor glanzende gebouwen. Die ook nog eens zo geschikt zijn voor diners en recepties. Aannemers doen goede zaken met het bouwen van musea.

De politiek van Gelderland liet afgelopen week weten eerst meer duidelijkheid over de plannen voor een WO2 Museum in Nijmegen te willen voordat er een miljoen euro voor wordt gereserveerd. Een meerderheid in Provinciale Staten besloot dat afgelopen woensdag. Partijen vinden het bedrijfsplan niet duidelijk. Ook vrezen de staten dat de provincie moet gaan opdraaien voor tekorten in de exploitatie. Een loopgravenoorlog dreigt. Want in Arnhem gaan nu stemmen op om het ‘Vrijheidsmuseum WO2’ dan maar in hun stad te vestigen. In het leegkomende Museum voor Moderne Kunsten. Dat museum verhuist vermoedelijk naar het Kunstencluster dat in een referendum werd afgestemd, maar door de lage opkomst ongeldig was. Lokale politici en museumbouw blijft een sexy onderwerp. Stukken sexier dan exploitatie en het gestaag bouwen aan een cultureel klimaat.

a59e7926fbdbcc5c194bef7827d43838

Foto: Visualisatie Nationaal Militair Museum. Bouw Heijmans PPP.

Nationale Militaire Musea in Soesterberg en Nijmegen komen eraan

5825238911_bcb7d054ff

Update 7 februari: Eind april 2013 moet blijken of realisatie van een Museum Wereldoorlog II haalbaar is. Kosten kunnen zo’n 25 miljoen euro belopen, zo bleek op 6 februari op een bijeenkomst in het Nijmeegse stadhuis. Nijmegen biedt het Vasim-fabriekscomplex voor 1 euro aan en stopt er 1,5 miljoen euro in. Andere partners zijn de provincie Gelderland en het vfonds. Zoals uit de plannen blijkt stoppen overheden en fondsen dan minimaal zo’n 185 miljoen euro in twee nationale militaire musea. Inclusief inrichting van de omgeving. 

Hoe groot is de nationale militaire collectie? Rechtvaardigt het in tijden van bezuinigingen de planning van twee musea? In Soesterberg komt op het noordelijke gedeelte van de voormalige vliegbasis Soesterberg het nieuwe Nationaal Militair Museum. De bouw ervan is eind januari gestart. Totale aanneemsom bedraagt 160 miljoen euro. De collecties van het sinds begin januari gesloten Delftse Legermuseum  en het Militaire Luchtvaartmuseum uit Soesterberg worden erin samengebracht. Complicatie is dat dit initiatief vanuit het ministerie van Defensie haaks staat op het recente advies ‘Ontgrenzen en Verbinden‘ van de Raad voor Cultuur dat ervoor pleit om alle ‘landelijke‘ musea bij OCW onder te brengen om samenhang te bevorderen.

In Nijmegen is een Nationaal WOII Museum in de maak. Het moet in de voormalige Vasim-fabrieken aan de noordoever van de Waal verrijzen. Een initiatief van de drie oorlogsmusea in Oosterbeek, Groesbeek en Overloon, respectievelijk het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum, het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 en het Airborne Museum Hartenstein. Opzet is dat ze deels als site museum blijven bestaan. Op 6 februari worden in Nijmegen de voorlopige plannen gepresenteerd. Voor de realisatie ervan was in 2010 dertig miljoen euro begroot. De musea in Soesterberg en Nijmegen moeten najaar 2014 worden geopend.

Uit het feit dat op het moment dat in Soesterberg met de bouw van het nieuwe Nationaal Militair Museum is begonnen Omroep Gelderland in een bericht over het geplande Nijmeegse museum spreekt van ‘het nieuwe, nationale oorlogsmuseum‘ blijkt de spraakverwarring. En valt toe te voegen, de overlapping. Het Nijmeegse Nationaal WOII Museum zal zich weliswaar uitsluitend richten op de periode van vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar uit de collectie van het Soesterbergse Nationaal Militair Museum blijkt dat ook daar veel aandacht is voor de Tweede Wereldoorlog. Immers een ‘goede’ oorlog waarop de Nederlandse krijgsmacht trots terugkijkt als finest hour die nog steeds volop publieke belangstelling trekt.

De integratie van liefst vijf collecties in twee musea vraagt om coördinatie. Die lijkt nu vanuit de landelijke overheid te ontbreken. Regio’s of ministeries nemen eigen initiatieven. Het Nationaal Militair Museum in Soesterberg is met de bouw gestart. Omdat het gaat om de presentatie van grote objecten zoals vliegtuigen met een spanwijdte van 20 meter zal het gebouw aan de collectie aangepast moeten worden. Da’s een rem op het ruilverkeer tussen beide musea om tot een thematische herschikking van beide collecties te komen. Het ministerie van OCW kan maar beter beide nationale oorlogsmusea snel voor een ernstig gesprek uitnodigen.

Foto: North American B-25J Mitchell, collectie Militaire Luchtvaartmusuem Soesterberg. Credits: Het Bazuin.

Leo Copers, Google Art, het Museum en de Dood

Nu eens niet de Tuinman of het Meisje en de Dood, maar het Museum en de Dood. De Belgische kunstenaar Leo Copers construeert het verval in z’n werken. Afgelopen zomer voor de Gentse buitententoonstelling TRACK. Met 111 granieten zerken, een kerkhof van museumnamen in het Citadelpark. Een feest van herkenning zoals op een echt kerkhof. Maar de dood van Copers is van een voorbij tijdperk. In zoverre de dood achterhaald kan zijn en niet zelf achterhaalt. Nu is er Google Art met een selectie van afbeeldingen van museumstukken uit 184 museumcollecties. Die nieuwe dood heet vooruitgang. Maar wij mensen weten beter.

Foto: Het kerkhof van Leo Copers, Gent 2012.