Johanna en George over religie en islam 8

Deel 8 van een discussie tussen Johanna Nouri en George Knight.

George: Je zegt dat ik een preoccupatie met de islam zou hebben. Dat herken ik niet. Ik heb wel een fascinatie met de werking van de politiek met alle misleidingen en afleidingen. En ik heb een fascinatie voor de open, pluriforme samenleving waarin iedereen vrij mag denken en handelen -binnen de grenzen van de wet- en die ik graag verwezenlijkt zou willen zien. Als de grootste sta-in-de-weg zie ik religie die dat blokkeert door een voorkeurspositie op te eisen en zo het speelveld ongelijk te maken. En de christelijke politiek die dat steunt. Maar religie als zodanig interesseert me niet meer dan een willekeurige levensovertuiging of een nihilistische levenshouding.

Uiteraard wil ik niet de religie afschaffen, maar enkel en alleen de voorkeursbehandeling van religie. Da’s niet hetzelfde. Want in de pluriformiteit die ik voor ogen heb kunnen alle religies gewoon hun plek innemen. Op basis van gelijkwaardigheid. En kunnen gelovigen vrij overstappen van de islam naar het christendom, of van het boeddhisme naar de islam etc. Zie hier voor de onderbouwing van mijn kritiek.

Ik heb weinig met gevoeligheden van mensen die zich laten inspireren door religie. Da’s persoonlijk. Vanuit mijn eigen achtergrond en persoonlijke smaak zal ik er ook geen grapjes over maken en mensen in hun inspiratie storen. Maar een recht om gevrijwaard te blijven van religiekritiek bestaat niet. Als Balkenende zegt dat ik zonder geloof niet kan functioneren dan vind ik dat van de eerste burger van ons land onverstandig en onaardig. Maar hij mag het zeggen. Zoals ik ook kan zeggen dat religie een domme bezigheid is. Of welke bewoordingen ik daarvoor kies.

Wat anders is om personen of een groep te discrimineren. Door bijvoorbeeld te suggereren dat christenen een afwijkend gen hebben, zwarte mensen lui zijn of vrijzinnigen onverantwoord. Dat mag, kan en wil ik niet zeggen. Maar ik mag in alle vrijheid kritiek op een religie of levensovertuiging hebben. Of de religie of levensovertuiging zelfs beledigen. Zoals jij dat ook mag.

Je lijkt mijn vorige bijdrage onvolledig gelezen te hebben als je zegt dat de islam niet bestaat en Nederlandse moslims duidelijkheid geven over hun democratische gezindheid. Dat is precies wat ik eerder stelde. Mijn kritiek gold niet de moslims, maar de institutie islam in Nederland. Of de verschillende stromingen daarin. Anders kan ik het niet benaderen als institutie. Mij verbaast het dat de Nederlandse organisatie islam niet meer naar buiten treedt en de ondergeschiktheid aan de Nederlandse rechtsstaat niet ondubbelzinniger verkondigt. Ik zei dat gebaar, die openheid te missen. Het zou angst wegnemen en Wilders veel stemmen kosten.

Ik zet dus geen vraagtekens bij de democratische gezindheid van de meeste Nederlandse moslims. Eerder stelde ik juist dat die hoop geeft en zich naar mijn idee prima ontwikkelt. Hoewel er stromingen zijn die me zorgen baren omdat ze zich in een bizar soort interculturaliteit maatschappelijk apart zetten en een uitzonderingspositie voor zichzelf opeisen. Of in elk geval anderen het recht ontnemen om kerstmis te vieren, wijn op tafel te hebben of Sinterklaas te begroeten. Da’s intolerantie en is het einde aan de pluriformiteit en zie ik als contraproductief en onnederlands. Oftewel, ik zie voor de Nederlandse moslims precies dezelfde rechten en plichten weggelegd als voor mezelf. Niet minder, maar ook niet meer.

In een open, pluriforme samenleving kan het spoken. Nederland herbergt vele nationaliteiten met hun eigen specifieke geschiedenis, niveau van ontwikkeling, taal, religie of levensovertuiging, etniciteit en herkomst. Het valt niet mee om die allen te verbinden en onder een dak te brengen. Wat mij zorgen baart is dat een bepaalde groep zich apart zet, de eigen mensen gevangen houdt en zich afsluit. Daardoor neemt de vermenging en doorstroming af. Het bizarre is dat zowel rechts-extremisten, christen-fundamentalisten als islamisten datzelfde standpunt van apartheid delen. Dus zeker niet het mijne.

Ik spreek niet voor niets over de Nederlandse islam. Ik vermoed dat belijdende moslims die bij een religieuze organisatie zijn aangesloten en wellicht een functie daarbinnen vervullen daarop aangesproken kunnen worden. Verder ga ik niet. Nederlandse moslims zijn uiteraard niet aanspreekbaar op wat er ver weg achter de bergen gebeurt. Waar externe krachten, autoritaire regimes en pseudo-islam een lokale islam in diskrediet brengen. Laten we ons daarom concentreren op Nederland.

Maar het werkt wel twee kanten uit. Zo doorredenerend kunnen Nederlandse joden ook niet aangesproken worden op wat er in het Midden-Oosten gebeurt. Toch is de identificatie van met name jonge Nederlandse-Marokkanen -van wie ik betwijfel of ze werkelijk religieus zijn- een motor voor veel onrust en haatzaaien. In een zuivere situatie waarin iedereen alleen aangesproken wordt op datgene waarop-ie aangesproken kan worden zou ook dat moeten stoppen.

Waar haal je het in hemelsnaam vandaan dat ik je je geloof af zou willen nemen en je secularisatie op zou willen leggen? Dat heb ik nooit beweerd en zal ik nooit beweren. Mijn referentie is de Nederlandse rechtsstaat. Ik vind het jammer dat je me zo slecht begrepen hebt. Ik weet ook niet wat je bedoelt met het inperken van je rechten. Waar blijkt dat uit? Ik zou je willen vragen dit te omschrijven, want het misverstand intrigeert me. Is er wellicht sprake van een cultuurverschil tussen ons?

Johanna, de ontwikkeling van de Nederlandse islam lijkt me belangrijk. Da’s meer dan een abstractie. Ik wil ook geen extra voorwaarden stellen zoals je suggereert, maar juist de islam in al haar verschijningsvormen borgen in de Nederlandse samenleving en rechtsstaat. Maar omdat de islam in Nederland relatief jong is het logisch dat de inpassing niet vanzelf gaat. Da’s gewoon veel werk, ook op organisatorisch niveau. Het is een proces van twee kanten. Mer rechten en plichten die alleen in samenhang werken. In een uitruil.

Johanna: Ik heb het gevoel dat we aan het slalommen zijn. Dat elke keer dat ik inga op wat jij schrijft, jij simpelweg de discussie verlegt en niet concreet ingaat op wat ik schrijf. Ik vind dat erg vermoeiend, om elke keer maar weer op nieuwe stellingen in te moeten gaan.

Ik kwam vandaag een interessant artikel van Stanley Fish in de NY Times tegen, dat mooi onder woorden brengt wat ik probeer te zeggen:
The formula is simple and foolproof (although those who deploy it so facilely seem to think we are all fools): If the bad act is committed by a member of a group you wish to demonize, attribute it to a community or a religion and not to the individual. But if the bad act is committed by someone whose profile, interests and agendas are uncomfortably close to your own, detach the malefactor from everything that is going on or is in the air (he came from nowhere) and characterize him as a one-off, non-generalizable, sui generis phenomenon.
 
Wat je schrijft over de positie van moslims, spreekt zichzelf tegen. Zo haal je in eerdere postings onder meer Iran als voorbeeld aan, om nu te schrijven: “Nederlandse moslims zijn uiteraard niet aanspreekbaar op wat er ver weg achter de bergen gebeurt.” Het is precies díe ambivalentie waar ik bezwaar tegen maak. Spreek een moslim aan op zijn individuele woorden en daden, zoals we dat hier gewend zijn.

Ook in deze tekst zitten meer van dit soort ambivalenties. Zo lees ik achtereenvolgens:

Ik zet dus geen vraagtekens bij de democratische gezindheid van de meeste Nederlandse moslims. Eerder stelde ik juist dat die hoop geeft en zich naar mijn idee prima ontwikkelt. Hoewel er stromingen zijn die me zorgen baren omdat ze zich in een bizar soort interculturaliteit maatschappelijk apart zetten en een uitzonderingspositie voor zichzelf opeisen.”

Wat mij zorgen baart is dat een bepaalde groep zich apart zet, de eigen mensen gevangen houdt en zich afsluit.”

Ik wil ook geen extra voorwaarden stellen zoals je suggereert, maar juist de islam in al haar verschijningsvormen borgen in de Nederlandse samenleving en rechtsstaat. Maar omdat de islam in Nederland relatief jong is het logisch dat de inpassing niet vanzelf gaat.

Als je inderdaad van mening bent dat er geen vraagtekens zijn, behalve bij een bepaalde groep, probeer je dan eens concreet op die groep te richten in plaats van het gebruikelijke ‘guilty by association’. En ofwel de ontwikkeling verloopt prima en geeft hoop, zoals je schrijft, ofwel inpassing gaat niet vanzelf. Nu stel je beide in één reactie.

Het wordt trouwens tijd om af te gaan ronden.

Foto: Gerechtigheid gematigd door Barmhartigheid. Standbeeld op de binnenplaats van de rechtenfaculteit, Birmingham, Alabama