De Franse senaat heeft een wet aangenomen die de ontkenning van de Armeense genocide van 1915 strafbaar stelt. Turkije toont haar ongenoegen en waarschuwt president Sarkozy de wet niet te tekenen. Deze kwestie zet de relatie tussen Turkije en de EU verder onder druk. Die toch al was verslechterd omdat veel Europeanen de Turken er niet bij willen en de Turken op hun beurt ook steeds minder warm lopen voor Europa. De Britten die altijd de EU willen verwateren zijn binnen de EU nog de grootste voorstanders van Turkse toetreding.
Het Turkse model van islamdemocratie krijgt steeds meer kritiek. Premier Recep Erdoğan regeert met een meerderheid en laat zich nergens iets aan gelegen liggen. Hij vermoedt complotten van een diepe macht vanuit het leger en laat officieren gevangen zetten, maar het komt niet tot tot rechtszaken. Nergens zitten zoveel journalisten in de cel. De opening naar Syrië is mislukt. Erdoğan speelt het minder hard dan het lijkt en breekt niet met Israël en de VS. Hij houdt alle opties open. Maar zijn imago is sleets geworden in het Westen.
De Armeense genocide is een feit onder historici. In Turkije is het bij wet verboden om het als een door het Ottomaanse bewind geplande massamoord te benoemen. Nu doet zich het opvallende feit voor dat het in Frankrijk bij wet verboden wordt om het geen en in Turkije om het wel een genocide te noemen. Da’s allebei ongewenst. Want de historische waarheid laat zich niet in wetten dwingen. Inzichten die veranderen kunnen niet gefixeerd worden. Daarom zijn beide wetten bevoogdend omdat ze het denken willen sturen.
De Turkse machthebbers spelen nu gekwetste trots. Daar hebben ze voldoende van. De hervormingen die Turkije op onderdelen nog moet doorvoeren om tot de EU toe te treden raken verder uit beeld. Erdoğan kiest niet voor het nieuwe Turkije. Politici proberen de geschiedenis in hun partijprogramma te dwingen. Da’s een onmogelijke missie. Ze proberen een tijd te winnen die voorgoed verloren is gegaan en sluiten het heden af.
In de Turkse film Once Upon a Time in Anatolia (2011) van Nuri Bilge Ceylan zijn een officier van justitie, een politiechef, een dokter, een sergeant van de gendarmerie plus ondersteunend personeel met de vermeende moordenaar op zoek naar de plek waar een lichaam begraven is. De verhoudingen zijn strikt formeel, maar daaronder kookt het. Als de grens tussen formeel en informeel weer eens wordt overtreden merkt iemand op ‘zo komen we nooit bij de EU’. Da’s het gevaar voor Turkije. Dat de informele macht aan kracht wint.
Foto: Turkse burgers uit Frankrijk demonstreren tegen de genocidewet voor de deur van de Senaat in Parijs. Credits: AP / Laurent Cipriani