Onlogisch dat kabinet geldige NEE-stem bij referendum opvolgt. Cijfermatig weegt uitspraak over associatie-overeenkomst 0,19%

28a0db1ac59db8dc71ee08d56e16fd9271bdd0c4185ce3dba7721155b5c2fc60

Update 3 oktober 2016: Volgens de media slaagt Nederland er niet in om binnen de EU voldoende steun te vinden voor het aanpassen van het Oekraïne-verdrag. Nederland zou volgens een bericht van de NOS hebben ingezet op het toevoegen van een korte tekst aan het associatieverdrag. De strekking daarvan zou moeten zijn dat het verdrag puur over handel en samenwerking gaat en dat het niet betekent dat Oekraïne lid wordt van de EU. Maar in de onderhandelingen over de associatie-overeenkomst was dat al de positie die Nederland innam. Nederland weet dat het daarover geen twee keer invloed kan uitoefenen. Voor het referendum van 6 april 2016 schetste ik de kleine positie van Nederland die voor het vervolg totaal geen verschil zou uitmaken. Het gebrek aan steun is daarom geen verrassing en viel te voorzien. Om uiteenlopende redenen werd dit tijdens de campagne genegeerd. In de reacties op dat vinden van gebrek aan steun gebeurt dat nog steeds. 

Minister van Financiën Natalie Jaresko zegt in een interview met NRC dat Oekraïne ook bij een nee bij het Nederlandse referendum de associatie-overeenkomst gewoon doorzet: ‘De uitkomst van het referendum is symbolisch. Een nee-stem van Nederland zal de weg naar hervormingen van Oekraïne niet blokkeren. Wij hebben het verdrag getekend dus wij gaan er hoe dan ook mee door, ongeacht de uitslag. Dit is namelijk de énige weg voor Oekraïne. Daar bestaat in ons land breed draagvlak voor.’ Het valt niet te verwachten dat 28 ondertekenaars (27 EU-lidstaten en Oekraïne) hun goedkeuring afhankelijk willen maken van de uitkomst van de 28ste EU-lidstaat Nederland. Dat is onlogisch vanwege het kleine cijfermatige belang van het referendum.

Het is de vraag wat de uitslag op 6 april zal zijn. Volgens recente peilingen van Marktonderzoekbureau Direct Research in opdracht van D66 hangt het erom en zijn er ongeveer evenveel voor- als tegenstanders. Dat betekent bij een opkomst van bijvoorbeeld 45% en een uitslag van bijvoorbeeld 60% tegen dat ongeveer 27% van de stemgerechtigden zich tegen de associatie-overeenkomst uitspreekt. Daarbij past de kanttekening dat het referendum geen uitspraak vraagt over de handelsbetrekkingen die in volume zo’n 80% van het verdrag uitmaken, maar uitsluitend over de politieke en juridische component. Handelsbetrekkingen vallen wettelijk gezien onder de bevoegdheid van de Europese Unie en daar heeft de Nederlandse kiezer geen invloed op.

Dit realistische voorbeeld toont aan hoe de verhoudingen liggen en wat het kwalitatieve belang is van de kwantitatieve uitkomst. Het relatieve belang van het Nederlandse referendum is klein: 1) De regeringen van 27 van de 28 EU-lidstaten hebben de associatie-overeenkomst geratificeerd; 2) Oekraïne heeft de overeenkomst geratificeerd; 3) Ongeveer 73% van de Nederlandse bevolking spreekt zich niet uit tegen de associatie-overeenkomst; 4) Het referendum vraagt een uitspraak over ongeveer 20% van de associatie-overeenkomst.

Het Nederlandse kabinet is wettelijk verplicht de uitkomst van het niet bindende referendum serieus mee te wegen, maar is niet verplicht een geldige uitkomst (opkomst meer dan 30%) te volgen. Het dient andere aspecten mee te wegen zoals handelsbelang, veiligheidspolitiek, buitenlandse en Europese betrekkingen.

Cijfermatig is het niet logisch dat het Nederlandse kabinet een geldige NEE-stem opvolgt omdat deze in EU-verband slechts een uitspraak doet over de associatie-overeenkomst die gewogen naar verwachting zo’n 0,19% bedraagt. Want reken maar na: a) het 1/28ste belang van een EU-lidstaat is 3,6%; b) de Nederlandse kiezer kan zich over 20% van de overeenkomst uitspreken, zodat het belang 0,72% wordt (3,6% gedeeld door 5); c) bij een ingeschatte uitslag van het Nederlandse referendum van 60% tegen bij een opkomst van 45% resteert het belang van een tegenstem die in Europees belang 0,19% bedraagt (27% van 0,72%).

Foto: ‘Aan boord van het pantserdekschip Hr.Ms. Gelderland (1900-1940) (semafoorseinen door een matroos).’ Collectie Beeldbank Defensie.