Moederleed

Hoe is het als moeder om twee zoons in de oorlog te verliezen? Dat is een onvoorstelbaar en onbegrijpelijk leed. Het overkwam Ruth Taylor (1900-1990) uit Geneva, New York State aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Het is onduidelijk uit welk jaar bovenstaande foto van haar dateert. Maar het lijkt erop dat ze hier al het leed in zich draagt van een moeder die haar zoons Richard en Robert heeft overleefd, Ze waren allebei gevechtspiloot. Of leggen we in haar blik de combinatie van berusting en nostalgie die we in zo’n geval verwachten?

Richard stortte op 23 februari 1945 in zijn Mustang boven Castricum neer. Hij zou neergeschoten zijn boven de Noordzee. Wellicht had de crash ook te maken met zijn zwakke hart, maar dat is onduidelijk. Wat er op die dag en daarna gebeurde is gedocumenteerd in de site Find A Grave. In Castricum is een straat naar Richard ‘Dick’ Taylor genoemd: de Richard W. Taylorstraat.

Lieut Richard W. Taylor‘ op Find A Grave.

De moeder blijft op de pagina’s met gebeurtenissen over de oorlog buiten beeld. Die vaak onbewust een krijgshaftige toon aanslaan. Men kan zich afvragen of haar ontbreken in dit oorlogsverhaal terecht is. Zij heeft de helft van haar leven het leed van de in de oorlog omgekomen zoons met zich mee moeten dragen. Maar tja, wat is een volledig verhaal in een oorlog die nooit afgelopen is, en in de herinnering, herdenking en geschiedschrijving voortleeft?

Richard Wallace Taylor‘ op Oorlogsslachtoffers IJmond.

AEX NL bezoedelt met marketing Nationale Herdenking en bedrijfsleven

Een gongslag op 4 mei 2015 voor de Nationale Herdenking door de ooit wegens de Ceteco-affaire afgetreden commissaris van de Koningin van Zuid-Holland en huidig voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, Joan Leemhuis (VVD). Dat ging over het gebrek aan controle op ongewenst bankieren door een kasgeldbeheerder.

De toelichting van AEX NL op het eigen YouTube-kanaal is verrassend: ‘Op 4 mei is het om 20:00 uur twee minuten stil in het hele land. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door een grote betrokkenheid van het bedrijfsleven, dat de Nationale Herdenking branche breed respecteert. Zo is er een start- en landverbod bij Schiphol tussen 19:45 en 20:15 uur, zetten NS, RET en alle openbaar vervoerders het vervoer stil op de baanvakken. Ook hotelketens en restaurants respecteren de stilte.

Mevrouw Joan Leemhuis benadrukt volgens AEX NL de aparte rol van het bedrijfsleven: ‘Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is zeer verheugd dat ook 70 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog het bedrijfsleven zich zo betrokken toont. Het is veelzeggend dat die betrokkenheid zich uitstrekt tot juist ook moderne media.’ Maar hoe veelzeggend is het om even betrokken te zijn als anderen en in 2015 anno 2015 te handelen?

AEX NL herdenkt niet de oorlogsslachtoffers, maar het Nederlandse bedrijfsleven. Het doorbreekt hiermee de nationale consensus dat de tijdens de oorlog omgekomen militairen en burgers centraal staan bij de Nationale Herdenking op 4 mei. AEX NL benadrukt het eigenbelang door in de toelichting het Nederlandse bedrijfsleven centraal te stellen. En daarbij niet het in het historisch geheugen opgeslagen respect van de medewerkers in openbaar vervoer of horeca centraal te stellen, maar het besluit van managers om de Nationale Herdenking te respecteren. AEX NL doet alsof dat een verdienste is en of het anders zou kunnen. Het treft de verkeerde toon.

Niet zij die in verzet kwamen, stierven door uitputting of bewust of willekeurig opgepakt werden staan in de visie van AEX NL centraal, maar het Nederlands bedrijfsleven van 70 jaar later. Dat gewoon doet wat de hele samenleving doet, namelijk even stilstaan bij het verleden. Waarom AEX NL er platte marketing van maakt is kenmerkend voor het gebrek aan historisch besef van AEX NL dat ook als de situatie dit niet toestaat en als dat maatschappelijk ongepast is een tekst niet anders kan opvatten dan een verkooppraatje. Het valt niet te hopen dat AEX NL namens het gehele Nederlands bedrijfsleven praat. En het is onverdraagzaam dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei via haar voorzitter Joan Leemhuis bij deze platte marketing betrokken werd.

 

Censuur Curaçaosch Museum in naam van prinses Beatrix over Rotterdamchinezen

Kop van een persbericht luidt: ”Prinses Beatrix’ bezoek aan Curaçaosch Museum leidt tot censuur’. Het gaat om de tentoonstelling ‘Guera na Kòrsou?!,War in Curaçao 1940-1945’ in het Curaçaosch Museum die Beatrix op 2 mei zal openen. Naar nu blijkt is echter een door de Stichting Eerherstel Oorlogsslachtoffers Curaçao (SEOC) voorgesteld onderdeel geweigerd. Het heeft te maken met 15 arbeiders van Chinese afkomst uit Rotterdam van Shell-Curaçao die op 20 april 1942 vanwege een staking door de Nederlandse autoriteiten werden doodgeschoten. SEOC ijvert al jaren voor eerherstel van deze in de doofpot gestopte episode.

Het persbericht zegt: ‘De SEOC wilde onder meer een namenlijst van vijftien oorlogsslachtoffers op een bord vermelden, geplaatst langs de route van prinses Beatrix. De organisatie ‘werkgroep Guera na Kòrsou liet de SEOC vele keren merken dat dit intern op verzet stuitte. Men wilde niet het risico lopen dat de prinses deze vijftien namen onder ogen zou krijgen. Deze kwestie ligt politiek nog zeer gevoelig in Nederland.’ Zoals het er nu naar uitziet wordt in naam van prinses Beatrix -maar zonder haar medeweten- censuur toegepast door Antilliaanse autoriteiten. Het is de vraag of censuur het Nederlandse koningshuis en het Koninkrijk dient.

De SEOC zegt: ‘Noch de Nederlandse overheid, noch enige onafhankelijke onderzoekscommissie heeft zich ooit beziggehouden met deze wandaad. Nog tijdens de oorlog werd het de toenmalige gouverneur van de Antillen zelfs officieel opgedragen een Chinese gezant die mogelijk naar de toedracht van het incident zou gaan informeren ‘terstond de mond te snoeren’.  Na de oorlog weigerde de Parlementaire Enquêtecommissie Regeringsbeleid 1940-1945 om het bloedbad onder de Shell-stakers in haar onderzoek te betrekken.’ Is het geen tijd de 73 jaar oude episode over de Rotterdamchinezen af te sluiten? Omdat de Chinezen uit Rotterdam afkomstig waren kan de gemeente Rotterdam wellicht het voortouw nemen tot verdere normalisatie.

Zonder de moord op de 15 Chinezen goed te praten was het gezien de oorlogssituatie begrijpelijk dat in 1942 de Nederlandse autoriteiten vreesden dat de staking de olieproductie onder druk zette. Deze was immers van strategisch belang voor de hele geallieerde oorlogsinspanning. Dat is wat anders dan angstig opererende Antilliaanse autoriteiten die in 2015 in naam van het koningshuis vanwege vermeende gevoeligheden en hun eigen prestige waarbij het beeld past dat ze alles onder controle hebben hun toevlucht tot censuur nemen. Ligt deze kwestie overigens werkelijk ‘zeer gevoelig in Nederland’? Het lijkt er eerder op dat het onbekend is.