Deense ‘koran-wet’ meent het probleem van nationale veiligheid op te lossen, maar creëert nieuwe problemen: rechtsongelijkheid, zwichten voor politieke druk, inperking meningsuiting en handhaving

Schermafbeelding van deel artikelDanish MPs vote to ban desecration of religious texts after Qur’an burnings‘ in The Guardian, 7 december 2023.

De Deense centrum-rechtse coalitie heeft in het parlement een wet in stemming gebracht die als doel heeft om religieuze geschriften te beschermen. Het verbranden, verscheuren, bevuilen of bezoedelen ervan is verboden. De wet werd aangenomen. In Zweden wil de regering een soortgelijke wet in stemming brengen.

Zweden en Denemarken hadden last van koran-verbrandingen door ultrarechtse activisten die reacties opriepen in Turkije en Arabische landen. Het Deense kabinet verwijst naar de nationale veiligheid als reden voor de wet. Het verdedigt zich door te zeggen dat er nog talloze manieren zijn om kritiek op religies te uiten.

Spot of belediging hoort bij een dynamische samenleving met weerbare burgers die zich tegenover elkaar uitspreken. Georganiseerde religieuze instellingen hoeven geen extra juridische bescherming. Een open samenleving heeft een publiek debat waarin het kan spetteren. Laat maar botsen. Daar zet het Deense kabinet nu een streep door.

Een uitzondering kan gemaakt worden voor groepen die niet voor zichzelf op kunnen komen, zoals kinderen, hoogbejaarden, gehandicapten of laagbegaafden. In die gevallen kan de overheid inspringen. Maar alleen dan.

Het oogt gekunsteld om te veronderstellen dat minachting van een wereldreligie met meer dan 1,6 miljard volgelingen aan de orde is. De gelovigen van de islam zijn ook in Europese landen sterk en krachtig genoeg georganiseerd om voor hun geloof op te komen. In die zin is het paternalistisch van de Deense regering om voor moslims op te komen.

De reactie van de Deense regering is begrijpelijk, maar onverstandig. Want onder druk van islamitische activisten biedt het religieuze geschriften nu meer bescherming dan niet-religieuze geschriften. Zoals de boeken van William Shakespeare, Karl Marx, Sigmund Freud, Franz Kafka, Multatuli, Søren Kierkegaard, Friedrich Nietzsche, Bertrand Russell, Ludwig Wittgenstein of Anton Tsjechov.

Het is ook onduidelijk waar het kabinet de grens legt van wat een religieus geschrift is. Vallen daar ook de werken onder van L. Ron Hubbard die de Scientology Kerk heeft gesticht? Of het werk van Bobby Henderson die in 2005 de Kerk van het Vliegend Spaghetti Monster heeft gesticht? Vallen de apocriefe boeken van de monotheïstische godsdiensten die buiten de officiële canon van hun godsdienst vallen onder de bescherming? Of het werk van humanistische en atheïstische denkers?

Het onderscheid in bescherming tussen religieuze en niet-religieuze geschriften creëert rechtsongelijkheid. Daarom schiet de wet tekort. De Deense regering biedt religieuze geschriften meer bescherming dan niet-religieuze geschriften. En indirect gelovigen meer bescherming dan lezers van niet-religieuze geschriften.

De Deense veiligheidsdiensten hadden moeten zorgen dat ze koran-verbranders als Rasmus Paludan de toegang tot het land ontzegden of ernstig hinderden in hun acties. Die verbrandingen staan niet op zichzelf, maar spelen op het vlak van provocatie met geopolitieke gevolgen. Niet alleen richting islam-naties, maar ook de Russische Federatie. Wat Deense veiligheidsdiensten niet onder controle kregen moet blijkbaar de ‘koran-wet’ bewerkstelligen.

Waarbij het de vraag is hoe de wet gehandhaafd gaat worden. Want bewijs maar eens wie een religieus geschrift in de brand steekt als daar geen getuigen bij zijn. Dat wordt juridisch nog een ingewikkelde kluif.

De Deense ‘koran-wet’ is een gelegenheidswet die een probleem van koran-verbrandingen wellicht oplost, maar talloze andere problemen creëert. Daarom is het een onverstandige wet. Er zijn vier bezwaren tegen: rechtsongelijkheid tussen religieuze en niet-religieuze geschriften, zwichten voor druk uit islamitische hoek, beperking van de vrijheid van meningsuiting en handhaving.

Is de verbranding van een koran door een rechts-extremist sabotage om de toetreding van Zweden tot de NAVO te dwarsbomen?

Woordvoerder Ned Price van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken gaat in op de verbranding van een koran in Zweden door een Deens-Zweedse rechts-extremist en de relatie tussen landen en kandidaat-landen binnen de NAVO. Zweden en Finland hebben gezien de Russische dreiging in 2022 gezegd toe te willen treden tot de NAVO, maar de Turkse president Erdogan houdt de toetreding van Zweden tegen. Telkens komt hij met nieuwe bezwaren.

Price wijst erop dat de verbranding van een koran voor de Turkse ambassade in Zweden door de rechts-extremistische Rasmus Paludan weerzinwekkend en weinig respectvol is.

Paludan geeft met zijn daad Erdogan en de Russen munitie om hun pijlen te richten op Europa en de NAVO. Dat roept de vraag op in wiens belang Paludan handelt. Was het bewuste sabotage van Paludan om met zijn verbranding de toetreding tot de NAVO van Zweden te bemoeilijken? Vooralsnog zijn daar geen aanwijzingen voor. Maar het is niet onmogelijk dat dit naast zijn islamhaat Paludans streven is.

Europese rechts-extremisten werden altijd ondersteund door het Kremlin om verdeeldheid te zaaien binnen de EU. Maar sinds de grootschalige invasie van Oekraïne en het buitensporig gebruik van geweld door de Russische Federatie tegen de Oekraïense burgerbevolking hebben rechts-extremisten afstand van het Kremlin genomen.

De cultuuroorlog over verbrande korans of vermeend respectloze beweringen over de islam is een afleiding voor de slechte sociaal-economische situatie in landen als Turkije of de Russische Federatie. Daarom is een in Europa publiekelijk verbrande koran een zegen voor een onder druk staande economisch zwak opererende autoritaire leider.

De verbrande koran dient voor Erdogan om op een tamelijk goedkope manier kiezers aan zich te binden. Op 14 mei 2023 zijn er verkiezingen voor parlement én Turkse presidentschap. De populairiteit van Erdogan staat onder druk door de slechte economische situatie en de gierende inflatie. De populaire burgemeester van Istanbul Ekrem İmamoğlu is een mogelijke presidentskandidaat van de oppositie. Hij kan een geduchte concurrent van Erdogan zijn, maar Erdogan probeert hem door rechtszaken uit te sluiten. Daar loopt nog een beroep tegen van İmamoğlu.

De pro-Poetin Tsjetsjeense leider Ramzan Kadyrov veroordeelt de verbranding van de koran, maar gaat verder als hij zegt dat die geïnitieerd en betaald zou zijn door de Zweedse autoriteiten.

Dat is een onbewezen, maar op het eerste gezicht niet geheel onlogische bewering omdat de rechts-extremistische Zweden Democraten van Jimmie Åkesson gedoogpartner van de huidige Zweedse regering zijn. Net als Paludan wil Åkesson de EU ondermijnen, maar bij nader inzien klopt Kadyrov’s bewering niet omdat de Zweden Democraten sinds 2022 voor toetreding van Zweden tot de NAVO zijn.

De verbranding van de koran door Paludan voedt Kadyrov in zijn verwijt dat in Europa en de NAVO Satanisten aan de macht zijn. Het vervangt eerdere Russische verwijten over neo-nazi’s, pedofielen en anti-christelijke types die de cultuuroorlog tegen het Westen voedden. Niets is zo veranderlijk als een vijandbeeld dat steeds moet worden geactualiseerd als andere vijandbeelden als te ongeloofwaardig zijn ontmaskerd.