Baudet stapt in de kuil die hij voor zichzelf gegraven heeft. Het verweesde partijkader aast op reïncarnatie van FVD

De kritiek op het fascistische gedachtengoed van de jongerenafdeling JFVD kan op twee manieren opgevat worden. Namelijk dat FVD de consequentie van de eigen overtuiging niet begrijpt. De uitwassen zijn geen uitzondering, maar regel binnen FVD waar voormalig-partijleider Thierry Baudet -die tot gisteren de touwtjes in handen had- een representant bij uitstek van is. Baudet is teruggetreden als partijvoorzitter en heeft geen formele macht meer binnen de partij. Men kan ook zeggen dat dit racistische, anti-semitische gedachtengoed door de rechts-conservatieve bestuurders niet gedragen wordt. Ze zijn door toedoen van de in ongenade gevallen partijorganisator Henk Otten geworven en maken het kader van de partij uit.

Het naar de marge dringen van Baudet en de top van de JFVD is de revanche van het ooit door het partijbestuur gestopte project om de lokale partijorganisatie op te bouwen en een zekere autonomie te geven. Het provinciale denken van het kleine gebaar én een reactionaire mening heeft genoegdoening gehaald op de internationale rechts-radicale beweging die in luchtkastelen, vergezichten en toekomstfantasieën denkt.

Het partijkader trok nooit de consequentie uit de boreale praatjes van partijleider Baudet die het gedachtengoed van FVD vormden. Het kader leverde op het gebrek aan realisme van Baudet het eigen realisme in. Tuk op een functie, een financiële bonus of aanzien in de politiek. Door het recente terugtreden van Baudet toont dit opportunisme nog krampachtiger dan het al was. Het  slaat nu indirect terug via het al te erge gedachtengoed van JFVD en haar vertegenwoordiger Freek Jansen.

De rot bij FVD zit niet in de jongerenafdeling, maar in de top. En die top bestond niet alleen uit Baudet, maar ook uit types als Beukering. Cliteur, Hiddema, Van der Linden, Nanninga, Roos, Rooken, Fentrop en Eppink. Ze kiezen nu eieren voor hun geld en zweren hun recente verleden als leden van een partij met bedenkelijke meningen af door die meningen achteraf te veroordelen. Maar dat werkt niet met terugwerkende kracht. Ze zijn allen besmet en zullen dat stigma nooit meer kwijtraken. Waar Baudet nog iets heeft van een -weliswaar idioot denkende- dwarsligger hangt rond het partijkader van FVD dat nu de de macht probeert te grijpen de tragiek van de middelmaat, de berekening en het eigenbelang.

Op 22 november schreef ik in een reactie op FB over een tweet van Nanninga waarin zij de denkbeelden van de JFVD aanviel en de in haar ogen te slappe reactie van de partijleiding daarop: ‘Mogelijk is de aanval van Nanninga op de JFVD een trage, zijdelingse coup die in enkele stappen het einde van Baudet aankondigt. De vraag wat de aantrekkingskracht is van FVD zonder Baudet en zijn sycofanten die zich niet meer van hem los kunnen maken ligt nu open en bloot ter beantwoording. Wat resteert er na de sanering van FVD?

Niemand die op dit moment het antwoord weet. Baudet is en blijft een tovenaarsleerling die het vak van politicus niet in de vingers kreeg en zich daar evenmin voor interesseerde. Maar die wel kiezers wist te werven door tegen de politiek te trappen. De politicus die ooit beweerde dat hij nooit politicus zou worden omdat hij daarvoor niet de kwaliteiten bezit, bevestigt opnieuw zichzelf goed te kennen door nu terug te treden. Hij is geen politicus. Hij liet voortdurend uitkomen van onderwerpen waarover hij zich uitsprak geen verstand te hebben. Dat is dodelijk voor een politicus die geen politicus wil zijn, maar toch ook weer wel. Maar zoals gezegd, dat trekt wel buitenstaanders aan die eveneens niets van de politiek moeten hebben. Dorknopers als Joost Eerdmans die nu hun kans op het partijleiderschap schoon zien zijn volstrekt ongeschikt om FVD een doorstart te geven.

Met de onzin over de COVID-19 pandemie en het omarmen van extreme complotdenkers als Willem Engel van wie zelfs gematigde systeemcritici vinden dat ze te ver gaan heeft Baudet in de herfst van 2020 definitief zijn geloofwaardigheid verloren. Dat hij er krankzinnige meningen op nahield was niet het breekpunt, maar wel dat dit zo scherp en ondubbelzinnig naar buiten kwam. Baudets gezicht was niet meer te redden. Baudet verdiende niet alleen een nul voor argumentatie, maar ook een nul voor het aanvoelen van het inspelen op de malcontenten of de buitenstaanders. Baudet had zijn magie verloren binnen zijn eigen partij. Hij betwijfelde de ernst van een pandemie vanwege de tamelijk succesvolle bestrijding in Europa en het onderzoek van de medische sector en ziekenhuizen in het vinden van de optimale behandeling. De opportunisten binnen FVD sprongen vervolgens op Baudet toen het duidelijk was dat Baudet ernstig verzwakt was.

Baudet speelde zijn vak en bleef daardoor altijd aan de buitenkant zonder tot de kern van de politiek door te dringen. De vraag die blijft hangen is drieledig: miste hij de ambitie om de politiek in de vingers te krijgen, miste hij de startkwalificatie om de politiek onder de knie te krijgen of had hij vanaf het begin door handige, maar selectieve navolging van Franse en Amerikaanse voorbeelden te extreme meningen om te fungeren in een partij met anderen, ook als dat nalopers en opportunisten waren?

Foto: ‘Op internet circulerende parodieën (memes) van bestaande beelden tonen Thierry Baudet. De lijsttrekker van Forum voor Democratie is onder meer afgebeeld met het alt-right-stripfiguurtje Pepe the frog. In Den Bosch droeg Baudet een stoffen kikker op zijn schouder.’ In: NRC, 16 maart 2017.