Marokkanen zijn zo zwakbegaafd nog niet. Met Mano Bouzamour

Dia2

‘Een groot deel van de Marokkaanse gemeenschap viel over mijn boek. Voorspelbaar. Een groot deel is ook zwakbegaafd. Als je verhaalt hoe het eraan toegaat, ben je voor die imbecielen al snel een verrader.’ Aldus de Nederlands-Marokkaanse schrijver Mano Bouzamour over de negatieve ontvangst van zijn debuutroman De belofte van Pisa in zijn column in Het Parool. Deze uitspraak is een kwestie van emancipatie en openheid. Los van het feit of het klopt wat-ie zegt. Verrassend omdat het zelden zo gezegd wordt. Zwakbegaafd wil zeggen dat iemand  met leren en ontwikkeling achterloopt op de rest en zeker geen IQ heeft dat hoger is dan 90.

De termen imbeciel en zwakbegaafd worden doorgaans vermeden en eufemistisch gebruikt. Want ze komen hard aan. Er zijn twee mogelijkheden. 1) Bouzamour zegt precies wat-ie bedoelt. 2) Bouzamour speelt met de termen, bedoelt niet echt dat een groot deel van de Nederlands-Marokkanen imbeciel en zwakbegaafd is, maar een groot deel van deze gemeenschap daar wel toe neigt in gedrag. Toegespitst op het onbegrip voor literatuur, cultuur en vrijheid die hij als schrijver bij veel Nederlandse-Marokkanen meende waar te nemen. Het is dus niet op voorhand duidelijk waarom Bouzamour de termen gebruikt. Het kan ook een uiting zijn van ‘kijk eens hoe weinig fijngevoelig ik durf zijn’. Maar ook mogelijk is het niet langer willen meewerken aan het verdoezelen van een politieke correcte waarheid ‘veel Marokkanen zijn zwakbegaafd en imbeciel’.

De relatie zwakbegaafd en etniciteit is lastig omdat het speelt op het snijvlak van gedrag, politiek, integratie, onderwijs, opvoeding en cultuur. Een samenleving heeft 2% tot 2,5% zwakbegaafden. In 2013 noemde de Nederlands-Marokkaanse burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb toen-ie het over criminaliteit had de Antillianen zwakbegaafd: ‘Dat speelt volgens mij een belangrijke rol in het probleem. Je ziet het niet alleen bij Antilianen uit de Antillen, maar ook bij Antillianen die in Nederland zijn geboren.’ Deze uitspraak om een etnische groep zwakbegaafd te noemen zorgt voor begripsverwarring. Om de tegenstelling te benadrukken tot de begrippen slim, snel van begrip, betrokken, creatief, zelfstandig en nieuwsgierig kan het werken.

Zwakbegaafdheid is dus een relatief begrip. Het zegt iets over het achterblijven bij anderen. Echte laag- (of zwak) en hoogbegaafden vormen samen hooguit 5% van de bevolking. De rest zit er tussenin. Dus de ‘zwakbegaafde’ Nederlands-Marokkanen van Bouzamour ook. Echt licht-verstandelijk gehandicapt zal slechts een klein deel van de Nederlandse-Marokkanen zijn. Het grote deel dat Bouzamour zwakbegaafd noemt zal eerder een gebrek aan doorzettings- en aanpassingsvermogen hebben, gecombineerd met een negatieve sociale omgeving. En vooral onbegrip over literatuur en zijn roman. Dat steekt Mano Bouzamour.

Foto: Mano Bouzamour presenteert zijn debuutroman ‘De belofte van Pisa’ in de Bijenkorf.