Nieuw inzicht: Cultuurbeleid draait om cultuur. In Vishallen wordt de vis goedkoop betaald

unnamed

Twee berichten die niets met elkaar te maken lijken te hebben, worden hier in een kader gezet. Afgelopen donderdag 5 maart 2015 presenteerde de WRR verkenning 30: Cultuur herwaarderen van Erik Schrijvers, Anne-Greet Keizer en Godfried Engbersen. De opzienbare conclusie is dat de ‘wrr-verkenning bepleit een herwaardering van het ‘culturele’ binnen het cultuurbeleid.’ Dus niet de sociale en economische effecten van cultuur geeft de waarde van cultuur aan, maar de waarde van cultuur is gelegen in cultuur. Een terechte, maar in wezen schandalige conclusie die aangeeft dat het cultuurbeleid de afgelopen jaren behoorlijk uit de koers is geraakt. Van het padje zelfs. En voor allerlei karretjes gespannen is, maar niet voor dat van de cultuur zelf.

De conclusie dat cultuur om cultuur draait is van het kaliber dat de waarde van de zorg in zorg ligt, de waarde van sport in sport, de waarde van defensie in defensie of de waarde van de slager in vlees. Generaties politici die met hun pseudo-intellectuele timmerdoos hun hobbyisme botvierden met praatjes over emancipatie, allochtonen, stadspromotie, stadsvernieuwing, creatieve klassen of andere afgeleiden van cultuur zouden het schaamrood op hun kaken moeten krijgen. Als ze al tot zelfinzicht te brengen zijn. Gelukkig is een kenmerk van de Nederlandse politiek dat partijen het geheugen van een muis hebben en liefst tezamen met z’n allen door de wind gaan om fouten uit het verleden zo snel mogelijk te vergeten. Zonder nog ooit achterom te kijken. Zonder verwondering over de ooit ingenomen standpunten of de aangebrachte schade aan de cultuur.

Het gevaar van de verkenning is levensgroot en kan anders uitpakken dan bedoeld. Nederlandse politici geven persoonlijk doorgaans geen snars om cultuur zodat bij de pacificatie van hun programmatische strijdpunten over cultuur hun interesse ervoor tot het nulpunt zal dalen. Want als partijen elkaar over cultuur geen vliegen meer af kunnen vangen ontbreekt de noodzaak om er ter onderscheid nog politieke strijd over te voeren. Hoe averechts dat in het verleden ook uitpakte, maar wel investeringen in cultuur opleverde. Nu de verheffing van het volk zo goed als voltooid is, ontbreekt de noodzaak om overheidssubsidie in kunst en cultuur te stoppen.

Hoe de cultuursector in de praktijk werkt maakt een vacature van kunstenaarsvereniging De Vishal in Haarlem inzichtelijk. Het zoekt een Artistiek Coördinator die voor een vergoeding van € 12.500 per jaar ongeveer tien tentoonstellingen moet organiseren, vormgeven en uitvoeren; een tentoonstellingscommissie moet voorzitten; atelierbezoeken moet afleggen; dient te netwerken; dient te inspireren, begeleiden en binden; externe contacten dient te onderhouden; als ‘gastvrouw (!) bij openingen moet optreden en ook met het bestuur moet samenwerken. Een van de eisen is om De Vishal naar een hoger plan te tillen. Geen gebrek aan pretenties.

Maar wel aan middelen. De scheefgroei tussen schijn en wezen van het cultuurbeleid symboliseert de realiteit van de cultuursector. En leidt tot nederigheid. Dan past zwijgen. Of: wacht opstand. De vacature van De Vishal en al die andere Vishallen om voor een vergoeding van € 12.500 per jaar een hooggekwalificeerd medewerker te eisen die dag en nacht klaarstaat symboliseert het bedrijfsmodel van een sector die in de politieke prioriteit eenzaam onderaan de lijst bungelt. En ook elders onvoldoende steun krijgt. Zolang de cultuursector op deze afhankelijke manier blijft opereren ondermijnt het de eigen geloofwaardigheid. Cultuur draait om cultuur.

Foto: Pieter Claesz., Stilleven met vis, 1647. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.