Debat LSE over Brexit en de werking van de media op de politiek. Met kritiek van Applebaum op de NOS

Een paneldiscussie van de London School of Economics and Political Science (LSE) van 29 april 2016 probeert duidelijkheid te scheppen over de media-aandacht voor het Britse referendum op 23 juni. De LSE komt in de aanloop naar het referendum met een serie video’s waarin uiteenlopende feiten worden behandeld. Hoe goed wordt het Britse publiek geïnformeerd? Ook de coverage door de media van andere referenda zoals het Franse referendum over de Europese grondwet in 2005 komt aan de orde. Consensus is dat de macht van de Britse media in de afgelopen 20 jaar weliswaar is afgenomen, maar dat ze -als totaal- nog steeds op een goede en pluriforme wijze verslag doen van de belangrijkste politieke en maatschappelijke ontwikkelingen.

Voor Nederlanders wordt het interessant als Anne Applebaum (na 28’ 36’’) een betoog houdt over het volledig verdwijnen van de gevestigde media in vooral Oost-Europese landen. Dat heeft tot gevolg dat er ruimte komt voor de opkomst van versplinterde politieke stromingen waaronder extremistische partijen en het ontstaan van complottheorieën. Eerder in de discussie (na 9’09’’) wees Applebaum op de rol van sociale media. Volgens haar leidt dat tot een nieuwe apartheid van de ‘fact free getto’s’ waar groeperingen niet meer met elkaar communiceren, maar in een virtuele wereld het eigen gelijk bevestigen. In The Sunday Show van 8 mei 2016 van Hromadske TV (na 26’ 28’’) herhaalt Applebaum haar analyse over de crisis van Westerse media -inclusief de sociale media die tot versplintering en apartheid aanzetten- die leidt tot een Westerse politieke crisis.

Applebaum ziet de objectieve en gezaghebbende BBC als verklaring voor het verschil in functioneren van de media in het Verenigd Koninkrijk met die in andere landen. De BBC legt in haar optiek als referentie een ‘kern’ in het functioneren van de media dat het idee van objectiviteit levensvatbaar en prominent aanwezig houdt. Zonder Nederlandse media, zoals de NOS met naam te noemen verwijst Anne Applebaum naar het recente Nederlandse Oekraïne-referendum waar zo’n centrumkracht ontbrak en daarom het media-debat over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne objectiviteit miste. En kan toegevoegd worden, daarom nooit het gewenste kwalitatieve niveau haalde en de kiezers onvoldoende informeerde. Door Nederland met Polen als voorbeeld te noemen van landen die een krachtige BBC missen die het mediadebat ‘op niveau houdt’ wijst Applebaum de gevestigde Nederlandse media en vooral de NOS opnieuw op hun gebrekkig functioneren.