Apeldoornse CODA zou bezoekersaantallen te hoog opschroeven

Klokkenluiders hebben het moeilijk. De militair Bradley Manning zou naar Wikileaks gelekt hebben. Ad Bos die in 2001 de bouwfraude naar buiten bracht moest in een caravan wonen. Fred Spijkers werd tegengewerkt door het ministerie van Defensie en vecht al jarenlang tegen de staat. Paul Schaap meldde veiligheidsproblemen bij de kerncentrale Petten en verloor zijn baan. Ook toenmalig EU-ambtenaar Paul van Buitenen was een bekende klokkenluider. Enkelen hebben zich georganiseerd in de Expertgroep Klokkenluiders. In een Zwartboek nemen ze afstand van het door Binnenlandse Zaken ingestelde College Klokkenluiden (Advies- en verwijspunt Klokkenluiders) omdat het eerder zou gaan om het controleren dan het beschermen van klokkenluiders.

Kamerlid SP’er Ronald van Raak ijvert voor het instellen van een Huis voor Klokkenluiders. Hoe vergaat het klokkenluiders? Bij ‘de zoveelste klokkenluiderszaak wordt niet het probleem opgelost, maar de klokkenluider op non-actief gezet’. Overheden en bedrijven weten niet met klokkenluiders om te gaan. Een terugvalregeling ontbreekt waar klokkenluiders die maatschappelijk uitgestoten worden een beroep op kunnen doen.

Klokkenluiders komen overal voor. Nu brengt volgens StrangeArt een anonieme klokkenluider bij het Apeldoornse ‘Cultuurwarenhuis’ CODA naar buiten dat bezoekersaantallen kunstmatig opgeschroefd zouden worden. Het doet denken aan de fraude met museumjaarkaarten van medio 1995 tot eind 1999 in het Zwolse museum De Stadshof. Dat museum kocht vervolging af met een boete van 100.000 gulden aan de Nederlandse Museumvereniging. StrangeArt verwijst naar een e-mail van de vermeende klokkenluider waarin beweerd wordt dat het aantal museumbezoekers bij CODA te hoog wordt voorgesteld. Omdat in CODA museum, bibliotheek en archief samengaan zou dat ten koste gaan van de vergoeding voor de bibliotheek.

Vraag is of in Apeldoorn een klokkenluider of een gefrustreerd werknemer aan het werk is. Dat wordt pas duidelijk door de beschuldigingen serieus te onderzoeken. Een externe commissie kan door een analyse van de bezoekcijfers van zowel museum als bibliotheek en gesprekken met personeel tot een conclusie komen. Dat de vermeende klokkenluider anoniem wil blijven is echter geen zwaktebod zoals de praktijk leert. Integendeel, het geeft juist gevoel voor realisme aan. Want het openbaar bestuur in Nederland praktiseert transparantie voornamelijk met de mond en maar spaarzaam in de praktijk. CODA krijgt een staartje.

Foto: Anouk Kruithof – ‘enclosed content chatting away in the colour invisibility’ (Holland Papier Biënnale 2010)