Bij tentoonstelling ‘055: Apeldoorn Art 2018’ in CODA Apeldoorn is kwaliteit geen criterium

In CODA Apeldoorn is tot en met 9 december 2018 de tentoonstelling055: Apeldoorn Art 2018’ te zien. Het is een salon van kunstenaars ‘wonend en/of werkend in Apeldoorn’. De selectie is opmerkelijk, want schifting ontbreekt: ‘Voor 055: Apeldoorn Art 2018 zijn alle in Apeldoorn wonende en/of werkende kunstenaars uitgenodigd om maximaal 2 recente werken in te zenden voor de tentoonstelling. Actueel werk (gemaakt in 2017 of 2018) is daarbij het uitgangspunt. Er is geen inhoudelijk thema van toepassing. Alle technieken, materialiteiten en onderwerpen zijn vertegenwoordig in de tentoonstelling. Met groot enthousiasme is gereageerd op de oproep: ruim 70 kunstenaars tonen hun werk tijdens 055: Apeldoorn Art 2018′.

CODA-directeur Carin Reinders verwoordt dat in een artikel in de Stentor: ‘We hebben een lijst met een kleine honderd kunstenaars en die hebben we allemaal uitgenodigd. We balloteren niet, zeggen niet dat we de een minder vinden dan de ander. Wel of geen opleiding? Kwaliteit? Portfolio? Geen criterium voor ons. Als je bij de Kamer van Koophandel of bij jezelf staat ingeschreven als beeldend kunstenaar kom je in principe in aanmerking. Met deze aanpak laten we zien wat er in deze stad op dit moment gebeurt. We hebben hier een enorme variëteit aan makers’. De inzenders komen in aanmerking voor de nieuwe Van Reekum Cultuurprijs van 10.000 euro. Dat werkte volgens Reinders als stimulans om het niveau van de inzendingen op te krikken.

In een artikel op het stadsblog Apeldoorn Direct tackelt Ben Eggermont het nadeel van een tentoonstelling zonder selectie of kwaliteitscriterium: ‘In een tentoonstelling waarin het werk van meer dan zeventig Apeldoornse kunstenaars, zonder thema en voorwaarden vooraf, te zien is, schuilt een zeker kwaliteitsrisico te eindigen met een onevenwichtige. wellicht rommelige expositie. Niets is minder waar, met zowel bekende als onbekende namen is een brede, evenwichtige, zeer bezienswaardige en verrassende expositie samengesteld. Over smaak valt niet twisten, ieder heeft zo zijn voorkeuren, van fijnschilder tot  figuratief en abstract, van het kleine tot het monumentale, een kleurrijk palet van Apeldoornse kunstbeoefening..

Het is lastig om te weten volgens welk criterium deze tentoonstelling getoetst dient te worden. Directeur Reinders maakt duidelijk waar het volgens haar om gaat, namelijk ‘laten zien wat er op dit moment op het gebied van de beeldende kunst in Apeldoorn’ gebeurt. Zij maakt duidelijk dat kwaliteit voor CODA geen criterium was bij het inrichten van de tentoonstelling ‘055: Apeldoorn Art 2018’. Dat is een eerlijk standpunt.

CODA is geen klassiek kunstmuseum, maar een cultuurhuis dat een openbare bibliotheek, archief en musea huisvest. Dat maakt de marges breder. Het roept wel de vraag op hoever een culturele instelling kan gaan in het loslaten van de kwaliteitsnorm voor inzendingen van een presentatie van lokale kunstenaars. Reinders meent dat de beeldende kunst van Apeldoorn geen recht doet aan deze stad in Nederlands top twaalf van grootste steden. Welke rol de aanpak van CODA om de kwaliteitsnorm los te laten speelt in het opwaarderen van het kunstklimaat van Apeldoorn is de vraag die blijft hangen na het verkennende bezoek aan deze stad.

Foto: Kunstwerk met en van Colinda Veeneman op de tentoonstelling ‘055: Apeldoorn Art 2018’, Instagram.

Marketing van Royal Talens schildert kunst af als middel

De Royal Talens Foundation heeft als missie en visiehet faciliteren en stimuleren van creatieve expressie op het gebied van schilderen en tekenen’. Begrijpelijk voor een bedrijf dat verf, potloden, papier, pennen en stiften produceert. Een bedrijf met die achtergrond heeft er belang bij dat de producten door zoveel mogelijk mensen worden gekocht. Dus niet alleen door professionele kunstenaars, maar ook door amateurs. Daarom voert Talens een marketingcampagne die dat doel dichterbij brengt. Dat kan uiteraard niet zo botweg gezegd worden, daarom gebeurt dat via de omweg van een ‘sociale en kleurrijke’ wereld die Talens zegt na te streven.

Maar ‘operationeel manager’ Nathalie Rehaen van de Royal Talens Foundation gaat in een interview met Ben Eggermont van Apeldoorn Direct nog een stapje verder dan de gewone marketing die haar functie met zich meebrengt. Zij spant zonder scrupules de kunst voor haar karretje. Rehaen kent geen schroom en doorbreekt volledig het toch al zo flinterdunne en gekunstelde verhaal over de missie en visie van Talens. Ze schildert kunst af als middel, kunst als instrument, kunst als ondergeschikt aan het Rode Kruis, 3FM Serious Request, 3FM, het verbinden van mensen en het ophalen van geld: ‘Dus als wij nu hier mensen samenbrengen en met kunst als middel geld ophalen, kan het Rode Kruis met dit geld weer elders mensen samenbrengen.’ Wat dat voor de kunst betekent vraagt Rehaen zich blijkbaar niet af. Kunst zou immers toch maar een middel zijn.

Talens’ marketing is volgens Rehaen ‘een perfecte aansluiting’ op de marketing van 3FM Serious Request. Het thema van 2017 is herenigen van families. Dat daartoe kunst tot middel voor verkoop wordt gereduceerd deert haar blijkbaar niet. Juist dat zij dat openlijk zegt is vanuit het perspectief van dit bedrijf onbegrijpelijk. De schijn wordt niet langer opgehouden dat Talens werkelijk iets om kunst geeft die niet is gerelateerd aan verkoop. Dat lijkt een breuk in Talens’ marketing. Het is een vreemde omkering van waarden. Talens als producent van de middelen om kunst te maken werpt zich op als bemiddelaar naar een sociale en kleurrijke wereld en schildert daarbij kunst als middel af. Het laat tussen de regels door er geen misverstand over bestaan dat het er alles aan gelegen is om verkoop van producten te bevorderen. Een vorm van kannibalisme.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSerious People: de Royal Talens Foundation gebruikt kunst als middel om mensen met elkaar te verbinden’ in Apeldoorn Direct, 5 augustus 2017.

Koningsdag als ‘product’ gekaapt door bedrijven. Weg volksfeest

Koningsdag wordt onder de nieuwe koers van koning Willem-Alexander geprivatiseerd door het bedrijfsleven. Weg van het volk, richting bedrijfsleven. Had Koninginnedag onder koningin Juliana en Beatrix nog de intentie van volksfeest, dat idee lijkt achterhaald. Het bedrijfsleven wrikt zich in het gat. Koningsdag is een product dat in de markt gezet moet worden. In Apeldoorn redeneert de woordvoerder van Dutch Orange Company recht wat krom is. Want zonder privatisering is het lastig voor bedrijven op evenementen te staan en daaraan te verdienen. Maar waar staat geschreven dat bedrijven aan koningsdag moeten verdienen? De redenering van bedrijven die koningsdag en andere evenementen voor hun karretje willen spannen is best, maar waar is de politiek om deze handelswijze een halt toe te roepen? Is burgers iets gevraagd? Wordt straks het koningshuis verkocht aan de hoogst biedende multinational? Of is dat proces al verder gevorderd dan we vermoeden?

Verbrande kunst en marketing van een boegbeeld zonder toekomst

Beeldend kunstenaar Simon van der Weerd verbrandt tien weken lang een werk als het niet tegen een prijs van minimaal 250 euro wordt verkocht. Bieden kan op marktplaats. Als de prijs niet wordt gehaald gaat de fik erin onder het principe ’Bid or Burn’. Deze Apeldoornse kunstenaar bedient zich graag van Engelstalig jargon.

De achtergrond van deze actie is lastig te doorgronden. Is het een manier om vrije publiciteit te halen en dus marketing voor eigen werk en naamsbekendheid? Of gaat het om het opschonen van de eigen stock voorraad? Of het maken van een nieuwe start als een fenix uit de as? Is het vandalisme? Of valt er maatschappijkritiek tegen het laat-kapitalisme, sociale actie, opstandigheid en een filosofische kijk op de wereld in te herkennen?

Van der Weerd citeert Seth Godin die onder meer over marketing schrijft: ‘if something doesn’t sell, it’s either offered at the wrong place, to the wrong crowd or it’s simply not good enough’. Door dit citaat en de keuze ‘Bid or Burn’ geeft Van der Weerd aan dat hij zich bezighoudt met de marketing van zijn werk. Hij omarmt de maatschappij door marketing-goeroe en bestsellerauteur Seth Godin als voorbeeld te nemen.

Hoe het ook anders kan gaf de Italiaanse kunstenaar en museumdirecteur Antonio Manfredi, van het bij Napels gelegen CAM Museum aan in een manifest dat zijn museum in oorlog met de maatschappij verklaarde: ‘The final aim of artistic production is the work of art, unique and untouchable, an extension of human self-consciousness meant as an understanding of the human condition in contemporary society. To destroy it with fire means to deny its intended function, almost an act of vandalism modifying its original meaning and turning it into means of social protest. When artists to do with a sense of solidarity, this gesture becomes a protest against the status quo. CAM Art War is peaceful revolution engaged in by artists and the intellectuals to fight against homogenization the cultures.

Ik besteedde een jaar geleden aandacht aan Manfredi’s actie om de tegenstelling met de behoudzuchtige Nederlandse museumsector te benadrukken die steeds meer richt op marketing, merchandising, media-aandacht, profijt, publieksbereik, haalbaarheid en herkenbaarheid. En zich neerlegt bij bestaande machtsverhoudingen. Op enkele uitzonderingen als het Van Abbemuseum na. Ik besloot dat stukje met een citaat van Antonio Manfredi over de kaalgeslagen kunstwereld: ‘Nothing can rise from the bottom, everything is Merchandising, Benefit, Marketing, entire generations of artists are just figureheads with no future‘.

Burgemeester Amersfoort communiceert machteloosheid over Sytze van der V.

Sytze van der V. is pedofiel. Hij heeft zich in Amersfoort boven een kinderdagverblijf gevestigd. De plek ondervindt maatschappelijke tegenstand waarop het openbaar bestuur moet reageren. Dat wordt verwoord door de burgemeester van wie dat nu eenmaal verwacht wordt. Zoals burgemeester John Berends van Apeldoorn laatst communiceerde over Volkert van der Graaf, de moordenaar van Pim Fortuyn die in zijn gemeente was komen wonen. En voor z’n open stijl volop complimenten kreeg. Dat voorbeeld doet volgen.

Burgemeester Lucas Bolsius van Amersfoort geeft zijn mening over de situatie. Het is niet veel anders zoals u en ik ook een mening over de huisvesting van Sytze van der V. zouden kunnen geven. Wellevend informeert Bolsius, maar maatregelen om op te treden heeft-ie niet ter beschikking. Hij praat als een bezorgde burger. Om een en ander kracht mee te geven communiceert Bolsius dat-ie communiceert (‘het gesprek aangaat’). Hij doet z’n best om aan te tonen hoe begripvol en meevoelend hij wel niet is. Dat wordt van een moderne burgemeester verwacht. Echter vergeefs, z’n betoog mist body. Zonder beleidsinstrumenten blijft het een exercitie met lege handen. Lucas Bolsius toont in acht minuten met veel woorden aan dat de ruimte van een burgemeester klein is. Bolsius geeft een verklaring van machteloosheid. Zo werkt de rechtsstaat. Goddank.

Bank in oprichting Financiële Coöperatie zoekt startkapitaal

In België is de coöperatieve bank NewB afgelopen juli opgericht. Deze bank in oprichting is nog steeds niet in bedrijf. Het verzamelt nog kapitaal. De filosofie is vergelijkbaar met het Zweedse Handelsbanken dat in Nederland 15 vestigingen heeft. In een artikel noemt FollowTheMoney nog een ander initiatief, De Financiële Coöperatie in Apeldoorn. Ook deze bank in oprichting zegt terug naar de essentie te willen gaan. Het legt uit.

Vijf jaar na het failliet van de Amerikaanse bank Lehman Brothers waarschuwen analisten dat de oorzaken die tot de vorige crisis leidden nog steeds niet zijn weggenomen. De spookwereld die de financiële instellingen creëren is er eerder nog groter en onoverzichtelijker op geworden. De politiek is voorgoed de grip kwijt op de financieel-economische sector. In de VS torpederen 13.000 lobbyisten namens de sector elke wettelijke aanscherping. Ze kopen met beschermingsgeld hun invloed waar de politiek niet meer tegen opgewassen is. In Europa gaat het niet anders. NewB en De Financiële Coöperatie zijn sympathieke initiatieven. De tragiek is dat de aanpak bij de politiek moet zitten die niet handelt. Toch maar meedoen met de Financiële Coöperatie?

nb

Foto: Schermafbeelding van de uitgangspunten van de Financiële Coöperatie. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Marit Rossing / m.rossing@dfc.coop 085 – 40 111 81.

Klokkenluider bij zorginstelling ‘Villa de Luchte’ in problemen

Opnieuw is een klokkenluider in de problemen gekomen. Deze keer bij ‘zorgresidentie’ Villa de Luchte in Lochem. Casper Jansen, specialist ouderengeneeskunde en zijn partner Gerda Procée, verpleegkundige zeggen dit ‘particuliere zorgconcept‘ te hebben opgericht. Een hele kunst om een concept op te richten. Enfin, ‘met de oprichting van zorgresidentie Villa de Luchte bieden ze een antwoord op de groeiende vraag die er ontstaan is naar kleinschalig, levensstijlgericht wonen.’ ‘Deskundige, luxe verwenzorg’ is het streven.

Volgens een verzorgende zijn er misstanden in het opgerichte particuliere zorgconcept. Het bericht gaat dat haar echtgenoot dit naar buiten heeft gebracht. In de reactie op de klokkenluider kiest de directie de aanval, aldus Omroep Gelderland. In een brief kaatst het de bal terug en meent dat de medewerkster ‘moedwillig aanstuurt op het te gronde richten van stichting PrimaZorg en/of Villa de Luchte‘.  Na een onderzoek wordt haar ontslag op staande voet niet uitgesloten, hoe tegenstrijdig dat ook lijkt. De Inspectie voor de Gezondheidszorg is na klachten van personeel en vakbonden een onderzoek gestart naar Villa de Luchte.

Een voormalig activiteitenbegeleidster reageert: ‘De villa heeft alle potentie om een prachtig bedrijf te zijn, maar het wanbeleid en de tegenstellingen in het beleid zijn groot. Er werd gelogen tegen bewoners onder het mom van ‘dat is beter’ voor ieders rust. Ook werd er gelogen tegen personeel over belangrijke zaken.

Reacties op de kwestie de Luchte komen overeen met die op de klokkenluider bij het Apeldoornse CODA. Een klokkenluider zou ‘graag de aandacht op zichzelf vestigen, anderen bewust in een kwaad daglicht zetten om iets wat mooi is kapot te maken’. Dit geeft aan hoe slecht klokkenluiders nog steeds begrepen worden en hun maatschappelijke acceptatie ontbreekt. Ondanks inspanningen van SP’er Ronald van Raak en de Expertgroep Klokkenluiders. Zolang juridische, politieke en materiële steun ontbreekt zullen incidenten elkaar opvolgen waarbij niet de slecht functionerende leidinggevenden, maar de klokkenluider op non-actief wordt gesteld.

Kamerlid voor de PVV Fleur Agema heeft kamervragen gesteld aan de staatssecretaris van VWS Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner. Agema  vraagt of het niet ‘van de zotte is dat een medewerkster, die zich inzet voor een betere kwaliteit van zorg en daarvoor de Inspectie inschakelt, bang moet zijn voor haar baan?

Foto: Logo Exclusieve Woonzorg

Apeldoornse CODA zou bezoekersaantallen te hoog opschroeven

Klokkenluiders hebben het moeilijk. De militair Bradley Manning zou naar Wikileaks gelekt hebben. Ad Bos die in 2001 de bouwfraude naar buiten bracht moest in een caravan wonen. Fred Spijkers werd tegengewerkt door het ministerie van Defensie en vecht al jarenlang tegen de staat. Paul Schaap meldde veiligheidsproblemen bij de kerncentrale Petten en verloor zijn baan. Ook toenmalig EU-ambtenaar Paul van Buitenen was een bekende klokkenluider. Enkelen hebben zich georganiseerd in de Expertgroep Klokkenluiders. In een Zwartboek nemen ze afstand van het door Binnenlandse Zaken ingestelde College Klokkenluiden (Advies- en verwijspunt Klokkenluiders) omdat het eerder zou gaan om het controleren dan het beschermen van klokkenluiders.

Kamerlid SP’er Ronald van Raak ijvert voor het instellen van een Huis voor Klokkenluiders. Hoe vergaat het klokkenluiders? Bij ‘de zoveelste klokkenluiderszaak wordt niet het probleem opgelost, maar de klokkenluider op non-actief gezet’. Overheden en bedrijven weten niet met klokkenluiders om te gaan. Een terugvalregeling ontbreekt waar klokkenluiders die maatschappelijk uitgestoten worden een beroep op kunnen doen.

Klokkenluiders komen overal voor. Nu brengt volgens StrangeArt een anonieme klokkenluider bij het Apeldoornse ‘Cultuurwarenhuis’ CODA naar buiten dat bezoekersaantallen kunstmatig opgeschroefd zouden worden. Het doet denken aan de fraude met museumjaarkaarten van medio 1995 tot eind 1999 in het Zwolse museum De Stadshof. Dat museum kocht vervolging af met een boete van 100.000 gulden aan de Nederlandse Museumvereniging. StrangeArt verwijst naar een e-mail van de vermeende klokkenluider waarin beweerd wordt dat het aantal museumbezoekers bij CODA te hoog wordt voorgesteld. Omdat in CODA museum, bibliotheek en archief samengaan zou dat ten koste gaan van de vergoeding voor de bibliotheek.

Vraag is of in Apeldoorn een klokkenluider of een gefrustreerd werknemer aan het werk is. Dat wordt pas duidelijk door de beschuldigingen serieus te onderzoeken. Een externe commissie kan door een analyse van de bezoekcijfers van zowel museum als bibliotheek en gesprekken met personeel tot een conclusie komen. Dat de vermeende klokkenluider anoniem wil blijven is echter geen zwaktebod zoals de praktijk leert. Integendeel, het geeft juist gevoel voor realisme aan. Want het openbaar bestuur in Nederland praktiseert transparantie voornamelijk met de mond en maar spaarzaam in de praktijk. CODA krijgt een staartje.

Foto: Anouk Kruithof – ‘enclosed content chatting away in the colour invisibility’ (Holland Papier Biënnale 2010)

Tristan en Karst

Etnische registratie is in Nederland wettelijk niet toegestaan, hoewel het lokaal hier en daar stiekem gebeurt. Registratie van godsdienst is nog lastiger. Het is aan de buitenkant niet altijd te zien of iemand wel of niet gelovig is, officieel geloof A of geloof B heeft en dat in werkelijkheid wel of niet belijdt.

Schatting is dat van de ongeveer 850.000 culturele moslims ongeveer een derde belijdend is. Dus van elke drie personen die als moslim wordt beschouwd  is er slechts een werkelijk moslim. Niemand die het interesseert, behalve de religieuze organisaties zelf die hun schaapjes bij elkaar willen houden. Dit benadrukken van religie roept bij anderen weer een tegenreactie op. Iets dat niets is wordt opgeklopt tot niets dat iets is.

Spraakverwarring en onhelderheid nemen toe in reactie op geweldsincidenten. Geloof, huidskleur, nationaliteit en etniciteit worden met elkaar verweven en verward. Ter verdediging van het een of het ander. Etiketten plakken is een leuke bezigheid voor degenen die uitblinken in weinig verbeelding en een kleine horizon, maar het verklaart niets als het onnauwkeurig en laks gebeurt. Wat vaak het geval is.

Hoe zit het eigenlijk met het geweld in Nederland? Dat neemt af volgens onderzoekers. Maar het gaat in de discussie met etnische etiketten niet alleen om geweld. Naast berovingen door bontkraagjes op scootertjes of blanke bankiers die de boel grandioos flessen gaat het nog veel meer om overlast en het dagelijks leven in de eigen omgeving. Da’s de maatstaf die doorweegt.

De ervaring daarvan is subjectief, maar heeft de krachtigste echo. Raar accent, afwijkend gedrag of ander kleurtje vallen op. Wat alle groepen vanuit de eigen norm wederzijds ervaren. Wit lust olijfkleurig niet. Olijfkleurig en geel lusten zwart niet. Zwart lust rood niet. Rood lust wit niet. Dat netwerk van afkeur is de werkelijkheid van alledag. Die weegt in de dagelijkse beleving meer door dan eens in de zoveel jaar een uitschieter. Met halfautomatisch geweer of zwarte Suzuki als moordwapen.

Foto: Humphrey Bogart in Across the Pacific door John Huston, 1942