Bij een foto van een meisje op een Amsterdams station in 1910

Een meisje in de tijd. Op een treinstation in Amsterdam verkoopt ze bloemen. Zo zegt het in de marge gekraste bijschrift. De dienstregeling schuin achter haar op het plakkaat noemt 1 mei 1910. Toentertijd de datum dat jaarlijkse de nieuwe dienstregeling inging. Het plakkaat is nog niet verfomfaaid. De maatschappij moet de ‘Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij’ zijn die in 1938 opging in de NS. Het is nog geen hoogzomer, maar de zon schijnt wel zoals uit de zonnevlekken blijkt. Het zou maandag 20 juni 1910 zijn. Het meisje draagt een omslagdoek omdat het op stations kan tochten. De foto is onderdeel van de Bain Collection. Een van de vroegste Amerikaanse nieuwsagentschappen die glorieerde in de periode 1900-1920.

Is de foto ‘bijvangst’ van een bezoek van de in 1909 afgetreden president Theodore Roosevelt aan Nederland, vergezeld door Arthur M. Beaupre, de toenmalige Amerikaanse ambassadeur in Nederland en Luxemburg? Niet toevallig praat ‘Teddy’ -naamgever van de teddybeer- Roosevelt met een journalist. Vermoedelijk ongedwongener dan toenmalige Nederlandse bestuurders deden. Tijdens zijn  presidentschap zocht Roosevelt steun bij de pers om monopolies aan te pakken en muntte hij het begrip muckraker.

Geen ‘bijvangst’ want het bezoek was op 13 mei zoals uit een ander bijschrift blijkt. Het bloemenmeisje staat alleen. Op het station. Vereeuwigd door een fotograaf. Waarom moeten we er van alles bijhalen dat er niks mee te maken heeft? Het zal wel in de menselijke natuur liggen. Het licht is gevangen in 1910. Rest is bijzaak.

Foto 1: ‘Flower girl, R.R. station, Amsterdam’, 1910. Library of Congress.

Foto 2: ‘Col. Roosevelt talking with newspaper correspondent, American Minister Beaupre, Netherlands’, 1910. Library of Congress.

Terug in de tijd in het CIA-archief: ‘Politiek en Cultuur’ uit 1957 van de CPN

co1

Drie dagen voor de inauguratie van Trump publiceert de CIA de laatste van 12 miljoen gedeclassificeerde pagina’s. BuzzFeed besteedt er in een artikel aandacht aan. Hier zijn er twee afgebeeld. Ze dateren uit 1957 en komen uit het periodiek ‘Politiek en Cultuur’ (‘maandblad gewijd aan de theorie en parktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der c.p.n.). Van de 10 nummers ontbreken de nummer 3 en 6. Ze zijn of in 1957 nooit aangekomen of in 2013 niet vrijgegeven. De koude oorlog is op een hoogtepunt en de CIA archiveert een Nederlandstalig tijdschrift van de Communistische Partij Nederland. Wat voor belangrijk nieuws dacht deze inlichtingendienst daar in aan te treffen? Dat blijft gissen.

Het is taaie kost, maar lezing ervan geeft een goed beeld van de denkwijze van de Nederlandse communisten. Ze verketteren de kapitalisten, maar nog meer de sociaal-democraten en bovenal de afvalligen uit eigen kring. Want die verstoren de kracht van de eigen beweging. Tot die laatste categorie kunnen de Franse schrijvers onder wie Jean-Paul Sartre, Simone de Beauvoir en Jacques Prévert gerekend worden die zich verzetten tegen de inval van het Sovjet-leger in Hongarije 1956. In een reactie van vier pagina’s antwoorden Sovjet-schrijvers met verwijzingen naar Hitler die niets te maken hebben met wat er in 1956 gebeurde. Wie de volgende naam onder dit antwoord leest krijgt het koud om het hart en weet hoe via de Schrijversbond van hogerhand het antwoord ingestoken is: Konstantin Paustovski. Hier zijn de pagina’s uit het CIA-archief in te zien.

co2

Foto’s: Twee pagina’s uit ‘Politiek en Cultuur’ van de CPN, 17de jaargang nummer 1 (januari 1957). Uit het CIA-archief.

RTV Rijnmond onduidelijk met oproep bewegend beeldarchief

Een verwijderd item van RTV Rijnmond getiteld ‘Red de Collectie 2’. Naar de bedoeling viel te raden. Bekend is dat beelddragers op celluloid, videoband of diskette verkleven, verkruimelen, vervagen of zelfs ontploffen (nitraatfilm). Paradox van onze beeldcultuur is dat historische beelden onzorgvuldig bewaard worden. Er zijn ook zoveel beelden. Digitale systemen worden na verloop van tijd vaak automatisch gewist. De noodzaak wordt onderkend dat voor de geschiedschrijving beeldarchieven van groot belang zijn. Robin van Persie voor Feyenoord scorend, Pim Fortuyn in debat of gewoon een straatbeeld uit 1990 dat anders is dan dat uit 2015.

Wat RTV Rijnmond met dit item exact probeert te zeggen over het beheer van het bewegend beeldarchief is onduidelijk. Gaat het om preventie, conservering of restauratie? Vraagt het indirect om financiering via overheid, sponsoring of publiek? Ook het overzetten/scannen van video en film naar digitaal is overigens geen garantie voor behoud in de toekomst. Tot wat roept RTV Rijnmond hier nou eigenlijk op? Red de duidelijkheid.

Apeldoornse CODA zou bezoekersaantallen te hoog opschroeven

Klokkenluiders hebben het moeilijk. De militair Bradley Manning zou naar Wikileaks gelekt hebben. Ad Bos die in 2001 de bouwfraude naar buiten bracht moest in een caravan wonen. Fred Spijkers werd tegengewerkt door het ministerie van Defensie en vecht al jarenlang tegen de staat. Paul Schaap meldde veiligheidsproblemen bij de kerncentrale Petten en verloor zijn baan. Ook toenmalig EU-ambtenaar Paul van Buitenen was een bekende klokkenluider. Enkelen hebben zich georganiseerd in de Expertgroep Klokkenluiders. In een Zwartboek nemen ze afstand van het door Binnenlandse Zaken ingestelde College Klokkenluiden (Advies- en verwijspunt Klokkenluiders) omdat het eerder zou gaan om het controleren dan het beschermen van klokkenluiders.

Kamerlid SP’er Ronald van Raak ijvert voor het instellen van een Huis voor Klokkenluiders. Hoe vergaat het klokkenluiders? Bij ‘de zoveelste klokkenluiderszaak wordt niet het probleem opgelost, maar de klokkenluider op non-actief gezet’. Overheden en bedrijven weten niet met klokkenluiders om te gaan. Een terugvalregeling ontbreekt waar klokkenluiders die maatschappelijk uitgestoten worden een beroep op kunnen doen.

Klokkenluiders komen overal voor. Nu brengt volgens StrangeArt een anonieme klokkenluider bij het Apeldoornse ‘Cultuurwarenhuis’ CODA naar buiten dat bezoekersaantallen kunstmatig opgeschroefd zouden worden. Het doet denken aan de fraude met museumjaarkaarten van medio 1995 tot eind 1999 in het Zwolse museum De Stadshof. Dat museum kocht vervolging af met een boete van 100.000 gulden aan de Nederlandse Museumvereniging. StrangeArt verwijst naar een e-mail van de vermeende klokkenluider waarin beweerd wordt dat het aantal museumbezoekers bij CODA te hoog wordt voorgesteld. Omdat in CODA museum, bibliotheek en archief samengaan zou dat ten koste gaan van de vergoeding voor de bibliotheek.

Vraag is of in Apeldoorn een klokkenluider of een gefrustreerd werknemer aan het werk is. Dat wordt pas duidelijk door de beschuldigingen serieus te onderzoeken. Een externe commissie kan door een analyse van de bezoekcijfers van zowel museum als bibliotheek en gesprekken met personeel tot een conclusie komen. Dat de vermeende klokkenluider anoniem wil blijven is echter geen zwaktebod zoals de praktijk leert. Integendeel, het geeft juist gevoel voor realisme aan. Want het openbaar bestuur in Nederland praktiseert transparantie voornamelijk met de mond en maar spaarzaam in de praktijk. CODA krijgt een staartje.

Foto: Anouk Kruithof – ‘enclosed content chatting away in the colour invisibility’ (Holland Papier Biënnale 2010)