Gedachte bij foto ‘Publiek bij de poppenkast tijdens de kermis’. ‘s-Hertogenbosch, 1934

Publiek bij de poppenkast tijdens de kermis. door Fotopersbureau Het Zuiden, 1934. Collectie: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch.

Dit jongetje ben ikzelf. Of bent u. Niet in levende lijve. Maar in fantasie. Helemaal opgegaan in het moment. Zonder reserves of bijgedachten. De vinger aan de lip.

Hoe bijzonder was dat niet? Zonder dat we dat konden beseffen. Die situatie terughalen kan niet meer.

Zo waren we als kinderen. Overdonderd door de poppenkast. Kwam het wel goed met de goedzak die door de heks of de schurk werd opgesloten? Kwam de champetter op tijd?

Of de draaimolen met de witte paardjes. Of muizenstad of zelfs de bokstent waar je voor wat je niet begreep kon schuilen achter vaders jas.

Het klinkt sentimenteel, maar ooit waren we onschuldig. Voordat we de onschuld verloren. Dat zal evolutionair wel nodig zijn om in het leven verder te komen.

De Electrische Brood-Banketbakkerij is dicht op zondag 30 september 1934. Het publiek kijkt met aandacht naar de poppenkast. Altijd is er iemand die naar de fotograaf kijkt. De onschuld onherroepelijk voorbij. De vrouw met hoed bespiedt en verbreekt weetgraag de verwondering.

Nieuwjaarswens 2024

Theodora Moisescu-Stendl, Viața (Copilăria) ofwel Leven (Kindertijd). Voor 1980. Houtsnede. Collectie: Institutul de Cercetări Eco-Muzeale Gavrilă Simion – Tulcea

De wens voor het nieuwe jaar gaat samen met contour en contrast. Het leven als houtsnede van de kindertijd. Met als hint om oprechtheid, eenvoud en onbevangenheid te bewaren. Of te herwinnen.

De jaarwisseling is een moment om stil te staan. Om verder te kijken. Waar zijn we met z’n allen mee bezig? We zijn te bijziend om te begrijpen wat onze eigen tijd is. Die moeten we niet overschatten in rampspoed of geluk. Doem is een vloek.

Elk jaar blijkt achteraf een gewoon jaar te zijn geweest. We weten vooraf dat elk jaar warmer wordt. Maar weinig meer dan dat.

Ik wens allen voorspoed in 2024.