Door kindermisbruik en dwangarbeid beschadigde katholieke kerk kan eigen moraliteit beter niet als voorbeeld stellen. Bij een brief van Henk Bressers in NRC

Brief van Henk Bressers in NRC, 26 november 2021.

Deze brief in NRC van 26 november 2021 houdt een pleidooi voor religie. Afzender is Henk Bressers uit Den Haag. Hij is zeer waarschijnlijk lid Diaconie van de Pastoraatgroep van de Parochie Maria Sterre der Zee. Van die functie wordt bij de ondertekening van de brief geen melding gemaakt. Zodat niet duidelijk wordt gemaakt dat Bressers beroepsmatig is verbonden aan de Rooms-Katholieke kerk die zijn broodheer is en hij feitelijk voor eigen parochie preekt.

Het is gissen waarom de redacteur die verantwoordelijk is voor de rubriek Brieven in NRC niet heeft gevraagd of Bressers met zijn functie als lid van de Pastoraatgroep van een katholieke parochie ondertekent. Als de redacteur dat niet wist, dan lijkt het er sterk op dat de screening onvoldoende is geweest. Is hier de procedure gevolgd? Dit steekt des te meer omdat het over een onderwerp gaat dat de kern van Bressers’ beroepsleven is: religie.

Bressers heeft het over maatschappelijke verloedering en ziet daarvoor religie als oplossing. Zijn impliciete claim, dat hij ‘verboden terrein’ noemt, is dat religieuze organisaties het beste in morele ijkpunten of moraliteit voorzien omdat ‘daar wel alles klaar ligt over dit onderwerp’. Daarmee gaat hij op twee manieren de fout in.

Het is een ongekende brutaliteit dat Bressers redeneert vanuit een religieuze organisatie als de katholieke kerk die moreel zo ontspoord is. Je moet maar durven om een katholieke kerk die door het grootschalig en decennialang kindermisbruik door priesters en door de dwangarbeid in naaiateliers en wasserijen van meer dan 15.000 meisjes en vrouwen moreel door de bodem is gezakt, voor te stellen als een voorbeeld van moraliteit.

Het valt te begrijpen waarom Bressers dit doet. Hij zal de aanvallen op de katholieke kerk door de slachtoffers, het aarzelend, halfslachtig antwoord op het kindermisbruik en de dwangarbeid door al die bisschoppen en het chagrijn om verbonden te zijn aan zo’n controversiële religieuze organisatie onderhand beu zijn. Rot gijzelt zijn kerk. De sfeer zal er bepaald niet jubelend meer zijn.

Bressers wil daar iets positiefs tegenover zetten. Een blijde boodschap. Daarom verzwijgt hij dat hij verbonden is aan de katholieke kerk en probeert tegelijk religie in het zonnetje te zetten.

Naast al het onrecht dat de katholieke kerk in de laatste eeuw jongeren en vrouwen heeft aangedaan en waarvoor het nu ter verantwoording wordt geroepen overspeelt Bressers zijn hand als hij stelt dat wij ‘met de religie deze eigenschappen [bezinning, ingetogenheid, nederigheid, naastenliefde en .. simpel buigen] als structurele invulling van ons leven zijn kwijtgeraakt’.

Het is van een verregaande arrogantie van Bressers om vanuit het perspectief van een katholieke kerk die moreel zo is ontspoord te suggereren dat mensen die zich niet laten inspireren door religie de morele eigenschappen zijn kwijtgeraakt. Met deze houding toont hij minachting voor mensen met een andere levensovertuiging die haaks staat op zijn claim dat religie het beste voorziet in bezinning, ingetogenheid, nederigheid en naastenliefde. Hij lijkt niet door te hebben dat hij door zo’n hooghartige houding zichzelf tegenspreekt en het tegendeel van bezinning, nederigheid en naastenliefde toont.

In Nederland zegt volgens onderzoek van het CBS dat een meerderheid van de bevolking (2019: 54.1%) zich niet door religie laat inspireren. Religie heeft in de afgelopen 50 jaar veel aan maatschappelijke invloed verloren. De samenleving is in ontwikkeling en de functies van religie worden geleidelijk vervangen door andere sectoren. Dat varieert van populaire cultuur tot kunst.

Dat Bressers een achterhoedegevecht voert voor zijn moreel onder druk staande katholieke kerk valt hem niet te verwijten, maar wel dat hij de moraliteit voor religie exclusief opeist.