In Europa komt de kritiek op Nord Stream II van links. Ralf Fücks spreekt concreet en Mark Rutte praat in vergezichten

Oud-burgemeester van Bremen Ralf Fücks heeft in 2017 samen met zijn echtgenote Marieluise Beck het Zentrum Liberale Moderne opgericht. Ze zijn niet zoals de naam doet vermoeden afkomstig uit een liberale partij, maar uit Bündnis 90/Die Grünen. Een partij met een liberale stroming. Het Zentrum engageert zich door op te komen voor de Europese eenwording, de transatlantische alliantie en de liberale, kosmopolitische samenleving. Het meent dat van alles bedreigd wordt: ‘Op het spel staat niets minder dan het project van de liberale moderniteit, de combinatie van de rechtsstaat, persoonlijke vrijheid, politiek pluralisme en culturele diversiteit die is ontstaan sinds de Verlichting.’ In het Kremlin ziet het Zentrum ‘het hoofdkwartier van een anti-liberale international wiens netwerken verspreid zijn over heel Europa.’ Dat verklaart Fücks’ betoog.

Hij verzet zich tegen het een-tweetje tussen Duitsland en de Russische Federatie die het gaspijplijnproject Nord Stream II hebben opgezet omdat dat volgens hem de Europese eenwording splijt, de economische en strategische positie van Oekraïne beschadigt en de invloed van het Kremlin in de EU onaanvaardbaar vergroot. Het zendt president Putin het verkeerde signaal dat er niks aan de hand is in de relatie van de EU met de Russische Federatie. Daarbij ondermijnt Nord Stream II de sancties van de EU die als gevolg van de annexatie van de Krim en de inmenging in Oost-Oekraïne door de Russische Federatie zijn ingesteld. Dat land dat sinds 2014 de Europese veiligheid bedreigt wordt door de Duitse politiek en bedrijfsleven beloond voor haar agressieve politiek. De Duits-Russische as wordt in andere landen in Europa afgewezen en niet begrepen. Ralf Fücks pleit ervoor om Nord Stream II alsnog af te blazen. Dat kan omdat het vooral een politiek project is.

De Nederlands premier Mark Rutte sprak op 13 februari 2019 in Zürich de Winston Churchill-Lezing uit. Hierin pleitte hij in algemene termen voor Europese samenwerking en het besef om de macht die de EU-lidstaten hebben beter in te zetten. Zonder Nord Stream II te noemen verwees Rutte naar de machtspolitiek van het Kremlin die het via energie voert: ‘Niets doen betekent dat we steeds meer afhankelijk zullen worden van een paar landen die er geen been in zien via pipeline politics ongewenste invloed uit te oefenen binnen de EU en de lidstaten. Ik vind dat de EU hierin veel strategischer moet opereren. We zijn nog steeds veel te afhankelijk van Rusland en de Golfstaten. (…) Vervolgens moeten we bereid zijn de grote Europese marktmacht in te zetten als tegenwicht tegen landen die zulke ‘pijplijnpolitiek’ bedrijven als instrument in hun buitenlands beleid. De laatste jaren zijn al maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat externe staatsgeleide spelers als Gazprom niet de controle kunnen krijgen over vitale energie-infrastructuur op Europees grondgebied.’

Ruttes mooie woorden doen het op een internationaal podium schitterend, maar wat ze voor de opstelling van de Nederlandse regering betekenen is onduidelijk. Hoe strategisch opereert Nederland  op dit moment  inzake energiepolitiek? Op welke manier geeft Nederland het goede voorbeeld? Wil Rutte beweren dat de Nederlandse regering nu en straks de Duitse regering ertoe probeert te bewegen om af te zien van de voltooing van Nord Stream II omdat dit een strategische fout is die de Russische invloed binnen de EU onaanvaardbaar vergroot? Er valt vooralsnog niks van te merken, maar het is mogelijk dat zich dat volledig achter de schermen afspeelt.

Een reden om de woorden van Rutte echter met een korreltje zout te nemen is dat de invloed van het bedrijfsleven, inclusief het Britse-Nederlandse Shell op Rutte’s partij de VVD als groot wordt ingeschat. Shell is een van de deelnemende partners aan Nord Stream II waar Gazprom een meerderheidsbelang heeft.

Als Nederland stilzwijgend aanhaakt bij Duitsland dat vuile zaak maakt met het Kremlin door de aanleg van Nord Stream II dan doet Rutte in de praktijk het omgekeerde van wat hij in prachtige vergezichten zegt. Om zijn woorden van de Churchill-lezing geloofwaardig te maken moet Rutte er concreet naar handelen. Hij kan zich bewijzen door zich aan te sluiten bij de kritiek op Duitsland en daar in een Hanze-coalitie zelfs de leiding in te nemen. Als hij dat nalaat en genoegen neemt met slappe compromissen, die in theorie de energie-infrastructuur losmaakt van de Russische invloed maar in de praktijk daaraan niks verandert, of zogenaamd de voet dwars zet zoals recent Frankrijk deed, dan remt hij de invloed van het Kremlin en Gazprom niet. Maar helpt hij indirect door die te vergroten. Dan kan premier Rutte beter zwijgen en zijn mooie woorden inslikken.