Peter Schumann vertelt oude waarheid over kunst

Toen ik in de jaren ’80 een student Theaterwetenschap was werd ik gegrepen door het Bread and Puppet Theater van de Duits-Amerikaanse theatermaker Peter Schumann. Hij ging met z’n kunst buiten de gebaande paden. En was onze held. Vanaf de jaren ’60 maakte hij vervreemdend theater met meer dan levensgrote poppen. ‘Naar de mensen toe, de wijken in’. Denk aan de Dogtroep, Royal de Luxe, Vis-a-Vis, BEWTH of locatietheater wat in de nasleep van de toneelvernieuwing van de jaren ’60 ontstond. Woodstock meets Brecht meets Werktheater meets Elridge Cleaver meets Occupy, en nog vele anderen.

Uit het interview van Amy Goodman met Schumann blijkt z’n geest 50 jaar later nog even ongebroken. Kunst is als brood. Kunst is geen privilege van de rijken of de musea. Kunst is geen handel. Kunst is voor iedereen. Achter dat manifest staat Peter Schumann nog steeds. Goed dat-ie het zegt, omdat bijna nooit meer iemand dat tegenwoordig nog zegt. En geloof in de kunst uitspreekt. Maar tekenend is wel dat Schumann een kind van de jaren ’60 is. Zijn zij uit die vorige generatie nog de enigen die de hedendaagse kunstenaars en cultuurpolitici zonder bijbedoelingen vanuit het hart de waarheid kunnen voorhouden dat kunst meer is dan economie, doelgroepenbeleid, vastgoed, streefcijfers en profijt? Tragisch dat Peter Schumann ons de waarheid vertelt waarin we ooit geloofden. Van kunst als vrijheid. Waar we nu niet meer in durven geloven.