Escalatie van klimaatactivisten in musea. Rechtstreekse aanval op schilderij Monet in Parijs

X van Riposte Alimentaire, 1 juni 2024.

Escalatie in het protest van klimaatactivisten in kunstmusea. Om aandacht te trekken gooiden ze op zaal tot nu toe soep tegen museumglas of artglas van iconische schilderijen of lijmden ze zich vast aan lijsten of aan de muur. Tot nu toe werden de schilderijen door klimaatactivisten gerespecteerd en nauwelijks beschadigd.

Volgens een artikel in The Guardian bedekte een vrouwelijke klimaatactivist in het Parijse Museé d’Orsay een zelfklevende poster (‘adhesive poster’) rechtstreeks op het schilderij ‘Coquelicots‘ (1873) van Claude Monet. Het schilderij zou geen beschermingsglas hebben gehad. Achteraf blijkt dit onjuist. Het schilderij had wel beschermingsglas.

De Franse actiegroep Riposte Alimentaire is verantwoordelijk voor de actie. Toch dreigt het gevaar dat de verf en het doek van schilderijen in de toekomst rechtstreeks worden aangevallen.

Het is de vrees van musea. Kunstwerken in openbare collecties zijn kwetsbaar en kunnen nooit afdoende beschermd worden zonder dat een museum een vesting wordt. Dat wil geen enkele museumdirectie. Het belemmert de toegankelijkheid, publieksfunctie en open sfeer van musea.

Ouest France geeft in een bericht details over de afbeelding op de poster waarmee het schilderij van Monet bedekt werd: (vertaald): ‘een nachtmerrieachtige versie van hetzelfde schilderij, dat een veld met klaprozen uit 2100 voorstelde’.

De activiste verwees met dit volgens haar nachtmerrieachtige beeld naar wat ons te wachten staat als er geen alternatief wordt bedacht voor de opwarming van de aarde met 4°C. Dan wacht ons volgens haar de hel. Een toevallige verwijzing naar Sartre?

Een afbeelding van Coquelicots of ‘Klaprozen’ is notabene het beginscherm van mijn iMac. Ik zie het dagelijks:

Claude Monet, Coquelicots (1873). Huile sur toile; H. 50,0 ; L. 65,3 cm. Donation Etienne Moreau-Nélaton, 1906. © Musée d’Orsay, Dist. RMN-Grand Palais / Patrice Schmidt

De dreigende escalatie om schilderijen direct aan te vallen is een radicalisering die afgewezen moet worden. Het is opvallend dat activisten maar weer museumzalen tot actiegebied kiezen.

Escalatie valt te verwachten omdat objecten als hoofdkantoren en platforms van de fossiele industrie goed beveiligd zijn. Evenals energiebedrijven en ministeries. Die verschuilen zich achter hekken met beveiliging. Dat geldt niet voor publieke plekken als musea.

Musea zijn overgeleverd aan de stilzwijgende afspraak dat bezoekers zich gedragen. Daar houden klimaatactivisten zich niet aan, hoewel er tot nu toe begrip was voor hun acties. Maar die afspraak én dat begrip staan op de helling als klimaatactivisten zwaardere middelen gaan inzetten en eropuit zijn om kunstwerken moedwillig te beschadigen.

Met als voorzienbaar gevolg dat musea zich moeten verschansen en bijvoorbeeld schilderijen en tekeningen met veiligheidsglas beschermd moeten worden. Maar hoe installaties en sculpturen te beschermen? Ook dreigt het gevaar dat klimaatactivisten verder escalatie zoeken. Dat is een heilloze weg die musea tot vesting maakt en klimaatactivisten tot radicalen die door roeien en ruiten gaan om publiciteit voor hun acties te krijgen.

Het valt trouwens niet in te zien hoe Riposte Alimentaire steun van het Franse publiek zal krijgen als het een iconisch schilderij aanvalt dat tot het Franse patrimonium behoort. Of dat nou wel of niet door glas beschermd is.

Het is aannemelijk dat de actie in Musée d’Orsay meer aandacht krijgt dan het probleem van de opwarming van de aarde. Die absoluut actie vereist. Maar niet door kunstwerken te beschadigen.

NB: In een eerste versie van dit commentaar ging ik ervan uit dat het schilderij van Monet geen beveiligingsglas had.