Knelpunten van Museum Oud-Amelisweerd met Armando Collectie

Het college van Utrecht voegt aan de beschikbaarstelling van een krediet voor landhuis Oud-Amelisweerd en het Koetshuis de voorwaarde toe dat Stichting Museum Oud-Amelisweerd beoogd exploitant is. Het motiveert dit door de claim dat de exploitant bijdraagt aan de kosten. Deze vallen echter weg tegen de meerkosten. Ze ontstaan namelijk door publieksopenstelling en een opgevoerd bedrijfsmodel van een museum met 40.000 bezoekers en de aanpassing van het Koetshuis. Het openstaande cascoherstel van het Koetshuis begroot de gemeente op 948.014 euro, en dat van het landhuis op 541.116 euro. Omdat het Koetshuis losstaat van de restauratie van landhuis Oud-Amelisweerd, voegt de beoogde exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd niets toe aan inkomsten die geen extra kosten zijn. Wat zijn de knelpunten van de beoogde exploitant?

1. Zowel in de Utrechtse raad als in de publiciteit bestaat verwarring over naam en doelstelling van beoogd Museum Oud-Amelisweerd. Dit komt mede door de Amersfoortse bruidsschat van 1 miljoen euro voor het Armando Museum Bureau dat veel publiciteit kreeg. In de marketing zorgt dit voor een verwarrend beeld.

2. Voor een museum dat het moet hebben van marketing is een jaarlijks budget (vanaf 2014) voor Marketing en Communicatie van 27.500 euro, ofwel 5% aan de lage kant. Free publicity is onvoldoende omdat er drie producten (Armando, Chinees behang, landgoed/historie) ‘verkocht’ moeten worden. Dat vergt eigen actie.

3. Beheer van Oud-Amelisweerd kost menskracht. Dit omvat taken van onderhoud, administratie en beveiliging die nu door de gemeente worden betaald. Dit vraagt om aanstelling van een huismeester, naast of in combinatie met rondleiders, een tentoonstellingsbouwer, een projectmedewerker, een administrateur en een directeur. Beheer lijkt onvoldoende begroot in de 233.000 euro personeelskosten (2014). Tim Schipper (SP) wees in de Commissie M&S al op de naar zijn mening te lage inschatting van de schoonmaakkosten.

4. De directie is afkomstig van het Armando Museum in Amersfoort en niet geselecteerd voor Museum Oud-Amelisweerd dat anders van aard en karakter is. Er was geen procedure met keuze uit meerdere kandidaten.

5. De jaarlijkse kosten voor de Armando Collectie van 50.000 euro in het depot Pot vormen 10% van de lasten. In de overeenkomst rond de bruidsschat zijn deze lasten door de gemeente Amersfoort overgedragen aan de Stichting MOA. Bij ongewijzigde omstandigheden lopen deze kosten in 10 jaar op tot 500.000 euro. Da’s de helft van de bruidsschat die tevens moet dienen om een basis onder de exploitatie te leggen. Na Armando’s overlijden wordt een aantal stukken aan de Collectie toegevoegd zodat de depotkosten mogelijk stijgen.

6. De entreeprijs van 9 of 12,50 euro (rondleiding bel-etage) zal bezoekers afschrikken en voor goedkopere bestemmingen doen kiezen. Los van de elasticiteit zorgt een korting met eenderde van de prijs voor 50.000 euro minder inkomsten (2014). De onderbouwing taxeert dat 3 tot 4% van de bezoekers aan de landgoederen het museum bezoekt. Dit is een slag in de lucht. Daarbij bouwt het voort op kwantitatieve gegevens van de recreatie die ook al ruwe schattingen zijn die niet zozeer door tellingen maar extrapolaties ontstonden.

7. Inkomsten van de entreegelden zijn gemaximaliseerd omdat er vanwege het cultureel erfgoed voorwaarden zijn gesteld aan het maximale aantal bezoekers dat tegelijk naar binnen mag. Ofwel, een tegenvallende dag met weinig bezoek of een vorstdag kan niet gecompenseerd worden door een topdag met extra veel bezoek. Of bijvoorbeeld een museumweekend of -nacht die bij andere musea duizenden bezoekers per dag trekt.

8. Oud-Amelisweerd is een zomerverblijf met ongeveer 40 vorstdagen per jaar die een onaangenaam lage temperatuur voor bezoekers opleveren. De keuze voor ‘conservation heating‘ beperkt het bijverwarmen. Stichting MOA kiest om economische redenen voor openstelling van het museum gedurende het hele jaar.

9. De meeste fondsen die Amersfoort-in-C geworven heeft voor het toenmalige Armando Museum in Amersfoort zijn meerdere jaren terug toegezegd. Sommige zelfs nog voor de herbouw in de Elleboogkerk. In de Commissie M&S wees Jesper Rijpma (VVD) erop dat het hoofdsponsor BMC tegenzit en het aannemelijk is dat deze de sponsoring stopt. Door de crisis zijn vooruitzichten voor cultuursponsoring sowieso versomberd.

10. De restauratie en aanpassing van het Koetshuis moet zorgvuldig gebeuren omdat het ook een gebouw met culturele waarde betreft. Dit kan tot vertraging in de openstelling van Museum Oud-Amelisweerd leiden.

11. Uit onderzoeken blijkt dat de luchtvochtigheid van Oud-Amelisweerd een grotere variatie heeft dan de standaardnorm voor musea toestaat. Dit houdt in dat kwetsbare objecten door de keuze voor ‘conservation heating‘-klimaatbeheersing niet tentoongesteld kunnen worden. Zoals de oudere schilderijen van Armando uit de jaren ’60. Waarmee de exclusiviteit van het Museum Oud-Amelisweerd afneemt als topstukken niet getoond kunnen worden. Elk museum dat om bruiklenen gevraagd wordt zal een degelijk klimaatplan eisen.

Foto: Armando – Zwarte wand met autobanden op de Nultentoonstelling in het Stedelijk Museum, Amsterdam, 9-25 maart 1962. Credits: Oscar van Alphen

2 gedachten over “Knelpunten van Museum Oud-Amelisweerd met Armando Collectie

  1. Naar aanleiding van bovenstaand stuk had ik zojuist een uitgebreide en aangenaam open discussie met een Utrechts raadslid. Wat is je alternatief was de vraag. Dat was precies wat bestuursvoorzitter SMOA Van Lidth de Jeude op de commissievergadering ook al uitriep. Ik verwerkte dat in een eerder stukje:
    https://georgeknightlang.wordpress.com/2012/06/13/oud-amelisweerd-steun-voor-vastgoed-maar-afkeuring-voor-exploitant/

    Nu lijkt het er op dat zowel college- als oppositiepartijen ongelukkig zijn met de gang van zaken. Met terugwerkende kracht constateren ze dat wethouder Lintmeijer lichtzinnig en niet optimaal gehandeld heeft in de keuze van de exploitant. Of liever gezegd: in de keuze van de doelstelling. Maar ze trekken verschillende conclusies. Voorstanders willen door met de beoogde exploitant en wijzen op de voordelen. Tegenstanders willen niet door met de beoogde exploitant en wijzen op de nadelen. De keuze voor het een of het ander is een politieke afweging. Die steeds losser is komen te staan van de feiten. Hoewel de slechte onderbouwing van de exploitatie de tegenstanders volop munitie geeft.

    Wat is mijn alternatief? Een kleinschalig kunstmuseum dat van Pasen tot en met de herfstvakantie geopend is en naar maximaal 15.000 jaarlijkse bezoekers streeft. Dat het Koetshuis niet aanpast en laat zoals het is. Dat thematisch beter aansluit bij het Chinese behang en landhuis en landgoederen dan de Armando Collectie. Maar uitgaat van hedendaagse kunst en focust op (Chinese) keramiek, sculptuur (Berlijnse Bode-Museum) en de historie van de plek. (Keuze die mede is beredeneerd vanuit de klimaatbeheersing). Met een vaste opstelling en twee exposities per jaar die inhaken op de actualiteit. Dat dynamisch gebruik maakt van sociale media en zo het bezoek aanvult met bereik. Dat inhoudelijke partners zoekt bij kleinschalige onderzoeksinstituten als BAK of De Appel. Maar ook bij kunsthistorische instituten. Niet bij ‘Culturele Ondernemers’ met een overwegend commercieel belang. Dat onder de beoogde exploitant SMOA kan functioneren als het bestuur (James Jonkheer van Lidth de Jeude (vz), Antonius Theodorus Christoffel van der Laan, Walter Jaco de Zeeuw (pm) en Geert Noorman (secr)) wordt verbreed met museumdeskundigen en de doelstelling licht wordt gewijzigd. Dat een inhoudelijk sterke en overtuigende ‘bouw’-directeur aanstelt van het type Arnoud Odding, maar dan jonger. Dat zich vestigt in het vastgoed dat onder het beheer van het CM en de rentmeester voorbeeldig is opgeknapt. En dat daarna in gesprek gaat met de gemeente, banken en sponsors over de financiering en/of ondersteuning en streeft naar een simpel bedrijfsmodel zonder bruidsschatten die allerlei verplichtingen en kosten met zich meebrengen. Met een contracttijd van 10 jaar die verlengd kan worden en het beheer dat bij de gemeente blijft.

    Een politieke oplossing waarin alle partijen elkaar voorlopig zouden kunnen vinden is opschorting van de besluitvorming, met excuus aan Amersfoort, en het verzoek aan wethouder Lintmeijer om verschillende scenario’s door zijn ambtenaren door te laten rekenen. Waarbij restauratie van het vastgoed, investeringen en exploitatie afzonderlijk en opgesplitst worden weergegeven.
    Plan A is dan het nu voorliggende raadsvoorstel met SMOA als huurder en beheerder, Armando Collectie en Amersfoortse inkomsten en lasten.
    Plan B is het plan B waarover wethouder Lintmeijer sprak en dat in stukken ook ‘terugvaloptie‘ wordt genoemd. Da’s een weerslag en een samenvatting van alle plannen die beheerder CM sinds 1990 voor Oud-Amelisweerd heeft ontwikkeld. En die mogelijk ook bij de rentmeester bekend zijn.
    Plan C kan dan een voorstel zijn zoals het hierboven geschetst wordt. Dat uitgaat van SMOA als huurder zonder Armando Collectie, de gemeente als beheerder, een kleinschalig en flexibel museum en minimale ingrepen aan het landhuis en geen verbouwing van het Koetshuis.
    De verschillende opties dienen tevens voorzien te zijn van een inschatting van bijkomende afwikkelkosten en risico’s voor de gemeente als de huurder failliet (Plan A en C) gaat. Na overleg met Amersfoort kan bij Plan B en C een bedrag ingeboekt worden als tegemoetkoming voor het niet aanspreken van de bruidsschat.

    Like

  2. Pingback: Elleboogkerk mogelijk weer museum. Amersfoortse logica | George Knight

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.