In Amersfoortse raad klinkt de roep om een diepgaand onderzoek naar het MOA. In de Utrechtse raad blijft het opvallend stil

Het was vanaf eind 2010 uit openbare bronnen duidelijk dat het Armando Museum (later omgedoopt tot Museum Oud Amelisweerd; MOA) geen succes kon worden. De voorwaarden voor succes ontbraken aantoonbaar. Iedereen met ogen in de kop kon dat in het volle daglicht zien. Er waren ontelbare mensen die sinds die tijd gewaarschuwd hebben voor de gebrekkige levensvatbaarheid van het omgekatte Armando Museum in de bossen van Bunnik (Rini Dippel/ex SM, Paul van Vlijmen/ex-Spoorwegmuseum, Eymert-Jan Goossens/Huis Doorn, Jesper Rijpma/VVD UT, Xander van Asperen/D66 UT, SP, Nieuw-Rechts UT, SP UT, Burgerpartij A’foort, Ben Stoelinga/A2014 A’f, Ramón Smits Alvarez/PvdA A’f, Raphaël Smit/Vliet A’f, Simone Kennedy/CU A’f, Hiske Land/GL A’f, Ben van Koningsveld/CDA A’f), maar ze werden niet gehoord en hun argumenten werden weggepoetst. Daarnaast waren er nog mensen uit de museumsector die achter de schermen hun ongenoegen uitten, maar dit vanwege hun functie of positie niet in het openbaar konden zeggen. Het opknappen van het vastgoed sinds begin jaren ’90 onder leiding van Centraal Museum en gemeentelijke diensten van de gemeente Utrecht is overigens geen weggegooid geld en moet niet verward worden met de ongelukkige en mislukte doorstart van het Amersfoortse Armando Bureau in Bunnik.

Een diepgaand onderzoek is nodig. Raadslid Ben Stoelinga van de Amersfoortse partij A2014 vindt dat de onderste steen boven moet komen over de gang van zaken van het MOA. Stoelinga is vooral geïnteresseerd in de financiële afwikkeling. Hij schetst twee scenario’s die in de raadsvergadering van 5 februari 2019 besproken worden: een onderzoek door externe onderzoekers of een raadsenquête. De laatste optie lijkt vanwege de transparantie en de mogelijkheid om betrokkenen, zoals ambtenaren en bestuurders onder ede te horen zijn voorkeur te genieten, zoals uit een notitie blijkt. Vanwege de werkdruk kunnen delen van de raadsenquête uitbesteed worden aan externe onderzoekers, zodat een combinatie van beide soorten onderzoeken wellicht het meest werkbaar is omdat het openheid en diepgang combineert met volledigheid.

Complicatie is de veelheid aan betrokken gemeenten (Utrecht, Amersfoort, Bunnik), de snelle wisseling van cultuurwethouders en de gefragmenteerde besluitvorming waardoor niemand zich blijkbaar verantwoordelijk voelt. Het is opvallend dat met Ben Stoelinga, maar ook met de langzittende raadsleden Hans van Wegen (BPA), Ben van Koningsveld (CDA) en Simone Kennedy-Doornbos (CU) het historisch geheugen in de Amersfoortse raad nog aanwezig is omdat deze raadsleden de beslissende debatten zelf hebben gevoerd en door hun dossierkennis weten waarover ze praten. In de Utrechtse gemeenteraad ontbreekt dat geheugen en die kennis op één uitzondering na, te weten SP’er Tim Schipper. In de Utrechtse raad is de omloopsnelheid zo groot dat bij de belangrijkste partijen in dit dossier, te weten D66 en VVD de woordvoerders elkaar in snel tempo hebben opgevolgd (D66: Xander van Asperen, Aline Knip, Ellen Bijsterbosch; VVD, Jesper Rijpma, André van Schie, Marijn de Pagter). Voor leden van de Utrechtse raad is de geschiedenis, besluitvorming en financiële complicatie van het MOA een ver-van-hun-bed-show waar ze geen persoonlijke betrokkenheid bij hebben. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Daarom is het verklaarbaar dat de kritiek op het MOA uit de Amersfoortse en niet uit de Utrechtse raad klinkt. Terwijl laatstgenoemde er een groter belang bij en verantwoordelijkheid voor heeft omdat landhuis Amelisweerd eigendom van de gemeente Utrecht is.

De inzet van Ben Stoelinga is prima en vanuit zijn verantwoordelijkheid voorbeeldig te noemen, maar loopt ook tegen grenzen aan. Het kent nu eenmaal een Amersfoorts perspectief. En dat kan per definitie niet het hele perspectief zijn. Het is zoals gezegd verklaarbaar, maar ongelukkig dat de Utrechtse raad geen initiatief neemt voor een onderzoek van een project waarover jaren van tevoren met argumenten werd aangetoond dat het zou mislukken. Daarnaast is er ook de provincie Utrecht waar de statenleden Elly Broere, PVV en Truke Noordenbos, SP kritische vragen stelden, maar zij waren de uitzondering. Zijn het in de Utrechtse raad alleen het historisch geheugen en het gebrek aan kennis en affiniteit die ontbreken of is er meer aan de hand? De omstandigheid dat sinds 2010 alle grotere partijen bestuursverantwoordelijkheid hebben gedragen en boter op hun hoofd hebben in dit dossier MOA kan het zwijgen in de Utrechtse raad verklaren. Zodat geen van de grotere partijen happig is op een onderzoek dat met terugwerkende kracht de eigen bestuurders zou kunnen beschadigen. En de leden van de kleinere partijen (PvdD, DENK, S&S, PVV, Stadsbelang) leggen of andere prioriteiten of beseffen niet eens hoe slecht dit project vanuit het gemeentebestuur is uitgedacht en begeleid.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelOnderste steen boven rond faillissement MOA’ van Artwin Kreekel in het AD, 5 februari 2019.

Oplossingen uitgeput voor financieel verzwakt Museum Oud Amelisweerd. Terugvaloptie via Centraal Museum komt in beeld


In de Utrechtse raad heeft André van Schie (VVD) op 27 juli raadsvragen gesteld over de ‘financiële situatie Museum Oud Amelisweerd’ aan de nieuwe cultuurwethouder Anke Klein (D66). Aanleiding is een raadsbrief van 18 juli en een bericht van RTV Utrecht van 26 juli met de titel ‘Museum Oud Amelisweerd wankelt opnieuw’. Hoe negatief getoonzet ook geeft zelfs deze titel nog een te optimistische kijk op de kwestie.

Exploitant Stichting Museum Oud Amelisweerd verkeerde al voor de opening in 2014 in een financieel uitzichtloze situatie en heeft nooit zwarte cijfers geschreven. Of een financiële buffer opgebouwd. Daar is het nooit aan toegekomen. Met een bruidsschat uit Amersfoort van 1 miljoen euro en een lening van de provincie Utrecht van 160.000 euro werd tijd gekocht. Toenmalig directeur van het Spoorwegmuseum Paul van Vlijmen waarschuwde in juni 2012 in een bericht in het AD dat wat toen nog het Armando Museum heette een fiasco zou worden. Volgens hem was het museum zonder subsidie niet rendabel te krijgen in de exploitatie.

Het Utrechtse gemeentebestuur dat meer dan 1,66 miljoen euro had geïnvesteerd in de renovatie van landhuis Oud Amelisweerd was door de raad gebonden en in juni 2012 bij de goedkeuring van de kredietaanvraag de randvoorwaarde opgelegd dat er nooit een cent structurele subsidie naar de exploitatie mocht gaan. In een commentaar van 13 juni 2012 betitelde ik dat als: ‘Oud-Amelisweerd: steun voor vastgoed, maar afkeuring voor exploitant’. Die geblokkeerde subsidie van de gemeente Utrecht bleef de essentie van de problemen van het museum. Druppelsgewijs en informeel werd dat omzeild met het noodverband van ‘een (niet structurele) openstellingssubsidie’ van de gemeente Utrecht die buiten de structurele culturele subsidies werd verleend.

Toen in december 2016 de toenmalige cultuurwethouder Kees Diepeveen (GL) zich liet overvallen door Stichting Museum Oud Amelisweerd en tegen de eigen randvoorwaarden in toch een subsidie verleende van 75.000 euro toonde dat aan dat de Utrechtse politiek geen grip meer had op het probleem van het Museum Oud Amelisweerd. Het was nu overduidelijk het probleem van het Utrechtse college geworden. De uitzichtloze financiële positie van Museum Oud Amelisweerd straalde voortdurend af naar het Utrechtse college dat zich geen raad wist met dit probleemgeval en geen Houdini-act had om eraan te ontsnappen. Investeringen in een nieuwe exploitant waren politiek onhaalbaar, de huidige exploitant kon het financieel niet bolwerken en voor sluiting wilde geen enkele cultuurwethouder verantwoordelijk zijn. Op de achtergrond speelde de papieren werkelijkheid van de Culturele Hoofdstad 2018 waar het museum een rol in zou hebben. De boel zat vast.

Critici in de raad of ze nu deel uitmaakten van de oppositie of niet, probeerden voortdurend dit dossier vlot te trekken of te sturen. Want Van Vlijmen was zeker niet de enige met kritiek. In de Utrechtse raad was het D66 (Xander van Asperen en later Aline Knip) die geen vertrouwen had in de financiële onderbouwing van de exploitant. Voor de VVD was Jesper Rijpma een kritische voorganger van André van Schie. Overigens waren toendertijd om andere redenen ook andere partijen kritisch zoals de SP en Nieuw Rechts.

Het kenmerk van Museum Oud Amelisweerd is dat het in Bunnik in een rijksmonument en voormalige zomerresidentie is gelegen en dat de gemeente Utrecht het niet eens structurele subsidie kan geven als het dat zou willen omdat de voorwaarden dat niet toestaan. André van Schie heeft daar voortdurend op gewezen, evenals op het oneigenlijk oprekken door het college van de subsidievoorwaarden. Interessant is de verwijzing naar samenwerking met het Centraal Museum door bestuursvoorzitter Ari Doeser in het bericht van RTV Utrecht. De restauratie van landhuis Oud Amelisweerd is door de toenmalige beheerder (tot 2012) Centraal Museum in de jaren ’90 op de rails gezet en tijdens dat beheer is in 2011 bestuurlijk een terugvaloptie als optie in een commissiebrief gevlochten indien de huidige exploitant het niet redt. Dat is nu aan de orde.

Het is te hopen dat zowel het Utrechtse gemeentebestuur als de raad zich goed informeren en een besluit nemen dat rekening houdt met de voorgeschiedenis en de levensvatbaarheid voor de toekomst. De antwoorden op de raadsvragen van Van Schie bieden hopelijk de duidelijkheid die de achtereenvolgende cultuurwethouders het bestuur van de Stichting Museum Oud Amelisweerd nooit hebben kunnen afdwingen. De randvoorwaarden voor het Museum Oud Amelisweerd die al jaren slecht waren, zijn nu nog beroerder dan voorheen. Daarom is het onvermijdelijk dat zoals ook Van Schie stelt er een nieuwe exploitant wordt gezocht voor landhuis Oud Amelisweerd. Inzet kan dan een sitemuseum zijn en de terugvaloptie via het Centraal Museum zoals dat in december 2011 als vangnet al werd ingebouwd. Hoewel hier wel extra geld beschikbaar voor moet komen omdat het Centraal Museum dit niet uit de eigen lopende begroting kan financieren.

Foto: RaadsvragenSV 2018, nr. 100 inzake Gevolgen financiële situatie Museum Oud Amelisweerd’ van André van Schie (VVD) in Utrecht, 27 juli 2018.

SP stelt vragen over subsidie aan MOA door college Utrecht. Toezegging aan raad verbiedt dit

sp

In lijn met mijn kritiek op de brief van de Utrechtse wethouder Diepeveen over subsidie aan het MOA komt de SP met dezelfde kritiek. De SP wijst er in een bericht op dat het college zich niet aan haar woord houdt: ‘Het college heeft een paar maanden geleden nog toegezegd dat er geen geld meer naar het museum gaat, en ze gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om het pand (deels) open te houden. Maar wat schetst mijn verbazing, ondanks deze toezegging gaat er komend jaar toch 32.500 euro naar MOA’. SP-raadslid Hilde Koelmans concludeert: ‘Geen subsidie is geen subsidie. Maakt niet uit welk label je het geeft of uit welk potje je het haalt.

Eerder antwoordde ik in reactie op de mededeling van SP-fractievoorzitter in de Utrechtse raad Tim Schipper dat zijn partij in de commissie Mens en Samenleving agendering voorbereidt over deze kwestie: ‘De brief van de wethouder roept in mijn ogen meer onduidelijkheid op dan het iets verklaart. Zoals de vraag waarom er geen concrete voorwaarden aan de huidige exploitant zijn gesteld. Er is nu geen besluit genomen, maar een noodverband aangebracht en een besluit doorgeschoven. Zo heeft het college weinig in handen om initiatief te nemen en kan de raad niet spijkerhard een besluit afdwingen bij de bespreking van de Voorjaarsnota. Het blijkt afhankelijk van de opstelling van het MOA. De voorwaarden die de wethouder naar buiten brengt zijn boterzacht en geven de raad weinig aangrijpingspunten om principiële besluiten te nemen. Het pragmatisme van de wethouder spant het paard achter de wagen.

Het idee dat nu over deze kwestie ontstaat is dat de wethouder en CZ achter de feiten lopen en hebben nagelaten deze zaak eind 2015 of in 2016 voor te bereiden en te anticiperen op wat nu gebeurt. De zwakke financiële positie van het MOA is college en raad immers al vanaf 2011 bekend. Het is in raadsdebatten talloze malen geconstateerd. Omdat wat nu gebeurt de notie van dwang en zelfs chantage in zich draagt -op een absurde manier gekoppeld aan de huuropbrengsten- ondermijnt de wethouder met zijn brief de geloofwaardigheid van en het vertrouwen in de politiek. En beschadigt hij het cultuurbeleid en het draagvlak ervan bij de Utrechtse bevolking.’

Er is zes jaar verloren. Hoewel het de verdienste is van Utrecht dat de casco-restaurautie succesvol verlopen is heeft het bij het zoeken van een exploitant duister en niet inzichtelijk geopereerd. Nooit heeft het Utrechtse college voor landhuis Oud Amelisweerd een openbare aanbesteding, pitch of serieuze consultatie gehouden. En de keuze die het uiteindelijk deed -of die het zich liet aanpraten- was (kunst)historisch onbegrijpelijk. Daarbij maakte het zich afhankelijk van een zwakke exploitant over wie al in 2011 in de openbaarheid werd gezegd dat die een slechte financiële positie had die exploitatie van het landhuis niet rechtvaardigde.

Het is de hoogste tijd dat het college op zoek gaat naar een nieuwe museale exploitant voor landhuis Oud Amelisweerd. Zolang het dat nalaat heeft de huidige exploitant een machtspositie en kan het eisen stellen. En blijft het college achter de feiten aanlopen en laat het zich met het oog op de derving van huuropbrengsten chanteren. De brief van wethouder Diepeveen sluit een nieuw noodverband eind 2017 niet uit. Daarmee laat hij na het initiatief in dit dossier naar zich toe te trekken. Het college moet nu krachtdadig handelen en uit de eigen schaduw treden. Het kan in een oriënterende fase in contact treden met betrokkenen zoals de Museumvereniging of de Universiteit Utrecht. Vooral moet het voorkomen niet de fout van 2010-2011 te herhalen en menen dat een oplossing achter de schermen bedisseld kan worden. Dit dossier schreeuwt  er al zes jaar om in de openbaarheid behandeld te worden. Het college moet niet handelen in strijd met zichzelf.

Foto: Schermafbeelding van bericht COLLEGE HOUDT ZICH NIET AAN EIGEN AFSPRAAK: TOCH WEER GELD NAAR MOA’ van de SP Utrecht, 27 december 2016.

Kritiek SP op provincie Utrecht vanwege lening aan Museum Oud Amelisweerd

moa

Stichting Museum Oud Amelisweerd in Bunnik is in financiële problemen en heeft de provincie Utrecht om een renteloze lening van 160.000 euro verzocht die is toegekend. Het jaarverslag 2013 gaf een tekort van 70.376 euro aan. In maart 2015 verzocht de Stichting aan de gemeente Amersfoort om de subsidie die in 2020 en 2021 uitbetaald zou worden al in 2015 uit te keren. Dat zou dan een meerbedrag over 2015 van 158.341 euro opleveren. Ongeveer hetzelfde bedrag dat de provincie Utrecht nu leent. Het college was welwillend, maar het werd geweigerd door de Amersfoortse raad: ‘Merendeel geeft aan twijfels te hebben over de haalbaarheid van de voorgestelde oplossing (op langere termijn).’ Cultuurwethouder Pim van den Berg zegde toe om met de gemeente Utrecht en de provincie Utrecht om de tafel te gaan zitten voor een oplossing.

De SP in de provinciale Staten wijst in een verklaring op de rol van de inmiddels afgetreden Amersfoortse cultuurwethouder Pim van den Berg (D66) die nu gedeputeerde is: ‘Toenmalig wethouder Pim van den Berg mocht niet van de raad. Gedeputeerde Staten, met -inmiddels gedeputeerde – Pim van den Berg aan boord, trekt nu wel de knip. De SP-Statenfractie heeft vragen gesteld.’ De SP twijfelt net als de Amersfoortse raad aan de levensvatbaarheid van het museum, maar ook aan de bestuurlijke gang van zaken: ‘Met deze beslissing van GS lijkt het net of van den Berg een lange neus trekt naar de raad van Amersfoort, maar ze zijn daar toch niet gek als van links tot rechts het onverantwoord vindt. Ook de gemeente Utrecht steekt er geen cent extra in.’ Formeel  is trouwens niet Pim van den Berg, maar Mariëtte Pennaerts (GroenLinks) portefeuillehouder.

gs

Zoals voorspeld gaat het niet goed met de bedrijfsvoering van Museum Oud-Amelisweerd. Voorwaarden om het te realiseren werden zo aangescherpt dat een gezonde bedrijfsvoering in een rijksmonument praktisch onmogelijk werd. Die randvoorwaarden blijven het museum achtervolgen. In de Utrechtse raad zetten VVD en D66 in 2011 en 2012 fundamentele vragen bij de onderbouwing van de exploitatie. VVD: ‘Helaas hangt het exploitatiemodel van het nieuwe museum, zoals dat aan de Utrechtse gemeenteraad is gepresenteerd, aan elkaar van onrealistische aannames.’ Vanaf het begin was duidelijk dat het museum tegenslagen niet op zou kunnen vangen vanwege ontbrekende reserves. Een faillissement kon ook toen al niet worden uitgesloten.

Foto 1: Schermafbeelding van besluit door de provincie Utrecht over renteloze lening aan Stichting Museum Oud Amelisweerd.

Foto 2: Schermafbeelding van vragen SP over lening van 160.000 euro aan Museum Oud Amelisweerd door provincie Utrecht.

Elleboogkerk mogelijk weer museum. Amersfoortse logica

interieur 22 mei 2012-1

Amersfoort worstelt met de Elleboogkerk die op 22 oktober 2007 door brand zwaar beschadigd werd. En nu zo goed als herbouwd is. Het Armando Museum was er gevestigd. In 2010 verbreekt het college eenzijdig de in 1998 met Armando en zijn ex-vrouw Tony de Meijere afgesloten prestatieovereenkomst. Zie RIB 2010-136. Voorzitter van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn is not amused. Hij beschouwt het handelen van het college als onbehoorlijk bestuur. Om er vanaf te zijn en het leed af te kopen besluit de raad onder veel protest het Armando Museum een bruidsschat van 1 miljoen euro mee te geven voor een doorstart buiten Amersfoort. Van een leien dakje gaat de besluitvorming niet. Zo beticht de Amersfoortse PvdA het college van misleiding.

Het Armando Museum moest op zoek naar een andere locatie en liet het oog vallen op rijksmonument Oud-Amelisweerd. Bezit van de gemeente Utrecht in Bunnik. Volgens critici een ongeschikte en te dure locatie die een gezonde exploitatie zo goed als onmogelijk maakt. Cultuurkoepel Amersfoort-in-C en de organisatie van het Armando Museum gingen vanaf 2010 met verkenningen en haalbaarheidsonderzoeken aan de slag. Dat resulteerde in een door alle partijen minimaal gesteunde variant voor een museum onder de naam ‘Museum Oud-Amelisweerd‘ met een bredere doelstelling dan het tonen van de Armando Collectie. Ook toen was al voorzienbaar dat dit moest gebeuren in een teruggaande economie en bij krimpend sponsoraanbod. Het museum is nog steeds niet regulier geopend. De keuze voor het Armando Museum is niet onbetwist. Zelfs bestuurlijk onzuiver omdat de Utrechtse politiek met kennis van belangenverstrengeling tussen de directeur van beheerder Centraal Museum en de beoogde directeur met de keuze voor het Armando Museum instemde.

Amersfoort heeft een museumbeleid dat wispelturig oogt. De bestuurlijke lijn van de colleges sinds 2010 is moeilijk te herkennen. Het kan samengevat worden als ‘van incident naar incident’. Amersfoort betaalde een miljoen voor een museum dat het de gemeentegrenzen over joeg met als gevolg dat het Armando Museum in een te ruim en luxe jasje zit. Amersfoort gaat nu mogelijk opnieuw geld besteden aan een museum in de Elleboogkerk. In elk geval als het aan Amersfoort-in-C ligt. Dat gaat het komende half jaar een plan voor een museum uitwerken. Het college kijkt de kat uit de boom. Het zegt voor een culturele bestemming te voelen.

Foto: Herbouw Elleboogkerk. Credits: Wil Groenhuisen.

Antwoord over huur Museum Oud-Amelisweerd vertraagd

STAM

Hoe staat het eigenlijk met de levensvatbaarheid van Museum Oud-Amelisweerd? Op 21 juni 2012 gaf de Utrechtse raad onder strikte voorwaarden toestemming voor een krediet dat bedoeld is voor het herstel van het rijksmonument waarop Utrecht terecht trots is. Exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd is daarom op eigen initiatieven aangewezen. Een zware opgave met de huidige economische tegenwind. Gerenommeerde culturele instellingen hebben geluk als ze gekort worden en mogen overwinteren. Utrecht stopt geen cent gemeenschapsgeld meer in het gebouw zo heeft de raad expliciet bedongen en de wethouder toegezegd. Alleen zo kon een meerderheid ontstaan waarbij ook de kritische VVD en D66 zich uiteindelijk voegden.

Na de tijdelijke tentoonstelling ‘Het Gebouw‘ van 7 september tot 7 oktober 2012 met medewerking van de Utrechtse galerist en ondernemer Jaap Sleper werd het weer stil in het bos van Oud-Amelisweerd. Maar er ligt nog de motie 2012/M055 die vraagt om zorgvuldig beheer en een heldere huurprijs. Want dat laatste ontbrak in juni 2012. Wethouder Lintmeijer compliceerde het debat over de WOZ-waarden en huurwaarden van land- en koetshuis. Mede door schuivende bedrijfsplannen die als communicerende vaten op elkaar in werken.

Op 7 september 2012 begreep ik van de verantwoordelijke ambtenaar dat er reeds een second opinion was gevraagd en dat de antwoorden naar verwachting in de eerste week van oktober naar de raad gestuurd zouden worden. Technische informatie was dus al in september beschikbaar. Maar drie maanden later is er nog steeds niets gestuurd. In de planning staat dat uiterlijk in het vierde kwartaal van 2012 de raad het antwoord van het College over de huur had moeten ontvangen. Met een verdeling tussen land- en koetshuis. Da’s niet gebeurd. Ook die termijn is gepasseerd. Het is volop gissen naar de reden van het oponthoud.

MOAHuur

Foto 1: Schermafbeelding Stand van zaken op 7 januari 2012 van de commissie Mens en Samenleving op de site van de gemeente Utrecht.

Foto 2: Tekst van de aangenomen motie 2012/M055 van 21 juni 2012.

Essentie om inhoud te vinden in museumplannen Utrecht en Amersfoort is tot mislukken gedoemd

In het in juni 2012 in opdracht van het Amersfoortse college gemaakte rapport ‘De Kiemkracht van Amersfoort’ adviseert voormalig Rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed Fons Asselbergs om de Elleboogkerk en Museum Flehite ondergronds met elkaar te verbinden. Dat ziet-ie als kansrijke, eerste optie. De Elleboogkerk zou dan voor moderne kunst van 1850 tot 1950 gebruikt kunnen worden. De onderdoorgang wordt ook expositieruimte. Museum Flehite plus Elleboogkerk krijgen de naam Museum Amersfoort.

Het concentreert zich dan op de hoofdlijnen ‘cultuurhistorie (inclusief Amersfoortse oude kunst) en moderne beeldende kunst‘. In de taakverdeling neemt kunsthal KAdE de internationale hedendaagse kunst voor de rekening. Vraag is waar in Amersfoort de kunst van 1950 tot 1962 een plek vindt. Bij genoemde taakverdeling tussen KAdE en Museum Amersfoort zal het gat tussen 1950 en de hedendaagse kunst met de jaren groeien.

Op 22 oktober 2007 werd de Elleboogkerk door brand verwoest. Het Armando Museum was er gevestigd. Ondanks een convenant, afspraken en toezeggingen aan de toenmalige beheerder Amersfoort in C besliste het college vanwege economische tegenvallers dat het Armando Museum niet terug kon keren naar de Elleboogkerk. Na een moeizame besluitvorming, scepsis van de hele raad over de onderbouwing van de plannen en een bruidsschat van 1 miljoen is de Armando Collectie in 2012 naar Oud-Amelisweerd verhuisd.

Op 21 juni 2012 nam het Utrechtse college bij monde van wethouder Lintmeijer de motie 55: ‘Armando zonder overheidsgeld‘ over. Hier staat in dat de gemeente via huur, de bijdrage in de exploitatie of hoe dan ook geen cent subsidie verleent aan Museum Oud-Amelisweerd. Tevens zegde Lintmeijer aan VVD-raadslid Jesper Rijpma toe de opbouw van de meerjarige kostprijsdekkende (ook: marktconform) huur aan de raad te verstrekken. Uit gesprekken buiten de raad bleek me dat aan twee instanties hier advies over gevraagd werd. En rond 1 oktober de gegevens verstrekt zouden worden aan de raad. Da’s openbaar nog steeds niet gebeurd.

Wat leren we ervan? Exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd kan zonder reserve de kleinste tegenslag niet opvangen. Een raad ziet het aan, gaat met een exploitant in zee die onmiskenbaar bedrijfseconomisch zwak is en houdt de hand op de knip. Amersfoort krijgt een advies waarvoor tientallen gesprekken gevoerd zijn met als uitkomst ondergronds bouwen in een historische binnenstad. De moderne kunst moet naar de Elleboogkerk, terwijl het Amersfoortse college in 2010 de Armando Collectie de kerk uitdreef omdat het geld op zou zijn. Logica in de cultuurpolitiek is soms ver te zoeken. Wereldvreemdheid is echter ruim voorradig. Als het niet zo triest was, dan zou er voor een kunstliefhebber heel wat te lachen zijn om dit absurdisme.

Groen licht voor Museum Oud-Amelisweerd ondanks bezwaren

Update 28 juni: Geen besluit zonder spin. De slag in de publiciteit gaat niet over gelijk hebben, maar over gelijk krijgen. Op radio 1 (26 juni: 7.20/8.20/9.20) claimt de beoogd directeur van Museum Oud-Amelisweerd haar gelijk, samen met wethouder Lintmeijer die niet over de inhoud gaat, maar wel over de inhoud praat. Oud-hoofdconservator en vriend van Armando Rini Dippel ziet de combinatie Armando en Oud-Amelisweerd als ongelukkig. Hier geven raadsleden en fractiemedewerkers van PvdA-Utrecht, GroenRechts-Utrecht en Trots-A’foort hun mening. Ieder denkt het zijne of hare. Het gelijk bestaat niet. Gelijk krijgen blijkbaar wel. 

De Utrechtse gemeenteraad heeft gisteravond met een onverwachts grote meerderheid ingestemd met de kredietaanvraag Oud-Amelisweerd. Ter elfder ure voegden VVD en D66 zich bij een meerderheid die mogelijk werd door het CDA. Omdat cultuurwethouder Frits Lintmeijer de restauratie van dit rijksmonument koppelde aan de Stichting Museum Oud-Amelisweerd wordt aan deze de exploitatie gegund. Maar er bestaan in de raad twijfels over de onderbouwing van het ondernemingsplan, de concurrentiekracht en dus de levensvatbaarheid van dit museum. VVD en D66 legden dit in moties vast die door de wethouder werden overgenomen. Hij zegt toe dat Utrecht via de huur of steun geen cent aan de exploitatie zal bijdragen. Ook niet bij een faillissement.

Het nieuwe museum is een voortzetting van het Armando Museum dat in 2007 na de brand in de Elleboogkerk uit Amersfoort moest verdwijnen omdat een nieuw college om economische redenen eenzijdig een contract uit 1998 met Armando, zijn ex-echtgenote Tony de Meijere en de Stichting Armando verbrak. Toenmalig cultuurwethouder van Amersfoort Mirjam Barendregt belde wethouder Lintmeijer om hem over een alternatieve locatie te polsen. Ervoor en erna waren er allerlei sondaties, intenties, plannen en onderzoeken van een stevige lobby die parallel liep aan de besluitvorming van de Utrechtse raad. En deze feitelijk verving.

In het slotdebat hadden raadsleden de mond vol over ‘cultureel ondernemerschap‘ van een exploitant op afstand. Het CDA vergeleek het met een snackbar waarover de gemeente ook niets te zeggen heeft. Een rare vergelijking omdat Utrecht geen snackbars in eigendom heeft en Oud-Amelisweerd een rijksmonument is met zeldzaam 18de-eeuws behang. Het mooiste wat Utrecht te bieden heeft. De verwijzing naar ‘cultureel ondernemerschap‘ is dubbelzinnig omdat de raad er bij de wethouder nooit op heeft aangedrongen om actief ondernemers te interesseren. Vanaf eind 2010 was duidelijk dat het Armando Museum het moest worden.

De debatten over Oud-Amelisweerd hebben de kunstenaar Armando beschadigd. Hoewel betrokken bestuurders het ongetwijfeld goed bedoelden hadden ze zich zijn positie beter moeten beseffen toen ze met elkaar hun plannen bespraken. Er was sprake van een dubbele gijzeling. Armando werd gegijzeld door het Armando Museum en had geen behoefte om na Amersfoort nog een nieuwe stap te zetten. Tony de Meijere haalde in 2011 haar eigen collectie weg bij het Armando Museum en gaf het in bruikleen bij het Kröller-Müller Museum. Zijn ongenoegen liep zo hoog op dat Armando voorjaar 2011 ook zijn collectie weghaalde bij het Armando Museum. Dat betekende het einde aan alle plannen. Armando ging na druk uiteindelijk overstag. Vanuit die positie kon het Armando Museum als enige kandidaat de gemeente Utrecht gijzelen.

Kranten als NRC en de Volkskrant hebben nauwelijks aandacht besteed aan de huisvesting van de Armando Collectie. Toch een interessant cultuurpolitiek onderwerp. Alleen toen het om de poppetjes ging besteedde de Volkskrant aandacht aan de belangenverstrengeling tussen twee hoofdrolspelers en partners. Edwin Jacobs, de directeur van beheerder Centraal Museum en Yvonne Ploum, directeur Armando Museum. Het AD deed het beter door het te coveren vanuit het lokale nieuws. Het typeert waar het de politiek en media om gaat. Niet de zaak is van belang in publiciteit en gemeenteraad, maar de macht en de poppetjes. Cultuur is een bijzaak.

Foto: Armando (links) en Jan Cremer, 1960

Knelpunten van Museum Oud-Amelisweerd met Armando Collectie

Het college van Utrecht voegt aan de beschikbaarstelling van een krediet voor landhuis Oud-Amelisweerd en het Koetshuis de voorwaarde toe dat Stichting Museum Oud-Amelisweerd beoogd exploitant is. Het motiveert dit door de claim dat de exploitant bijdraagt aan de kosten. Deze vallen echter weg tegen de meerkosten. Ze ontstaan namelijk door publieksopenstelling en een opgevoerd bedrijfsmodel van een museum met 40.000 bezoekers en de aanpassing van het Koetshuis. Het openstaande cascoherstel van het Koetshuis begroot de gemeente op 948.014 euro, en dat van het landhuis op 541.116 euro. Omdat het Koetshuis losstaat van de restauratie van landhuis Oud-Amelisweerd, voegt de beoogde exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd niets toe aan inkomsten die geen extra kosten zijn. Wat zijn de knelpunten van de beoogde exploitant?

1. Zowel in de Utrechtse raad als in de publiciteit bestaat verwarring over naam en doelstelling van beoogd Museum Oud-Amelisweerd. Dit komt mede door de Amersfoortse bruidsschat van 1 miljoen euro voor het Armando Museum Bureau dat veel publiciteit kreeg. In de marketing zorgt dit voor een verwarrend beeld.

2. Voor een museum dat het moet hebben van marketing is een jaarlijks budget (vanaf 2014) voor Marketing en Communicatie van 27.500 euro, ofwel 5% aan de lage kant. Free publicity is onvoldoende omdat er drie producten (Armando, Chinees behang, landgoed/historie) ‘verkocht’ moeten worden. Dat vergt eigen actie.

3. Beheer van Oud-Amelisweerd kost menskracht. Dit omvat taken van onderhoud, administratie en beveiliging die nu door de gemeente worden betaald. Dit vraagt om aanstelling van een huismeester, naast of in combinatie met rondleiders, een tentoonstellingsbouwer, een projectmedewerker, een administrateur en een directeur. Beheer lijkt onvoldoende begroot in de 233.000 euro personeelskosten (2014). Tim Schipper (SP) wees in de Commissie M&S al op de naar zijn mening te lage inschatting van de schoonmaakkosten.

4. De directie is afkomstig van het Armando Museum in Amersfoort en niet geselecteerd voor Museum Oud-Amelisweerd dat anders van aard en karakter is. Er was geen procedure met keuze uit meerdere kandidaten.

5. De jaarlijkse kosten voor de Armando Collectie van 50.000 euro in het depot Pot vormen 10% van de lasten. In de overeenkomst rond de bruidsschat zijn deze lasten door de gemeente Amersfoort overgedragen aan de Stichting MOA. Bij ongewijzigde omstandigheden lopen deze kosten in 10 jaar op tot 500.000 euro. Da’s de helft van de bruidsschat die tevens moet dienen om een basis onder de exploitatie te leggen. Na Armando’s overlijden wordt een aantal stukken aan de Collectie toegevoegd zodat de depotkosten mogelijk stijgen.

6. De entreeprijs van 9 of 12,50 euro (rondleiding bel-etage) zal bezoekers afschrikken en voor goedkopere bestemmingen doen kiezen. Los van de elasticiteit zorgt een korting met eenderde van de prijs voor 50.000 euro minder inkomsten (2014). De onderbouwing taxeert dat 3 tot 4% van de bezoekers aan de landgoederen het museum bezoekt. Dit is een slag in de lucht. Daarbij bouwt het voort op kwantitatieve gegevens van de recreatie die ook al ruwe schattingen zijn die niet zozeer door tellingen maar extrapolaties ontstonden.

7. Inkomsten van de entreegelden zijn gemaximaliseerd omdat er vanwege het cultureel erfgoed voorwaarden zijn gesteld aan het maximale aantal bezoekers dat tegelijk naar binnen mag. Ofwel, een tegenvallende dag met weinig bezoek of een vorstdag kan niet gecompenseerd worden door een topdag met extra veel bezoek. Of bijvoorbeeld een museumweekend of -nacht die bij andere musea duizenden bezoekers per dag trekt.

8. Oud-Amelisweerd is een zomerverblijf met ongeveer 40 vorstdagen per jaar die een onaangenaam lage temperatuur voor bezoekers opleveren. De keuze voor ‘conservation heating‘ beperkt het bijverwarmen. Stichting MOA kiest om economische redenen voor openstelling van het museum gedurende het hele jaar.

9. De meeste fondsen die Amersfoort-in-C geworven heeft voor het toenmalige Armando Museum in Amersfoort zijn meerdere jaren terug toegezegd. Sommige zelfs nog voor de herbouw in de Elleboogkerk. In de Commissie M&S wees Jesper Rijpma (VVD) erop dat het hoofdsponsor BMC tegenzit en het aannemelijk is dat deze de sponsoring stopt. Door de crisis zijn vooruitzichten voor cultuursponsoring sowieso versomberd.

10. De restauratie en aanpassing van het Koetshuis moet zorgvuldig gebeuren omdat het ook een gebouw met culturele waarde betreft. Dit kan tot vertraging in de openstelling van Museum Oud-Amelisweerd leiden.

11. Uit onderzoeken blijkt dat de luchtvochtigheid van Oud-Amelisweerd een grotere variatie heeft dan de standaardnorm voor musea toestaat. Dit houdt in dat kwetsbare objecten door de keuze voor ‘conservation heating‘-klimaatbeheersing niet tentoongesteld kunnen worden. Zoals de oudere schilderijen van Armando uit de jaren ’60. Waarmee de exclusiviteit van het Museum Oud-Amelisweerd afneemt als topstukken niet getoond kunnen worden. Elk museum dat om bruiklenen gevraagd wordt zal een degelijk klimaatplan eisen.

Foto: Armando – Zwarte wand met autobanden op de Nultentoonstelling in het Stedelijk Museum, Amsterdam, 9-25 maart 1962. Credits: Oscar van Alphen

Oud-Amelisweerd: steun voor vastgoed, maar afkeuring voor exploitant

In een commissievergadering in de Utrechtse raadszaal stond gisteravond de Kredietaanvraag Museum Oud Amelisweerd op de agenda. De bijdrage van drie partijen was opmerkelijk: GroenLinks, D66 en CDA. De eerste door de argumenten die het koos en de laatste door de collegepartijen aan een meerderheid te helpen. In Utrecht vormen GroenLinks, D66 en PvdA het college. Net als de VVD hield D66 vast aan de eerder geuite bezwaren. De kritiek van de liberale partijen is niet weggenomen. Op 21 juni wordt in de plenaire raad verder gedebatteerd. De meerderheid is miniem en afvallers kunnen GroenLinks, PvdA en CDA zich niet veroorloven.

Jesper Rijpma (VVD) en na hem Xander van Asperen (D66) lokten wethouder Frits Lintmeijer (GroenLinks) uit zijn oude stellingen. Ze maakten een onderscheid tussen het vastgoed en de bedrijfsvoering van het museum. Rijpma vroeg zich af waarom een raadsvoorstel dat over het opknappen van een rijksmonument gaat, dus een voorstel over vastgoed is, door de wethouder verknoopt is met een culturele doelstelling. Opvallend was dat zowel Frits Lintmeijer als GL-woordvoerder Jan Ravesteijn hierop geen antwoord had en de kritiek overnam.

De raad geeft brede steun aan het opknappen door de dienst vastgoed en de Rijksdient Cultureel Erfgoed van rijksmonument Oud-Amelisweerd. GroenLinks zocht daarom voor het debat in die hoek onderbouwing voor haar argumenten. Voor de lange termijn maakte het zo echter het raadsvoorstel ongeloofwaardig dat vastgoed en cultuur verknoopt. Want zelfs GroenLinks is niet enthousiast over de resultaten van de beoogde exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd. Veelzeggend voor dit gebrek aan vertrouwen in de exploitant was de moedeloosheid van Jan Ravesteijn: ‘het is uiteindelijk een inschatting‘ en ‘laten we maar niet nietsdoen‘.

Kritiek was er op het verkeersplan en de parkeerdruk, de toegangsprijs van 12,50 euro, de hoge inschatting van bezoekersaantallen, een niet onafhankelijke monitoring van het erfgoed en de niet-marktconforme huur die opgevat kan worden als impliciete bijdrage in de exploitatie. Naast het schrappen door het college van de hier ook al geconstateerde eis van een goed onderbouwde exploitatiebegroting. Het was een misvatting van de raad om de beoogde exploitant als ‘cultureel ondernemer‘ te bestempelen. De eerste voorwaarde daarvoor is anderen te overtuigen in te stappen, zoals Arjo Klamer betoogt. Die overtuiging ontbreekt zichtbaar.

Op de publieke tribune had bestuursvoorzitter MOA James van Lidt de Jeude hoorbaar moeite met alle kritiek. Hij riep uit: Wat is het alternatief? Da’s de hamvraag die in 2010 gesteld had moeten worden. Het breekt nu op dat wethouder Lintmeijer niet ver genoeg heeft gekeken en via een bestuursopdracht aan Edwin Jacobs het Armando Museum heeft binnengehaald. Met een weinig overtuigende directie en een collectie die niet past bij Oud-Amelisweerd. Een wisseltentoonstelling poetst dat niet weg. De erkenning door GroenLinks dat vastgoed en culturele bestemming niet in elkaar overlopen biedt kansen om uit te kijken naar een nieuwe exploitant. De wethouder en de meeste fracties voorzien dat de beoogde exploitant het niet langer dan drie jaar volhoudt.

Foto: Gezicht over de Kromme Rijn en op de achtergevel van het huis Oud Amelisweerd (Koningslaan 9) te Bunnik, 1954. Credits: G.J. Lauwers, Het Utrechts Archief