Oplossingen uitgeput voor financieel verzwakt Museum Oud Amelisweerd. Terugvaloptie via Centraal Museum komt in beeld


In de Utrechtse raad heeft André van Schie (VVD) op 27 juli raadsvragen gesteld over de ‘financiële situatie Museum Oud Amelisweerd’ aan de nieuwe cultuurwethouder Anke Klein (D66). Aanleiding is een raadsbrief van 18 juli en een bericht van RTV Utrecht van 26 juli met de titel ‘Museum Oud Amelisweerd wankelt opnieuw’. Hoe negatief getoonzet ook geeft zelfs deze titel nog een te optimistische kijk op de kwestie.

Exploitant Stichting Museum Oud Amelisweerd verkeerde al voor de opening in 2014 in een financieel uitzichtloze situatie en heeft nooit zwarte cijfers geschreven. Of een financiële buffer opgebouwd. Daar is het nooit aan toegekomen. Met een bruidsschat uit Amersfoort van 1 miljoen euro en een lening van de provincie Utrecht van 160.000 euro werd tijd gekocht. Toenmalig directeur van het Spoorwegmuseum Paul van Vlijmen waarschuwde in juni 2012 in een bericht in het AD dat wat toen nog het Armando Museum heette een fiasco zou worden. Volgens hem was het museum zonder subsidie niet rendabel te krijgen in de exploitatie.

Het Utrechtse gemeentebestuur dat meer dan 1,66 miljoen euro had geïnvesteerd in de renovatie van landhuis Oud Amelisweerd was door de raad gebonden en in juni 2012 bij de goedkeuring van de kredietaanvraag de randvoorwaarde opgelegd dat er nooit een cent structurele subsidie naar de exploitatie mocht gaan. In een commentaar van 13 juni 2012 betitelde ik dat als: ‘Oud-Amelisweerd: steun voor vastgoed, maar afkeuring voor exploitant’. Die geblokkeerde subsidie van de gemeente Utrecht bleef de essentie van de problemen van het museum. Druppelsgewijs en informeel werd dat omzeild met het noodverband van ‘een (niet structurele) openstellingssubsidie’ van de gemeente Utrecht die buiten de structurele culturele subsidies werd verleend.

Toen in december 2016 de toenmalige cultuurwethouder Kees Diepeveen (GL) zich liet overvallen door Stichting Museum Oud Amelisweerd en tegen de eigen randvoorwaarden in toch een subsidie verleende van 75.000 euro toonde dat aan dat de Utrechtse politiek geen grip meer had op het probleem van het Museum Oud Amelisweerd. Het was nu overduidelijk het probleem van het Utrechtse college geworden. De uitzichtloze financiële positie van Museum Oud Amelisweerd straalde voortdurend af naar het Utrechtse college dat zich geen raad wist met dit probleemgeval en geen Houdini-act had om eraan te ontsnappen. Investeringen in een nieuwe exploitant waren politiek onhaalbaar, de huidige exploitant kon het financieel niet bolwerken en voor sluiting wilde geen enkele cultuurwethouder verantwoordelijk zijn. Op de achtergrond speelde de papieren werkelijkheid van de Culturele Hoofdstad 2018 waar het museum een rol in zou hebben. De boel zat vast.

Critici in de raad of ze nu deel uitmaakten van de oppositie of niet, probeerden voortdurend dit dossier vlot te trekken of te sturen. Want Van Vlijmen was zeker niet de enige met kritiek. In de Utrechtse raad was het D66 (Xander van Asperen en later Aline Knip) die geen vertrouwen had in de financiële onderbouwing van de exploitant. Voor de VVD was Jesper Rijpma een kritische voorganger van André van Schie. Overigens waren toendertijd om andere redenen ook andere partijen kritisch zoals de SP en Nieuw Rechts.

Het kenmerk van Museum Oud Amelisweerd is dat het in Bunnik in een rijksmonument en voormalige zomerresidentie is gelegen en dat de gemeente Utrecht het niet eens structurele subsidie kan geven als het dat zou willen omdat de voorwaarden dat niet toestaan. André van Schie heeft daar voortdurend op gewezen, evenals op het oneigenlijk oprekken door het college van de subsidievoorwaarden. Interessant is de verwijzing naar samenwerking met het Centraal Museum door bestuursvoorzitter Ari Doeser in het bericht van RTV Utrecht. De restauratie van landhuis Oud Amelisweerd is door de toenmalige beheerder (tot 2012) Centraal Museum in de jaren ’90 op de rails gezet en tijdens dat beheer is in 2011 bestuurlijk een terugvaloptie als optie in een commissiebrief gevlochten indien de huidige exploitant het niet redt. Dat is nu aan de orde.

Het is te hopen dat zowel het Utrechtse gemeentebestuur als de raad zich goed informeren en een besluit nemen dat rekening houdt met de voorgeschiedenis en de levensvatbaarheid voor de toekomst. De antwoorden op de raadsvragen van Van Schie bieden hopelijk de duidelijkheid die de achtereenvolgende cultuurwethouders het bestuur van de Stichting Museum Oud Amelisweerd nooit hebben kunnen afdwingen. De randvoorwaarden voor het Museum Oud Amelisweerd die al jaren slecht waren, zijn nu nog beroerder dan voorheen. Daarom is het onvermijdelijk dat zoals ook Van Schie stelt er een nieuwe exploitant wordt gezocht voor landhuis Oud Amelisweerd. Inzet kan dan een sitemuseum zijn en de terugvaloptie via het Centraal Museum zoals dat in december 2011 als vangnet al werd ingebouwd. Hoewel hier wel extra geld beschikbaar voor moet komen omdat het Centraal Museum dit niet uit de eigen lopende begroting kan financieren.

Foto: RaadsvragenSV 2018, nr. 100 inzake Gevolgen financiële situatie Museum Oud Amelisweerd’ van André van Schie (VVD) in Utrecht, 27 juli 2018.

3 gedachten over “Oplossingen uitgeput voor financieel verzwakt Museum Oud Amelisweerd. Terugvaloptie via Centraal Museum komt in beeld

  1. Op 13 december 2011 stuurde het Utrechtse College een brief naar de Commissies Stad & Ruimte en Mens & Samenleving waarin het weinig bezwaren ziet in bovengenoemd Ondernemings- en Huisvestingsplan. De brief bevat tegenstrijdigheden. Erin wordt een ‘terugvaloptie’ geschetst indien de ambities van het nieuwe museum niet realiseerbaar zijn. Dan komt Utrecht met de variant van een ‘sitemuseum’ of ‘open monument’ onder beheer van het Centraal Museum. Ofwel, een continuering van de situatie zoals die sinds 1990 bestaat.

    Terugvaloptie Armando Museum op kosten van Amersfoort?

    Like

  2. Schriftelijke vragen Amersfoort van Fractie Amersfoort2014:
    https://bit.ly/2KopTVA

    SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE

    Nummer: 2018-056
    Datum: 10-08-2018
    Aan de voorzitter van de raad
    Steller: Sieta Koet-Minis
    Onderwerp: Financiële problemen Museum Oud Amelisweerd (MOA)

    TOELICHTING door fractie Amersfoort2014
    Op 26 juli 2018 is een artikel gepubliceerd in het Algemeen Dagblad met de kop ‘Museum dat Armando onderdak bood in nood’. Volgens de bestuursvoorzitter van MOA is er een structureel tekort van €100.000,- Daarnaast is er een schuld van €160.000,- aan de provincie.

    Op 20 april 2017 heeft Amersfoort2014 schriftelijke vragen gesteld (nr. 2017-051) omtrent het toegekende subsidiebedrag van 1 miljoen euro verspreid over 10 jaar. In 2015 is het subsidieschema aangepast ter voordele van het MOA in verband met financiële problemen en is de subsidieperiode verkort tot 8 jaar. In 2017, 2018 en 2019 wordt elk jaar nog € 76.621 aan MOA overgemaakt.

    Dit alles is de aanleiding tot onderstaande vragen:
    1) In de beantwoording van de vragen uit 2017 wordt aangegeven dat er eerst achter gesloten deuren met elkaar over de kwestie wordt overlegd met de bedoeling tot een oplossing te komen, alvorens naar buiten te treden. Hoe vaak is er overleg geweest in de periode tussen april 2017 en heden en wat zijn daarvan de resultaten? Amersfoort2014 wil graag de verslag van deze overlegmomenten inzien? Is het College daartoe bereid? Hoe is het mogelijk dat dit artikel in het AD verschijnt, terwijl de Raad Amersfoort gehouden is aan eerder opgelegde geheimhouding?
    2) In 2017, 2018 en 2019 wordt er jaarlijks geld overgemaakt mits MOA voldoet aan de subsidievoorwaarden. Voldeed en voldoet het MOA aan deze voorwaarden in 2017-2018 en voor 2019? Zo niet, wat is daarvan de reden en wat zijn de consequenties?
    3) Indien het MOA de kosten voor beheer, opslag en verzekering niet meer kan betalen wat zijn dan de financiële consequenties voor de gemeente Amersfoort? Waarop zijn deze gebaseerd?
    4) In de beantwoording van de schriftelijke vragen uit 2017 stelt de gemeente Amersfoort geen juridische verplichtingen te hebben jegens Armando en de Armando Stichting. Het college heeft in de beantwoording aangegeven dat er zorgvuldig dient te worden omgegaan met de erfenis van het Armando Museum. Wat betekent dit financieel en cultureel voor de stad Amersfoort in de huidige omstandigheden?

    Fractie Amersfoort2014
    B.H.A. Stoelinga E.M.H. Koet-Minis

    Like

  3. Beantwoording SV 2018 nr 100 over Gevolgen financiële situatie Museum Oud Amelisweerd.docx
    https://ris2.ibabs.eu/Reports/ViewListEntry/Utrecht/e41987da-195f-4678-a0c6-526aa3bfc3f8

    Vraag 1
    Sinds wanneer is de gemeente op de hoogte van de acute, financiële problematiek bij MOA?
    Antwoord 1
    Op 2 juli 2018 is de gemeente door de stichting Museum Oud Amelisweerd geïnformeerd, dat het museum kampte met liquiditeitsproblemen. Op 14 augustus jl. zijn wij door het bestuur van stichting MOA geïnformeerd dat de rechtbank Midden Nederland op 14 augustus jl. de stichting MOA failliet heeft verklaard.
    Zoals u weet heeft de stichting MOA al sinds de opening in maart 2014 een fragiele financiële positie. Wij hebben de afgelopen jaren op meerdere momenten de vinger aan de pols gehouden. Zoals bekend heeft n.a.v. signalen eind 2016 een financiële analyse plaatsgevonden om te bepalen hoe waarschijnlijk het zou zijn dat stichting MOA het jaar 2017 positief zou afsluiten met een eenmalig financiële bijdrage van de gemeenten Utrecht, Bunnik en provincie Utrecht. De gemeente Utrecht heeft toen € 32.500,- (in de vorm van een huurverlaging) bijgedragen om MOA op dat moment open te houden. Daaropvolgend heeft in mei 2017 de meer brede verkenning plaatsgevonden naar de scenario’s voor de toekomst van Landhuis Oud Amelisweerd (onderzoek van Gert Jan van der Vossen). Op basis van deze verkenning heeft uw raad bij de VJN van 2017 besloten tot een jaarlijkse subsidie aan MOA van € 100.000,- per jaar. Dit scenario werd door uw raad als meest kansrijk geacht in het kader van de openstelling van het landhuis en in het kader van de gemeentelijke verantwoordelijkheid als eigenaar van het pand. Uiteindelijk is de financiële positie van de stichting helaas te kwetsbaar gebleken. Dit ondanks het feit dat met MOA was overeengekomen om de subsidie in 2018, eenmalig en onder voorwaarden, in z’n geheel in januari uit te betalen om de liquiditeitspositie te versterken.

    Vraag 2
    Waarom is er geen jaarrekening over het (financiële) jaar 2016 gepubliceerd? Is er wel tijdig een accountantsverklaring over 2016 ontvangen? Zo nee, welke gevolgen heeft dit voor de subsidierelatie met de gemeente Utrecht?
    Antwoord 2
    MOA heeft de jaarrekeningen 2016 binnen de gestelde termijnen aan de subsidiegevers verstrekt en gepubliceerd op haar website (https://www.moa.nl/nl/ANBI).
    De Algemene Subsidie Verordening schrijft voor dat een accountantsverklaring verplicht is vanaf een subsidiebedrag van €50.000. Daarvan was in 2016 geen sprake. In 2016 ontving het MOA € 10.000 voor de ‘Tentoonstelling Lodewijk Napoleon – Tragisch Heerser’ en € 4.000 voor de tentoonstelling ‘Stil leven’ met werk van de fotograaf Stephan Vanfleteren. Het overleggen van een accountantsverklaring was zodoende geen verplichting.
    Over 2017 heeft het MOA een jaarrekening met samenstellingsverklaring ingeleverd. In 2017 komt het subsidiebedrag alleen boven € 50.000 uit door twee eenmalige subsidies, waarvoor de gemeente Utrecht geen nadere verantwoording vraagt. De reguliere subsidie bedraagt exact € 50.000 (€100.000 openstellingssubsidie, waarvan €50.000 in mindering is gebracht op een door MOA toegezegd maar nog openstaand bedrag t.b.v. de renovatie van het Koetshuis). Het subsidiebureau heeft daarom, in april 2018, aan het MOA laten weten dat het passend is om de verantwoording aan te leveren zonder controle verklaring van de accountant.

    Vraag 3
    Is er ook sprake van een huurachterstand? Zo ja, is deze verrekend met de openstellingssubsidie die de gemeente Utrecht verstrekt?
    Antwoord 3
    Ja, er is sprake van een huurachterstand over de maanden juni, juli en augustus 2018. De openstellingssubsidie is in januari 2018 in z’n geheel uitgekeerd. Derhalve is het niet mogelijk de nu ontstane huurachterstand te verrekenen met de subsidie.
    Zoals hierboven vermeld, is de openstellingssubsidie 2017 wel voor de helft gebruikt om een door MOA toegezegd maar nog openstaand bedrag t.b.v. de renovatie van het Koetshuis van € 91.871,00 af te bouwen. In november 2017 is met het MOA afgesproken, dat het restant à €41.871,00 per 1 januari 2019, over een periode van drie jaar (2019, 2020 en 2021), in gelijke delen wordt verrekend met de openstellingssubsidie over die jaren.

    Vraag 4
    Is er nu een sluitende begroting met het vertrek van de directeur?
    Antwoord 4
    De op 23 november 2017 door het MOA ingediende begroting over 2018 eindigt met een positief saldo. Echter het bestuur van het MOA heeft op 2 juli laten weten dat tegenvallende bezoekersaantallen en onvoldoende kostendiscipline een gat slaan in de exploitatierekening. MOA heeft geen buffer om dit op te vangen en is daardoor in acute liquiditeitsproblemen gekomen. Op 14 augustus zijn wij door het bestuur van MOA geïnformeerd dat de Rechtbank Midden Nederland op 14 augustus de stichting MOA in staat van faillissement heeft verklaard.

    Vraag 5
    In het AD artikel suggereert het bestuur van het MOA in de wintermaanden te sluiten. Deelt het college de mening van de VVD dat dit in strijd is met de wens het landhuis open te stellen en dus gevolgen heeft voor de openstellingssubsidie die MOA ontvangt van gemeente Utrecht? Welke voorwaarden heeft het college in dit kader verbonden aan deze subsidie?
    Antwoord 5
    Het college deelt deze mening. De opdracht aan het MOA conform de motie 2017-79 is naast de zorg voor het beheer van het landhuis, de openstelling voor het publiek gedurende minimaal 250 dagen per jaar.
    Op deze subsidie is de Algemene subsidieverordening (ASV) 2014 van de gemeente Utrecht van toepassing. Specifiek stellen wij als voorwaarde dat het MOA het landhuis in 2018 minimaal 250 dagen opstelt voor het publiek. Daarnaast verwachten wij dat het MOA zich houdt aan de afspraken over het beheer en behoud van het landhuis.
    Tevens hebben wij het MOA gevraagd om in een tussentijdse rapportage te vermelden op welke manier het MOA de financiën van de stichting duurzaam in orde maakt. Daarin hebben wij gevraagd om een meerjarenbegroting waarin het negatieve eigen vermogen wordt verwerkt naar een positief saldo. En
    tevens is er gevraagd om een liquiditeitsprognose over 2018, omdat er sprake is van achterstallige betalingen en een slechte liquide uitgangspositie. Hierin is het MOA niet geslaagd. Het bestuur van het MOA wijdt dat aan tegenvallende bezoekersaantallen, onvoldoende kostendiscipline en het gebrek aan het hebben van een buffer .

    Vraag 6
    De heer Doeser van MOA zegt in het artikel over de openstellingssubsidie: “Ook moeten we met dit geld het informatiecentrum over het werk van Armando en het landhuis inrichten”. Deelt het college de mening van de VVD dat de openstellingssubsidie daar niet voor bedoeld is? Zo ja, wat gaat het college er aan doen om ervoor te zorgen dat de openstellingssubsidie wordt aangewend waar hij voor was ingericht: het openstellen voor publiek van het landhuis?
    Antwoord 6
    Het bovenstaande citaat in het artikel is niet correct, hetgeen ook beaamd is door de heer Doeser. De subsidie van de gemeente Utrecht is bedoeld voor het beheer en openstellen van het landhuis en het verzorgen van het informatiecentrum (in het Koetshuis) over het landgoed en landhuis. De informatie over het werk van Armando (op de zolder van het landhuis) wordt bekostigd uit de subsidie van de gemeente Amersfoort.

    Vraag 7
    Eerder was al onderzocht dat openstelling door het Centraal Museum veel duurder zou uitpakken dan de constructie met MOA. Toch wordt in het artikel nu weer verwezen naar het Centraal Museum. Welke taken krijgt het museum en welke vergoedingen staan er tegenover? Is professioneel collectiebeheer gewaarborgd voor de aan het landhuis verbonden kunstvoorwerpen?
    Antwoord 7
    In de zoektocht van het MOA naar kostenbesparingen heeft het o.a. onderzocht of een samenwerking met het Centraal Museum voordelen zou kunnen opleveren. Over taken en bijbehorende vergoedingen is niet gesproken. Inmiddels zijn wij door het bestuur van MOA geïnformeerd dat de Rechtbank Midden Nederland op 14 augustus de stichting MOA in staat van faillissement heeft verklaard. Wij zullen met de curator in gesprek gaan, om het deel van de beheerstaken met betrekking tot het monumentale landhuis dat nu nog door MOA wordt uitgevoerd, over te hevelen naar de gemeente als eigenaar van het landhuis. Het waarborgen van professioneel collectiebeheer van het landhuis incl. de unieke historische behangsels is daarbij een eerste vereiste.

    Vraag 8
    Wat is het plan voor de Armandocollectie? En wat betekent dit voor de financiële relatie die het museum heeft met de gemeente Amersfoort?
    Antwoord 8
    Er zijn meerdere “Armando-collecties” en geen daarvan is de verantwoordelijkheid van de gemeente Utrecht.
    a. de grootste is -sinds de recente dood van Armando- van de Armando-stichting (AS) waarmee MOA een bruikleenovereenkomst had die per 1 maart jl. eindigde.
    b. de kerncollectie (22 doeken + 1 bronzen sculptuur) is in handen van de stad Amersfoort en in bruikleen gegeven aan MOA; de subsidie van Amersfoort heeft als voorwaarde dat de werken getoond worden door MOA.
    c. de kerncollectie + (20 doeken en werken op papier) is van MOA als schenking gekregen in 2008 van Armando aan het Armando-museum. De Armando-stichting betwist dat er sprake is van een schenking.
    De gemeente Amersfoort heeft het MOA laten weten dat indien het MOA niet aan haar verplichting kan voldoen, de gemeente Amersfoort de bruikleen- en subsidierelatie met het museum zal beëindigen.

    Vraag 9
    Wat de VVD betreft gaat de gemeente langzaamaan zoeken naar een nieuwe huurder die het met – of zonder – de openstellingssubsidie wél voor elkaar krijgt om het landhuis open te houden voor het publiek. In elk is geval goed om gezien de problemen een plan B achter de hand te hebben als Museum Oud Amelisweerd de openstelling niet meer rond zou kunnen krijgen.
    Deelt het college deze opvatting van de VVD, en op welke wijze gaat het college invulling geven aan de wens van de raad om het landhuis open te stellen voor publiek (met of zonder MOA)?
    Antwoord 9
    Wij beraden ons op de wijze waarop tijdelijk beheer van het landhuis zal worden ingevuld en, op termijn, op een nieuwe invulling voor het landhuis.

    Vraag 10
    Let het college héél goed op eerdere besluitvorming van de raad M2012-56, M2016-188 en M2017-79 met betrekking tot de randvoorwaarden en financiële steun? Zo ja, waaruit blijkt dat?
    Antwoord 10
    Bovenstaande besluitvorming is in acht genomen. Dit is terug te vinden in de diverse administratieve verslagleggingen (beschikkingen, memo’s, brieven, notulen etc.) rondom dit dossier.
    De financiële steun aan het MOA over de jaren 2017 en 2018 is conform de motie 2017-79.

    Hoogachtend,
    Burgemeester en wethouders van Utrecht,
    de secretaris, de burgemeester,

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.