College Utrecht wil MOA subsidie geven. Ondanks toezegging raad dat niet te doen en in de Voorjaarsnota met scenario’s te komen

In december 2010 verscheen hier het eerste stuk over Museum Oud Amelisweerd (MOA). Toen nog ‘Armando Museum’ genoemd. Dat zette vragen bij de integriteit van een ‘haalbaarheidsonderzoek’ dat veel overhoop gooide, maar de haalbaarheid niet echt toetste. Het was een schijnonderzoek. Het gebrek aan objectiviteit gaf het een ingeweven groen licht. Merkwaardig is dat zes jaar later het openbaar bestuur nog steeds van incident naar incident hobbelt, niet het idee geeft grip op dit dossier te hebben en de besluitvorming laat bepalen door externe partijen. Voor echte democraten is dat triest en onbegrijpelijk tegelijk. Zes jaar later wordt nog steeds niet voldoende de vraag gesteld wat de logica van het MOA is en welke toegevoegde waarde het biedt.

Afgelopen weekend bezocht ik de nu lopende tentoonstelling over Lodewijk Napoleon en schrok van het gebrek aan niveau. Van de kwaliteit en selectie van de bruiklenen, de kunsthistorische onderbouwing en de logica en relevantie van de tentoonstelling. Het was in mijn ogen een Nederlands museum onwaardig en de investeringen niet waard. Of liever gezegd, de investeringen in het vastgoed verdienen een betere exploitant die meer waar voor zijn geld biedt. Opvallend aan het dossier MOA is dat door het openbaar bestuur van de gemeenten Amersfoort en Utrecht de vraag naar de kwaliteit van de wetenschappelijke staf nooit is gesteld. Of afdoende beantwoord. Waar is de openbare procedure voor de directeur te vinden, wie waren de kandidaten, hoe verliep de procedure precies en welke eisen werden er aan de kandidaten gesteld? Het is niet terug te vinden, zoals veel over de besluitvorming van het MAO niet terug te vinden is. Want het is een dossier van de voldongen feiten die zich grotendeels aan de democratische controle onttrok. Met als gevolg dat het beoogde einddoel nooit centraal werd gesteld omdat het over procedures, uitruil van belangen en politieke deals ging.

En het gaat maar door, zoals een interview met de Utrechtse cultuurwethouder Kees Diepeveen (GroenLinks) in het AD verduidelijkt:

moa1

Waar de haast vandaan komt is een raadsel. Het college heeft een eigen dynamiek en hoeft zich niet te voegen in de dynamiek van externen. Diepeveen suggereert dat het college op dinsdag 20 december beslist om een subsidie van 75.000 euro aan het MOA te verlenen, maar dat is in strijd met afspraken zoals onder meer bleek uit antwoorden op raadsvragen van Aline Knip (D66) en André van Schie (VVD) uit november 2015. Het college heeft de Utrechtse gemeenteraad toegezegd om geen subsidie te verlenen in de exploitatie van het MOA.

moa2

Uit dit antwoord van het college blijkt dat als het MOA de exploitatie niet rond krijgt de gemeente Utrecht een nieuwe bestemming kiest. Dus een andere exploitant zoekt. Dat valt binnen de strekking van motie 188 van november 2016 (zie onder) waarin de Utrechtse raad het college vraagt om ‘een toekomstbestendige en realistische openstelling van het landhuis Oud Amelisweerd’. Dat beperkt zich dus niet tot financiële steun aan de ‘noodlijdende’ exploitant Stichting MOA. De motie vraagt het college een en ander in de Voorjaarsnota 2017 uit te werken. Wethouder Diepeveen heeft zich te houden aan eerdere toezeggingen aan de raad die hem verbieden om het MOA subsidie te verlenen en de opdracht om in de Voorjaarsnota verschillende scenario’s te overleggen. Hoe deze verplichtingen zich verhouden tot zijn suggestie om het MOA direct of indirect voor 1 januari 2017 een subsidie van 75.000 euro te verlenen is een nieuw raadsel in dit dossier. Het jaarlijkse exploitatietekort van het MOA bevindt zich overigens al sinds de opening in 2014 boven de 200.000 euro. Dus wat de 75.000 euro die nu van Utrecht gevraagd wordt daar structureel aan verandert is de vraag.

moa3

Foto 1: Schermafbeelding van deel interview met wethouder Kees Diepeveen in het AD, 18 december 2016.

Foto 2: Raadsvragen en antwoorden van Aline Knip en André van Schie, 13 november 2015. Gemeente Utrecht.

Foto 3: Schermafbeelding van motie 188, 10 november 2106. Gemeente Utrecht.

4 gedachten over “College Utrecht wil MOA subsidie geven. Ondanks toezegging raad dat niet te doen en in de Voorjaarsnota met scenario’s te komen

  1. Het Aboriginal Art Museum Utrecht (AAMU) gaat sluiten. Na zestien jaar vinden de geldschieters het mooi geweest. Aankomende juni is de laatste maand van het kenniscentrum voor Aboriginal kunst in Europa.

    Het museum op Oudegracht 176 heeft nooit enige vorm van subsidie gekregen en leunde op bijdragen vanuit een vriendenstichting die was opgezet. “Bij de start van het museum in 2001 was al bekend dat het museum er voor beperkte tijd zou zijn”, vertelt bestuursvoorzitter Dop Bär. “Afhankelijk van de inkomsten zou dit 10 tot 20 jaar zijn. En het geld is nu op. De inkomsten van het museum waren niet hoog genoeg om het draaiende te houden, maar dat geldt voor elk museum.”
    https://www.duic.nl/algemeen/aboriginal-art-museum-sluit-aankomend-voorjaar/

    Like

  2. Reactie op DUIC over sluiting Aboriginal Museum te Utrecht (AAMU):
    https://www.duic.nl/algemeen/aboriginal-art-museum-sluit-aankomend-voorjaar/#comment-56615

    Of andersom? Namelijk de Armando Collectie -waar in 2011 het Museum Oud Amelisweerd rond is gebouwd- terugbrengen tot de kern en onderbrengen in het leegkomende AAMU aan de Oudegracht. Goedkoper in exploitatie, beter in bereikbaarheid en logischer van opzet dan het huisvesten van een collectie die zoals ook de Raad voor Cultuur constateert niet aansluit bij het landhuis in de bossen met antiek behang.

    Essentie is dan wel het wetenschappelijk niveau van dat nieuwe museum op de nieuwe locatie op een hoger plan te brengen. Want het MOA opereert nu kunsthistorisch onder niveau. Zie mijn commentaar:

    College Utrecht wil MOA subsidie geven. Ondanks toezegging raad dat niet te doen en in de Voorjaarsnota met scenario’s te komen

    De gemeente Utrecht kan dan een nieuwe bestemming zoeken voor het landhuis Oud Amelisweerd. Het gemeentebestuur kan haar huiswerk doen dat het toenmalige college najaar 2010 had moeten doen, maar naliet om te doen. Namelijk het zoeken van een nieuwe exploitant aan de hand van een openbare pitch.

    Vanwege de aangebrachte infrastructuur -die kwam bovenop de cascorestauratie die eind 2010 afgerond werd- van een klein tot middelgroot museum met maximaal 30.000 bezoekers is het logisch dat het landhuis een museale bestemming krijgt.

    Te denken valt aan een museum dat thematisch aansluit bij de plek. Zoals een Museum voor Chinoiserie, een historisch interieurmuseum of een museum dat de geschiedenis van buitenplaatsen vertelt. Samenwerking met partners ligt voor de hand. Zoals de Universiteit Utrecht of Erfgoedinstellingen.

    Like

  3. Pingback: Oplossingen uitgeput voor financieel verzwakt Museum Oud Amelisweerd. Terugvaloptie via Centraal Museum komt in beeld | George Knight

  4. Pingback: Voorstel voor een permanente invulling van Oud Amelisweerd. Met aandacht voor topografie en het zwaartepunt op provincie Utrecht | George Knight

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.