A Tale of Two Cities: Brabantstad en Brabantstad. Bussemaker wijst advies Raad voor Cultuur over EKWC voorlopig af

pa_brabantstad_opening

Zoals wel eens vergeten wordt is het advies van de Raad voor Cultuur over de basisinfrastructuur een advies. Raadsvoorzitter Joop Daalmeijer kan in de publiciteit bij Nieuwsuur wel zeggen dat 100% van zijn adviezen door de minister wordt opgevolgd (na 28’45’’), maar dat ligt genuanceerder. Neem het EKWC dat in het advies van de Raad van Cultuur positief werd besproken en een subsidiebedrag van 300.000 euro werd toegekend.

Maar ondanks de woorden van Joop Daalmeijer staat dat advies ineens op de helling door een brief van 20 mei 2016 van minister Jet Bussemaker aan het bestuur van het EKWC waarin ze ‘voornemens is de aanvraag af te wijzen en aan de instelling geen subsidie te verlenen’. Hoe heeft deze kortsluiting tussen raad en minister ten koste van een culturele instelling kunnen ontstaan en welke reden voert de minister aan voor de afwijzing?

Daar kondigt het raadsel zich aan, want Bussemaker geeft geen reden voor de afwijzing. Uit contacten buiten de brief om tussen EKWC en de directie Erfgoed en Kunsten blijkt het echter te gaan om de standplaats van het EKWC. Die is statutair ’s-Hertogenbosch, maar feitelijk Oisterwijk. Volgens de criteria die het ministerie hanteert zou dat Brabantstad moeten zijn. Een streek die op geen enkele landkaart is te vinden, maar door Brabantstad zelf gedefinieerd wordt als ‘een bestuurlijk netwerk tussen de steden Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Tilburg en de provincie Noord-Brabant.’ Dus een samenwerking van steden en provincie.

De Raad voor Cultuur besteedde in het advies aandacht aan de locatie en nam in het volgende citaat al een voorschot op mogelijke kritiek: ‘Het EKWC is statutair gevestigd in ’s-Hertogenbosch, maar heeft zijn standplaats sinds 2015 in Oisterwijk. Het is de raad daarnaast gebleken dat EKWC, met name op educatief gebied, meerdere activiteiten ontplooit in steden die deel uitmaken van het kernpunt Brabantstad. Daarmee voldoet de instelling aan hetgeen op grond van de regeling met betrekking tot de vestigingsplaats is vereist.’ De raad maakte dus een andere afweging dan de minister door wie het nu vooralsnog teruggefloten wordt.

Het verschil van mening tussen raad en minister zit ‘m in de interpretatie van wat een stedelijke regio is. Het raadsadvies Agendacultuur 2017-2020 van april 2015 zegt op p.24: ‘In de subsidieperiode 2017 – 2020 kan met pilots en proeftuinen worden onderzocht hoe met bovenstaande en andere maatregelen invulling kan worden gegeven aan een meer decentraal cultuurbeleid. De stedelijke regio’s waar op dit moment BIS-instellingen of meerjarig gesubsidieerde fondsinstellingen zijn gehuisvest, zijn voor de hand liggende proeftuinen. Maar het liefst ziet de raad stedelijke regio’s samenwerken rond een natuurlijk samenhangend cultureel voorzieningsgebied. Dat kan een grote stad met zijn omliggende regio zijn, maar ook bijvoorbeeld de noordelijke provincies gezamenlijk of het samenwerkingsverband van Brabantse steden (Brabantstad). Ook de plannen van Leeuwarden als culturele hoofdstad 2018 zijn gericht op de stad én de omliggende regio.Wij zijn van mening dat de diversiteit van de samenwerkingsverbanden geen probleem vormt, mits gebaseerd op een krachtig draagvlak.’ De raad interpreteert dus ook hier de stedelijke regio’s ruimer dan de minister.

Vraag is waarom Oisterwijk dat vlak ten oosten van Tilburg ligt in de driehoek ’s-Hertogenbosch, Eindhoven, Tilburg niet zou aansluiten bij de virtuele stedelijke regio Brabantstad. Feit is dat Oisterwijk en Tilburg meer met elkaar samenhangen dan Helmond en Breda. Deze beide steden grenzen niet aan elkaar, liggen 62 kilometer van elkaar verwijderd, hangen niet samen, maar maken wel allebei onderdeel uit van Brabantstad.

De afwijzing van de minister is voorlopig en hoeft niet als definitief opgevat te worden. Jet Bussemaker is consequent in het volgen van de richtlijnen, maar loopt tegen het kunstmatige karakter van Brabantstad op dat een ambtelijk-bestuurlijke constructie is die in het leven werd geroepen voor de Culturele Hoofdstad 2018. Feitelijk gaat het geschil dat nu is ontstaan niet over het EKWC, Bussemaker of de Raad voor Cultuur, maar over het kunstmatige karakter van Brabantstad dat vooral in de hoofden van beleidsmakers leeft, en soms de realiteit dwarszit. De opdracht voor raad en ministerie is om de theorie met de praktijk te verbinden.

Foto: Projectatelier Brabantstad. Credits: Maarten Laupman.

11 gedachten over “A Tale of Two Cities: Brabantstad en Brabantstad. Bussemaker wijst advies Raad voor Cultuur over EKWC voorlopig af

  1. DEN BOSCH – Nog steeds staat Brabant achteraan als het Rijk de landelijke subsidies voor kunst en cultuur verdeelt. Met het Europees Keramisch Werkcentrum (EKWC) in Oisterwijk als nieuwkomer, blijven de subsidies voor de periode 2017 tot en met 2020 op het niveau van de periode 2013-2016, toen nog geen drie procent van alle subsidies in Brabant landde. (..)

    CDA
    Ook het CDA maakt zich zorgen. Marianne van der Sloot stelde vragen aan gedeputeerde Swinkels. De grote en kleine cultuurinstellingen in Brabant verdienen meer steun en erkenning. Het CDA roept Gedeputeerde Staten op actie te ondernemen en bij de minister een rechtvaardiger subsidieverdeling te bepleiten.

    http://www.bd.nl/regio/brabant/brabant-staat-nog-steeds-achteraan-bij-verdeling-cultuurgelden-1.6042215

    Like

  2. Ik ben het eens met George Knight’s kritiek op de interpretatie door de minister van het begrip stedelijke regio. Maar zijn analyse rond het fenomeen BrabantStad is onjuist. BrabantStad bestond al vóór de ambitie om culturele hoofdstad van Europa van Europa te worden. Het bijzondere aan dit stedelijk-regionaal concept is dat het kracht en kwaliteit ontleent aan contrast en wisselwerking tussen stedelijkheid en landelijk gebied, (steden)bouwkundig, ecologisch, economisch, sociaal en cultureel. Daarvoor is in BrabantStad de term ‘mozaïekmetropool’ bedacht. BrabantStad wordt daarmee als één stedelijke regio beschouwd met een groot ‘Central Park’. De feitelijke vestigingsplaats van het EKWC is dus in het hart van BrabantStad.

    Like

  3. @Geert Lenders
    Vanuit de provincie Noord-Brabant wordt in de eigen geschiedschrijving uit 2014 beweerd dat het concept ‘Brabantstad’ al voor 2004 bestond: ‘Het BrabantStad verband (en inmiddels ook verbond), is ruim tien jaar geleden ontstaan uit het besef dat de steden afzonderlijk en de provincie Noord- Brabant als geheel sterker staan door samen te werken dan door elkaar tegen te werken. Gedurende deze jaren zijn onderling vertrouwen, gemeenschappelijke agenda’s en overlegvormen opgebouwd. Samenwerken om er zelf beter van te worden is langzaam maar zeker overgegaan in het gezamenlijk streven naar succes. ‘Culturele Hoofdstad’ getuigt daarvan Met terugwerkende kracht is BrabantStad te zien als één van de eerste stedelijke netwerken avant la lettre.

    Klik om toegang te krijgen tot Cahier-BrabantStad.pdf

    Terugwerkende kracht, dat is de essentie. Dat is dus inderdaad anders dan mijn omschrijving ‘een ambtelijk-bestuurlijke constructie is die in het leven werd geroepen voor de Culturele Hoofdstad 2018.’ Het bestuurlijk denken hierover begon in 2010. Maar het is er denk ik niet mee in strijd. Ik vermoed dat de waarheid in het midden ligt.

    Het concept ‘Brabantstad’ is zoals dit citaat doet uitkomen stap voor stap opgebouwd met de bijkomende vraag wanneer het voldoende body had om het zo te kunnen noemen. Het project ‘Culturele Hoofdstad 2018’ bracht een en ander door een projectgroep in een versnelling en bood een focuspunt en verdieping die voorheen ontbraken. Zo beredeneerd was die Culturele Hoofdstad geen einddoel, maar een middel om het concept ‘Brabantstad’ te vestigen. Wellicht ook een verklaring voor het mislukken ervan door die dubbele doelstelling. Het concept-bidbook zegt: ‘Het bidbook is kader en aanzet voor een cultureel programma dat de internationale allure en het internationaal bereik van BrabantStad vergroot.

    Verder zijn we het denk ik eens. Ik ben benieuwd hoe de Brabantse politiek reageert op de afwijzing van minister Bussemaker en welke middelen het in de strijd wenst te brengen. Bedankt voor uw aanvulling.

    Like

  4. Pingback: Wilde ideeën en leesvoer (311)

  5. Statenvragen Noord-Brabant door het CDA:

    Klik om toegang te krijgen tot Schriftelijke-vragen-over-intrekken-subsidie-EKWC.pdf

    ’s-Hertogenbosch, 25 mei 2016

    Aan het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
    Postbus 90151
    5200 MC ‘s-Hertogenbosch

    Onderwerp: schriftelijke vragen ex artikel 27 van het Reglement van Orde

    Betreft: Intrekken culturele subsidie EKWC

    Geachte college,

    Afgelopen week is het CDA, samen met u, flink geschrokken van de adviezen van de Raad voor Cultuur. Slechts 3 van de 118 subsidieaanvragen zijn toegewezen aan Brabant. De verdeling van de Haagse cultuurgelden is zeer scheef.

    Vandaag bleek echter dat het nog schever kan (1). De toekenning van de aanvraag van het Europees Keramisch Werkcentrum (EKWC) is namelijk ingetrokken. Minister Bussemaker (OCW) heeft zelfstandig de voorgenomen subsidie aan het EKWC ingetrokken. De reden hiervoor is dat het EKWC in Oisterwijk is gevestigd, en niet in Brabant Stad.

    Het EKWC is enkele jaren terug met behulp van de provincie Noord-Brabant, verhuisd naar Oisterwijk, 8 kilometer buiten ‘Brabant Stad’. Het is een drager van de business case van de herbestemming van het voormalig KVL-terrein. Nu lijkt deze verhuizing ervoor te zorgen dat het EKWC om deze wijziging van vestigingsplaats haar subsidie van 300.000 euro zal mislopen.

    Het CDA vindt deze bureaucratische instelling van de Minister volstrekt onacceptabel. Cultuur kent geen grenzen! Daarnaast mag het niet uitmaken of een culturele instelling in (een) Brabant Stad of een ‘Brabant Dorp’ gevestigd is!

    Dit brengt het CDA tot de volgende vragen:

    1. Bent u het met het CDA eens dat de afwijzing van de subsidie voor het EKWC, met als reden de vestiging in Oisterwijk, een grote vergissing is van minister Bussemaker?

    2. Was u op de hoogte van het feit dat ‘vestigingsplaats van een culturele instelling’ een subsidievoorwaarde is?

    3. Zijn er andere voorbeelden van aanvragen bij de Raad voor Cultuur die zijn afgewezen vanwege hun vestigingsplaats?

    4. Welke acties gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat het EKWC alsnog haar subsidie kan ontvangen? Wanneer en met welke partners gaat u dat doen?

    5. Welk effect heeft het mogelijk vervallen van de subsidie voor het EKWC en voor de business case van het KVL-terrein?

    Graag vernemen wij uw antwoorden, waarvoor bij voorbaat onze dank.

    Met vriendelijke groet,
    Namens het CDA,

    Marianne van der Sloot

    (1) Ziet u dit artikel in Omroep Brabant, dd. 24-5-2016: http://www.omroepbrabant.nl/?news/249601672/Verhuizing+naar+Oisterwijk+kost+keramisch+werkcentrum+drie+ton+rijkssubsi die.aspx

    Like

  6. Pingback: Raad voor Cultuur is afwijzend in advies over Museum Oud Amelisweerd. Vooral over de samenhang met de Armando Collectie | George Knight

  7. Het standpunt van de provincie Brabant in een brief van 25 mei 2016 aan de minister:

    Klik om toegang te krijgen tot CEC273CC1ED04D449C44B67DD22C7B4A.pdf

    Het Europees Keramisch Werkcentrum (EKWC)

    Het EKWC te Oisterwijk werd door de Raad voor Cultuur uitermate positief beoordeeld. Maar u heeft inmiddels laten weten voornemens te zijn om het advies niet te volgen. Het EKWC is een internationaal aansprekende instelling voor keramische kunst die door het dreigende mislopen van landelijke subsidies haar ambities en doelstellingen die door de Raad voor Cultuur worden onderkend, niet kan waarmaken.

    In de juridische afbakening beperkt u BrabantStad tot de gemeenten Den Bosch, Tilburg en Eindhoven. Omdat Oisterwijk in uw definitie hier geen deel van uitmaakt, vindt u een grond om de subsidie toch niet te verlenen. We willen hier stelling tegen nemen.
    Het bijzondere van het stedelijk regionaal concept BrabantStad is dat het kwaliteit en kracht ontleent aan historisch gegroeid contrast en wisselwerking tussen stedelijk en landelijk gebied op allerlei terreinen. In deze gedachte is de feitelijke vestigingsplaats van het EKWC gesitueerd in het hart van BrabantStad op een afstand van nog geen 9 kilometer van centraal station Tilburg.

    We ageerden al eerder bij u tegen de afbakening die u hanteert voor het definiëren van BrabantStad. In uw brief van 23 oktober 2015 betreffende de definitie van BrabantStad in de Regeling op het specifieke cultuurbeleid, liet u ons weten: “Ik ben me er van bewust dat deze definitie daarmee niet overeenkomt met de meer gangbare definitie van Brabantstad, die u noemt in uw brief. Deze afbakening doet niets af aan onze gezamenlijke ambitie onze samenwerking uit te breiden en te intensiveren. Daar ga ik vanzelfsprekend met heel Brabantstad graag aan werken.”

    Wij menen dat de gezamenlijke ambitie om samenwerking met heel BrabantStad uit te breiden en te intensiveren diametraal staat tegenover het voornemen om het EKWC geen subsidie toe te kennen. Op dit punt vragen we u uw toezegging naar BrabantStad te bestendigen en het advies van de Raad voor Cultuur te volgen.

    Like

  8. Pingback: basisinfrastructuur 2017-2020: hoe is de spreiding door Nederland? - Mestmag.nl

  9. Pingback: Artikel | basisinfrastructuur 2017-2020: hoe is de spreiding door Nederland? - Mestmag.nl

  10. Pingback: Artikel | Trends & ontwikkelingen 24 mei 2016 - Mestmag.nl

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.