VVD’er Clemens Cornielje spreekt geen kwaad over VVD’er Loek Hermans. Hoe zou dat nou toch komen? Voor Hermans is geen draagvlak onder de Zutphense bevolking voor een waarnemend burgemeesterschap. In een petitie spraken in korte tijd duizenden mensen zich uit tegen Hermans. De bevolking behoort te gaan over de benoeming van de eigen burgemeester. Zo simpel is het, maar in de regenteske visie van Cornielje allicht niet.
Ook wat hij zegt klopt bij nader inzien van geen kanten. Dat Loek Hermans beschadigd raakte valt vooral Cornielje aan te rekenen doordat hij hem als kandidaat presenteerde. Hij had dat kunnen voorkomen door Hermans niet voor te dragen. Zijn voetbal-metafoor over de tweede kans gaat op vele manieren mank. Niet hij, maar de bevolking is de trainer die de voetballer opstelt. En Hermans is geen voetballer die even uit vorm was, maar een bestuurder die het vertrouwen verloren heeft. Cornielje begrijpt daar hoegenaamd niets van.
Het is nog veel vreemder als je je beseft dat C.C. lid is van de permanente commissie integriteit VVD, vanaf 2013.
Deze gang van zaken doet de VVD geen goed en je kan je afvragen of zo’n lid wel in juist die commissie thuishoort, maar dat laten we graag aan de medeleden Willibrord van Beek, Tila zur Lage, Han Moraal en Marianne Kallen-Morren over, naast het hoofdbestuur (waarvan niemand formeel en gepubliceerd zicht houdt op die commissie integriteit, lijkt het. Dus kom er maar in, Henry Keizer.
http://www.vvd.nl/mensen/86/henry-keizer#lezen
LikeLike
Zou het old boys network echt dood zijn?
Zijn mislukte voordracht toont volgens Van Schendelen aan dat het ‘old boys network’ op sterven na dood is. “We leven niet meer in 2005, toen de regenten elkaar nog de mooiste baantjes konden toeschuiven. Dat een falend politicus altijd wel een burgemeestersbaantje krijgt, die tijd is voorbij.”
http://www.destentor.nl/regio/zutphen/benoeming-hermans-was-grove-fout-1.5579523
LikeLike
“Han Moraal”?
Juliet:
“What’s in a name? That which we call a rose
By any other name would smell as sweet.”
Romeo and Juliet (II, ii, 1-2)
LikeLike